ZIERKZEESGHE
D3NGSDAG
,1
COURANT.
29 SEPTEMBER.
Besturen en Administratïên
Nieuwslij ding e n
V.o 78,
A.° 184ë«
Nationale militië,
INSPECTIE over re VERLOFGANGERS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad zierikzee.
Gelet hebbende op het besluit van Zijne Excellentie den heer
Staatsraad, Gouverneur dezer Provincie, van den 1 November 1845
A, lslc nfdeptinp r.® R9151(Provbiciaaïllad n,° 112,) brengen
door deze ter kennis van de daarbij belanghebbenden dat de Inspectie
over de Verlofgangers der Nationale Militie zal plaats hebben op
Woensdag den 7 October aanstaande, des voormiddags 10 ure, voor
het Raadhuis dézer Stad Waartoe alle Miliciens-Verlofgangers ver-
pligt zijn op te komen onverschillig of zij al dan niet met hunne
korpsen hebben afgerekend tnet uitzondering alleen van de man-
Schappen welke in reserve en zonder van militaire kleeding voorzien
te zijn zich in hunne haardsteden bevinden benevens de zoodanigen
welke ter bijwoning Van de najaars-exercit'iën zijn opgeroepen en
daaraan hebben deelgenomen; - en wijders:
a. Dat de daartoe verpligte verlofgangers gehouden zijn om op de
bepaalde inspectie te verschijnen op poene van hij gebreke daarvan
wanneer zij voor hun achterblijven geen ten genoegen vah den
Militie-Commissaris voldoende redenen mogten kunnen aanvoeren
overeenkomstig bet bepaalde hij art. 183 der wet van den 8 Ja
nuary 1817, te worden gestraft.
b. Dat zij zullen behooren te verschijnen gekleed in do uniform en
voorzien van de verdere kleeding- en equipemenlstukken die hij
het vertrek van het korps aan hen zijn gelaten benevens van het
attest litt. II. H. door het Plaatselijk Bestuur hunner Gemeente
uitgereikt, en dat zij gedurende do gemelde inspectie onderworpen
zijn aan de militaire discipline.
fc. Dat, wanneer zij zich buiten de Provincie willen begeven om
te verblijven het verlofpas aan het Plaatselijk Bestuur moet worden
terug gevraagd om daarmede zich binhen vier weken aan te melden
hij het Bestuur der Gemeente in welke zij voornemens zijn te
verblijven op straf van als deserteurs te worden behandeld.
d. Dat wanneer zij zich langer dan tweemaal 24 uren uit hunne
Gemeente willen verwijderen zij daarvan in persoon kennis moeten
geven aan hot Plaatselijk Bestuur, met opgave der Gemeente wer-
waarts zij zich hegeven up straf van een arrest van 2 tot 6 dagen
door het Plaatselijk Bestuur op te leggen en
Dat zij, op gelijke straf, bij het Plaatselijk Bestuur moeten aan
melden alwaar zij zich bevinden ingeval zij langer dan tweemaal
24 uren buiten hunne Gemeente aldaar Verblijf houden.
En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid zoude kunnen
voorwenden zal deze worden afgekondigd en in de Stads Courant
geplaatst.
Gedaan te Zierikzeeden 18 September 1846.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE CRANE vt.,
Ter ordonnantie van dezelve,
De Stads Secretaris
W. J. E. KROÉF.
De BURGEMEESTER der Stad zierikzee brengt ter kennis
Van de daarbij belanghebbenden, dat het schattings-kohier der Per
sonele Belasting van deze Stad, over het loopende jaar, op den 18
dezer maand door Zijne Excellentie den heer Staatsraad Gouverneur
dezer Provincie, is executoir verklaard en op heden gesteld wordt in
handen van den Ontvanger der Directe Belastingen te dezer Slede,
ten fine van invordering en eindelijk dat ieder verpligt is zijnen
aanslag op den hij de wet bepaalden voet te voldoen.
Zierikzee, den 28 September 1846.
De Burgemeester voornoemd
DE CRANE.
NEDERLANDEN.
's GRAVENHAGE den 24 September. Heden is voor bet provin
ciaal hof in Zuid-Holland, kamer van strafzaken, een aanvang ge
maakt met de behandeling van het reglsgeding van J. van der Pol
en 16 andere personen beschuldigd van plundering van eetwaren
Met gemoenerhand of bij zamenrolting en met openbaar geweld gedaan.
Het betreft daarbij, gelijk vroeger gemeld is, de ongeregeldheden,
die in September 1845 te 's Gravenhage en te Delft zijn voorgevallen.
De beschuldigden zijn in rijtuigen dóór kavallerie omgeven van het
huis van verzekering naar het lokaal Van het provinciaal geregtsliof
övergebragt. Elf advokalen hebben de verdediging der beschuldigden
op zich genomen of zijn als zoodanig toegevoegd. Eene zeer groote
menigte bevond zich in en buiten de geregtzaal. De voorlezing van
het arrest van verwijzing en der bekende acte van beschuldiging,
beeft een' geruimen lijd gevorderd.
Van wege den minister van financiën is hekend gemaakt, dat
do. middelprijzen der inlandsche granen, voor het geheele rijk, over
het tijdvak van den 20 Augustus 1846 tot en met den 19 dezer
per mud zijn geweest: tarwe f 10,11'/,, rogge f 8,85 '/i boekweit
f 7,10'/2 oersl f 5,13 haver f 3,64en ongepelde spelt f3,i3lls
en dat de regfen op den in- en uitvoer voor de maand October
eerstkomende zijn gesteld per tnud als volgttarwe en gepelde spelt
25 c. en 50 c. rogge 15 c. en 30 c. boekweit 15 c. en 30 e.
gerst en mout 10 c. en 25 c. have! 5 c. en vrijen ongepelde
spelt 5 c. en vrij.
Gisteren heeft voor den hoögen raad gediend de zaak van A.
W. van Bieren, uitgeefster der Vlissingsche 'Courant, die bij Vonnis
der arrondissement! regtbahk te Middelburg en vervolgens in hon
ger beroepbij arrest van het gereglshof in Zeeland van den 29 Mei
jl. veroordeeld is tot eene geldboete van f 150 ter zake van be-
leediging van de tweede kamer der staten-góneraal door een in
genoemd dagblad, n.° 138 van dit jaar geplaatst artikel teh opschrift
voerende: «.Een woord aan allen, die hun vaderland liefhebben."
Het openhaar ministerie zal den H October in deze zaak conclusie
nemen.
Het provinciaal gereglshof te Utrecht heeft dingsdag 11. de per
sonen van G. Kok en J. Rademalcerbeide Wonende te Soest, tot
het zwaaijen vanMiet zwaard boven het hoofd te Amersfoort en
tot zes jaren turalhuisstraf veroordeeld den eersten wegens moed-
Willigen doodslag van zijnen broeder, A. Kok, na gevoerden twist
in de tapperij hunner ouders en den tweeden wegens medepligtig-
heid door het verschaffen van hét mes waarmede de moord gepleegd
is wetende dat het daartoe moest dienen,
Bij vonnis vah den 8 Augustus 1845 had de arrondissements
regtbank te Brielle in de zaak der amhaèhts-heeren van Grijsoord
tegen het plaatselijk bestuur van Nieuwe-Tonge beslist, datambaebts-
heerendie tot 1795 het regt van aanstelling eens schoolmeeslers in
eene gemeente hebben uitgeoefend dit regt bij voortduring behouden
hebben en daarin door de regterlijke magt moeten worden gehand
haafd. Van dat vonnis hetwelk is opgenomen in het Weekblad van
hel Regt n.° 630 was het gemeente-bestuur van Nieuwe-Tonge ge
komen in hooger beroep en dien ten gevolge werd bij zeer ampelo
pleidooijen van de heeren m." Faber van Riemsdijk en van der Heim,
Voor de appellanten en van de heeren m." Metman en Uijttenhooven
voor de ambachts-heeren Van Grijsoord over de gemelde belangrijke
vraag gehandeld in de teregtzitlingen van het provinciaal geregtsliof
in Zuid-Holland van den 10 en van den 17 Junij ll. In de te-
regtzitting van den 21 derzelfde maand concludeerde de procureur-
generaal fot vernietiging van het vonnis des eersten regters op grond
dat tegenwoordig het gemelde heerlijke regt niet meer vermogt uit
geoefend te worden. Maar het hof heeft, hij arrest van heden, do
ambachts-heeren in hun regt gehandhaafd. [Weekbl. v. h. Regt:)
Uit Suriname schrijft men dat de gouverneur den 13 Julij
bene publicatie heeft af doen kondigen waarin bepaald wordt dat
elk -inwoner gronden ter bebouwing in pacht zal kunnen erlangen
welke door het bestuur herii zullen worden aangewezen. De pacht
of huur zal tegen f 10 per jaar voor ieder bunder gronds worden
berekend.
Met dei) overland-pöst zijn bèrigten uit Batavia tot den 26
Julij ontvangen en daaronder de verblijdende tijding vah den gun-
stigen afloop der expeditie haar Balie. Dé vereenigde nederlandsche
land- en zeemagl heeft daarbij eene luisterrijke en in menig Opzigt
belangrijke overwinning behaald.
De behaalde overwinning is door den gouverneur-generaal door do
navolgende dag-orde aangekondigd
«Door den overmoed van den koning van Beliling (Balie) werd
hederlandscli eigendom aangerand onze vlag gehoond en met ver
breking van een bestaand verdrag, het nederlandsch-indisch bestuur
beleedigd.
«De door mij geeischte genoegdoening niet ontvangendegebood
de handhaving van het nederlandsch gezag en der nationale eer dien
overmoed te bestraffen en aangedane heleediging te wreken.
»lk droeg die eervolle taak op aan een gedeelte onzer dappere wel
geoefende land- en zeemagt iii deze gewesten zij hebben zich daarvan
hunner waardig gekweten de met zorg uitgeruste expeditie is vol
komen geslaagd.
«Den 28 Junij zijn de landingstroepen onder krachtdadige bescher
ming van de oorlogsbodems zonder groote bezwaren geland en
öfschoön de vijand en door de talrijkheid zijner troepen en door de
aangelegde sterkten vrij wat meer tegenstand bood dan men verwacht
had werden hunne posiliën echter zoowel van de zeezijde als van
de landzijde met zoo veel energie en beleid aangevallen dat bet
pleit weldra beslist was en Belilinghetwelk echter grootendeels
Verwoest was ons in handen bleef.
«De ontmoedigde vijand bood den volgenden dag toen do onzen
naar Singa-Radja de hoofdstad en verblijfplaats van den radja van
Beliling Oprukten slechts geringen tegenstand het paleis en de
kraton van dien vorst werden eene prooi der vlammen hij zelf begaf
zich, naar men vermeent, met eenige volgelingen naar heigebergte.
«Groot waren 's vijands verliezen, de velden waren met hunne
lijken overdekt.
«Van onzen kant zijn de verliezen slechts gering doch desniettemin
bedroevend Want leger en vloot tellen eenige braven minder.
«Voor de gekwetsten welke met het hospitaalschip herwaarts in
aantogl zijn, om alhier verpleegd te worden, wordt alle mogelijke
zorg gedragen.
»Ik wensch land- en zeemagtdie zich weder zoo uitmuntend van
haren pligt gekweten hebben met den gunstigen én roemrijken
afloop van dit wapenfeit geluk het zal mij een aangename pligt zijn
het berigt aan den koning mede te deelen en na ontvangst van
nadere meer omstandige berigteh hen die in de gelegenheid zijn
geweest zich daarbij meer bijzonder te onderscheiden aün hoogst*
denzelve te doen kennen.