Zeetijdingen.
71/.
6 V.
Advertentiën.
i J De Notaris J. P. van BORRENDAM zal, ten verzoeke van
zijnen principaal, op Dirtgsdég den 17 Junij 1845, 's mid-
dags ten, 12 ure, vóór bet na te meiden Gebouw publiek presen-
teren te verknopen
die zij, volgens art. 114 der grondwet, badden. Maar zij Lebben
zich niet bepaald bij veranderingen of bijvoegselen in de grondwet
tnaar de geheele grondwet wil nten herzien in al bare deelen ver
anderen en vernieuwen in al bare beginselen en grondslagen.
De regering kan hier het stilzwijgen niet bewaren en onverschillig
den uitslag der beraadslagingen eenvoudig verbeiden zonder haar
gevoelen te doen kennen. Zij mag dit niet, ofschoon de loop der
beraadslagingen zou doen vooronderstellen dat het voorstel de goed
keuring der meerderheid in deze kamer niet zal verwerven. Neen
de regering zou oordeelen verkeerd te handelen met niet in deze
openbare vergadering waar het eene verandering geldt van ons
staatsregt waarop ons geheel maatschappelijk bestaan is gegrond
vest openlijk voor haar gevoelen uit te komen. Zij zou anders aan
de vervulling van eene eerste verpligting te kort doen en hare
eigene waardigheid verloochenen.
Z. exc. herinnert, wat nopens veranderingen in de grondwets-
instcllingen in het rapport nopens de grondwet van 1814 is gezegd
en aan de bepalingen der grondwet nopens do bijvoegselen veran
deringen en uitleggingen. De noodzakelijkheid daartoe zou bij eene
wet moeten verklaard worden en de verandering of bijvoeging zelve
duidelijk aangewezen en uitgedrukt worden. Z. exc. herinnert ook
de woorden van de commissie tot herziening in 1815. De commissie
begreep dat er groote nuttigheid was in het behouden van een mid
del om de veranderingen ingeval van gebiedende noodzakelijkheid
te kunnen verkrijgen zonder gevaar te loopen tot alle verkeerde
nieuwigheden te vervallen. Van daar de vordering om de noodza
kelijkheid te verklaren bij de wet. De commissie ging uit van het
beginseldat haar werk even als elk ander menschelijk werk ver
beterd moest kunnen worden docb zij wilde alleen als verbetering
erkennen wat de ondervinding als nuttig en noodzakelijk zou aanbe
velen. En vooral wilde zij weren het nemen van proeven waarvan
de uilkomsten niet te berekenen zijn. En te regt heeft zij dat alles
gewild want de ondervinding heeft geleerd dat die grondwetten
die enkel uit vormen bestaan loutere bespiegelingen behelzen óp-
houden grondwetten te zijn. Men heeft dan wijsselijk maatregelen
van voorzigtigheid nopens het brengen van veranderingen in de
staatsregeling gemaakt. De koning gelijk de leden der vertegen-
xvoordiging zijn door hunnen eed aan de naleving van de opgemelde
regelen gebonden. De vraag is dus alleen bestaat er noodzakelijk
heid tot het maken van de voorgestelde veranderingen?
Z. exc. moet verklaren dat de regering de overtuiging van de
noodzakelijkheid niet deelt om over te gaan tot de vernieuwing van
het staatsverdrag, of tot de opneming daarin van geheel andere be- ;j
ginselen dan de bestaande. Na al hetgeen daaromtrent gedurende de be
raadslagingen is bijgebraglzal dit niet behoeven toegelicht te worden.
De regering heeft ook de overtuiging niet dat uit de voorstellen j
die gedaan zijn-, bezuinigingen zouden voortvloeijen. Z. exc. zegt
dat het echter het tooyerwoord van bezuinigingen is geweest en het j
uilzigt op vermindering van lasten die zoo velen hebben overge
haald tot het teekenen van verzoekschriften voor eene herziening der
grondwet. De regering heeft daarbij wel moeten letten op de' om
standigheden die de pogingen tot het bekomen vari ondorteekeningen
vergezellen zij was verpligt het oog daarop te boudèn. Niemand
van hun ed. mog. zal de noodzakelijkheid daarvan betwisten. Maar
z. exc. ontkent ten stelligstedat de regering de vrijheid van ver
zoeken in bet minste zou belemmerd hebben. Dat de procureurs
generaal een waakzaam oog gehouden hebben is overeenkomstig hun
ambt doch daarom zijn zij geene verspiedersdaarom wilde men de
vrijheid der ingezetenen niet verkorten. Noch bij zijn noch bij
egnig ander departement is in dien zin gehandeld.
Bij het gemis van de overtuiging, der noodzakelijkheid van de her
ziening der grondwet, zal t. exc. niet in bet breede behoeven te
onderzoeken de strekking en den inhoud van bet voorstel op zich zelf.
Wierd het aangenomen, dan zouden al onze instellingen die Sedert
ruim 30 jaren bestaan worden losgemaakt en weggenomen. Jaren
zouden tot den opbouw van de nieuwe worden vereischt. De neder-
landsche staat zou worden behandeld of hij voor het eerst zijn be
slaan verkreeg. Al wat met onze zeden en begrippen overeenkomt
zal worden vervangen, of door nieuwe, of door niet goedgekende
theoriën van buiten onder geheel andere omstandigheden daargesteld.
De reglstreekscbe verkiezingen bieden gevaren aan en bezwaren
die niet te ontkennen zijn. De regering toont dat zij het bestaande
kiesstelselzoo veel mogelijk wil verbeteren.
Aan de koninklijke magt zou haar prerogatief worden ontnomen,
door tallooze zaken aan de wetgeving te onderwerpen. Eene beden
kelijke vermeerdering van magt zou worden overgedragen vooral aan
de tweede kamer. De wetgeving en het geldelijk beheer der kolo
niën zou aan de kamers overgaan. Opperbestuur provinciaal be
stuur beheer van den waterstaat de regterlijke magten wat niet
al zou alles aan nieuwe proeven onderworpen worden of eene nog
onbekende gedaante erlangen. Op die wijs zouden alle beginselen van
het nederlandsche staatsregt worden vernietigd. Daartoe bestaat geene
noodzakelijkheid vooral niet omdat het nieuwigheden kan gelden
waartegen de commissie nopens de grondwet in haar rapport waarschuwt.
Velen van hun ed. mog. deelen het gevoelen dat het initiatief in
dezen door de regering moest worden genomen.
Indien de regering de overtuiging van de noodzakelijkheid der her
ziening had, dan had zij zeker een voorslag gedaan.
Z. exc. herhaalt de regering ziet de noodzakelijkheid daarvan
niet in maar zij wil daarom niet betwisten, dat er omstandigheden
kunnen ontstaan, om van de vrijheid, die art. 227 laatte kunnen
en te moeten gebruik maken. De tijd verandert en wijzigt alles
zegt te regt onze grondwetgever. Reeds in 1843 beeft de koning
in hoogstdeszelfs antwoord gezegd dat Z. M. al de belangen des
lands bleef gadeslaan dat Z. M. op zijnen tijd datgene daarvoor zou
doen wat zijne overtuiging hem als geschikt en noodzakelijk deed
beschouwen voor de bevordering van 'slands welzijn.
Dat blijft de uitdrukking van Z.' M.' gevoelens, die niets vuriger
begeert die dienovereenkomstig bandelen zal.
Tot die verklaring zijn 's konings ministers gemagtigden dit is
de overtuiging die zij allen deelen.
Z. exc. geeft de adviserende stem aan de kamer om de ontwer
pen te weigeren.
LÏ- maandag nacht is in een hótel garni te Londen xvaar ver
scheiden voorname familiën vertoefden een brand ontstaan dio het
noodlottig gevolg gehad beeft, dat de eigenaar van hetzelve, zijne
27jarige dochter eene andere dame die er met hare dochter logeerde,
ks eene minne' bij eene andere familie dienendedaarbij zijn om
gekomen. De dochter van den eigenaar is op straat gevallen en
verpletterddoordien zij in den reddings-toestel willende treden
misstapte de drie overigen zijn verstikt of verbrand. Het ongeluk
was veroorzaakt, doordien eene juffer, mede in het hótel wonende,
de gordijnen van haar bed onvoorzigielijk in brand gestoken had.
ZIERIKZEE den 3 Junij. Als eene zeldzaamheid in dit jaarge
tijde kan gemeld worden dat jl. zafurdag 'hij Brouwershaven
zijn gezien 10 vogels bekend onder den naam van deenen noord
waarts koers houdende.
BROUWERSHAVEN den 2 Junij. BinnengekomenPrinses So
phia kapt. J. H. Pennewesselvan Batavia naar Rotterdam, en
Biesboschkapt. P. M. Vogelsang, van Batavia haar Dordrecht.
Les ignorants calomnient leur siècle, paree e/tiils ne se
doulent pas.des anciens désordres.
Het voorstel tot herziening der grondwet door negen leden der
tweede kamer van de staten generaal gedaan zal niet verder in
overweging worden genomenvolgens besluit dier kamer van den
30 Mei ,jl.moeten wij ons als Nederlanders als vrienden van vorst
en vaderlandals burgers van den staat, daarover verblijden of be
droeven
Ik geloof, dat men tot rust en wezenlijk geluk der maatschappij
geene bepalingen der wét en voornamelijk der grondwet mag véran
deren dan indien zij volkomen opgeschikt, zijn geworden en het langer
bëhoudeiï derzelve onvermijdelijke nadeelën zoude medebrengen dan
eerst gebruikt een voorzigtig heelmeester het mes, dan eerst snijdt
hij een lid van het ligchaam af, wanneer hij de heeling der wonde
volstrekt ondoenlijk achtzoo ook met dé bepalihgèn eenèr wet en
voornamelijk eener grondwetzij mogen niet ligtzinnig weggeworpen,
door andere vervangen worden, zij zijn eerwaardig geworden door
den ouderdom, zij zijn aan het volk 'bekend zij zijn ingeweven in
de gewoonten van hetzelve, zij slaan in verhand met artdere wetten;
'iederè verandering heeft daarom groote moeijélijkheid en mijnes erach-
tens zijn de bepalingen van art. 227 en volgende der grondwet van
diegenen, die het eerst verandering zouden behoeven(wat ik in een
volgend artikel zal pogen te betoogen daar zij het in overweging
nemen van veranderingen te gemakkelijk toestaan. Ik ben met den
heer-minister van justitie van oordeel, dat zoo al sommige bepalin
gen van de grondwetin het voorstel aangeduid zouden kunnen
veranderd worden dan toch de verandering van hel meerendeel der-
i2hlve niet door de noodzakelijkheid aangedrongen wordt en ik
aarzel derhalven niette verklaren dat wij reden hebben om ons te
verheugen dat de herziening der grondwet niet langer een twistappel
zal wezen lusscben de regering en de tweede kameren deze laat
ste gelegenheid zal krijgen hare gewigtige nog hangende en te ver
wachten werkzaamheden te voleindigen, te meer, uithoofde wrj ons
niet kunnen beklagen geene staatkundige vrijheden en groote voor-
regten te bezitten boven andere volken. IngezondenP. V. A.
ZETTING van het BROOD te ZIERIKZEE.
Prijs der Granen per mudde:
Tarwe f 7,75. Rogge f 5,00.
hoooste prijzen van het brood i
Bel fijn Witbrood kost
33'cents, 1 pd. 0 one. 0 ld. 0 wt.
17 0 5 0 0 v
8'/i 0 2 5 0
Bet grof Wit- en zoogenaamd
Franschbrood kost
30-- cents 1 pd. 0 one. 0 ld. 0 wt.
15
0 5
0 2
0 0
5 0
Bet grof Tarwenlrood kost
18 cents 1 pd. O ouc. O ld. 0 wt.
9 0 5 0 w 0
4',/j 0 2 5 0
13
3
Bet Roggenbrood kost:
cents 1 pd. 0 one. 0 ld. 0 wl.
0
0
0 0
5 0
Bel Masleluinebrood kost:
15'/s cents 1 pd. 0 one. 0 ld., 0 wt.
8 0 5 0 0
4 0 2 5 j> 0
Gedaan bij de Commissie der Broodzetting te Zierikzee den 31
Mei 1845. li. W. ub JONGE v.\
De Secretaris
H. J. BERG.
Heden overleed alhier, lot onze diepe droefheid, ons leeder-
geliefd tweede Zoontje PIETER na een langdurig lijden
van acht maanden aan de gevolgen van waterzucht in den ouder
dom van bijna zeven jaren. W."1 SL1ERENDRECHT.
Zierikzee, M. SLIERENDRECHT
dei» 1 Junij 1845. geboren NeErhoUT.
Er wordt gevraagd; 1000a 1 200 GULDEN tegen sicure-
teit, 5 procent interest en bij aflossing niet minder dan f 100
's jaars adresmet franco briefjesonder letl. B aan de Uitgevers dezes,
f Een WOONHUIS en ERVE, staande en gelegen aan de zuidzijde
van de Meelslraat, te Zierikzee, gemerkt lefter B, n.° 63, kadaster
sectie A n.° 435,
ÏFlTT KEKS EL.
Bij Vonnis van de Arrondissements-Regtbank te Zierikzee, in dato
den acht en twmtigsten Januarij achttien honderd vijf en veertig,
bij verstek gewezen in debet aldaar hij den Ontvanger K. W. de
Jonge geregistreerd mitsgaders overeenkomstig de voorschriften der
wet heteekendis hét huwelijk tusschen CORNELIA JACOMIJNA
BAKKER, Particuliere, wonende te Zierikzee, Huisvrouw van CENT
van SCHELVEN als Eischeresseen denzelven haren Man CENT
van SCHELVEN van beroep Broodbakkers-Knecht thans wonende
te. Brouwershaven, als gedaagde, verklaard te zijn ontbonden, en
daarbij tevens de Scheiding van Goederen uitgesproken.
Zierikzee, den 10 Maart 1845.
H. A. van IJSSELSTEIJN Procureur.
IS zierikzee bij be web. A. be vos en zoon stabs drukkers.