lifiï.igilc hij evenwel nietgelijk de nederige Christen doet om lick
te louteren en liet gebrekkige te verhelpen. Veeleer verhardde hij
r.ich daartegen en begon hij lijne verkeerdheden te meer als voortref
felijkheden en kenmerken van zijnen hoogen genadestaat aan te zien.
Zoo verhardde hij zich ook in de zonderlinge gewoonte om wande
lingen tot diep in den avond of in den nacht te doen met mannen
en vrouwen welke soms zoo lang duurden dat men niet voor den
volgenden dag weder te huis kwam. Aon deze verwisseling van dag
en nacht had hij zich door zijn donker verblijf te Leipzig wel gewend;
doch hij zou dezelve hadde hij gewild ligtelijk hebben kunnen ver
anderen vooral toen het ook voor het Evangelie hetwelk bij
predikte en de wereld lasterde, zoo zeer te wenschen was, dat zelfs
geen schijn des kwaads op hem en de zijnen rustte. Maar hij wilde
niet. Wegens onbewezene, en misschien ongegronde geruchten van
ergerlijko zaken, welke bij die wandelingen voorvielen, werden de
zelve door de policie na 10 ure des avonds verboden doch ook nu
liet Stephan ze niet. Eens, dat de policie een zeker huis, waarhoen
die wandelingen dikwijls werden gerigthad bezet, en daar reeds
eenige wandelaars had gevat, vermoedde Stephan, die achter aan
kwam, onraad, en zond hij eene vrouw, die een kussen om op
te rusten, voor hem droeg, vooruit, terwijl hij zelf tusschen eerie
houtmijt zich verborg. Een dienaar der policie, die daar iets had
te verriglen hoorde er eenige beweging, vond in den maneschijn
Stephan en hragl hem in triumf als gevangene op. Nu moest de
kerkelijke overheid die hem dusverre niels in den weg had gelegd
maar hem in alles volkomen vrij had gelaten, hem in zijne bediening
schorsen en de gewono regter begon zijn onderzoek. Men weet niet,
waartoe dit zou geleid hebben misschien echter lot niet meer dan
tol de ontdekking van dwaasheden cn zonderlingheden. Stephan ver
zocht zich uit Saksen te mogen verwijderen naar Amerika oin daar
met de zijnen in vrijheid hunnen God te dienen. De regering, die
hem altijd, ook hij de beschuldigingen in de stendenkamerde hand
hoven het hoofd had gehouden dewijl hij wat hij mogt leeren
geene onbehoorlijke daden verriglte zocht nu ook den schijn van ver
volging oin der godsdienst wille te vermijden liet hel regterlijk on
derzoek staken cn schonk hem die vrijheid.
Zoo iemand nog getwijfeld mogt hebben aan den groeten aanhang,
welke Stephan onvoorwaardelijk toegedaan was die zag zich nu van
zijne dwaling genezen. Ongeveer G00 personen uit Dresden eri om
liggende plaatsen besloten hem te volgen. Onder deze waren geene
besprokene, iriaar vele uitnemende personen; verscheidene schoolon
derwijzers, eenige regtsgeleerden en zelfs eenige predikanten en kan
didaten, die Stephan als oenen Mozes, die hun naar Kanaan zou
leiden aanhingen. Zijn woord was hun bijna Gods woord. Hij
was de reglzinnigeecht Luthersche leeraar om des Evangelie's wille
Werd hij gesmaad en vervolgd. Als oud-Lutherschen als echt-regt-
zinnigen als ware geloovigen zouden zij in het land der vrijheid God
dienen.
Den 30 October 1838 verliet Stephan zijne woonplaats en zijn huis
waar zijne vrouw en 7 kinderen achterbleven, terwijl slechts een
17jarige zoon met hem ging. Hij verliet zijn jammerend gezin met
een driest voorhoofd en drooge oogen. Mij was in huis altijd een
dwingeland geweest, die zijne fijne beschaafde vrouw niet verdragen
kon. Want zijne handwerkers natuur voelde zich meer aangetrokken
door de dagclijksche verkeeting met grove menschen.
Al het geld, hetwelk de landverhuizers mede namen, werd in
eeno gemeenschappelijke kas gestort, welke ongeveer f 200,000 mag
bedragen hebben. In Bremen waar zij scheep gingen kocht men
voor 7000 aan wijn en liet Stephan zich eeri pracluig bisschops-
costuum |makenvan hetwelk alleen eene gouden kelen niet een
kruis hij de f 3000 kostte. Gedurende de gehcele reis werd geene
godsdienstoefening of gemeenschappelijk gebed gehouden zelfs niet
na eenen vreosselijken storm, die één vaartuig van de 4 deed omko
men en de 3 overigen met. den ondergang bedreigde. Stephan, zegt
men, heeft integendeel den ganschen lijd door, den van Bremen
mede genomenen wijn zeer sterk aangesproken. In het begin van
1839 kwam men eindelijk in S.'-Louiswaar Stephan bij voorraad
ecu kostelijk huis bewoonde, 3 bedienden in livrei hield en 6 meis
jes tot huisdienst bezigde. Hier werd den armen landverhuizer de
blinddoek van de oogen genomen.
Toen men zich nog te S.'-Louis ophield orr. daar alle inrigtingeri
to makenten einde eene bloeijende Luthersche kolonie te grond
vesten openbaarde een meisje, die reeds in Dresden had gezegd,
dat zij iets op. haar geweten had geheel van zelve aan eenen der
predikanten, dat zij den pastoor Stephan tot bijslaapster bad gediend;
dat zij daartoe bewogen was geworden door zijne voorstellingdat
men hem dien men zijne ziel toevertrouwde ook wel zijn ligchaam
mogt en moest overlaten, en dat Stephan haar tol zwijgen had ver
leid door te zeggen dat zoo zij hem verried en hij daardoor te
gronde gingook in hem de kerk van God mede te gronde zou gaan
en dat zelfs een valsche eed beter zou zijn dan zulk eene bekentenis.
Te gelijk gaf zij nog onderscheidene meisjes en vrouwen op die aan
dezelfde zonde schuldig waren, en opgeroepen en ondervraagd, ook
zonder groote zwarigheid de zaak bekenden.
Ten gevolge van deze ontdekkingen word Stephan onder handen
genomen en hem zijne afzetting aangekondigd. Men besloot hem naar
de overzijde van den Mississippi te bannen waar bet land nog woest
is en door Indianen misdadigers en gelukzoekers wordt doorkruist.
In een daar gelegen blokhuis zou Stephan eene kamer huren en zich
nooit weder in de gemeente vertoonen. Voor dat men hem evenwel
overbragtwerd hij aan het geheele lijf onderzocht, dewijl men hem
van ontrouw verdacht, en vond men hij hem 130 groote spaanscbe
goudstukken (van ongeveer f 50 ieder, en eeno menigte kleinere,
die hij in ondergoed en kousen had genaaid van dit geld liet men
hem slechts 100 dollars 250.) Omtrent 8 dagen na Stephan's ver
wijdering ontsnapte de eerste van zijne bijzitten, Louise Gruber
aan welke men niet bad toegestaan hem te begeleiden en liet zich
tol hem over de rivier zeilen. Tevens ontbrak er eene banknoot
van 400 dollars.
De overige zotten zich nu als kolonisten neder. Maar het aanzien
van de geestelijken was gezonken, men vertrouwde na zulk eene te
leurstelling geen mensch meervertrouwde zelfs God in den Hemel
niet, daar men met Hem bijna alleen door Stephan als middelaar in
verhindtenis had gestaan. Eenige kandidatendie vooral aan Stephan
hadden gehangen, werden geheel weggejaagd. Alle gezag was ver
dwenen. Nood en ellende van allerlei aard grepen rondom zicb. De
meeste vervielen in moedeloosheid of wanhoop. In de eerste 8 maan-
düö va» hel verblijf in Amerika stierven 60; «Se overigen waggelden
bleek en mat rondvelen van dezen zijn reeds in hun vaderland
weder terug gekeerd. Enkelen hebben zich nog weder bij Stephan
gevoegd.
Zie hier eenige waarschuwende leefregelen voorgeschreven door de
utrechtsche commissie van geneeskundig onderzoek en toevoorzigt in
bet jaar 1808, hij de groote hitte van den zomer en in de honds
dagen van dat jaar
1. Tegen al te zwaren arbeid en te hevige ligchaamshewegingen in
zulk een' tijd hijzonder tegen het werken met het bloole hoofd
builen 's huis.
2. Tegen de maar al te zeer hij het landvolk aangehoudene ge
woonte om zich op het veld of op opene plaatsen tegpu^den grond
te leggen en te slapen.
3. Tegen al te zeer verdunde kleeding, en veel meer tegen ont
blooting gelijk ook tegen bet zoeken van verkoeling in den logt van
den wind of door het te lang en zonder genoegzame beweging
vertoeven in de anders zoo aantrekkelijke avondlucht.
4. Tegen onmatig gebruik van vette en zware spijzen die in de
hitte niet zoo veel verteren en dus ligt in bederf overgaan wor
dende dan aangewezen de gebruikelijke graanspijzen goed brood
wortelen aardappelen boomvruchten en groenten met vleesch
mits het laatste vooral niet te oud of eenigzins bedorven zij.
5. Tegen het aanhoudend inzwelgen van warme en verslappende
dranken doch niet minder tegen bet schielijk drinken (vooral onder
zweetl van koud water karnemelk of bier zijnde wederom van dit
alles de matigheid meer dan de onthouding de beste regel terwijl
de werkman als onschadelijk kan beschouwen eene samenstelling van
zes deeleri water een deel brandewijn of jenever en een deel azijn.
6. Tegen het lang aanhouden van natte kleederen en van alles wat
de uitwaseming hindert, dus ook tegen de morsigheid aan en bij de
huizen slaapsteden en ligchaamsdeelen het weren van ververscbendé
buitenlucht uit de woningen en dergelijke.
Men leest in het dagblad Overijssel: In Japan moeten in den
laatsten tijd groole veranderingen hebben plaats gehad. Men was te
Honkong in April van de bijzonderheden nog niet onderrigt doch
men twijfelde er niet aan of ook dit laatste afgesloten rijk zou
weldra aan de wereldbeweging deel nemen. Do Noord-Amerikanen
hebben gedurende de laatste 10 jaren verscheidene vergeefsche pogingen
gedaan om in Nangasacki toegang te verkrijgen zij laten zich echter
niet afschrikken en zenden zooals onze laatste brief uitdrukkelijk
meldt in het begin der volgende maand een gezantschap naar Jedo.
Is zulks inderdaad het geval is de zending in Mei 1S46 vertrokken
zoo zullen wij weldra nadere berigten ontvangen. De Amerikanen
kunnen Japan wel als een aanhangsel van het Oregon-gehied beschouwen.
Zeetijdingen
ZIERIKZEE, den 11 Augustus. Heden is alhier binnengekomen;
het kofschip Marinus en Gerlruidakapt. I. A. Spijkman van
Frederikshaven met houtwaren voor deze stad.
BROUWERSH AVEN den 13 Augustus. Binnengekomen Friends-
bury, kapt. G. Neubollh van Newcastle, en Ebenezer, kapt. J.
Dark, van Liverpool, heide naar Dordrecht.
199s" KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE LOTERIJ.
Vijfde Klasse.
1'" Lijst, n.° 20079, ƒ1000'.
2d' Geene.
3d' n.°' 10545 en 3359, ieder f 1000.
4d" n13921 en 12632, ieder 1000.
5" n.° 13292, 100.000.
6d" n.° 6146 en 17350 ieder f 1000.
PRIJZEN der EFFECTEN te AMSTERDAM.
Woensdag den 12 Augustus 1846.
Nederlanden, 2'/, pC. Werk. Schuld
3
4
V Amort. Syndikaat
Haridel-Maalschappij
Oost-Iudiën
Rijn-Spoorweg
Holl. IJzer. Spoorw-M.
Rusland, Hope en Comp.
Spanje Negot. 1834 bij Ardoin
Oostenrijk Bij Goll. en Comp.
Negot. Metaliek
Portugal
4
4'/,
5
5
5
5
3
PC.
gebleven.
60"/,, PC
727.
947.
174
20'/.
467,
MIDDENPR1JZEN van de volgende ARTIKELEN te ZIERIKZEE
van den 13 Augustus 1846.
De Eed. Mudde.
O. Tarwe 1844
N. dito 1845
Zaal-Zomer dito
Ordinaire dito
Rogge
Winter-Gerst
Zomer-dito
Haver
Paardeboonen
Witte dito
Bruine dito
/10,00a 10,50
- 9,50 a 10,00
- 0,00 a 0,00
- 8,00b
- 8.00h
- 5,00 b
- 0,00 a
- 3,50 a
- 6,50 a
- 0,00 a
8,50
8,50
5,20
4,00
3,60
7,00
0,00
0,00 a 12,00
Graauwe Erwten
Groene dito
Gele dito
Koolzaad
Zaai-Lijnzaad
Slag-Lijnzaad
De Ned. Mudde.
f
0,00 b
7,50 a
6,50 h
0,00 b
0,00 a
0,00 a
0,00
8,00
7,50
0,00
0,00
0,00
Raap-Olie te Zierikzee, f 32,00 p. v.
Patent-Olie - 35,00
Lijn-Olie - 00,00
Raapkoeken 00,00 de 1040 stuks
Lijnkoeken -00,00
Advertentiën
De ondergeleekende maakt bekend dat hij zijne AZIJN-
MAKERIJ, genaamd de Hoop, in de Hooge Molenstraat,
wijk A n.° 177 alhier geopend beeft en beveelt zich tot de
ailevering van zijn Fabrikaat, in het groot en klein, in de gunst
van zijne geëerde Stad- en Landgenooten aan met belofte van eene
naauwkeurige en prompte bediening.
Zierikzeeden 11 Augustus 1846. P. J. van STA1J.
te zierikzee bd de web. jk. de vos en zoon stadsdrukker».