Zeetijdingen. dvertentiën. schenen zij vei'wotiJerd zoo veel to vinden en maakten zicli onder ging het, complimentgelukkiger geweest te zijn dan zij hadden dur ven Impnn. De plundering volhragt deden zij de reizigers weder in het rijtuig gaan en den conducteur den hok weder beklimmen met stipten last zijnen weg te vervolgen en zich wel te wachten naar Bourges terug te koeren. De, volgende bijomstandigheid kan een denkbeeld geven van de stout heid en koelbloedigheid door die boosdoeners betoond. Terwijl zij bezig waren, met de diligence te plunderen, kwam er een kabrio- lelje aangereden, waarin de heer Lebrun, notaris to Charost, met zijn vrouwtje naar huis terugkeerde. Een der roovers greep het paard hij den kop en hield het met de wapens in de hand staande zoo dat de heer en mevrouw Lebrun aanschouwers van het plunder- tooneet moesten blijven. Toen do diligence verlof bekwam om weder voort to rijden wilden de roovers ook hot kabriolelje onderzoeken maar mevrouw Lebrun zetto liet zoo vervaarlijk op een gillen dal zij er van afzagen, begrijpende, zeiden zij. dat het toch de moeite niet zoude loonen. De lieer Lebrun bekwam mitsdien verlof, om voort to rijden, doch almede met aanbeveling van niet terug te Roeren de roovers zelve hielpen het rijtuig over de versperring. De fieer Lebrun mogl van geluk spreken want ook hij had eene aan zienlijke som aan geld hij zich. Te Saint-Florent aangekomen hebben zoo wel de reizigers van de diligence als de lieer Lebrun aangifte van liet voorgevalleno gedaan. Hunne verklaringen brengen mede, dat de roovers Gin getal waren, alle behoorlijke met ponjaarden pistolen en snaphanen gewapend dat zij het aangezigt vermomd hadden. Sommigen met een masker, anderen met een valsohen neus en valsche knevels, 011 in lange man tels met kappen gehuld waren. Naar de stemmen te oordeelen die zij zicli de moeite niet gaven van te veranderen waren het mannen van middelbare leeftijd. Zij schenen vrij naauwkeurig onderrigt zeker van hunne zaak vast beraden en mannen van eenige opvoe ding te zijn. Behalve den conducteur, die. zoo als wij gezegd heb ben 3 ponjaardsteken bekomen heeft hebben zij niemand eenig lee i gedaan Dadelijk na de aangifte heeft de brigadier der gendarmerie van Saint-Florent zirh met 4 man, naar de plaats des voorvals begeven, waar hij onderscheiden door de boosdoeners achtergelaten voorwer pen gevonden heeft als onder anderen een masker een hoed een lantaarntje een nijptang en vier zakken van 1000 fr. die zij in den donker op den weg hadden laten liggen. Men verzuimt niets om hen op het spoor te komen. I. A N D VERHUIZING. 115. Wanneer eene maatschappij tol bevordering van kolonisatie naar de noijerlnnilsche koloniën op breede en liefde ademende grondslagen wordt gevestigd, dan helooven wij ons daarvan veel goeds, dewijl zij dienst baar kan worden aan de vermindering van het pauperismus. Zij zal wclligt niet regtstreeks daarop werken maar althans zijdelings daarop eenen weldadigeti invloed kunnen uitoefenen. De bedoelde maatschappij moet zicli slechts bemoeijon met zoodanige menschen die als vlijtige landbouwers bekend zijn want de stads armen of eigenlijke stedelijke bedelaars kunnen in de bedoeling der maatschappij niet gebruikt worden en zouden zelfs tol nog nadeeliger uitkomsten leiden dan hunne opneming in onze nrmen-koloniën al reeds heeft te weeg gebragt. De bedelaars van beroep zijn bet doet ons leed zulks te moeten erkennen tol niets nul. Ongewoon aan den arbeid zijn zij door ellende, meer nog ten gevolge van velerlei ongeregeldheden, ongeschikt tol allen arbeiddie eenige ligchaamskrachten onderstelt. Het eenigste derhalve dat men met die menschen kan doen is dezelve naar bedelaars-koloniën te zenden, ten einde zij aldaar langzamerhand aim den arbeid gewoon worden. Zij zullen alsdan eindigen met niet ge heel onnutte leden der maatschappij te wezen. Dit is echter ook alles wal wij van de bedelaars hopen of verwachten. Hon kroost evenwel wanneer dat op kinderlijken leeftijd in de arrnen-koloniën wordt opge nomen geeft meer stof tot goede verwachtingen. Deze kunnen nuttige leden der maatschappij worden. Van dezen mag men verwachten dat zij zullen opgroeijen geschikt voor don veldarbeid en dat zij leden zul len worden dier nuttige klasse welke onze nog te menigvuldige heide velden kan behouwen or dat zij door hunnen krachtvoHen arm de velo droogmakerijen en landwinningen, waarmede men zich bezig houdt, den rijken graanoogst zullen ontwoekeren. Onder hen ook kunnen voorwerpen gevonden worden die het niet onwaardig zijn door de maat schappij van kolonisatie te worden uitgezonden. Op die wijze kan ontegenzeggelijk tot de vermindering van het pau perismus in ons vaderland krachtdadig worden bijgedragen. Ook do kolonisatie zelve zal die vermindering in de hand werken. Wij hebben nog slechts gesproken van de mindere klassen onzer maatschappij tnaar ook onder de burgerklasse en in den defligen burgerstand zijn er die lót de landverhuizing, om deze of gene redenen, overhellen voor die klassen golooven wij dal, voor als nog, onze oost-indische bezittingen de meest gunstige kansen aanbieden. Nemen wij aan dat de toeneming van bevolking in Nederland sedert de afscheiding van Befgie op 30,000 zielen 's jaars moet begroot wor den (er zijn er die dal getal op 35,000 zielen stellen) en datvoor een derde van dat accres de behoefte van landverhuizing aanwezig is. Waar kan hel grootste gedeelte dier tien duizend zielen, meerdere ruimte, hetere plaatsing hopen te vinden dan in onze uitgestrekte indische eilan den'? Zonder aan eene menigte kleinere eilanden te denken berinnere men zich slechts aan Borneo, Celebes, Gilolo en Nieuw-Guinea die allen althans grootendeels schaars bevolkt zijn. Wil men zich slechts alleen met Borneo bezig houden dat als liet naaste aan Javaaan de vaart op China en Straat Malakka door do Engelschen met een hegee- Tig oog wordt aangevlamd het zij zoo. Dat eiland biedt ruimte en voedsel aan voor eene bevolking van millioenen menschen. Borneo heeft uitgestrekte bosschen waar velerlei timmerhout groeit, waar Velerlei boomsoorten die kostbare masten en gommen 9chenkcn enz. enz. worden gevonden. Dotzelfde Borneo is tevens rijk aan minera len. De goudmijnen die reeds veel goud leveren ingevolge de eenvou dige bewerking der Chinezen zouden veel meer kunnen opleveren hij «ene betere bewerking, door kundige en wetenschappelijke mannen be stuurd. Op de zuidkust houden die mijnen ook platina inwaarvan tot nog toe geen voordcel is getrokken, in die zelfde streek beeft men nog uitgebreide ijzermijnen. Op de zuid- en op de westkust heeft men diamantmijnenmen vindt er antimonium ook zink en tin. naar som- rnrger meening. Oin kort te gaan bet delfstoffelijk rijk op Borneo bevat groote schatten. De rivieren die in groote menigte hel land doerstroo- men hebben velerlei visch, zoowel als de naburige stranden welke, gezouton en gedroogd, het voorwerp kan zijn van een uilgelireiden han del. In zeker jaargetijde treft men walvisschen en spermacetievisschen, in de nabijheid der kusten aan. Ziet daar hoe zonder dat er nog aan landbouw gedacht wordtde bosschen de bergbouw en de vissclierij aan velen een bestaan en eon ruim bestaan kunnen verzekeren. Wat zouden alreeds die 3 takken van nijverheid op enne belangrijke wijze kunnen bijdragen tot uitbreiding der handelsbetrekkingen tusschen Nederland en onze oost-indische bezit tingen tot het schenken van een bestaan aan duizende laiidgenooten I Misschien ware het aan te raden om aanvankelijk althansop Borneo aan geen landbouw te denkenmaar de inlandscbe bevolking door eene menschlievende en allezins heusche behandeling Ie winnen om tot den arbeid in de bosschen tot de vissclierij zich te laten gebruiken. Aan den anderen kant konde men beproeven boe verro men de Borneolen of wel de Chinezen aan de bearbeiding der mijnen dienstbaar konde ma ken. In allen gevalle zoude het moeten wezen vrijwillige arbeid dio overeenkomstig de bphoeften en den te doenen arbeid wel betaald zou moeten worden. Daardoor zouden zicli de landzaten ook tot den land bouw vinden opgewekt en bet getal Nederlanders, dat aldaar een be staan zou vinden zoude jaarlijks belangrijk kunnen vermeerderd wor den. In den handel en aan liet hoofd van onderscheidene lakken van nijverheid ook aan het hoofd van ondernemingen van landbouw zouden duizende Nederlanders voor zich zeiven een bestaan vinden, en levens hot krachtigste middel zijn tot de beschaving der Borneolen. Dat deze wenken voor het oogenblik genoeg zijn en door onze landge- noolen overwogen en behartigd worden. Mogen zij vruchten dragen [Amst. Hand.) MIDDELBURG den 2 December. Op den 27 28 en 30 No vember II. alsmede op gisteren is voor het provinciaal geregtshof alhier behandeld gewordende zaak ten laste van Jeremias Laurct en twintig andere personen waaronder twee vrouwen alle arbeids lieden wonende in de gemeenten Ooslhurg en Retranchement in het hi" district dezer provincie beschuldigd van zicli in den nacht van den 23 cp den 24 November 1845, gezamenlijk te hebben Schuldig gemaakt aan den zoo veel geruehts gemaakt hebbenden be langrijken diefstal, ten huize van den landman Isaac Nor lieronder eerstgemelde gemeente. De twee eerste dagen zijn geheel besteed aan de voorlezing van het arrest van verwijzing de akte van be schuldiging en andere stukken der procedure, het hooren van ruim twintig getuigen en hel verhooren der beschuldigden terwijl op de twee laatste de pleidooijen zijn gehouden zijnde daarbij het woord gevoerd door den advokaat-gcneraalen door de advokaten m.'9 Lantsheer voor de negen eersteSmallenburg voor de elf volgende en Siffle' voor den laatsten der beschuldigden. De uitspraak vail het arrest is door bet hof bepaald op aanstaanden zaturdagdus voor middags ten 11 ure. Overigens zijn bereids door het hof, sedert den 9 November II., nog acht zaken zoo ten correctionele in hooger beroep als ten criminele afgedaan alle betrekkelijk lot de geldafpersingen en dieve rijen welke in den vorigen winter de bewoners van het 411* district zoo zeer hebben verontrust en waarvan de daders (onder welke ook onderscheidene der in den diefstal hij Norlier betrokkene personen) tot verschillende lijf- en ontoerende en ook tot correctionele straffen zijn verwezen geworden. Gisteren avond is een schuurtje, achter het woonhuis der herberg halverweg deze stad en Vere aan de straatweg gelegen afgebrand waarbij een kalf is omgekomen zijnde een varken nog in tijcis gered. ZIER1KZEË, den 2 December. Heden zijn naar zee gezeild: het fregatschip de Pheenixkapt. P. J. Kasse van Middelburg naar Batavia, met troepen en liet kofschip Marinus en Gertruida, kapt. I. A. Spijkman van deze stad op avontuur. Het barkschip de Stad Zierikzeekapt. O. Oehtman is den 22 September II. van Batavia te Soerabaija gearriveerd. PRIJZEN der EFFECTEN te AMSTERDAM, Woensdag den 2 December 184G. Nederlanden 2'/s pC. Werk. Schuld gebleven. 59l/t pC 3 713/s 4 92'/» Amorf. Syndikaat 3'/« pC. Hamled-Maatschappij 176'/» Oost-lndiën 4 92 Rijn-Spoorweg i'U 100'/» Hull. IJzer. Spoorw-M. Küsland Iloge en Comp. 5 104'/, 21'7. Spanje Negot. 1834 hij Ardoin 5 Oostenrijk Bij Goll. en Comp. 5 102 Negot. Metaliek 5 1047» 401/, Portugal 3 M1DDENPRIJZEN vat iie volgende ARTIKELEN te ZIERIKZEE 1 van den 3 December 1846. De Ned. Mudde. O. Tarwe 1845 /11,50a 12,00 N. dito 1846 - 11.00 it 12,20 Zaai-Zomer clito - 0,00 a 0,00 Ordinaire dito -10,00 a 10,20 Rogge ...- 9.50 a 10,00 Winter-Gerst - 6,00 a 6,20 Zomer-dito - 5,60 a 5,80 Haver - 3,50 5 3,70 Paardeboonen - 7,00 a 7,25 Witte dito -10,00 a 11,00 Bruine dito - 11,00 a 12,00 Graauwe Erwten Groene dito Gele dito Koolzaad Zaai-Lijnzaad Slag-Lijnzaad De Ned. Mudde. f 0,00 a 0.00 - 9,00 5 10,50 - 0,00 a 0,00 - 11,00 5 11,25 -10,005 11,00 - 3,00 5 7,00 Raap-Ótie te Zierikzee, f 37,00 p v. Patent-Olio - 40,00 Lijn-Olie -00,00 Raapkoeken f 00,00 de 1040 stuks. Lijnkoeken -00,00 Met Mei aanstaande twee PA AR DEN-KNECHTS benoodigil, bij S. ue, JONGE, onder Oosterland. TE Z1ER5KZES Bij DE WED. A. DE VOS EN ZOON STADSDRUKKERS.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1846 | | pagina 2