N.o 45. ZIERIKZEESCHE A.° 1846. COURANT. VRIJDAG 5 JUNIJ. Besturen en Administratiën. IA ie u ws l ij dingen. PUBLICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEB brengen ter kennis van de ingezetenen dat met intrekking van alle vroegere bestaande verordeningen, van heden af wordt ingevoerd bet navolgende REGLFHfENT, houdend? maatregelen, welke binnen de Stad Zie- ril*zee zoo van stadswege als door de ingezetenen zullen genomen worden bij gelegenheidvan hooge vloeden. Vervolg en slot van oris vorig nummer.) Art. 3. Bij Stads vloedplanken zullen moeten aanwezig zijn de volgende voorwerpen, tc wétenA, n.oï 1 2, 3, 4 en 5: vier lantarens Iwée rieken, zes stuks houten palenom achter de vloed planken te slaan een haiidhéi en een ijzeren handboom of koevoet B n.°* 1 en 2vier lantarens en twee riekenC, n.'°" 12, 3 en 4 vier lantarens en twee rieken en D, n.08 1 2, 3, 4 en 5: vier lantarens en twee rieken alle welke voorwerpen zullen worden gemerkt met de letter van de vloedplank waartoe dezelve belmoren en geborgen en bewaard blijven op de daarvoor in de nabijheid der vloedplanken aan te wijzen plaatsen. Art. 4. De Stads Architect heeft hel toezigt op ai de beambten der vloedplanken en zal zoowel als de opziglers een sleutel hebben passende op de afsluiting der vloedplanken. Art. 5. Ingeval de beamblén of bedienden bij de vloedplanken wettig belet worden op Ie komen, zal de Architect de bevoegdheid hebben om andere geschikte personen in dienst te nemen. Art. 6. De bewoners van huizen pakhuizen of kelders op de Oude en Nieuwe Havens, in derzelver geheele uitgestrektheid of zoo de perceel-en onverhtiurd zijn, derzelver eigenaars zijn verpligl om aan die gehouwen "stevige én doelmatige vloedplanken of kistingen te doen maken, ter hoogte van 50 ned' duimen uit den beganen grond, of zoo veel hooger als de plaatselijke gelegenheid dit zal noodig maken. Ingeval bij eene schouwing dbor of; van-wege Burgemeester en Wet houders gehouden, blijken inogt d'dt hieraan dóór een óf meer in gezetenen niet voldaan was zal daarvan relaas worden opgemaakt en de nalaligen worden beboet met de som van vijf gulden. Onverminderd de verpligting om zich de vereischt wordende kisting aan te schaffen waartoe hun door het Plaatselijk Bestuur eene schrif telijke aanmaning zal worden gedaan met bepaling van den tijd binnen welken die zal behooren gereed te wezen. Bij faute van hieraan te voldoen zal zoodanig werk ten koste van de nalatigen door de zorg van het Plaatselijk Bestuur gemaakt wor den en zij veroordeeld worden in eene boete ten bedrage van het duhheld der kosten welke volgens over te leggen gecertificeerde sta ten zullen blijken door het Plaatselijk Bestuur te zijn besteed welke boete echter in geen geval de som van f 50 zal mogen te hoven gaan. Allés onverminderd de vergoeding van schaden, welke door de begane overtredingen of verzuimen aan derden mógten zijn loegebragl en van de door hel Plaatselijk Bestuur gemaakte kosten. Art. 7. Ingeval de vrees voor hoogen vloed zich des nachts op doet, zijn de nachtwakers verpligl; daarvan den Architect en den Commissaris van Policie berigt te geven. Dan wanneer zich die vrees openbaart zal de Commissaris van Policie zich dadelijk overtliigen dat. de bewoners of eigenaars van gebouwen langs de Oude en Nieuwe Havens de voorgeschrevene kistin gen. of vloedplanken hebben gesteld zoo nietzorg dragen dat zulks ohrniddelijk plaats vinde. De Architect zal in zoodanig geval na voorafgaande kennisgeving aan den Burgemeesterde opzigters en bedienden bij Stads vloedplan ken doen oproepen en zorg dragen dat de Stedelijke walerkeeriri- gen goed en behoorlijk verzorgd gesteld worden lot welk einde hij zorgen zal dat altijd eene voldoende hoeveelheid mestspecie zal voor handen zijn waarvan de kosten door Stads kas zullen gedragen worden; De ingezetenen langs de waterlijn wonende zullen bij die gelegen heid wanneer de vloed des nacht invaltvoor hunne ramen licht moeten plaatsen. v: De nalatigheid van het hier bepaalde zal, na opgemaakt relaas door den bevoegden Regter gestraft worden met eene boete van driegulden, of bij onvermogen met twee dagen gevangenis; onverminderd de ver- pligting der Policie om zorg te dragen, dat de noodige voorzieningen in het oogenblik des gevaars ten koste der nalaligen, plaats vinden; waarvan bet bedrag op hen zal worden verhaald eerst bij sommatie en nader bij niet voldoening door Keglerlijke tusschenkomst door oplegging van het dubbel bedrag der kosten van uitvoering bij wijze van boeteonverminderd de schade aan derden veroorzaakt, en de kosten door het Plaatselijk Bestuur gemaakt. Arti 8. De beambten bij de vloedplanken zijn verpiigt om bij de eerste oproeping van den Slads Architect, tegenwoordig te zijn bij de vloedplanken daar waar de hun aangewezen posten zijn en bij Ontstentenis verbeuren eene boete van één gulden of bij onvermogen met één dag gevangenis worden gestraft. Art. 9. Het bedrag der boeten komt ten voordcele der plaatse lijke kas. Vastgesteld ter vergadering van den Baad der Stad Zierihzee, den tienden Maart 1800 zes en veertig, en afgekondigd den 27 Mei daaraanvolgende. Burgemeester en Wethouders der Stad Zierikzee DE CRANE vt. Ter ordonnantie W. J. P. - K ROEF. PUBLICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE maken bekend Dat, overeenkomstig de bepalingen van de art. 76 en 78 van het Reglement op de Buurtwegen en Voetpaden in deze Provinciegoed gekeurd bij Koninklijk besluit van den 4 Augustus 1838, n.° 106, op den 19 dezer maand, eene algemeene Schouwing zal plaats hebben op al de Wegen in het Poortambacht of Grondgebied dezer Stad en voorts maandelijks tot en met October en gedurende de overige maanden zoo dikwijls de staat der wegen zuiks noodzakelijk zal doen oordeeler» wordende mitsdien alle wegpligtige eigenaars of gebruikers van landen en gronden uitgenoodigd om te zorgen dat de wegen en voetpaden bij de bepaalde schouwing, in behoorlijken staat en geëffend zijn en om voorts dezelve in behoorlijk goeden staat te onderhouden zoodal die bij iedere herhaalde schouwing naar ge noegen bevonden worden zullende de nalatigen hierin ingevolge voormeld reglement moeten worden vervolgd en gestraft. Gedaan ten Raadhuize der Stad Zierikzee, den 2 Junij 1846. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE CRANE vt., Tér ordonnantie De Stads Secretaris, W. J. P. KROEF. GROOT-BRITT AN NIEN. LONDEN, (It'n 30 Mt'i. Prins Lodewijh Napoleon is woensdag avond in deze hoofdstad aangekomen en niet zonder belangstelling ontvangen. Men verzekert dal hij zich naar zijnen vader die in lijdenden toestand verkeert hegeven zal en dal hij zich zeker voor eerst builen alle staatkundige bemoeijingen wil houden. Hij heeft zijne vlugt over Belgie volhragt. Hij had zich als een werkman ver kleed. Uit Engeland heeft-hij-aan de .redactie van het Journal de la Somme eenen brief geschreven lot medndeeling van de bijzonderheden zijner onlkoming. Hel fort Ham had eene bezetting van 400 man en daar de prins er afkeerig van was te trachten icinand in zijn belang te winnen bad hij zijne toevlugt wel tot eene vermomming moeten nemen. Charles TlteHn zijn kamerdienaar bezorgde lieni een kiel en hols- blokkén. Hij scheerde zich dë knevels af en nam eene plank op zijne schouders. Intusschen onthaalde Charles de werklieden in een der vertrekken op drank om hen daar op te houden en inmiddels hield doctor Corinau eenige anderen met een zoet praatje aan den gang. Zijne vertrekken uitgetreden, werd de gevangene aangesproken door een der werklieden die hem voor een mede-arbeider aanzag, en onder aan den trap gekomen bevond hij zich onverhoeds voor een der oppassers wien hij liet gezigt behendig door liet wenden der plank benam. Zoo geraakte hij óp de plaats zijne plank altijd gekeerd hou dende naar den kant der schildwachten en van degenen die hij ont moette. Voor den eersten schildwacht gekomen, liet hij zijne plank val len en hukte hij als om er de brokken van op té rapen daarna moest hij den officier der wacht voorbij deze zat gelukkig een brief te le zen en gaf daardoor geen acht op hem. De soldaten aan de poort en den tamboer schenen hem bijzonder op te nemen maar de deur werd hem evenwel geopend en de prins Imvond zich builen het fort. Hier ontmoette hij wederom arbeiders die hem sterk aankeken maar hij manoeuvreerde altijd met zijne plank, zij bleven hem even wel met bijzondere aandachl aanstaren zoodat hij vreesde ontdekt te zijn, maar eindelijk riep er een: «het is Bernard" en hierop ver volgde zij hunnen weg; de prins nam de rigting naar S.'-Quentin, waar Charles Thelin zich bij hem vervoegdehet verdere is bekend. NEDERLANDEN. 's GRAVEND AGE, den 1 Junij. Men kan do verzekering geven dat door Z M. den koning autorisatie is verleend aan de heeren Haages en der Kinderen om, bij wijze van regtslreeksche concessie, te doen voorzien in den aanleg van een ijzeren spoorweg van Har- lingen naar Leeuwarden en van daar naar Groningen in verbin ding met Noord-Duilscbland enz. Met collegia van raden en goneraalmeesteren der munt heeft hekend gemaakt dat er onlangs eene nieuwe soort van valsche 25- centstukken in de provincie Noord-Bralianil is uitgegeven geworden voerende liet jaartal 1825, het leeken der munt te Utrecht, en in kleur vrij wel met de échte stukken overeenkomende. Onder de ken- Ieekenen welke de valschheid dier stukken bewijzen behooren vooral de navolgende: de \V is belangrijk kleiner; het onderste ge deelte der kroon naanwer de edelgesteenten van den rand der kroon zijn slordig gegraveerd en de cijfers niet allen even groot de 8 is kleiner dan in de echte stukken (ie leeuw is iets meer voorover dan in de echte stukken het kroontje van den leeuw te klein de cijfers 25 zijn Ie klein en tevens te hoog geplaatstde C daarentegen te groot; de punt te digt bij dc Cf de Mérc'uriusstafbet teeken der munt te Utrechtonnaauwkeurig en gebrekkig. Wat de samenstel ling dier stukken betreft, deze bestaat uit loper, zink en nickel, overeenkomende met het zoogenaamde Neu-Silber.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1846 | | pagina 1