M
ZIERIRZEESCHE
COURANT,
DINGSDAG
15 JULI J.
Nieuwstijdingen*
N.o 56.
ip/..
A.0 1845.
NEDERLANDEN.
's GRAVENHAGE (len 13 Julij. Gisteren middag is >i. met
een' extra spoortrein rtaar Amsterdam en van daar ten 2'/, ure met
een' extra trein naar Utrecht vertrokken Zich naar So'esldijk bege
vende van waar hoogstdezelve héden avond Wórdt terugverwacht.
Men verzekert dat 's konings reize naar Engeland weldra zal
plaats hebben en dat z. exc. de minister Band hoogsldenzelven
derwaarts zal vergezellen.
De Staats-Courant bevestigt het reeds van elders ontvangen
berigt dat de heer J. II. graaf van Bech teren tot Appel ternlid van
de tweede kamer der slalen-génefaal voormalig gouverneur der pro
vincie Overijssel in den vroegen morgen van den 9 dezer na eene
kortstondige ongesteldheid overleden is, welk belangrijk en treurig
sterfgeval op het buitengoed van den graaf Ijsselvli'él, nabij Zwolle
beeft plaats gehad. Men weet dat de nu overleden volksvertegenwoor
diger een der 9 voorstellers en ijverigste verdedigers der grondwets
herziening was. De Arnkemsche Kamper en Vlissingsche Couranten
sluiten het berigt wegens dit sterfgeval in rouwranden en doen het
Van eene korte lofrede op den ijver des afgestorvenen voor de belan
gen des volks, naar zijne zienswijze, vergezeld gaan.
Men meldt uit Keulen van den 10 dezer: Naar wij zoo even
Vernomen hebben heeft de mildheid des keizers van Oostenrijk ter
gunste van den keulschen dombouW eene schitterende nabootsing ge-
Vonden. De koning der Nederlanden namelijk heeft zoo even aan
de keuiscbe domboüw-vereeniging 1000 llorijnen ten geschenke ge
maakt en zoo is dan de koning-groothertog de eerste duitsche
bondsvorst die op eene zoo waardige en grootmoedige wijze het
Voorbeeld des keizers gevolgd heeft.
GEMENGDE BlNNEN- EN BÜITENLANDSCHË BERIGTEN.
Té Koningsbergen is des avonds van den 4 dezer in eene der voorste
den brand uitgebarsten, waardoor 1-1 graanpakhuizen met den zich
daarin bevindenden voorraad, vernield zijn. Ook een der bolwerken is
door de vlammen verleerd geworden maar het beursgebouw hetwelk
groot gevaar liep nog behouden gebleven. Blijkens eene statistieke
'opgave bedraagt het aantal matigheids-genootschappen in DuitSchland
800. en dat der leden aldaar ongeveer 700,000. Daarvan zijn er in
Prnissen 500,000 in Hanover 55,000 en in Oldenburg 27,892.
Thans zijn ook bij hel russische leger de geweren met percussie-sloten
ingevoerd. De heer Gulllanmolwelke als bewindhebber naar de
bclgische kolonie Gualimala is gezonden doch van daar is teruggekeerd
beeft het bestuur van het genootschap der kolonisatie voor eene som van
25,000 fr, welke bij beweert dat aan hem verschuldigd is, in regten
betrokken. De Staats-Courant deelt, op ingekomen verzoek, Oen
Stuk medevan de tweede klasse van het koninklijk nede'rlandsch insti
tuut afkomstig, en betrekkelijk op de hier te lande beerschehde gewoonte
tier gedurige herhaling van titels in brieven waardoor de briefstijl be
lemmerd én alle losheid en gemakkelijkheid daaruit verbannen wordt,
Ecnigen lijd geleden heeft dé koningin der Eranschcn aan Z. H. de paus
eene prachtige pauselijke kroon ter waarde van honderd duizend franks
ten geschenke gezonden en dit geschenk met een' eigenhondigen brief
Vergezeld doen gaan. Thans is van den paus eeh zeer vleijendé brief van
dankbetuiging aan H. M terug ontvangen. De toestand van Ierland
begint zorgwekkend te worden de tijdingen van daar zijn niet dan ramp-
Verhalen de moorden die er elkander als Onafgebroken opvolgen Ver-
Vullen dat ongelukkig land met angst en afschuw eene onbekende magt
schijnt een schrikbewind te hebben ingesteld. Te Gork is de botsing
tusschen de landlieden en de poïicie reeds zoo Deftig geweest, dat er ge
bruik van schietgeweer gemaakt heeft moeien worden en 8 lijken op de
plaats zijn blijven liggen. Br zijn in den loop der vorige week weder
14 nieuwe spoorweg-Ontwerpen te Londen in bet licht verschenen. On
der deze is een geprojecteerde spoorweg in engelsch Guyana namelijk
van Demerary naar Berliice over Essequebö. Zoo lang ook zelfs de
oudsten in België zich kiinhert herinneren heeft de oogst nog himmer
zfio schoon geslaan als dit jaar hoofdzakelijk die van het graan voor
Vvelken het vooruilzigt, teh gevolge van het zoo langdurig ongunstige
weder zoo verontrustend was geweest. Te Lissabon heeft gedurende
de geheele maand Junij Bene vobr dit jaargetijde ongemeen sterke koude
geheerscht. Vijftien jaren geleden telde men te Parijs naauwelijks
15,000 rijtuigen thans is dit getal tot bijna 75,000 aangegroeid waar
onder 400 omnibussen Ijetiöören die dagelijks de straten der hoofdstad
doorkruisen. In Brussel wordt de gratis bezigtiging vah een dwergje,
nog kleiner dan de beroemde Tom Pouceaangekondigd welke laatstge
noemde dwerg voor den regter van instructie heeft moeten verschijnen
om getuigenis af te leggen ter zake van een jegens hem gepleegden dief
stal.
Van Hellevoetsluis wordt het volgende gemeid Dén 9 dezerom
streeks 5 ure namiddag, arriveerde ter reede alhier het nederloudsch
koopvaardij-fregalschip Oud-Nederlandkapt. B. H. Kuypervan
Bataviamet een diepgang van 5 el 70 duim en werd geloodsd
door den loodsman ïsak Visser, hehoorende tot het loodswezen van
Goedereede eri Maas. Dit zal den handel in bet algemeen in het
oogloopende zijn, die, zoo als wenschelijk is, daaruit voordeel zal
weten te trekken.
Uit Groningen meldt men van den 10 dezer: Donderdag en maan
dag heeft de hitte alhier eene buitengewone hoogte bereikt, Op goed
geplaatste thermometers in den landhuishoudkundigen tuin alhier,
téekende de thermometer donderdag den 3 dezér, des namiddags ten
2 urè87°. Fahr. en maandag den 7 dezerdes namiddags ten 2
ure, 91'/s°. Fahr. Meer dan eens is de hitte dit jaar reeds grooter
geweest dan in 1844: toen was de warmste dag 85°. Fahr. Wij
vernemen dat door de hitte van jl. maandag onderscheidene boeren
arbeiderswelke op bet land Werkzaam waren, bewusteloos neérge-
vallen zijn en dal velen het werk hebben moeten staken. Bij Adorp
is dien dag een der arbeiders Van den landbouwer Hendrik Alberts
Brakeltnct name Picter Oraties van Dehlen, daaronder bezweken,
zoodat men hem levenloos op het land heeft gevonden. Te Wetsing
en Sauvert moet die hitte insgelijks den dood van een' boerenarbei
der, die op het land bezig was geweest, veroorzaakt hebben. De
bode van de Pekela op Wihscboten Abraham Westers is in de na
bijheid van laatstgenoemde plaats bewusteloos neórgevallen en spoe
dig nadat men hóm gevonden had overleden. Ook verkeert een der
postboden van Groningen op Delfzijl thans nog in een' gevaarlijken
toestand, ten gevolge der hitte, Welke donderdag geheerscht heeft,
terwijl dien dag ook een der arbeiders van H. L. NieuWenhuiste
Godlinze Zoodanig door de hitte werd aangetast dat hij reeds des
hachts is overleden. Gelukkig was die hitte van korten duur, want
reeds dingsdag morgen was bet weder merkelijk bekoeld en hadden
wij dien dag tot op heden hij gedurig betrokken luchtafwisselend
eeh' rhildeh en verfrisschend'en regen.
Een der wakers op den spoorweg nabij Bordeaux die zich als in
hinderlaag op het spoor had hedergevlcid om een waakzaam oog op
IWee hem verdacht voorkomende personen te houden maar dia
daarbij verzuimde ook een waakzaam oog op de aankomst van den
trein te vestigen is zulks hijster slecht hekomen. Door de hitte van
den dag afgemat, was hij in slaap gevallen zoodat ook de boos-
d'oenders die hij betrappen wilde weinig van hem te duchten hadden
eèn hevige pijn doel beha eensklaps ontwaken de wagens waren hem
over deh voel gegaan en hadden hem de téenen verplet. Hij is naar
het gasthuis vervoerd.
Een te Meehen (Belgle) gebeurd zeer ohgelukkig Voorval toont op
nieuw, dat men met alle schietgeweer, al is liet geen Vuurwapen,
uiterst viiorziglig inoet wezen. Men was er II. maartdag bezig met
den handboog naar den Vogel Ie schieten toert een der nederkomende
pijlen een 8jnrig kind np het hoofd trof, door den schedel drong
en er in bleef steken. Het kind dat nog een oogenblik overeind
bleef staan', viel vervolgens in flaauwte op den grond. Geneeskun
digen schoten toe do pijl werd voorziglig uit dé wond gehaald ea
daar de hersens zei ven niet gekwetst zijn hoopt men den armen knaap
Sn het leveh te behouden.
Men leest in de fransche dagbladen het verhaal eener schrikkelijke
Vervolging Van ern' arabischen stam door fransche troepen in het
aigerijnsche. Omstreeks 1000 mensrhc» waren in eene grot gevlugt.
De troepen bragten brandbare stoffen daarvoor zarnenstaken er de
Vlam in en nu kwamen al de ongelukkigen ih het hol doör den
rook en de vlammen om. Over dezen gruwel zijn inlichtingen in do
kamer gevraagd en de ministers hebben verklaard dal zij het ge
beurdeindien het werkelijk zoo had plaats gehad, ten sterkste
afkeurdeti.
De aard van het landbouwend bedrijf brehgt medé dat zijne vor
deringen niet Schielijk zijn echter zijn aan velé oorden verbeteringen
op te merken en begint men reeds behoefte aan wetenschappelijke
kennis van den iandboüw te gevoelen. Welk een veld zoude de
kanalisatie van de drentsche en overijsselsche veenen van de gelder-
Sciie vallei van de peel in Noord-Braband en de afdamming van het
Sine den landbouw en der binnenvaart niet openen. Nog bieden
aanzienlijke slroomen dezelfde voordcelen voor onzen koophandel aan
onze schoone koopvaardijvloot mag de roem der zeeën genoemd wor
den en in welken korten tijd zagen wij haar niet ontslaan.
De schielijke ontwikkeling onzer weverijen en de oprigting van
onderscheidene daarmede verbondene folirijken en andere industriële
etablissementen hebben genoeg bewezen dat het onze natie nog
niet aan geschiktheid of lust voor fahrijknrbeid onthreekt.
Wij bezitten in het eiland Java de schoonste bezitting van de
wereld cultuur en bevolking en een daaruit voortvloeijend meerder
verbruik van nederlandsche waren kunnen onbepaald toenemen
zoowel in dien tuin Van het Oosten als op dien uilgebreiden groep
Van eilanden, die dén Indischen Archipel vormen en welke riog on
eindig rijk in velerlei grondstoffen en voortbrengselen zijti welka
men tot heden niet benuttigt en gedeeltelijk nog niet kent. Voor de
wcst-indische volkplantingen schijnt te gelijk eene nieuwe toekomst
voorbereid Ie worden nu hel verderfelijk en onchristelijk stelsel van
eonen landbouw door slaven gedreven ten ondergang snelt.
Hel onthreekt ons evenmin aan de noodige kapitalen, en schaarsch
zal men hij eenig volk hij hetwelk zoo vele kapitalen aanwezig zijn
zulk eene gelukkige verdeeling van den rijkdom aantreffen waarvan
onze gegoede burgerstand die zoowel op de dorpen hoe afgelegen
ook als in de grootste steden gevonden wordt én die de afguhst
van den vreemde Opwekt, ten bewijze, strekt. Er is oizoo bij ons
hierdoor tusschen verschillende standen een band. Het nut vari zulk
eene evenredige verdeeling der kapitalen ligt daarin dat niet alleen
de stoffelijke genietingen en de hulpmiddelen tot geestbeschaving aan
theerderen ten deel vallen maar dat de nijverheid zich niet op enkele
punten Zamentrekten de kapitalen op het afgezonderd hcidedorp of