woede te brengen dewijl het schijnt dat in dien toestand het vocht der mondklieren iets venijnigs erlangtdat in het mensehelijke ligchaam de geducbtsle uitwerkselen te weeg brengt. Zie hier den brief uit Stettin «Door een ongeluk van zeer eigenaardige soort heeft een 21jarige dienstknecht te Paculent bij Greifenhogen het leven verloren. Hij plaagde een op zijn nest staanden ooijevaardoor herbaalde malen met de hand naar hem te grijpen. De ooijevaar beet naar hem en kwetste hem zoo het scheen geheel onbeduidend het vel op den knok kel van den voorvinger. Reeds des anderen daags zwollen de arm en daarna ook de beenen van den gekwetste zeer sterk en den 10 volgde, ondanks de - misschien te laat aangewendo geneeskundigo hulpde dood." Den II dezer heeft te Tubingen eene plegtigheid plaats gehad van zeer ouden oorsprong, maar welke sedert 60 jaren in geheel Duilsch- land was afgeschaftnamelijk eene inzegening van korenschoven. Zie bier eenige bijzonderheden dienaangaande Ten 12 ure werden onder het gelui van al de klokken eenige scho ven van het nieuwe koren te Trillingen aangebragt op een boeren wagen bespannen met 4 witte paarden en versierd met bloemen kransen waarin 6 meisjes in landelijk kostuum gezeten waren. Da delijk voor dezen wagen volgden in 2 rijen 100 kleine jongens en even zoo vele kleine meisjes alle in boerenkleedingwaarvan de eersten vlaggen en de overigen elk een bloemkrans in de hand hiel den. Deze kinderen werden voorafgegaan door de leden van den landelijken raad en van de vertegenwoordigers der aanzienlijke burgers van Tubingen. Do wagen was omringd en gevolgd door een groot aantal boeren en boerinnen in nationale kleeding. Deze processie heelt, na de voornaamste straten doorgetrokken te hebben, opgehou den voor de S.'-Mariakerk waar 4 jonge boerinnetjes uit den wagen eene korenschoof namen en die, vergezeld door de geheele processie, in de kerk hragten en op het altaar legden. Al de tegenwoordig zijnde personen vielen als nu op de knieën en zongen de hymne: Lof zij God onzen Heer', onder begeleiding van het oi'gei en trombo nes. Vervolgens heeft de eerste predikant Hingfeld eene rede uitge sproken en de op hel altaar geplaatste schoof gezegend. De plegtigheid eindigde met een koraal, opzettelijk door Luther voor deze'plegl ighei.d vervaardigd en op muzijk gezet waarbij aan God dank toegehragt wordt voor hel geluk, dat llij op nieuw het land voor gebrek en hongersnood bewaard beeft. Een voorval hetwelk men voor een verdichtsel zou houden indien niet meer dan 200 menschen er getuigen van waren geweest heeft dezer dagen in de stad Niines plaats gehad, Een paard dat op hol was, stoof in volle vaart door de naauwe straal de l'Enfance tegen over het kasteel Tradaite gekomen ziet men hel eensklaps op het hooren van een' angstgil stil slaan drie op de straat gevallen knaapjes toehinneken zich voorts nadér bij den jongste begeven hem het hoofd met zijnen schuimenden rnond besnuffelen een oogenblik zeer zacht een zijner voeten op de knie zetten en zich daarna zeer bedaard verwijderen. Het vernuftig dier bad in dit knaapje den zoon van een' der vrienden zijns meesters herkend. De fransche dagbladen maken melding van het volgende zonderlinge geval Zekeren heer de V een welgegoed eigenaar in een niet ver van Parijs gelegen departement had nu 6 of 7 jaren geleden eene vrouw getrouwd die kort na bet huwelijk teellenen van krnnk-l zinnigheid gaf. Hij wendde alles aanom baar het onbelemmerd gebruik barer verstandelijke vermogens te doen herkrijgen maar geen iter middelen welke deskundigen daartoe bezigden wilde baten en daar de krankzinnigheid van mevrouw de V van zeer zachlen aard was. behield de man haar bij hem en droeg, biervan was zijn huis gezin getuige voor haar al (ie zorg, welke menschlievendbeid en zijne betrekking als echtgenoot van hein vorderden. Daar hij echter nu overigens geheel verwijderd van zijne gade leefde en hij nog jong was vatte hij eene vurige genegenheid op voor eene jonge juffer uit de nabuurschap maar haar te huwen was onmogelijk en hij getroostte zich dus zijn lot zonder dal hierdoor zijn gedrag jegens de ongeluk kige hinderpaal in het geringst veranderde. Op deze wijze duurde de toestand eenige jaren tot dat eindelijk eene ongelukkige omstan digheid den heer de V zijne vrijheid scheen terug te geven. Op zekeren avond verdween de krankzinnige vrouw uit het huis; alle nazoek om haar op te sporen bleef vruchteloos en eerst 6 maanden daarna werd haar lijk in een naburigen vijver ontdekt. Door den langen tijd gedurende welken het ligchaam in het water gelegen had was het onkenbaar geworden maar de kleederen lieten geenen twijfel over en de vrederegter gaf eene authentieke akte af, tot bewijs van bet overlijden. Meester geworden om over zicbzelvcn te beschikken, hield nu de heer de V zoodra zulks voegzaam ge schieden kon om de hand aan van het meisje dat hij in het geheim beminde zijn aanzoek werd niet afgewezen en bet huwelijk was op het punt om gesloten te worden toen een allervreemdst geval het zelve kwam verhinderen. De heer de V ontving eenen brief van den procureur des konings te Parijs waarin hem gemeld werd dat eene krankzinnige vrouw die een jaar geleden te Parijs op straal gevonden en naar het geslicht der Salpétrière gebragt was, zich sedert in zoo'verre hersteld had, dat zij bij tusscbeppoozen baar versland scheen meester te zijn en in die heldere oogenblikken beweerde de vrouw van deu heer de V Iete zijn. Als antwoord op dezen brief, zond de beer de V den koninklijken procureur een extract uit de dood-akte zijner vrouw toe, en op de ontvangst van zulk een authentiek stuk was de zaak op het punt om geen verder gevolg te hebben. Evenwel de regterlijke magt bleef nog eenigen twijfel voeden en om dien geheel op te heffen ontbood zij den heer de V naar de hoofdstad, om hem met de krankzinnige te con fronteren. Volkomen zeker van zijn stuk vertrok de heer de V naar Parijs en werd in de tegenwoordigheid der krankzinnige gebragt maar hoe groot was niet zijne verbazing toen hij in haar werkelijk zijne vrouw herkendo. Dit hare verdere verklaringen bleek het dat zij op hare vlugt eene in het land bekende bedelares ontmoet en in het denkbeeld dat men haar vervolgde met deze vrouw hare klee deren gewisseld bad. Hoe nu de bedelares in het water was geraakt blijft nog altijd onopgelost maar daar zij gewoon was het land af te loopen zonder bijna eene vaste woonplaats te hebben had nie mand hare afwezigheid opgemerkt. De petersburgsche bladen dcelcn berigten uit den Kaukasus van den 22 Janij mede, welke weder allezins gunstig voor de Russen luiden. Onder de in deze beriglen vervatte opgaven is het verslag van een zeer luisterrijk wapenfeit van eene geringe afdeeling russische'kozakken aangevoerd door den luitenant-kolonel Suszlof/'. Op de lijding na melijk dat de vijand in. aantogt was, is deze bevelhebber, bereke nende dat hij binnen kort van elders hulp znu ontvangen met 7 officieren en 82 man denzelven Ie gemoet getrokken doch weldra door talrijke benden omsingeld zooilat hem slechts de keus tussehen eene schandelijke vlugt en een roemrijken dood overbleef. Zijne man schappen gelijk hij zelf, aarzelden niet, hel laatste te kiezen. Do kozakken maakten hunne paarden met hunne dolken af, en vormden van die lijken eene horstwering waarachter zij zich op het hardnek- kigst tegen de hen omringendo overmagt van 1500 Tschelschensen verdedigden. Toen na 2 uren strijdens de kozakken bijna al hunne patronen verschoten hadden, en de bevelhebber last had gegeven om, als laatste verdedigingsmiddelde pistolen en dolken in gereedheid te houden, kwam de verwachtte hulp opdagen, en werd de vijand van verschillende zijden bestookt, tot den teruglogt naar het gebergte genoodzaakt. De geringe afdeeling kozakken heeft bij dit merkwaar dig gevecht 5 dooden en 49 gewonden hekomen ook al de officie ren behalve den luitenant-kolonel Sttszloffwaren gekwetst. De hooge raad zal op den 31 dezer over eene zonderlinge regtszaak hebben uitspraak Ie doen. De 1 Sjarige jongeling namelijk Kuyper, in de provincie Groningen, had, op nieuwjaarsdag, mid den op den dag eene ladder geplaatst tegen het venster van een huis, was op de. ladder geklommen had eene ruit uit dat venster gesne den de flesch jenever, die op de tafel voor het venster slond mét zijne kameraden uitgedronken en dezelve vervolgens weder inet|wiVlev gevuld ter plaatse weggezet. De reglbank te Winschoten heelt deze daad als kortswijl beschouwd en dien ten gevolge den jongen Km/pet vrijgesproken. De officier kwam daartegen in hooger beroep, en het hof in Groningen bevestigde voor een gedeelte, en vernietigde het vonnis voor een ander gedeelte. Niettemin werd Kuyper alweder vrijgesproken, alhoewel op andere gronden, als op die van de Win- schoter regtbank waarna de procureur-generaal bij dat boftegen dit vonnis in cassatie is gekomen. Het openbaar ministerie bij den beogen raad heeft nu het gevoelen gedeeld van den procureur-generaal van het hof in Groningen en derhalve gerequireerd Kuyper schuldig te verklaren aan diefstal met inklimming in eene bewoonde huizim'e doch uit aanmerking van vele gunstige omstandigheden hem le ver- oortleelen tot eene maand gevangenis. Het openhaar ministerie trachtte hoofdzakelijk te beloogen dal de wet hoegenaamd geon onderscheid kent of eene strafbare daad had plaats gehad uil kortswijl of uit ernst. Zoo als wij reeds zeiden zal de hooge raad op den 31 dezer in deze zaak uitspraak doen. MIDDELBURG den 20 Julij. Door welwillende mededceling vernemen wij dat het den koning heeft behaagd onder anderen te bepalen, dat de oproeping der verlofgangers van do nationale militie om in den wapenhandel te worden geoefend weder op den 1 September aanslaande zal plaats hébben, doch dat deze oproeping zich alléén tot de ligting van 1844 uitstrekt en zich slechts bepaalt tot de miliciens van die ligting ingedeeld bij de korpsen infanterie grenadiers en jagersen geéne anderen en maar alléén do man schappen van voormelde ligting die niet langer dan drie maanden in werkelijke dienstzijn geweest lot de najaars-oefenrngen zullen op geroepen worden ert rle overige manschappen bij rnfanlerie-korpson ingedeeld insgelijks vrij van de oproeping zullen blijven. H/eetijdingen. BROUWERSHAVEN, den 21 Julij. Binnengekomen Hoptkapt. II. Miller, van Liverpool naar Dordrecht. PRIJZEN oer EFFECTEN te AMSTERDAM. Nederlanden Rusland Spanje Oostenrijk Portugal 2'/s pC. Werk. Schuld' 3 4 Amort. Syndikaat H a rid el - M a a l scha p p ij Oost-Indien Rijn-Spoorweg Holt. l.lzer. Spoorw-M. Hope en Comp. Negot. 1834 hij Ardoin Bij Goll. en Comp. Negot. Melaliek gebleven 61 Pc. W/i. 95-/3 pc. 897, 175 207, H y> 477, MIDDENPRIJZEN van de volgende ARTIKELEN te ZIERIKZEE van den 23 Julij 1840. O. Tarwe 1844 N. dito 1845 Zaai-Zomer dito Ordinaire dito Rogge Win ter-Gerst Zomer-diio Haver Paardeboonen Witte dito Bruine dito De Ned. f 10,50 - 10,00 - 0,00 - 0,00 - 7.50 - 4,60 - 3,50 - 3,30 - 0,00 - 0,00 - 0,00 M udde.. a 11,00 a 10.50 0,00 9,00 8,00 4,80 3,60 3,50 6,00 a 11,00 a 0,00 De Ned. Mudde, Graauwe Erwten f 0,00 a 0,00 Groene tlito - 7,50a 8,50 Gele dito - 0,00 a 0,00 Koolzaad - 9,00 a 9,10 Zaai-Lïjnzaad - 0,00 a 0,00 Slag-Lijnzaad - 0,00 a 0,00 Raap-Ólie te Zierikzeef 32,00 p. v. Patent-Olie -35,00 Lijn-Olie - 00,00 Raapkoeken ƒ00,60 de 1040 stuks. Lijnkoeken -00,00 Advertentiën Op den 15 Julij 1846 is te J.eidenna een langdurig lijden in den ouderdom van 57 jaren, overleden, den Hoog Edelen Gestrengen Heer JACOB voor den DAG in leven gepensioneerd Majoor bij de Infanterie en Ridder van de Eiken Kroon. te zierikzee bij de wed. a. de vos en zoon stadsdrukker*.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1846 | | pagina 2