IV.» 86.
ZIERIKZEESCHE
DINGSDAG
A/» 1845.
COURANT.
28 OCTOBER.
Desturen en Administration.
Nien wstij dingen
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZJERIKZEE
daartoe aangezocht door de leden der Sociëteit onder de zinspreuk
tot Nut en Genoegenalhier gevestigd, brengen door deze ter
kennis van hel publiek
Dat voormelde Sociëteit zich heeft ten doel gesteld om de jaarlijks
alhier gehouden wordende Half-Vasle- of Paardenmarkt en Beesten
markt, door eene openbare tentoonstelling en veiling van paarden en
vee in belangrijkheid te doen toenemen en zoo mogelijk tot vroegeren
bloei te verheffen.
Dat het Stedelijk Bestuur dit voornemen wenscht te bevoi deren en
door alle bereikbaro middelen aan te moedigen zoowel in hel belang
van de veeteelt als in dat van vele daarvan afhankelijke bedrijven
en neringen.
Dat de aanstaande BEESTENMARKT te dezer Stede zal gehouden
worden op Donderdag den 13 November, en dat alsdan eene openbare
tentoonstelling en veiling zal plaats hebben van vee hetwelk men
van hier en elders zal gelieven aan te brengen waartoe alle vee
houders ten vriendelijkste worden uitgenoodigd en wel ten bepaalden
dage des morgens tien ure overmits de keuring ten elf ure een
aanvang nemen zal op de aloude staanplaats aan de Balie onder
behoorlijk toezigt van de Policie terwijl door voornoemde Sociëteit
zal worden gezorgd voor geschikte stalling en voeder voor dat vee
hetwelk van afgelegene plaatsen naar deze tentoonstelling en veiling
mogt worden aangevoerd buiten koste van de veehouders mits
daarvan drie dagen te voren worde kennis gegeven aan de Directie,
ten huize van den heer J. A. Mulock Houwer alhier.
Dat over al het op deze tentoonstelling aangcbragte vee eene keu
ring door deskundigen zal plaats hebben en ten gevolge daarvan
voor de best gekeurde melkkoe van Stads wege een prijs wordt
uitgeloofd vanf 13,
en voor de daaraanvolgende best gekeurde melkkoe van wege
de Sociëteit, eene premie vanf 10,
voor de best gekeurde tweejarige vaarsvan Stads wege een
prijs van f 7,
en voor de daaraanvolgende best gekeurde vaars van wege de
Sociëteit eene premie van f 5
welke prijzen en premiën in geld benevens getuigschriften aan de
bekroonde eigenaars van dat vee op de plaats zelve namens het
Stedelijk Bestuur zullen worden uitgereikt en eindelijk
Dat de leden van genoemde Sociëteit zich vleijen durven dat alle
veehouders in Stad en Land gaarne zullen medewerken aan bet
heilzame doel met zoodanige tentoonstelling in het belang van de
veeteelt beoogd en alzoo deze eerste proef op de aanstaande beesten
markt blijken dragen zal van algemeene belangstelling welke tot verdere
uitbreiding en toenemenden bloei voor volgende jaren strekken moge.
Zierikzeeden 23 October 1845.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
NELEMANS L P.
Ter ordonnantie
De Stads Secretaris,
W. J. P. KBOEF.
INSPECTIE OP DE VLOEDPLANKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZ.EE.
Gezien art. 40 van het Reglement van Policie in verband lot de
art. 8 en 9 van dat op de Vloedplanken voor deze Stad.
Hebben goedgevondeli te bepalen:
Dat op aanstaanden Vrijdag den 31 dezer maand, des middagseene
algemeene schouwing zal plaats hebben zoo op de Yloedplanken der
Stad als van de Ingezetenen.
Wordende een ieder bij deze aan zijne verpligting herinnerd om
de Vloedplanken alsdan gereed en in orde gesteld te houden op straf
van de bepaalde boete door de nalaligen te verbeuren.
En opdat niemand hiervan onwetend zij zal deze in de Stads
Courant worden geplaatst en omgeroepen terwijl zulks aan den
Stads Architect en den Commissaris van Policie tot handhaving zal
worden medegedeeld.
Gedaan ten Raadbuize der Stad Zierikzeeden 27 October 1845.
Burgemeéster en Wethouders voornoemd
NELEMANS, L. P.
Ter ordonnantie
De Stads Secretaris,
W. J. P. KROEF.
BRANDSCHOUWING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERfKZEE
verwittigen het publiek dal door heeren Brandmeesleren te dezer
Stede op Maandag den 3 November aanslaande een algemeene rond
gang zal geschieden, ten einde zich te overtuigen, dal al de Brand-
bluschmidde.leo bij de ingezetenen, overeenkomstig het Reglement,
aan te houden in goede orde aanwezig zijn, weshalve de ingezetenen
worden uitgenoodigd. om al derzelver bepaalde Brandbluschmiddelen
ten dage der inspectieschouwbaar voorhanden le hebben en be"
hoorlijk ten loon to stellen.
Zierikzee, den 27 October 1845.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
NELEMANS, L. P..
Ter ordonnantie
De Stads Secretaris
W. J. P. KROEF.
NEDERLANDEN.
's GRAVENHAGEden 23 October, II. K. H. mevrouw de
prinses Frederik der Nederlandenhenevens hare kinderen zijn op het
huis de Paauw aangekomen.
Men meldt uit Zevenbergendat Z. M. op een door den
wel eerw. heer R, O. Aittonaan hoogstdenzelven ingezonden exem
plaar van zijne leerrede en daarbij gevoegde missieve tot aanbeveling
van den nood der ongelukkigen na ingewonnen berigt van den heer
burgemeester aan de commissie tol leniging van de ramp de aan
zienlijke som van f 1500 heeft doen geworden.
Z. K. H. de prins van Oranje, bewoaen over het lot der slagt-
offers van het onheil bij gelegenheid van den vernielenden brand der
suiker-raffinaderij van de heeren Rupe Zoon, te Amsterdam hoeft
eene som van f 500 ter beschikking van den heer burgemeester dier
stad gesteld ten behoeve der gemelde slagloffers.
De minister van marine heeft ter kennisse van allo scheepvaren-
den en belanghebbenden gebragt dat in het vaarwater van de Kil naar
bet Bergsche Veld, dwars over de rivier, gezonken ligt eene zooge
naamde bovenlandsche aak, geladen met steenkolen waaruit de mast
geligt is, in eene diepte van 12 nederiandsche ellen met gewoon laag
water, op de merken: de lantaarn van Willemsdorp in den hoek
van de schuur van den postmeesier, en de lantaarn van Strijensas
een weinig in de hoornen van den Mariapolder, en dat mitsdien
scheepvarendenop die hoogte willende ankerendé vcreischle be
hoedzaamheid zullen behooren in acht te nemen.
Heden is het bronzen standbeeld van Willem den Zwijger uit
Parijs in deze residentie aangehragt; het zal spoedig, zoo men ver
neemt, op het reeds gereed zijnde voetstuk worden geplaatst.
Wij vernemen dat dezer dagen op particuliere aanvraag van
engelsche ingenieurs, tweeen twintig hollandsche landmeters naar dat
rijk vertrokken zijn ten einde opmetingen te doen ten behoeve der
aldaar geprojecteerde spoorwegen welker aantal zoodanig is toegeno
men dat er gebrek aan landmeters schijnt te bestaan. Volgens die
zelfde berigten worden de hierboven genoemde landmeters door vijf
tolken vergezeld.
Den 24. in de zitting van de tweede kamer der slaten-generaal
van heden is onder moeringekomen bet volgende ontwerp van
wet houdende maatregelen ter aanmoediging van den invoer vati
levensmiddelen
Wij WILLEM II enz.
Allen die deze zullen zien of hooren lezen salul! doen te weten:
Alzoo wij in overweging genomen hebben dat het wenschelijk is
om door gepaste maatregelen te gemoet te komen aan de nadeelen
welke de ongunstige uitslag van den aardappelen-oogst bier le lande
heeft teweeggehragt
En mede overwegende dat te dien einde geene andere maatregelen
behooren te worden vastgesteld dan die welke de strekking kunnen
hebben [om den invoer van levensmiddelen le bevorderen zonder do
vrije beweging van den handel te belemmeren
Gezien ons besluit van den 14 September 1845 [Staatsblad n.° 541
en tevens gelet op art. 2 van de wet van 19 Junij 1845 Staatsblad n.° 28).
Zoo is het, dat wij, den raad van state gehoord en met gemeen
overleg der staten-genoraal hebben goedgevonden en verstaan gelijk
wij goedvinden en verstaan bij deze
Art. 1De invoerregten op aardappelen gierst rijst boonen
erwten linzen gort grutten gepelde gerst en meelblijven tot
op den 1 Junij 1846, bepaald op bet bedrag bij art. 1 van ons be
sluit van 14 September 1845 Staatsblad n.° 54) vastgesteld, te
weten aardappelen 5 cents de 10 mudden gierst en rijst 1 cent de
100 ponden, boonen, erwten en linzen 10 cents het last, gort,
grutten en gepelde gerst f 3 en meel f 5 de 100 ponden.
Art. 2. De invoerregten op tarwe, rogge, boekweit, gerst, haver
en spelt worden, tot op 1 Junij 1846, bepaald op hel minimum,
voor ieder derzelve bij de wet van 29 Decemher 1835 Staatsblad
n.° 41) bepaald le weten op tarwe en gepelde spelt 25 cents op
rogge en boekweit 15 cents, op gerst 10 cents en op haver en onge
pelde spelt 5 cents hel mud.
Art. '3. Wij behouden ons voor, de invoerregten op de goederen,
in beide vorige artikelen opgenoemd nog verder le verminderen en
zelfs den geheel vrijen invoer van dezelve toe te laten tol op den
1 Junij 1846.
Art. 4. De tegenwoordige wet treedt in werking op den dag na
bare afkondiging.
Lasten en bevelen enz."
Bij dit ontwerp is gevoegd eene memorie van toelichting.