N.° 26. ZIEKIiLZEESCHE 'huff DINGS DAG A.O 1847, COURANT. 30 MAART. Wie uws tij din gen G R O O T-B R I T T A N N I E N. LONDEN den 24 Maart. Onder de tijdingen met den ovcr- ïandpost aangebragt, behoort, dat het eiland Laboan en zijne onder- hoorigheden nu hij de engelsche bezittingen zijn ingelijfd en dat de tfngelsche vlagden 18 December, met de gebruikelijke eerbewijxingen in tegenwoordigheid der opperhoofden van Borneo en van een groot gedeelte der Maleische bevolking aldaar is geheschen. Bij die ge legenheid werd een verdrag tusscben het britsch gouvernement en den sultan van Borneo formeel geratificeerd hetwelk deze drie hoofdpunten behelst bet vestigen van eene duurzame vriendschap den bestendigen afstand van het eiland Laboan aan de engelsche kroon en de verzekering eencr wederzijdsche overeenstemming tot fnuiking der zeerooverij. Reeds hadden vele inboorlingen van Borneo hun verlangen geuit om zich op het eiland te vestigen maar zulks was hun hij gebrek aan de vereischte voorschriften uit Engeland niet toegestaan. Onder de bemanning der engelsche schepen waren vele zieken hetwelk, onder anderen aan het overmatig gebruik der landvruchlen werd toegeschreven. De bevelhebber van het schip Wolkapitein Gordon, Was aan de koorts overleden. Do president der Vereenigde-Staten van Noord-Amerika heeft eene leening van 3 millioen dollars gesloten ten einde den vrede van Mexico te koopen, NEDERLANDEN. AMSTERDAM, den 27 Maart. De 24 Maart, den dag. welke door de Tegering van Groot-Brittanniën was afgezonderd als een dog van algemeene verootmoediging voor den Almagtigen God is ook alhier in de engelsche Episcopale kerk plegtig herdacht waartoe ook het formulier van gebeden voor dien dag vastgesteld (voor zooveel zulks kon geschieden) is gebruikt. Deze gebeden zijn mot de volgende zeer opmerkelijke woorden ten gobruike in de kerken rondgezonden. Tot afsmeeking «om af te Wenden die ontzettende oordeelcn welke onze menigvuldige zonden en afwijkingen zoo reglmatig verdiend hebben en Waarmede bet den Almagtigen God behaagd heeft de ongerogtigheid van dit land te bezoeken, (foor eene diep bedroevende scbaarscble en duurte van verschillende benoodigdheden tot onderhoud en nuttigheid des levens." In den avond hield de wei-eerwaarde heer IE. Jamieson eene zeer gewigtige leerrede naar aanleiding der woorden uit den Propheet Amos kap. ïv, vers 3, vooral wijzende op het laatste gedeelte vin dit vers als eene hoog ernstige waarschuwing niet alleen voor Groot-Brittanniën maar voor alle volkeren en voor een iegelijk in het bijzonder, om zich alleen en geheel te wenden lot Hem, wiens naam is Onlfermer. Van den 17 tot den 24 dezer is hier weder in de Roomsch- Kalholijke kerk van het Begijnhof met gebruikelijke plogtigheid ge vierd het jnnriijksche gedenkfeest van hel Mirakel van Amsterdam. Op den eersten dag is de hoogmis verrigt door den hoog eerw. heer aartspriester van Holland en Zeeland omringd van eene talrijke priesterschaar. Van den 1 Januarij tot den 27 Maart dezes jaars zijn te Am sterdam ingeschreven1951 geborenen en 3391 overledenen. tn eene den 26 gehoudene vergadering van belanghebbenden 1)ij de onlworpene West-Indische Maatschappij is aangekondigd dat deze niet tot stand gekomen is. De gelden voor Ierland ingpkomen en door de redactie van de Tijd vermeld, bedragen thans 29,224 ,"37. 's GRAVENHAGE, den 26 Maart. In de zitting van dn tweede kamer der staton-generaal van heden is ingekomen eene koninklijke boodschap, ton geleide van een ontwerp van wot, tot regeling van het nederlandsche muntwezen. In het wets-ontwerp tot verlenging van den termijn voor dn in trekking der muntbiljetten wordt voorgesteld den termijn in plaats van op ultimo December 1847 te stollen op ultimo December 1848. Ter vervanging van wijlen den heer H. Leitshósk vail Zwake is benoemd lot adjunct-houtvester van hot eerste jagtdislrict der pro vincie Zeeland do heer in.' Jacob van der Mandere, advokaat wo nende te Kapelle. Men meent uit eene goede bron te mogen verzekeren dat het gerucht wegens de aftreding van den wel eerw. heer Der»tont als hofprediker en de benoeming van zijnen opvolger in die be trekking geheel ongegrond is. Den 27. In de zitting van de tweede kamer van heden is inge komen eene koninklijke hondschap ten geleide van een ontwerp van wet, strekkende tot verevening der uitgaven voortvloeiende nil do wetten van don 6 Maart en den 25 Junij 1844 (leening- en conver sie-wetten). In deze zitting is het ontwerp van wet, tot het tijdelijk in s^and houden van bepaalde wellen cn verordeningen in het hertogdom Lim burg met 38 tegen 3 stemmen aangenomen. Den 28. Met diep leedwezen werd gisteren avond de mare vernomen dat Z. M, onze geëerbiedigde koning door eene plotse- lijke ongesteldheid was gelrotfeu wij achten ons gelukkig thans lo kunnen melden, dat, na eene Jatinghoogstdezelve zich merkelijk onder Gods hij - heler' bevindt en er alle hoop bestaat, dat Z. M. stand spoedig geheel hersteld zal zijn. Heden middag is het volgende bulletin uitgegeven «Gisteren in den namiddag, legen 5 ure, werd Z. M. door een gevoel van henaauwdheid in de hartstreek aangedaan gepaard met sterke hartkloppingen. De volstrekte rust geene verandering teweeg brengende en de pois hard en menigvuldig wordende, word eeno sterke aderlating verrigt, waarop Weldra beterschap volgde. Tegen 1 ure heden morgen begon Z. M. in lp slapen en om 3 ure, hij het ontwaken, gevoelde Z. M. zich beter, en thans is zij rustig. 's Gravenhage den 28 Maart 1847. (get.) P. G. Everart» Beckers." De Staats-Courant bevat eene wet van den 26 dezer houdende intrekking der wet van 29 Nivóse XI!Ide jaar (nopens het opvoeden door den staat van een' zoon der huisgezinnen, die zeven kinderen tellen). Deze wet komt in werking met den vijfden dag na hara afkondiging. De overland-mail heeft hier tijdingen uit Batavia tot 1 Febru ari] aangebragt. Omtrent Bali luiden zij niet gunstig. De inwoners voldeden niet aan hunne vprbindtenissen schenen zich aan hel ge zantschap te willen onttrekken dal naar Batavia gezonden moest worden om de oorlogskosten te regelen en hadden zelfs naar men verhaalde verschansingen tegen de sterkten der Nederlanders opge worpen. De laatstelijk te Batavia uit Japan onlvangen brieven melden dat den 10 Februari] 1846 te Jedo een hevige brand is uitgebarsten, welke 26 uren geduurd en op eene oppervlakte van drie japansche mijlen lengte en anderhalve mijl breedte alles verwoest heeft. Den 28 Jnlij van dat jaar hebben drie fransche oorlogschepen onder den schout-hij-nacht Cécile, het anker onder den Papenborg-, in het gezigt van Decima laten vallen en had die bevelhebber eer, brief aan den gouverneur van Nangasakie gerigt om voor het vervolg de bescherming van het jnpansch gouvernement in te roepen voor fransche zeevarenden die op de kusten van dat rijk vervallen mogten. Den 31 was het eskader echter weder vertrokken zonder op antwoord tc toeven en in weêrwil der uitnoodiging van den gouverneurom de aankomst van eenige geschonken in levensmid delen af te wachten. Men zeide dat twee noord-nmeriknansche oorlogschepen alsmcdo een deensch oorlogschipverge,efsche pogingen hadden aangewend om handelsbetrekkingen in Japan te openen. Op de daartoe gedane aanzoeken was to kennen gegeven dot Japan uilsluitend met China en Nederland handel drijft en niet anders dan le Nangasakie. De hork Sophia Fraser, kapitein Machellar, den 9 December van Amoy te Sincapore aangekomen heeft op die reis gedurende 4 dagen, een zoogenaamde typhoon, of hoos, door te slaan gehad, waarhij een Verschrikkelijk voorval plaats gehad heeft. Inden twee den nacht na het losborsten van den storm vernam men een ge weldig rumoer onder de 310 chinesche Koelies die zich aan boord bevonden maar vermits do strijd der woedende elementen de zee lieden geheel bezig hield konde men niet dadelijk onderzoeken wal benedündeks onder die lieden voorviel. Met het aanbreken van den dag bevond men dat onder de Chinezen een gevecht had plaats gehad waarbij een groot aantal deels omgekomen deels verminkt nl gekwetst waren. Bij de monstering te Sincapore werden er slechts 275 Chinezen bevonden van de ontbrekende 35 waren 4 een natuur lijken dood gestorven, zoodat de overige 31 vermoedelijk hij het gevecht zijn omgekomen. Meest al de overige waren min of meer gewon d. De aanleiding tot het gevecht is niet met zekerheid bekend. De Koelies waren van twee dorpen afkomstig en men vermoedde dat deze verschillende afkomst partijschap had doen ontslaan. Men meldt uit Nijmegen van den 25 dezer Aangaande oenen brand die in den vroegen morgen van den de zei4 tusschen do dorpen Bemmel en Gend gewoed hoeft verneemt men het volgende Het dubbele huis dat eene prooi der vlammen is geworden was aan de eene zijde bewoond door een hakker, hij wien de brand ontstaan schijnt te zijn en aan den andoren kant door een land bouwer met vrouw en vijf kinderen. De man die zich reeds vroeg tijdig naar het land had begeven was nog geen uur aan den veld arbeid geweest, of als op eenmaal stond het huis in ligto laaije vlam. Een paar kinderen gelukkig ter goeder ure wakker geworden redden zich geheel naakt als zij waren nog gelukkig uit den vuur gloed terwijl de moeder met de meeste inspanning twee anderen in veiligheid brengt. Maar nu mist zij nog het vijfde het jongste barer kinderen een zuigeling van nog slechts weinige maanden en andermaal dringt zij in het rondom brandende gebouw en bereikt het vertrek waar hare lieveling in do wieg ligt. Om haar henen enkel vuur en van hot rieten dak regent het vuur en vonken. Reeds staat het boveneinde der wieg in vlam maar de kleine steekt van uit dio vlammen nog de handjes naar de moeder uit als smeekte het om hulp en redding waarom het niet vragen kan, I.)c wieg le grijpen en zoo mogelijk haar kind aan het gevaar van levend to verbranden te ontscheuren of in de vlammen mede om te komen dit staat bij de moeder vast en reeds lorsoht zij hare dierbare vrachttoen het brandende dak instort en moeder en kind als in eenen vuurgloed begraaft. Maar hoe vreesselijk ook gebrand hare pogingen ver- fl aanwen niet, zij is moeder, en na eerie geweldige inspanning heeft zij het geluk builen het vuur en de vlammen te geroken. Hoe deer-* lijk is het nu met haar zelve eti hoe jammerlijk niet haar kind

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1847 | | pagina 1