ZIERIKZEESCHE COURANT, N.° 53. VRIJDAG A.0 1845. Besturen en Administratiën. iVieuws t ij d iny en. 4 JULIJ. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad Z1ERIKZEE maken bekend dat het kohier der Personele Belasting, n.° 1 van de wijken A en B van deze Stad over het loopende dienstjaar op den 27 Junij jongstledrn door Zijne Excellentie den heer Staatsraad Gouverneur dezer Provincie is executoir verklaard en op heden gesteld wordt in handen van den heer Ontvanger der Directe Belastingen te dezer Slede ten fine van invordering wordende de belastingschul digen mitsdien uitgenoodigd om hunne aanslagen getrouwelijk inge volge de wet te voldoen. Zierikzeeden 2 Julij 1845. Burgemeester en Wethouders voornoemd NELEMANS L. P., Ter ordonnantie J. BOEIJE Lid van den Baad L. S. De PLAATSELIJKE SCHOOL-COMM1SSIE dezer Stad maakt hiermede hekend dal de j 11 arlijkscho PROMOTIE en PRIJSUIT- PEELIXG aan de Leerlingen op het Instituut van den Heer W. Top Wz. eerstkomenden Zaturdag den 5 dezervoormiddag, ten 11 ure in de Luthersche Kerk alhier zal plaats hebben bij welke gelegenheid door eenige verdienstelijke Jongelingen die het Instituut verlaten afscheidsreden zullen gehouden worden, Zij noo- digt hiermede tevens allen die in opvoeding en onderwijs belang stellen uit om genoemde pleglighoid wel met hunne tegenwoordig heid te willen vereeren. Zierikzeeden 1 Julij 1845. De Plaatselijke School-Commissie voornoemd P. J. ANDRE2E Secretaris. GROOT-BRITTANNIEN. LONDEN den 28 Junij. Men verneemt dat Z. M. de koning der Nederlanden voornemens is met een aanzienlijk gevolg Engeland te bezoeken, en dat hoogstdeszelfs verblijf denkelijk 2 of 3 weken duren zal. Bereids wordt in Mivarts hótel alhier, hetwelk Z. M. meermalen betrok tijdens hij nog prins van Oranje was alles lot zijne ontvangst in gereedheid gebragt. De juiste dag iter overkomst is nog niet hekend maar zij zal denkelijk in de eerste dagen van Julij plaats hebben. NEDERLANDEN. 's GRAVENHAGE den 1 Julij. Men verzekert dat de heer Hinlopen, in Zeeland die dit jaar als lid van de tweede kamer der stalen-genernal moet aftreden aan de staten zijner provincie zoude verzocht hebben bij de te doene keus niet meer in aanmerking te komen. HH. KK. IIH. prins en prinses Frederilc der Nederlanden met hunne dochter, prinses Louise, alsmede prins Karei van Pruissen zijn den 15 dezer, aan boord van het stoomschip Kamschallea, van Stettin te Cronstadt gearriveerd en hebben zich onverwijld naar S.'-Petersburg verder begeven. De Staals-Couranl van heden deelt mede den hoofdzakelijken inhoud der redevoering door zijne excellentie den minister van bui- tenlatidsche zaken, uitgesproken in de avondzitting van den 18 Junij ter verdediging van de begrooting van zijn departementover de jaren 1846 en 1847. Wij nemen daaruit het volgende over Het gebeurde te Turin edel mogende heeren is van dien aard dat het te wenschen geweest ware, deszelfs behandeling alhier te kunnen vermijden. Dat gebeurde ontleent deszelfs belang aan het dierbaarst kleinood dat wij bezitten aan het edelst pand dat ons kan worden toevertrouwd namelijk aan den godsdienst. Innig verwant alzoo met elks bijzondere overtuiging voert het een iegelijk die aan die overtuiging gehecht is onweerstaanbaar naar hel niet volkomen onzijdig standpunt zijner gods dienstige gezindheidom dézeware liet nood met nadruk Ie verdedigen. En zal men het mij dan ten kwade duiden, indien ik zeer gewensobt heb, deze zaak met stilzwijgen te mogen voorbijgaan daar toch verschillende gezindheden in deze kamer belijders tellen op wie mijne reden geenen gelijken invloed kan uitoefenen zoo het mij ook al mogt gelukken alles te vermijden wat die onderscheidene overtuigingen zou kunnen kwetsen en tevens genoeg te doen ter bevrediging der vorderingen van anderen. Dan aangezien de wensch naar inlichting zoo veelvuldig door u edel mogenden is herhaald en geene andere dan de gezegde reden mij van deszelfs vervulling terughoudt, zal ik, gesterkt door hoogere toestem ming, aan dien wensch trachten te voldoen in de hoop dat mijne in lichtingen zullen kunnen strekken tot geruststelling van uwen loffelijken ijver voor de eer der kroon en voor de bescherming van hare onderdanen. De zaak is kostelijk deze Een Nederlander, voor weinige dagen nog de werkelijke vertegen woordiger des konings die onbezorgd vertoefde le midden eener bevol king waaronder hij gedurende 14 jaren leefde en door welke hij steeds met achting was behandeld die pas vereerd inet hooge gunstbewijzen in dezon de bekrachtiging mogt zien der vleijende onderscheiding waar mede de koning, bij wien hij afgevaardigd geweest was hem te allen tijde had vereerd die Nederlander verloor op het onverwachtst een min derjarig kind door deszelfs vrijwillig verlaten der ouderlijke woning en het inkeeren in een klooster alwaar hul weinige dagen later den reeds beleden godsdienst zijner vaderen afzwoer om tot de Roomsch-Katho- lijke kerk over te gaan. Ofschoon de kennis van al de bijzonderheden welke het geheel dezer treurige gebeurtenis omvatten inderdaad noodig zou zijn om haar mei juistheid le heoordeelen en het gedrag der daarin van beider zijde be trokkene personen met onpartijdigheid te schatten zou echter de ver melding dier bijzonderheden mij te verre voeren maar de slotsom is dat do bedoelde Nederlander in zijne dierbaarste belangen is gekrenkt zonder dat de immuniteiten van een gewezen gezant hem daarvan hebben kunnen vrijwaren of hem daarvoor herstel hebben kunnen verschaffen zonder dat de ernstige vertoogen namens zijnen souverein daartegen ingebragt eenige verandering hebben kunnen uitwerken want vau stonden aan - ik kan dit plegtig verzekeren - is deze aangelegenheid niet slechts door 's konings gezant le Turin, naar behooren ter harte genomenmaar is zij ook hier met de meeste belangstelling en zorg on derzocht. Het werd echter al spoedig meer en meer duidelijk, dat cene gewenschte voldoening niet kori worden bereikt omdat hier eenig en alleen eene inagt gehandeld heefttegen welke de sardinische regering, naar hare eigene verklaring, niets vermogt. Deze gebeurtenis toch is geenszins het werk dier regering of van sar dinische onderdanen gebonden aan internationale of burgerlijke weiten maar zij is het werk eener rnagtdie in Sardinië hare eigene wetgeving en bijzondere region heeft, die in vele opziglenboven den koning en de regering is verheven die aan dezen dan ook geene rekenschap ver schuldigd is van hetgeen zij in haren erkenden werkkring verrigl ik bedoel do aldaar bestaande geestelijke magl de voorregten der Rooinsch- Katholijke kerk en de onschendbaarheid van hare dienaren zich uit strekkende tot huiten hare kerken en gestichten. In het koningrijk van Sardinië is deze kerk de hecrschende de kerk van den slaat met uitsluiting van alle andere die niet dan onder, uit drukkelijke vergunning toegelaten worden en wier bestaan aldaar zich dus ook niet zonder moeijelijkheden handhaven kan. Noch in de klagt over liet voorgevallene hij deze regering ingediend noch in de. berigten toen en nader daarover ingewonnen koinl het ge ringste blijk of bewijs voor dat eenig burgerlijk persoon in de verwijde ring van hel kind was betrokken en het is niet gebleken door wiens tusschenkoinst of op welke wijs aangevangen en gevoerd zijn de onder handelingen welke tusschen den aartsbisschop van Turin en de vlug- lelinge hebben plaats gehad en die geleid hebben lot het verstrekken van een herkenningstecken onder den vorm van een uitgesneden stuk papier waardoor de toegang tol een vooraf aangewezen klooster werd verzekerd. Dit feit is het eenige dal uit de loedragl der zaak van de andere zijde hekend geworden is, en wel door de mondelinge mededee- ling van den aartsbisschop zeiven aan den vaderwaarin deze hooge geestelijke de redenen opgegeven heeft die hem tot zoodanige handeling hebben bewogen. Wat intusschen ook hiervan zij zekpr is het dal door den hijzonde ren aard der omstandigheden alle gewone beschouwingen hare kracht immers alle gewone middelen hunne werking moesten verliezen. De sardinische regering heeft dan ook in hare verklaringen zich daarop be roepen zij heeft zich onvermogend verklaard om 'tusschen beiden te treilen onvermogend om het kind tot den vader te doen terugkeeren onvermogend om den aartsbisschop in het minst te bemoeijelijken. En vraagt men welken waarborg vinden vreemdelingen in een zoo danig rijk? Het antwoord is, denzelfden maar ook geenen grooteren waarborg, dan dien de inboorling er geniet. Dat die waarborg met onza begrippen en wenschen weinig of niet strooktdoet niets ter zako ge noeg is het dat eene andere regtsbedeeling van geene regering kan ge- eischt worden don zoodanige, waartoe de wel haar magtigt en den slaat die zijne onderdanen naar dal rijk zendt mag hel niet heigen, wanneer hij in hunne personen de ongelegenheden ondervindt die de kennis van 's lands staatsregeling kan doen voorzien. Nu moge een ieder voor zich van uit het standpunt waarvan ik vroeger sprak de handeling van den voormelden kerkvoogd henordeelen naar zijne bijzon dere gezindheid uit het oog mag men niet verliezen dat hij handelde naar regtenverpligtingen en inzigten welke de sardinische regering bij traktaten met den Heiligen Stoel aangegaan heeft erkend eti welker handhaving zij heeft beloofd. Volgens de verzekering door die regering gegeven schrijven de wetten zijner kerk hem voor, om zonder aanzien van burgerlijke minderjarig heid geen andersdenkende af te wijzen die bet verlangen te kennen geeft tot haar over te paan en verbieden die wetten hem evenzeer den genen uil te leveren die met dat voornemen in eene kerk of in een geestelijk gesticht toevlugt zoekt. Heeft de aartsbisschop dus de eerste openingen van hot wankelende kind uitgelokt of aangenomen heeft Ilij tot ontvluglen aangemoedigd hij handelde, zegt men, naar zijn' pi ïglen was deswege aan zijne wereldlijke overheid geene verantwoording schuldig gelijk hij tevens naar zijn' pligl zou gehandeld hebben door bot opgenomen kind niet weder uit te leveren maar onder zijne bescherming te houden in het klooster waarin hij het trouwens volkomen tegen elko poging tot be vrijding zeker wistdaar toch de onschendbaarheid van dat toevluglsoord voldoende was, om de wereldlijke magl gebiedend van deszelfs drempel te verwijderen terwijl overigens de spoedig gevolgde overgang van het kind lot de andere kerk alle voldoening aan den eisck des vaders, om namelijk hetzelve terug te bekomen alvorens het van godsdienst zou ver anderd zijn onmogelijk en elk overleg tot deszelfs bevrijding weldra doelloos heeft gemaakt. Grootvoorwaaris het onderscheid tusschen zoodanige staatsregeling en die waaronder wij leven maar wij hebben haar niet le heoordeelen en het is voor ons afdoende, dat zij zoo en niet anders bestaat, en dat zij nog onlangs is bekrachtigd door het jongste sardinische wetboek

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1845 | | pagina 1