ZIERIE.ZEESCHE ■$Li DINGSDAG 12 AUGUSTUS. Nieuwstijdingen. N.« 64. A.o 1845. COURANT. GROOT-BRITTANNIEN. LONDEN, den 6 Augustus. Z. M. den koning der Nederlanden heeft eergisteren zijn voorgenomen afscheidsbezoek bij H. M. de koningin en prins Albert gebragten is in den avond te Londen teruggekeerd. Laatstleden zaturdag morgen werd de voormalige serjant bij de fuseliers der schotsche lijfwachtmet name Rayner die den tegen- woordigen koning der Nederlandentoen hij bij Waterloo gewond ■wasuit het gevecht hielp dragen dien monarch voorgestelden ontving uit zijne hand een belangrijk aandenken. De revue in hyde park, die den 2 dezer had moeten plaats hebben, was toen, om het ongunstig weder, tot maandag uitgesteld, en is dien dag gehouden. Duizenden waren derwaarts gestroomd en had den tot hooge prijzen plaatsen genomen om dit militaire schouw spel bij te wonen. De hertog ran Wellington en verscheiden opper- oflicieren wachtten den. koning der Nederlanden op, die tegen 11 ure, vergezeld van prins George van Cambridge en eenige stafofficie ren het park te paard binnenreed en de uniform van engelsch veldmaarschalk droeg. Een en twintig eereschoten verkondigden zijne komst en de muzijk van al de daar geschaarde rcgemenlen deed het Wilhelmuslied en daarna het God save the Queen hooren. De revue duurde ruim 2 uren waarna Z. M. vergezeld door den her tog van Wellingtonden prins van Cambridge en een talrijken slaf, onder het luid gejuich der menigte, hyde park weder verliet, na zijne bewondering over de juiste en vlugge uitvoering van de bewe gingen der troepen betuigd te hebben. NEDERLANDEN. 'sGKAVENHAGE, den 10 Augustus. Z. M. de koning is gisteren namiddag van zijne reis naar Engeland in deze residentie teruggekeerd. Het stoomschip Cycloop, waarmede Z. M. gisteren morgen ten 10 ure te Hellevoetsluis is aangekomen had de overvaart van Woolwich der waarts in 16'/a 'uur volbragt. Z. It. II. de prins van Oranje was den koning tot Hellevoetsluis te gemoet gereisd. Men verneemt, dat de raadkamer van de arronilissements-regt- bank to 's Gravenhage den redacteur van een der OoijcvaarsP. A. de Haas, Jz. naar de openbare teregtzitting van die regtbank op dén 15 dezer verwezen heeft ter zake van hoon en laster tegen Z. M. koning Willem II, en wijlen Z. M. kouing Willem Fr ede tikgraaf van Nassau, Volgens de Leidsche Courant, heeft de wel eerwaarde heer Verweyde, predikant bij de Prolestantsche gemeente ie Smyrna her waarts berigt gezonden dat ook hel kerkgebouw dier gemeente door den grooten brand aldaar vernield isen roept hij naardien de middelen tot ophouw ontbrekende christelijke liefdadigheid zijner landgenooten in voor eene der oudste en merkwaardigste christen kerken eeno der 7 gemeenten van Klein-Azie, tot welko (Openb. II vs. lOn.) gezegd is: <iVreest geen der dingen die gij lijden zult." Do uitgever der leidsche Courant heiast zich gaarne met de ontvangst en overmaking naar Amsterdam van hetgene men daar ter slede tot dat einde zou willen afzonderen. GEMENGDE BINNEN- EN BUlTENLANDSCIIE BEBIGTEN. Volgens geloofwaardige opgaven zijn aan het londensche tolkantoor in de jl. 5 jaren van 50- a GO,000 oude schilderijen de inkomende reg- ten betaald geworden. Dus gemiddeld, jaarlijks 10- a 12,000 stuks die alleen in Londen ingevoerd werden. Duitsche reizigersdie uit China terugkeeren hangen eene treurige schilderij op van den handels toestand in dat rijk alles stroomde in de hoop op groote geldwinslen naar die gewesten henen doch bittere teleurstelling was daarvan bet gevolg groole voorraden van europesche artikelen lagen opgestapeld zonder koopers te vinden. Eerlang zullen te Exeter (Engeland) 7 zee- roovers en moordenaars ter dood worden gebragt. Dezer dagen zijn bedenkelijke scheuren ontdekt in den koepel van den S.'-Pieterskerk te Bome zoodat men zeer zware ijzeren handen beeft moeten aanleggen om verdere ontzettingen te verhoeden. In vroegere eeuwen heeft men reeds aan dat gebouw zijne toevlugt tot dergelijk hulpmiddel moeten nemen. Berigten uit Suriname van den 29 Junij melden dat be halve de Schepen Susanna Maria en Noord-Hollandook de Anionic en Eugenie aan boord hebbendo 15 huisgezinnen, te zamen uitmakende 125 kolonisten, onder geleide van den eerw. heer van den Brandhoff tlit Nederland op de rivier Saraniacca was aangekomen. Naar men uit Berlijn verneemt, zal de bouw van den nieuwen dom weder voor eenen geruimen tijd verschoven worden aangezien de koning van Pruissen verklaard heeftdat hij het niet met zijn geweten zou kunnen overeen brengen in dit jaar, in hetwelk de pruissische staat met verwoestende overstroomingen en andere ongelukken is bezocht geworden zulk een kostbaar werk aan te vangen. De koning en de koningin van Pruissen doen thans eene reis langs den Bijn en zijn den 7 dezer te Kleef aange komen. Door eene ontploffing van gaz hebben 29 menschen en 2 paarden, in eene kolenmijn te Crombach in het engelsch prinsdom Wallis, den 2 dezer bet leven verloren. In Spanje blijft nog altijd sterke gisting heerschenen dagelijks komen berigten aangaande de ontdekking van nieuwe zamenzweringen in. Van Yarmouth schrijft men den 4 dezer: Het schip Johanna, kapitein T. Moullon, van Ant werpen naar Londen en geladen met 60 vaten zink circa 8000 onge maakte geweer- en, 740 stuks pisloolladen is den 2 dezer, op ongeveer 20 mijlen afstands van Ylissingen na in een hevigen storm den mast verloren te hebben van het volk verlaten geworden dat gered en alhier angehragt is. (Het vaartuig is, naar vroegere meldingte Hellevoet sluis binnengebragt.) Te Londen is een schip aangekomen van de Azo- rische-Eilanden bevracht met aardappelen. Deze aardappelen zijn me liger bevonden dan de origelscheen als deze eerste proeve van invoer gelukt, zal men te Londen eene maand vroeger dan anders nieuwe aardappelen kunnen hebben. Men leest in een onzer dagbladen ten aanzien der treurige be rigten wegens de mislukking der te velde staande aardappelende bedenking of het niet goed ware - of liever of het niet voor lang reeds tijd ware - goede gezonde vrucht voor zaad uil Amerika te doen komen, liever als in bespiegelingen te treden over de oorzaak van do kwijning van het gewas? - Over de jaarlijks toenemende verbastering dier vrucht is reeds lang geklaagd vooral In andere landen en men houdt den invoer van nieuw jeugdig zaad voor het eenige middel om verderen achteruitgang te voorkomen. In de londensche Times van den 5 Augustus vindt men nadere en belangwekkende bijzonderheden wegens de redding van diegenen der schipbreukelingen van den nederlandschen oosl-indievaarder.bin Hendrik, kapitein Eickclberg, omtrent wier lot men eerst in de laatste dagen iets naders vernomen heeft. Men zal zich uit vroegere berigten her inneren dat dit schip op den 29 Mei jl. bij de S.'-Paulus-rotsen niet verre van de linie verongelukt is dat de kapitein en de man schap toen met uitzondering van 4 personen die verdronken zijn door middel van de sloep eene dier harre rotsen bereikt en daardoor het leven gered hebben doch slechts een zeer geringen voorraad levensmiddelen van het wrak hebben kunnen opvisschen dat den 1 Junij de opperstuurman met 5 personen van het scheepsvolk de rots hebben verlaten om een in het gezigt gekomen schip zoo mogelijk te bereiken en dat den 3 Junij do kapitein met 7 man der equipage door het engelsche schip Chance opgenomen en behouden in Engeland aangebragt zijn. Die geredden hadden echter het verdriet gehad van een deel hunner lotgenooten op de rots te moeten achterlaten daar de sloepen van de Chance door tegenwind en hevigen stroom belet waren geworden om (fe rots op nieuw te naderen, en de grootmoe dige kapitein van dal engelsche schip, na 6 of 7 dagen in den om trek van de S.'-l'aulus-rotsen te hebben gekruistgenoodzaakt was geweest, om zijne reis voort te zetten. Die achtergeblevenen be stonden uit II personen waaronder de scheepsdoctor en de tweed-e stuurman P. Zeeman. Deze beide laalsten hadden toer. de kapitein Eickelberg geweigerd had de rots te verlaten vóór dat zijne overige equipage gered was hem overgehaald om met de sloep van de Chance te vertrekken en daar hij wegens bekomene wonden niet gaan kon hem zeiven daarheen vervoerd. Daar er maar al te veel reden was om le vreezen dat zij met de overige 9 achtergeblevenen van gebrek zouden zijn omgekomen merkte men in een vroeger berigt teregt aan dat hunne zelfopoffering een heter lot verdiend had. Thans blijkt, dat geheel het 111al door twee engelsche schepen gered is, en dat 5 hunner waaronder de tweede stuurman Zeeman zich reeds voor eenige dagen te Londen bevonden. Uit liet verhaal van dezen laalsten nu deelt de Times liet volgende mede «Nadat kapitein Eickclberg de rots verlaten had verwachlteden da overgeblevene schipbreukelingen dat door den kapitein van de Chance allo mogelijke pogingen zouden worden gedaan om ook hen af te halen. Zij bemerkten echter spoedig, dal de wind eene rigting had die het schip van hen moest verwijderen en loen steeds diezelfde wind bleef waaijen deden zij onder de leiding van den scheepsdoctor do door hunnen noodlottigen toestand vereischte stappen. De rots waarop zij waren werd bevonden omstreeks eene halve mijl in omtrek to hebben. Men vond er overvloed van gevogelte maar nergens was eenig drinkwater te ontdekken. Geen ander vleesch dan een kleinen voorraad spek hadden zij gered. Zij gebruikten dit als aas om met tot vischhoeken verhogene spijkers visch te vangen die in den omtrek der rots zeer overvloedig was. 's Nachts gingen zij uit om de hier voor komende vogels eene soort van eenden te dooden en over dag om eijeren le zoeken, Er was eene soort van krabben op de ruts, welker scharen zij uitzogen om hunnen dorst le stillen. In de eerste dagen konden zij hun voedsel koken op een vuur van het aangespoelde hout van het wrak, doch die voorraad was spoedig uitgeput. Door in hetzee water fijn geslooten houtskool te mengen trachtten zij dit van zoutdeelen te zuiveren en drinkbaar te maken; maar het mogl hun niet gelukken. Om de grooto hitte op het midden van den dag le ontgaan hieven zij van 11 tot 3 ure met een groot deel van het lijf in zee. Onder zulke omstandigheden hieven zij 8 dagen voortleven tot dal zij bijna allen door eene zwelling der lippen en van.de long werden aangetast, alsmede door duizelingen, die hen 2 dagen lang nagenoeg voor alles ongevoelig maak ten. De scheepsdoctor was reeds vroeger in dien toestand geweest, welke het gevolg was van hel gemis van drinkwater. Op den tienden dag hadden zij het geluk dal er eenige regenvlagen vielen. Otn dit water op te vangenbedden zij reeds vroeger een geborgen zeil uitge spannen in het midden waarvan zij een gal hadden gemaakt en waar onder zij een ton plaatsten. Uit met eene zeer spaarzame hand uitge deelde drinkwater gaf aan allen de verlorene krachten gedeeltelijk terug. Tot den 15 Junij hieven zij in dien toestand toen de Eliza, kapitein Snellte Liverpool le huis behoorende en op Sidney handelende, in het gezigt der rots kwam. De schipbreukelingen lieten eene nederlandsche vlag waaijen die gelukkiglijk door eenige manschappen van de Eliza, werd opgemerkt waarop van dat schip twee sloepen werden uitgezet, die al de schipbreukelingen opnamen en aan boord hragten. Zij werden door den kapitein uitstekend goed behandeld doch hadden zoo veel ge leden dat men in de eerste 10 dagen aan het herstel van verscheidenen hunner wanhoopte. Niet lang nog waren zij aan boord van de Eliza, toen ds kapitein vreezende drinkwater te kort te zullen komen en een

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1845 | | pagina 1