N.° 3.
ZIEIURZËESGHB
VRIJDAG
COURANT.
8 JANUARU.
'I#.#®'*
Nieuwstijdingen.
A.- 1847.
NEDERLANDEN.
's GRAVENITAGE den 4 Januarij. De arrondissements-regtbarrK
beeft, bij vonnis van heden, den heer A. van Bevervoorde, redacteur
van den Burgervrijgesproken van de aanklagt van laster tegen den
heer inspecteur-generaal der registratieen bij een tweede vonnis
denzelfden heer schuldig verklaard aan hoon of heleediging door woor
den enz. tegen den heer Box. en hem, op grond van artikel 375
van den Code Pénalveroordeeld tot eene geldboete van f 50 en in
de kosten.
Z. exc. de minister van binnenlandsche zaken heeft bepaald
dal, ten behoeve van de zoodanigen die aan de ligling van 1847,
en later zullen moeten deelnemen wanneer zij de daartoe bestemde
zittingen der militieraden mogten hebben laten voorbijgaan geeno
speciale vergunning tot remplagant meer zal worden voorgedragen of
toegestaan dan alleen in die gevallen dat daarvoor zeer gegronde
en dringende redenen bestaan, en dan altijd nog onder de uitdruk
kelijke voorwaarden, dat do geremplaceerde, ingeval de plaatsver
vanger vóór het verstrijken van den vereischten diensttijd om de
eene of andere reden uit de dienst mogt worden ontslagen gehou
den zal zijn al de schulden te voldoen die hij bij het korps mogt
nalaten.
Men wil weten dal lot heden ongeveer 350 huisvaders op
grond van de wel van 29 Nivose jaar XIII', opvoeding voor één
hunner zoons ten koste van den staat van do regering hebben ge
vraagd.
Men leest in de Amsterdamsche Courant het volgende: «Van
eene zijde, welke wij als goed onderrigt mogen beschouwen, wordt
ons medegedeeld dat een ontwerp van wetbepalende de regten van
in-, wit- en doorvoer van granen, ter vervanging van bet sehaalstcl-
scl der wet van 1835, op ditoogenblik hij den raad van state aan
hangig is. Men meent te weten, dat bij dit ontwerp een matig,
vast regt ten grondslag is gelegd.
«Het is met groot genoegen dat wij dit herigt mededeelon. Wij
beginnen nn hoop te voeden dat eerlang de doodklok over de «ver
derfelijke graanwet" zal geluid worden; het zal voor liet nederland-
sohe volk een feestgelni zijn.
»Wij willen Ons echter niet to vroeg verheugen. Ben matig vast
regt is eene uitdrukking van wijden omvang. En hoe welkom ook
een zeer matig vast regt ons zijn zalwij achten dat in de tegen
woordige omstandigheden de billijke cisoben des handels der nijver
heid en der algeineene welvaart niet voldaan zijn ten zij door eene
geheele afschaffing van elke belasting en belemmering van den in- en
uitvoer van granen."
Uit Leiden schrijft men, dat do he< r d.r J Hoffmann, aldaar,
besloten heeft voor den hem aangeboden leerstoel voor de cbinesohe
en japansche talen te Londen te bedanken en de betrekking van
translateur bij onze regering te aanvaarden ten einde alzoo zijne
bekwaamheden aan zijn aangenomen vaderland te blijven toewijden.
In het jongste nommer van het tijdschrift: Boekzaal d,er ge
leerde wereld enz. komt een herigt voor van het bestuur van het
Nederlandsch-Zendelinggeriootschapwaarop wij de algemeone aan
dacht meenen Ie moeten vesiigen. Daarin wordt gezegd dat bestuur
ders gedurende de laatste jaren mogten opmerkendatnicer dan
vroegernedcrlundsche jongelingen zich opgewekt gevoelen om voor
den naam des Beeren uit te gaan tot de Heidenen. Zij kunnen
echter nog geenszins van overvloed gewagen en moeten het getal
der zich aanbiedenden die geschikt zijnom tot die bestemming te
worden opgeleid, nog steeds gering noemen. Zij zijn er verre af,
dat zij gebrek aan belangstelling in de heilige zaak die hen vereenigt
als oorzaak daarvan zouden beschouwen. Zij houden zich veeleer
overtuigd dal er ook onder ons vele Christelijke jongelingen gevon
den worden, dié hel deelnemend oog op de heidenwereld vestigende,
gaarne de hun geschonken gaven en krachten aan de gewigtige en
moeijelijke taak des zcndelings willen wijden. En zoo zij van die
gezindheid nog te weinig blijken ontvangen zij meer het daaraan te
moeten toeschrijven dat het velen aan de noodiga kennis en aan
wijzing, hoe tot de vervulling hunner wenschen to komen ontbreekt,
dat zij niet weten boe zich bij hel genootschap aan le melden en
welke de vereischten zijn die lot de aanneming gevorderd worden.
Deze overweging heeft bestuurders tot het besluit gebragtom daar
aan zooveel mogelijk te gemout le komen door de vastgestelde be
palingen die op de aanneming van kweekelingen hij het genootschap
betrekking hebben ter meer algemeene kennis te brengen. Deze
bepalingen die in de boekzaal zijn opgenomen hebben betrekking
I. op den zin des gemoeds op het beginsel en de beradenheid der
keuzo II. op den aanlog en het karakter en III. op uitwendige
betrekkingen en omstandigheden. Tot deze laatste hehooren dat zij
die rioor het, genootschap wenschen te worden uitgezonden vrij moe
ten zijn van hinderlijke ligchaamsgébreken eene vaste gezondheid
genieien hij hunne aanbieding den leeftijd tnsschen IS en 23 jaren
hebben, tot leden der gemeente zijn aangenomen, en niet door stand
beroep, verhindienissen of maatschappelijke pligten belemmerd wor
den zich onverdeeld aan de zaak des Heeren te wijden. Ten aanzien
van doze vereischten verlangt het genootschap dat degenen die
zich aanbieden door overgelegde getuigenissen van bevoegde perso-
n"n zoo mogelijk van bestuurders of medewerkende leden des ge-
re; e atisbehoorlijk doen blijken. Die aanbieding geschiedt voor
den e;-r..t„r April van eik jaar aan hel bestuur van hel Nederlandsehe
Zendelinggenootschap te Rotterdam onder het adres van den direc
teur, van het zendelingshuis, den eerw. heer 1!Hiebink. De aspi
ranten wier getuigenissen voldoende zijn worden lot het onderzoek
toegelaten dat eenmaal in het jaar, in de maand Mei, voor eene
commissie uit het bestuur plaats heeft. Uit degenen die zich het
gnnsligts onderscheiden doet do commissie voordrngt ter vervulling
der openstaande plaatsen in het zendclingshuis. De aldus door do
commissie voorgedragenen worden tot een proefjaar in het zendelings
huis opgenomen en eerst na dat proefjaar neemt bet genootschap
hen ais kweekelingen aan, wanneer hun aanleg en karakter zich ge
durende hetzelve gunstig hebben ontwikkeld. «Door deze bepalingen
ter algemeene kennis te brengen (aldus besluit het berigt)wenschen
bestuurders veler aandacht er op te vesiigen, vooral van hen, in
wier hart het eerste en onmisbare vereischle, opregte liefde tot don
Heer, gevonden wordt, en die met hen willen medewerken aan da
bereiking van het doe! des genootschaps om den naam van den
eenigen Waarachtige door de prediking van de gekruisigden en ver
heerlijken Christus, aan onwetenden bekend te maken. De zooda
nigen noodigen zij uit en wijzen hen op de vereischten die zij in
de zich aanbiedenden verlangen opdat zij vooraf zicbzelven ernstig
beproeven of zij met den last ook de geschiktheid tot deze heiligo
roeping bezitten."
Uit Zwolle meldt men dat bij het agentschap aldaar in de
laatste dagen zijn ingewisseld ruim een millioen en een honderd dui
zend oude guldens.
De marquis de Thouarsdie eonige dagen geleden te 's Herto
genbosch is aangebragtzal provisioneel om zijne zwakke gezondheid
en wel tot het weder gunstiger wordt, aldaar verblijven. ZHW.
geb. is in het huis van arrest in eene afzonderlijke kamer gehuisvest.
Den 4 dezer is door de directie van het Amsterdamsch Handelsblad in
handen van het edel aehtb. bestuur der hoofdstad ten behoeve der al
gemeene armen gestort eene som van f 261 zijnde de opbrengst der
gelden ontvangen van de onderteekenaars van den nieuwjaarsgroet
in de nommers van den 1 2 en 4 dezer.
Het is vreemd om te hooren hoe een door varkens gebruikt déjeuner
tot eene civiele procedure aanleiding kan geven, en echter, hoe on
begrijpelijk zulks moge schijnen het is zoo de rollen der regterlijko
uitspraken gewagen er van. Niet lang geleden toch dagvaardde een
boerin bet ressort van het kanlongeregt Nieuwer-Amslel woonach
tig eenen mede aldaar woonachtigen koopman in varkens voor het
zelve geregt. De zaak was als volgt De koopman had op zekeren
vroegen morgen 4 varkens van den boer gekocht a 27 cent het
ned. op voorwaarde dat do varkens dienzelfden dag ter markt Ie
Amsterdam zouden geleverd worden zoo als dezelve tijdens den koop
waren terwijl de kooper den verkooper nog ten overvloede verbood
de varkens eenig voedsel te geven. ïen bepaalde ure verschenen do
slagloffers van den eenen of onderen spekslager in de hoofdstad ter
markt werden gewogen en bevonden 421 ned. fQ zwaar te zijn.
Hot bedrag van dit gewigl beviel den kooper nietdie ongenegen
bleef den koopschat, groot 113,27 te voldoen, zoodat de verkooper
hem voor den kanlonregter bij dagvaarding deed oproepen ten einde
betaling te erlangen van hetgeen hij vermeende dat hem toekwam.
De konper een geaccrediteerd koopman ir, varkens gaf ter teregt-
zilling op dat hij het gevorderd bedrag niet schuldig was en wel
omdat de verkooper, ten einde eenen grooteren koopprijs to verkrij
gen de varkens na het sluiten van den koop bovenmate opgevoerd
had waardoor deze veel zwaarder dan tijdens den koop geworden
waren. Dat de bedoelde dieren zich aan grove onmatigheid hadden
schuldig gemaakt moest daaruit blijken dat dezelve den dag der le
vering 4,21 en 2 dagen later slechts 387 ned. fg wogen een verschil
door weging Ier stads waag behoorlijk geconstateerd. De regter be
val daarop den kooper te bewijzen dal de geleverde dieren inder
daad opgevoerd waren. Twee getuigen verklaarden dan ook, dat
zijlieden de varkens in een hok op de varkensmarkt gezien en der
mate benaauwd bevonden hadden dal hun het schuim op den hek
stond dat die dieren dan ook blijkbaar opgevoerd en buitengewoon
dik en opgezwollen Waren. Verder geven die getuigen op, dat een
varken zoodaniger.wijze met voedsel (waaronder zand en melk ge
mengd) opgevoerd gemakkelijk na een dergelijk déjeuner 10 ned. fff
zwaarder kan wegen. Het einde der procedure was dat bij von
nis bepaald werd, dat de koopman kon volstaan met den koopprijs
te betalen naar den maatstaf van 387 ned. fg en dat de ontrouwe
boer in de kosten van bet proces werd verwezen.
De wel-eerw. heer Timmers Verhoeven heeft in het stedelijk dag
blad van 'sGravenhage hel volgend herigt doen plaatsen: «De on
dergetekende vesiigl de aandacht zijner rladgenooten op de nood-
slem die uit Aoordwijk anti-Zee door een onzer dagbladen is opge
gaan. Als zij niet gehoord wordt en geen weêrklank vindt, doen
de bijzondere herigten vandaar hem vreezen, dat het arme visschers-
dorp tooneelen van gebrek zal leveren, die men in ons vaderland,
zoo lang er nog welvaart is, niet gedoogen moet. Moge dan een
ieder ter hulpe toeschieten, dat er leve koinewaar doodsbenaauwd-
heid is. Door dit dagblad zullen de giften die hier reeds ontvan
gen zijn en die inen nog inzenden zallater worden opgegeven."
Aan een le Groningen bij het 8"0 regoment infanterie in dienst
zijnde schermmeester, met name Fronzenis dezer dagen het niet
onaanzienlijk fortuintje van 150,000 toegewezen, hetwelk hem bij