i*.0 83.
ZIERIKZEESCHE
VRIJDAG
A.° 1845.
COURANT.
17 OCTOBER.
Besturen en Administration.
Nieuwstijdingen
BE KE N D M A KING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE.
Gezien het besluit van Zijne Excellentie den heer Staatsraad Gou
verneur dezer Provincie, van den 15 September jl. [Provinciaalblad
n.° 96,) houdende aanschrijving tot openbare afkondiging der bepa
lingen van de artikelen 27 en 42 der wet op de Personele Belasting
van den 29 Maart 1833, [Staalsblad n.° 4,) betrekkelijk de belasting
naar tijdsgelang en de suppletoire aangifte.
Hebben goedgevonden
De In- en Opgezetenen te herinneren aan de bedoelde wetsbepalingen)
luidende als volgt
Artikel 27.
1. Zoo wanneer een perceel hetwelk op den 15 Mei niet in ge
bruik was, of ook een woonhuis, op hetzelfde tijdstip, enkel
en op den voet hij de laatste zinsnede van art. 26 2 bepaald
door eenen huisbewaarder bewoond zijnde gedurende den loop
des dienstjaars betrokken in gebruik genomen of van mobilair
voorzien wordt, zal de belasting, volgens de vier eerste grond
slagen naar de hierboven bepaalde regtendeswege moeten
Worden voldaan; doch slechts naar gelang van dat gedeelte des
dienstjaars, hetwelk op het tijdstip der in gebruikneming, be
trekking of meubelering overig blijft.
2. Ingeval de belastingschuldige, welke zoodanig perceel als hij
1 bedoeld aanvaardt in het dienstjaar bereids wegens een
ander perceel was aangeslagen en hij dit tot dien tijd toe door
hem gebruikte perceel verlaat met wegvoering van alle roerende
goederen hoe ook genaamd en zonder achterlating van huisbe
waarder of van andere personen in zijne dienst, zal hel bedrag
van den te zijnen name op het kohier gebragten aanslag voor
al de vier bedoelde grondslagen gezamenlijk en in evenredigheid
van het nog te verloopen tijdvakworden afgetrokken van dat
des, op den voet als boven te doenen aanslag, zonder dat,
indien deze aanslag minder bedraagt dan de vroegere er eenige
ontheffing zal kunnen worden gevorderd.
3. De uitbreiding, vermeerdering, verwisseling of aanschaffing
van belaslings-vóorwerpen der vier eerste grondslagen na 15
Mei, zal behalve in de gevallen, hij I en 2 hierboven ver
meld geen grond geven tot eenen nieuwen of verhoogden aan
slag in den loop des dienstjaars.
4. Ter zake van zoodanige voorwerpen der vijfde en zesde grondsla
gen als na 15 Mei in dienst of gebruik genomen of aangeschaft
worden zal de belasting naar gelang van den nog overigen tijd des
dienstjaars, zijn verschuldigd met dien verstande dat geene verwis
seling van dienstboden of paarden met andere waarvoor geene hoo-
gere regten verschuldigd zijn op zichzelve tot het nogmaals aanslaan
van denzelfden belastingschuldige zal kunnen aanleiding geven.
5. Het aanwenden tot belastbaar gebruik van zoodanige voor
werpen van de vijfde en zesde grondslagen als aanvankelijk lot
onbelastbare einden aangelegd of gebezigd waren zal met aan
schaffing worden gelijk gesteld, zoomede wat aangaat de paar
den derzelver geheel verlies van bet tweede viertal hunner
melktanden in den loop des jaars.
6. Naar gelang de omstandigheden eens belastingschuldige in den
loop des dienstjaars, met betrekking tot deszelfs voorwerpen van
de vijfde en zesde grondslagen veranderen, zulks, dat volgens
de tarieven van art. 17 en 21, de opklimming der belasting
ten zijnen aanzien toepasselijk zoude worden zalwegens de
dienstboden en paarden aanvankelijk gehouden die verhooging
voor den nog overigen tijd des dienstjaars zijn verschuldigd.
Deze bepaling is mede van toepassing met betrekking tot de
paarden bij het opkomen van de omstandigheden aan het
einde van 7 van art. 20 vermeld.
7. Paarden, bij verschillende personen of gezinnen in gebruik,
zullen ingeval die gelijktijdig voor een en hetzelfde rijtuig wor
den gespannen, hem, die zulks doet, of wel den eigenaar of
gebruiker des rijtuigs, ter zake van het grooter aantal paarden,
hetwelk door hem alzoo mogt zijn gebezigd dan waren aange
geven mede aan de opklimming der belasting naar 6 doen
onderwerpen.
8. Hooger belastbaar gebruik van dienst- en werkboden of paar
denaanvankelijk minder belastbaar, zal de verpligting lot eene
evenredige verhooging der belasting voor den nog overigen lijd
des dienstjaars ten gevolge hebben.
9. De tijd waarover de belasting loopt zal in betrekking tot al
de grondslagen, worden berekend hij vierendeelen jaars op het
dienstjaar overschietende, zonder dat een vierendeel jaars zal
kunnen worden gesplitst, en zullen als vierendeelen jaars worden
beschouwd de tijdvakken aanvangende met primo Mei primo
Augustus, primo November en primo Februorij.
Artikel 42.
De zaodanigen welke, door eenige. der omstandigheden voor
zien bij art. 27, in den loop des jaars komen te vallen onder
de toepassing van het aldaar bepaalde zulten alvorens en naar
gelang van hel ontstaan dier omstandigheden en op de boete
bij art. 35 en 39 vastgesteld verpligt zijn tot hel indienen van
behoorlijke aangiften deswege in voege als hij art. 30 voorge
schreven zullende zij daarvoor een biljet ter invulling bij den
Ontvanger kunnen hekomen.
En zullen de vorenstaande wetsbepalingen door openbare afkondi
ging en bekendmaking in de Stads Courant worden gebragl ter kennis
van het publiek, ten einde een ieder zich dien overeenkomstig gedrage.
Zierikzeeden 15 October 1845.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE CRANE vt..
Ter ordonnantie
De Stads Secretaris
W. I. P. KKOEF.
FRANKRIJK.
PARIJS den 12 October. De regering heeft thans de bij haar
onlvangene officiële rapporten over de ramp die de kolonne van den
kolonel de Monlagnac op de grenzen van Marocco geleden heeft
openhaar gemaakt. Het blijkt daaruit dat werkelijk van de kolonne
van ruim 400 man waarmede deze bevelhebber uit Djemmóa-
Ghazaouat was uitgetrokken slechts 14 soldaten die plaats weder
hebben bereiktwelke meerendeels in zoodanigen toestand van ont
steltenis en uitputting verkeerden dat zij te naauwernood ecnig
verslag omtrent het met hen voorgevallene konden geven. Er blijft
dan ook over de wijs, waarop de kolonel in de hinderlaag is gelokt,
die voor hem en voor zijne volgelingen zoo noodlottig is geweest,
eenige onzekerheid heerschen. Alleen weel men thans dat aan
Ahd-el-Kadcr zijne overwinning te gemakkelijker is gevallen omdat
de kleine afdeeling Franschen toen zij overrompeld werd in ver
van elkander verwijderde benden voortrukle. Abd-el-Kader moet bij
dat gevecht 3000 ruiters hebben aangevoerd terwijl het aftrekkend
overschot der verdelgde kolonne later nog met 5- of 6000 Kabyleu
heeft te kampen gehad. Intusschen heeft men reden om te voor
onderstellen dat niet al de Franschen gesneuveld of dadelijk omge
komen zijn. Men rekent dat omstreeks 50 hunner levend in handen
des vijands gevallen zijn. Welk lot aan deze ongelukkigcn is te beurt
gevallen is nog onbekend. Eindelijk laat zich uit het thans open
baar gemaakte afleiden dat de opstand der inlandsche volksstammen
tegen de Franschen in den omtrek van Tlemecen reeds vóór do
.overwinning van Abd-el-Kader, Wij algemeen was.
NEDERLANDEN.
's GRAVENHAGE den 14 October. Z M. de koning is gisteren
uit Tilburg in deze residentie teruggekeerd.
Z. M. heeft II. zalurdag vergezeld van hoogstdeszelfs adjudant
den majoor Merites, te Vught en Cromvoirt de vestingwerken in
oogenschouw genomen.
H. M. de koningin is heden van hoogstderzelver reize naar
Weimar, in de.ze hofstad teruggekeerd.
Ten gevolge van een op last des konings ingesteld onderzoek
omtrent de producten en voorwerpen vatbaar om de artikelen van
uitvoer uit Japan naar Nederland te vermeerderen is thans ont
vangen eene verzameling van japansche voortbrengselen van nijverheid
en van eenige producten van dat land geheel ruw of door eeno
eenvoudige toebereiding verkregen.
De koning gelast hebbende dat deze verzameling zou worden ten
toongesteld zoo is door z. exc. den minister van koloniën kennis
gegeven dat die tentoonstelling ten voordeele der armen zal plaats
hebben te Leiden van den 20 dezer tot den 5 November aanslaande,
in het locaal op het Rapenburg waar zich 's rijks verzameling van
japansche zeldzaamheden bevindt van des voormiddags ten 10 tot
des namiddags ten 4 ure.
GEMENGDE BINNEN-EN BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
De Slaats-Courant van zalurdag II. behelst eenige uit Gelderland mede
gedeelde denkbeelden omtrent de, wijze waarop de voorhandene aardap
pelen het best tegen bederf zouden kunnen bewaard worden. Volgens
berigt uit Gelderland zal de provinciale geldleening van f 200,000
geen voortgang hebben en er hij gevolg geen renteloos voorschot aan de
gemeentebesturen worden verstrekt. De gemeenten moeten uit eigens
middelen zelve in de behoeften voorzien zonder dat het rijk of de pro
vincie tusschen heide komen. Er worden te Rotterdam veie ladingen
aardappelen aangevoerd uil de hooge Rijnstreken (boven de pruissischs
grenzen tot waar de uitvoer verboden is). Deze aardappelen worden
gretig tot f 4 de mud in het groot verkocht en zijn van hooge bergstre
ken alwaar geene sporen van ziekte bespeurd zijn. Men zal van daar
ook winteraardappelen zenden voor wier during men hoopt te kunnen
instaan. De toevoer van allerlei graan- en peulvruchten is alleraanzieu-
lijkst. De uitvoer var. aardappelen is inede verboden uit Nassau, Ba
den Beijeren en Hanover. Er f)lijft nu niets meerder over dan Hessen-
Darmsladt doch van daar zal spoedig het verbod volgen. In Hanover
is levens eene tijdelijke opheffing van hel inkomende regt op graan peul
vruchten ooftg.riesmeel rijst enz. verordend geworden. De uitvoer
uil Finland, niet alleen van greenen en dennen balken van alle grootte,
maar ook van limmer- en lattenhout, is van af den 9 September jl. ver
boden. Te Munchen zal binnen kort eene gymnastische school voor
meisjes opgerigt worden. Men hoopt langs dien weg en met. dat middel
de schuine rigting der vrouwelijke jeugd in haren loop te stremmen.
De regering van Beijeren heefthij ministeriële aanschrijving uit het ka
binet van hinnenlandsche zaken het gebruik der stalen pennen voor en
hij officiële staatsstukken verboden, Dezer dagen is in de duitsche stad
Marburg het opperhoofd van eene herdoopers-gerneenle gevat. Men
zeidedat hij verscheidene volwassene personen in de vallei van de Lahn
herdoopt had. De policie-dienarcn vonden bemterwijl hij in zijn huis