N.» 19. ZIERIKZEESCHE A.® 184% COURANT. Jrwf VRIJDAG 5 MAART. Besturen en Administration. X NOTIFICATIE. Vervolg en slot van het vorig re.0) Wijders worden de belanghebbenden nader herinnerd A. Aan het reglement op het zoeken en rapen van eijeren van wild ge vogelte, medegedeeld bij besluit van heeren Gedeputeerde Staten van den 31 October 1845, n.° 6 Provinciaal Blad n." 110) waar bij op de straffen daarbij bepaald het zoeken en rapen van eijeren van EendvogelsKievitten en ander wild gevogelte anders dan op eigen of gehuurden grond in weiden velden duinvalleijenzee- duinen of moerassen jaarlijks na den 30 April is verboden. B. Aan het bepaalde bij de Notificatie van den 7 Augustus 1843 Pro vinciaal Blad n.° 85) waarbij met wijziging van de, bepalingen vervat in art. 2 4 en 5 der Notificatie van den 27 Februarij 1837 Provinciaal Blad n.° 23) is vastgesteld 1.° Dat de wijdte der mazen van de navolgende vischtuigen over der- zetver grootste lengte gemeten zal zijn ten minste: Voor de zegen (sleepnet) de vleugels 25 de kuil 20 Ned. strepen voor de fuiken de vleugels on het ligchaam 25 de kuil en kruik 20 Ned. strepen. 2." Dat na den 1 Januari'j 1845 geene zegens en fuiken onder de ge melde en geene andere vischtuigen onder do vroeger vastgestelde maat zullen mogen worden vervaardigd verkocht of tot het visschen gebezigd. 3.° Dat de vroeger gemaakte bepaling omtrent de wigt van de gevan gen wordende aal of paling is opgeheven en het den Visschers voortaan vrijstaat over den van die soorten gevangen visch naar goedvinden te beschikken. 4.° Dat in derzelver geheel blijven de overige bepalingen der Notificatie van den 27 Februarij 1837 [Provinciaal Blad n.° 23) luidende: «Art. 1. Het is verboden in deze Provincie met andere dan de volgende vischtuigen te visschen: i> al kor ven KorvenVischliorven, Willigen, Weliën;) Fleuren, [Iet- lijnen;] Fuiken, (StelnettenHengels, Kruisnel, [Totebel;) Schakels, (VlouwenWargarens;) Stolpmand Trommels, [Balfuiken Werpnet Zegen (Sleepnet.)" Prang- of Braamnetten mits alleen in gronte waterplassen en kreken gebezigd wordende zijnde het gebruik daarvan in slooten watergangen en vaten bepaaldelijk verboden." Beugelnettcn mits de middellijn van den hoepel of beugel nietgrooter zij dan 90 ncd. duimen." Van de schepnetten mag gebruik worden gemaakt om gevangen visch op te scheppen over te zetten of te vervoeren." «Art. 2. De wijdte der mazen van de vischnetten over derzelver grootste lengte gemeten zal zijn ten minste Voor dn schakels 50 ned. strepen voor bet Kruisnel 22 ned. strepen voor de Trommels 25 ned. strepen voor de NVerpnellen 30 ned. stre pen voor het Prang- of Praamnet 30 ned. strepen voor hel Beugelnet 30 ned. strepen." «Art. 3. De geijkte maalslaafjes waarmede de mazen nat zullen ge meten worden zullen tegen betaling, voor een ieder bij de heeren Houtvesters verkrijgbaar zijn." «Art. 4. Bij bel onderzoek in de winkels of in de bergplaatsen der nelten van de visschers van beroep, zullen de Opzieners der dagt, door een' Officier van Policie geadsisteerd moeten zijn." «Art. 5. De volgende vischsoorten zullen bij het vangen niet mogen worden behouden bewaard vervoerd of verkocht, beneden de navol gende maat of gewigt «Voor de Karper en Snoek 25 ned. duimen voor de Baars, Braas- sem Voornen en Bliek 16 ned. duimen. Hiervan is uitgezonderd Poot- visch en kleine visch tot aas, mits daartoe hebbende consentdoor de heeren Houtvesters gratis af te geven." «Art. 6. Geene gemeen liggende slooten tochten vlieten of water gangen zullen vóór den 1 Junij van elk jaar mogen worden schoonge maakt of geveegd ten zij zulks voor de afwatering door de daarbij betrokkene Dijks- of Polder-Besturen als onmisbaar wordt geoordeeld." «Art. 7. Voor zoo ver de bovenstaande bepalingen niet vallen onder de strafbepalingen, vastgesteld bij de wet van den 11 Julij 1814, zullen de overtreders krachtens het besluit dés Konings van den 5 Julij 1823 worden gestraft overeenkomstig art. 1 der wet van den 6 Maart 1818 Staatsblad n11)." En zal ten einde niemand hiervan onwetendheid voorwende, deze worden afgekondigd en aangeplaktwaar zulks gewoon is te geschieden mitsgaders in hol Provinciaal Blad geplaatst. Middelburgden 23 Februarij 1847. De Staatsraad, Gouverneur voornoemd VAN VREDENBURCH. B E KE N D M A K1 N G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIK7.EE brengen door deze ter kennis van de In- en Opgezetenen dat de jaarlijksche PAARDEN- of HALFVASTE-MARKT als van ouds bin nen deze Stad op Donderdag den 11 dezer maand zal gehouden worden. Zierikzeeden 1 Maart 1847. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE CRANE vt. Ter ordonnantie De Stads Secretaris AV. J. P. KROEF. PUBLICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE brengen ter kennis van bet publiek dat door den E. A. Raad dezer Stad is vastgesteld het navolgende Reglement op de Zetting van het Brood te dezer Stede hetwelk met vernietiging van alle vroegers verordeningen op dit stuk van heden af wordt ingevoerd met verdere bekendmaking dat de Commissie voor de Broodkeur en Zetting alhier thans bestaat uit de volgende Leden te welen de heeren M.' A. MOENS van BLOOIS Voorzüler. M.r J. J. ERMER1NS M.' H. A. van 1JSSELSTE1JN. J. A. KENENS. M. SLAGER en J, C. F. KROEF Secretaris met verzoek aan de Ingezetenen om deze heeren in die belrekking te erkennen zijnde deze vernieuwde keure van den volgenden inhoud REGLEMENT op nu ZETTING van het BROOD binnen de Stad ZIERIKZEE. Art. i. Bij de prijsbepaling of zetting van het brood, zal moeten worden gelet: i ,o Op den prijs van het graan X' 2.o Op de onkosten van den bakkers-stijl. -r- 3.o Op eene redelijke winst of belooning voor den bakker; en eindelijk 4" Op de belastingen, welke op het gemaal binnen deze stad geheven worden.- Wordende tot grondslag voor de hoeveelheid brood, welke uit eén mud graan kan worden gebakken bepaald, als volgt; uit een mud Tarwe 91 ponden fijn Tarwebrood. 0 n n io4 grof O >1 n Rogge 96 Roggebrood. Art. 2. Ten einde de prijs der granen op eenen eenparigen voet zoude worden ge regeld zullen de binnen deze stad aanwezige makelaars in granen, wekelijks, na den afloop van iederen marktdag, den prijs der granen moeten opgeven, waar naar Burgemeester en Wethouders of de Commissie voor de Broodzetting, zich bij het regelen voor de broodzetting zullen gedragen. Art. 3 De onkosten op den bakkers stijl vallende, liet maalloon daaronder niet ge rekend, de winst of belooning van den bakker en het maalloon worden voor deze stad bepaald, als in de bijlagen A en B is vermeld; terwijl men ten aanzien van het maalloon zal volgen het tarief vastgesteld bij resolutie van Hun Edel Groot Achtbare de heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie, van den 5 Julij i838goedgekeurd bij Zijner Majesteit's besluit van 1 September daaraanvolgende, n.° 22 medegedeeld bij Provinciaal Bladn.o 89, van dat jaar. Art. 4 .Alle deze sommen, met bijvoeging van de belasting op liet gemaal, voor zooveel die geheven wordt, maken te zamen den prijs uit van een mud gebakken meel en leveren de slotsom op waar naar de zetting of prijsbepaling van het brood moet geregeld worden Art. 5 De zetting van liet brood zal plaats hebben naar het gewigt, bij de 10 oneen 5 oneen en 2 en een halve oneen ned. gewigt. Soorten van het Brood, waarvan de prijs bij de zetting zal worden bepaald. Art. 6. De soorten van brood, welke aan de zetting zullen onderworpen zijn, zijn de volgende; rus tarwe brood, bestaande de helft uit gebuild tarwemeel, (zooals hetzelve in de buil valt) waarvan de zemelen en het grof kort zijn afgenomen, en de helft uit tarwe-kropmeelmet water en gist. grof tarwebrood, bestaande uit tarwe-kropmeelmet water en gist. roggebrood, bestaande uit rogge-kropmeel met water en gist masteldinbrood bestaande de helft uit tarwe-kropmeel en de helft uit rogge kropmeel. met water en gist. Art.. 7 Alle deze hoofdsoorten zullen moeten bestaan uit zuivere, onbedorven en voor elk derzclve bepaalde meelspecièn zonder eenig ander vreemd inmengsel boe- genaamd Verpligtingen der Bakkers. Art. 8. De bakkers zijn verpligt zich stiptelijk naar de zetting van het brood of naar het broodpas» door Burgemeester en Wel houders of de Commissie voor de Broodzetting bepaald te regelen, zonder het brood ligter te mogen bakken, of het zelve voor meerderen prijs te verkoopen dan bij het pas of de zetting is voorge schreven. Art. 9. De bakkers zullen verpligt zijn hun brood te merken naar gelang der onderscheidene broodsoorten, boven en behalve de eerste letters van hun voor- en geslachtnaam en hel gewigtmerk als; het fijn Tarwebrood met de letters F T. D grof Tarwebrood 0 G. Roggebrood letter R. >1 Mastéluinbrood s> M. alle welke merken door bet Stedelijk Bestuur aan de bakkers zullen worden ter baud gesteld. Ook zullen de wagentjes, manden en soortgelijk voertuig, waarin het brood wordt ronilgebragt, met de naamletters der bakkers moeten gemerkt zijn. Het brood dat niet aan de zetting onderworpen is zal met hetzelfde merk als het zetting-brood worden gemerkt, met bijvoeging van een kruis, ten einde hetzelve van laatstgemeld brood Ie kunnen onderscheiden. Art. 4o. De Bakkers zullen niet vermogen eei.ig ander brood te bakken en in hunne winkels te koop te leggen dan hetgeen aan alle de vcreischten bij de artikelen 6, 7, 8 en 9 voorschreven, in allen deele vol .loende wordt bevonden. Van deze bepaling zijn evenwel uitgezonderd: brood niet aan de passing onderhevig,- voorts koekjes en broodjes met krenten of "specerijen en dergelijke gebakken, welke meer als lekkernijen dan als gewoon voedsel moeten worden aangemerkt. Art. 11. Het zal echter aan de bakkers vrijstaan om tegen eenen in evenredigheid van de broodzetting te berekenen en des noods door Burgemeester en Wethouders te be palen prijs, zoodanig ander brood voor de ingezetenen te bakken als hun door dezelve zal worden besteld. Art. 12 De bakkers zijn mede verpligt bet meel van particulieren tot brood te bak ken tegen betaling van 2,60 voor eene mud meel in deeg, en voor /'3.5o voor eene mud meel. Toezigt op de Broodzetting Art. i3. Burgemeester en Wethouders of de Commissie voor de Broodzetting zul len het noodige toezigt houden, dat aan al de bepalingen van dit reglement door de bakkers of broodverkoopers binnen deze stad worde voldaan. De leden der voorschrevene Commissie zullen alvorens in functie te treden bij der» bevoegden Regter worden beëedigd Art. Dit toezigt zal zich uitstrekken zoo wel over de soorten als op het gewigt van het brood; ten welken einde zij7.00 dikwijls zij het zullen noodig keuren, met schaal en behoorlijk geijkt gewigt, bij de bakkers en broodverkoopers zullen rond gaan de onderscheidene broodsoorten wegen de graden en broodspeciën onderzoe ken en daartoe een brood van iedere soortter hunner keuze, vermogen door te snij den, zonder dat de bakkers of broodverkoopers daarvoor fenige schadevergoeding zullen kunnen vorderen; en in geval zij brood aantreffen dat in kwaliteit niet aan de bij dit reglement bepaalde soort voldoetof niet overeenkomstig liet gewigt, bij het pas ver meld, gebakken is met boete gestraft worden. Dit onderzoek zal zich ook tot de niet aan de broodzetting onderworpen brood soorten kunnen uitstrekken. Art. ib. Zij zullen, ingeval van vermoeden dat er onbehoorlijk brood verborgen is, de huizen en verdere bergplaatsen der bakkers of broodverkoopers, alsmede de manden wagentjes of iets dergelijks waarin het brood aan de huizen wordt romlge bragtdoorzoeken en naar bevind van zaken daarmede handelen. Voor zoo verre de bovenstaande visitation niet door Burgemeester en Wethouders ge schieden, zullen dezelve niet vóór zons op- of na zous ondergang mogen plaats hebben,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1847 | | pagina 1