M
ZIE RIKZ EES€HE
C O E A M Tc
DINGSOAG
A.° 1847,
12 JAKUAFJJ.
N.o 4.
N4
Mesturen en A d m i n is I r a lien.
NATIONALE MILITIE.
LIGTING VAN DEN JARE 1847.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE,
Provincie Zeeland.
Gezien het Besluit van Zijne Excellentie den heer Staatsraad Gou
verneur dezer Provincie van oen 14 dezer maand Provincianlb/ad
n.° 120) en gelet op de wetten der Nationale Militie, roepen hij
deze op alle manspersonen zonderonderscheid, die in 1828 gehoren
zijn en voor de ligting van het jaar 1847 de eerste klasse moeten uilma
ken om op Zaturdag den 2 Januarij aanstaande en volgende dagen des
voormiddags van 9 tot 12 ure. zich ter Stedelijke Secretarie voor de Na
tionale Militie te doen inschrijven tot den 20 dier maand als wanneer
het Fnschrijvings-Register voorloopig zal worden gesloten dat na dien
lijd tot den 28 Januarij daaraanvolgende, als wanneer de finale sluiting
zal plaats hebben de nalatigen nog zuilen worden ingeschreven doch
alsdan wegens verzuim van geene aangifte vóór den bepaalden tijd te
hebben gedaan, verwezen worden in eene geldboete van niet minder dan
f 5 en niet te hoven gaande de som van ƒ100, of, ingeval van onver
mogen met ecne gevangenis van vier dagen tot zes weken worden ge
straft, welke boeteen strafbepalingen ook toepasselijk zijn op de ouders,
voogden curators en regenten van publieke gestichten of andere instel
lingen van weldadigheid die \erantwoordelijk zijn voor eeue behoorlijke
en tijdige inschrijving hunner kinderen, pupillen of gpadrninisLreerdnn
hetzij dezelve a! of niet tegenwoordig zijn en dat na de finale sluiting
geene inschrijving meer wordt toegelaten zullende de nalatigen onmid-
delijk daarna worden gearresteerd, om zonder loting in dienst Ie wor
den gesteld onverminderd de betaling van hel duhfield d«*r vorenge-
melde boete en het ondergaan van de verdere strafbepalingen die, in
gevolge de wet op de nalatigen op de ouders, voogden curators of
regenten zullen worden toegepast.
Wijders wordt ter kennis van de belanghebbenden gebragt, dal de
wettige woonplaats voor de inschrijving wordt gehouden voor de onge
huwde» de woonplaats hunner ouders, en bij overlijden die van hun
nen vootid of curatorvoor de gehuwden de plaats alwaar zij hun be
slaan hebben of op .den 1 Januarij voor de personele belasting zijn
beschreven en voor de gealirnenteerden of die in Godshuizen zijn opge
voed de plaats welke de alimentatie bekostigen of waar de Godshuizen
gelegen zijn.
Dat een ieder, die zich ter inschrijving aangeeft, verzekerd moet zijn
van zijnen ouderdom waartoe de gelegenheid is opengesteld ter Stede
lijke Secretarie voor zooveel zij in de Stad geboren zijn doch die elders
gehoren zijn moeten hij de inschrijving overleggen een geboorte-extract,
hetwelk op hunne aanvrage vrij van zegel en legrs zal worden afgegeven.
Al verder worden opgeroppen allen die de vereischten bezitten en
genogen mogten zijn om als Vrijwilligers, in mindering van het konlin-
gent dezer Stad bij de Nationale Militie te dienen waartoe zij zich ter
Stedelijke Secretarie behooren aan te melden gedurende de gehoeie
maand Januarij aanstaandezullende aan eiken Vrijwilligerna door
den Militieraad in deze Provincie te zijn goedgekeurd eene premie van
dertig gulden uit de Stedelijke kas worden ter hand gesteld tot welken
vrijwiiligen dienst worden toegelaten alle Ingezetenen dit» op den 1 Ja
nuarij aanstaande hun 19dc jaar zijn ingetreden en het 30s,e niet hebben
volbragt ton ware zij vroeger mogten gediend hebben in welk geval
zij lot tien ouderdom van 35 jaren worden toegelaten de lengte heb
bende van 1 el 570 streep en gedurende de laatste 15 maanden binnen
de Slad woonachtig geweest.
Eindelijk worden opgeroepen al de voor zichzelven dienende man
schappen die in den loop van dit jaar, overeenkomstig de bepalingen
van art. 91 en 94 der w-et Nan den 8 Januarij." 1817regt op vrijstelling
hebben verkregen en mitsdien hun ontslag uit de dienst verlangen om
de'schriftelijke bewijzen daarvoor naar aanleiding van art. 21 der wet
vóór den 5 Januarij aanstaande Ier Stedelijke Secretarie over te brengen,
waartoe ook ouders, 'voogden curators of gemagtigden van de belang
hebbenden evenzeer als de manschappen zelve bevoegd zijn.
En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid zoude kunnen voor
wenden zal deze worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks binnen
de Stad te doen, gebruikelijk is, en in deStads-Courant worden geplaatst.
Gedaan te Zierikzeeden 23 December 1846.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE CRANE vi.
Ter ordonnantie van dezelve,
De Stads Secretaris,
W, J. P. KROEP.
BANK VAN LEENING.
VERKOOP1NG aan de Bank van Leening le Zierikzee, op Woens
dag den 20 Januarij 1847, des namiddags ten twee ure, van de
openstaande PANDEN verpand lot ultimo October 1845.
Dingsdag namiddag van drie tot vier ure le bezien.
De COMMISSIE voor de Onderlinge Waarborg-Vereeniging van
Arbeiders e7i Werklieden ie Zierikzee;
Brengt bij deze Ier kennis der Deelnemers, dat op Maandag den
18 dezer een aanvang zal worden gemaakt met de wekelijksche
uitdeelingen en noodigt mitsdien gezegde» Deelnemers uit om zich
ten gemelden dage des namiddags ten drie ure aan het Liefdadig-
Armengcsticht aan te melden alwaar zij hunne aanteekeningboekjes
tevens kunnen afhalen.
Zierikzee, den 9 Januarij 1847.
Do Commissie voornoemd
A. MOENS VAN BLOOIS
Ter ordonnantie van dezelve,
B. C. CAU.
Nieu wstijdingen
NEDERLANDEN.
'sGBAVENHAGE den 9 Januarij. Naar men verneemt, zal bij
liet in werking brengen van de zomerdienstop 15 April aanstaande
ook de spoorweg tussclien deze stad en Rotterdam geopend worden.
Men verneemt, dat den 21 dezer, voor het provinciaal geregls-
hof alhier zal worden behandeld de zaak van Barend van Vim en
Joseph van Ulmkooplieden alhier, beschuldigd vau geidsnoeijerij.
Uit de instructie dezer zaak moet zijn gebleken dat J. C. Janssens
commissaris van policie te Rotterdam, op den 29 December 1845
zich heeft hegeven naar 's Gravenhagealwaar hij zich heeft vervoegd
bij de beschuldigden, en. na zich aan den eersten beschuldigde als
een koopman, te Buren woonachtig, hekend gemaakt le hebben,
van dezen eene haar zilver, wegende 358 oneen, heeft gekocht; dat
hij ook voor eene som van f '100 ongesmolten snoeisel heeft willen
knopen, doch dat daartoe op dal oogenblik geene gelegenheid was;
dat gemelde commissaris, op den 5 Januarij 1846, andermaal is
gekomen in hel huis, door heide beschuldigden bewoond, waar hij
alsloen heeft aangetroffen den tweeden beschuldigde die hem ook
op dat oogenblik geen snoeisel leveren konmaar hem op nieuw
eeue baar zilver verkocht heeft wegende -317 oneen dat hij op
den 13 Januarij daaraanvolgende, terzelfde plaatse den eersten be
schuldigde gevonden heeft die na aanvankelijke aarzeling hem
behalve enne haar zilver die hij opgaf le wegen 340 oneen ook 151
oneen snoeisel en vijlsel verkocht heeft hetwelk hem echter op eene
geheimzinnige wijs op straat werd ter hand gesteld dat hij eene
huiszoeking in de woning der beschuldigden is gevonden in de huis
houdkamer van den tweeden beschuldigde in eene bureau een
graauw papier met eenig gesmolten zilver vermengd met vuilnis
onder gezegde bureau een papier met zilversmids-kolen in de wieg
van het kind onder het bed een geldzak inel 04 zeeuwsche rijks
daalders 2 drie-guldens alle gesnoeid en met vet besmeerd op den
grond een versch gesnoeide zeeuwsche rijksdaalder alsmede een vel
papier, gelijksoortig aan dat, wa.-.rin het snoeisel was ter hand ge
steld aan den commissaris van policie Janssens; voorts in het sekreet
eenp haar zilver op eene bovenkamer bewoond door den eersten
beschuldigde een groote zak met zilversmidskolen drie ijzeren vor
men om haren in le gieten een groote smeltkroes, eene ijzeren
plaat dienende tot liet gieten van staafjes zilver; in een einmer met
water waarin doeken lagen drie baren zilver eindelijk op eene
achterkamer desgelijks bewoond door den eersten beschuldigde onder
eene aldaar slaande bureau twee koperen schalen waarop metaal-
deeltjes te bespeuren waren dat de eerste beschuldigde heelt erkend
de haren zilver den commissaris van policie Janssens verkocht te
hebben (zijnde deze hem als koopman onder een anderen naam
bekend) welke baren van koetsenzilver afkomstig zouden zijn doch
ontkend heeft, aan het dnor hein verkochte snoeisel eeriige kennis te
hebben dal de tweede beschuldigde heeft, ontkend immer handel in
zilver niet meergemehlon persoon gedreven te hebben dat voorts
aangaande de herkomst der verminkte geldspeciën verschillende op
gaven door de beschuldigden zijn gedaan dat het collegia van da
munt na een opzettelijk onderzoek onder anderen heeft beslist
dat de gehalten van de bovengemelde baren niet overeenkomen met
dat van éfine bepaalde muntspecie doch als middelgehalte tusschen
verschillende muntspeciën moeten beschouwd worden; dat de randen,
onder hel snoeisel aanwezig zijn afgesneden van verschillende neder-
landscho muntspeciën dat de in beslag genoinene geldspeciën alle
zijn versch gesnoeiddatzoowel op de weegschalen als op de
binnen- cn buitenoppervlakte van den smeltkroes, zilverdeelen zijn
aanwezig gevonden; eindelijk, dat de baren zilver blijkbaar zijn
gegoten in werktuigen van geslagen ijzer, hoedanige ten huize van
de beklaagden in beslag zijn genomen.
Wij vernemen dal de heer A. N. Moorrees, vroeger student
aan de koninklijke wurtembergsche scholen voor land- en boschhouw
te Jlohenheim en voor .dierheel'nunde le Stuttgard thans zich lijde
lijk te Deventer bevindende door aankoop eigenaar is geworden van
eene uitgestrektheid van 150 bunders heidegrond tussclien die stad
en Apeldoorn gelegen mei het doel om dezelve in houw- en wei
land le herscheppen en daarbij in toepassing te brengen de aan
eerstgemelde school verkregene kennis.
Het tweede verslag van den toesland en de werkzaamheden der
Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing van sterhen drank ziet thans
het licht. Uit den inhoud lil ijkt dal het aantal leden dezer ver
eeniginghetwelk in 1843 slechts 160 bedroeg, in April 184G tot
2745 was aangegroeid. Dit aantal is echter zeer ongelijk verdeeld.