Zeetijdingen. uldvertentiën. waar zij liggen te rotten en eene verpesting verspreiden die niet lelden van de verschrikkelijkste gevolgen is. Deze roofgierige sprinkhanen zijn veel grooter dan die welke de zuidelijke slreeken van Europa van tijd tot tijd bezoeken. Zij zijn S of 6 duim lang en eenen vinger dik. lïun kop gelijkt op dien van een' paard en hun groote mond heeft van boven en van onderen 4 snijtanden, die zich schaarsgewijze kruisen en hen al, waar zij smaak in vinden met de grootste gemakkelijkheid doen afsnijden en fijn malen. EEN GIERIGAARD. (historische mededf.eling.) George P., een onbemiddeld edelman schraapte door woeker allengskens aanzienlijke geldsommen bijeen. Hij leefde van zijne schul den aren die hij viijtig plagt te bezoeken om hij hen maaltijd te houden. Aan zijne kinderen onttrok hij hijkans alle ondersteuning en was door zijne zuinigheid oorzaak dat zij hem dikwijls bestolen. Door een toeval op het spoor der daders gebragtvervolgde hij ze van nu af aan met den onverzoenlijksten haatterwijl hij van zijnen schoonzoon hijzonderen afkeer hod, die aan zijne kinderen den dief stal had gemakkelijk gemaakt. Korten tijd daarna overviel hem eene heete koorts en benam hem het leven. In deze ziekte konde men hom naauwelijks overreden om eenen geestelijke te laten roepen daar hij niet wihlo gelooven dat hij zoude sterven. De ondervinding leert, dat de gierigaard hel meest onwillig is om de wereld te verlaten. De zieleherder vvas voorloopig onderrigt geworden van den wrok dien de oude man jegens zijne kindoren voedde, en hij vroeg daarom den patient, of hij vergiffenis wilde schenken voor de heleedigingen die hem aangedaan waren. Hij beaamde deze vraag in het algemeen toen echter de geestelijke de bijzonderheden aanvoerde, en zijne vraag op de kinderen en den schoonzoon wilde toepassen, riep hij in woede uit «Neen aan deze kan ik geen vergiffenis schenken." Zoo zeer was de haat wegens het ontvreemde geld hij hein ingeworteld. De geestelijke, door deze uitdrukking getroffen, liet den lijder eene poos stil liggen tot dat zijne door de herinnering aan het gestolene op gewekte gramschap iets zoude bedaard zijn. Later vroeg hij hem Gij moet zeker door uwe kinderen schrikkelijk beleedigd zijn gewor den, dut gij u met ben niet wilt verzoenen." «O ja," antwoordde de vrek, «en ik kan het nimmer vergeten!" «Maar toch wel ver geven?" «In alle eeuwigheid niet." «En nogtans wilt gij van God vergiffenis erlangen voor uwe zonden - De geestelijke deed hem nog andere vermaningen en bragt hem zoo tot stilzwijgen. Daar hij echter ontwaarde dat noch godsdienstige vermaningen noch de schrik des naderenden doods iets op hem vermogtenzocht hij hem bij zijne zwakke zijde aan te vatten om hem op deze wijs lot verzoening te bewegen en zoo bereikte bij ook werkelijk zijn doel. Hij liet in stilto de kinderen het ziekbed naderen en hunnen bcleedigden vader vergeving vragen. Toen de oude man hen zag voegde hij hun toe: «Wilt gij mij ook nog mijn laatste levensuur verbitteren?" Vergeefs omvatten zij zijne knieën, vergeefs kusten zij hem de handen, hij bleef onverbiddelijk. - De schrandere geestelijke nam nu het middel ie haat dat hij had uitgedacht; hij trok partij voor den vader tegen de kinderen hield hun in deszelfs tegenwoordigheid het schandelijke hunner gedragingen voor oogen en verklaarde, dat hun vader regt had wanneer hij zijnen kinderen hunne zonde niet onvoorwaardelijk wilde kwijtschelden; «een dief," zeide hij, «moet de schade vergoe den en zijne schuld betalen wanneer hij wil dat hem zijn misdrijf worde kwijtgescholden; gevolgelijk wanneer zij hunnen vader bestolen hadden dan moesten zij hein billijkerwijze het gestolene terug bren gen of vergoeden, en dan eerst mogten zij aanspraak maken op de vergiffenis hunner misslagen." Dit voorstel beviel den ouden man bovenmate, men bragt hem hel gestolene geld terug, waardoor zijne ziel tot rust werd gebragt. Hij verzoende zichnadat men zijne hebzucht bevredigd had met zijne kinderen en stierf den volgenden dag. M. Wagner Anthropologic. BROUWERSHAVEN, den 25 Mei. Binnengekomen: India, kapt. D. Keus van Batavia naar Rotterdam. PROGRAMMA van het ZEEUWSCH GENOOTSCHAP der WETENSCHAPPEN. [Vervolg.) Verder is door het Genootschap goedgevonden de volgende vijf nieuwe prijsvragen uit te schrijven I. Daar in vroegeren tijd de Armen-verzorging in Nederland meest aan de kerkelijke gemeenten in lateren tijd meer aan de bur gerlijke besturen opgedragen werd zoo wordt gevraagd In hoeverre behoort hier te lande de zorg voor en hel bestuur over de Armen aan de kerkelijke gemeente, in hoeverre aan het burgerlijk bestuur? op welke gronden berusten beider pligt en regten hoe worden dezelve juist omschreven Men verlangtdat bij de beantwoording dezer vraag zoowel de beginselen eener gezonde staatkunde en staathuishoudkundeals ook de aard en het belang der Christelijke gemeente - in de onder scheidene kerk-genootschappen - en niet minder het tijdelijk en zedelijk welzijn der Armen zelve worden in aanmerking genomen. IE Daar de ongewervelde dieren die aan de zeeuwsche kusten in zee voorkomen slechts ten deele uil de nasporingen van Bas- ter Sladber en Bomsie bekend zijn verlangt het Genootschap: Eene naauwkeurige opgaaf der aldaar levende schaaldieren (crustacea) en ringwormen (annulata) waarbij tevens de door deze schrijvers reeds vermelde vormenzoo veel mogelijknader toegelicht en lot de tegenwoordig aangenomene genera der heden- daagsclie Zoölogen herleid moeten worden. HE Eene ml echte - liefst onuitgegevene stukken vervaardigde geschie denis van de eene of andere zeeuwsche stad. Slechts sommige steden dezer provincie hebben hare geschiedschrijvers gevonden, in andere zijn zelfs merkwaardige archieven ongebruikt gebleven of maar ten deele gebezigd. IV. Welke zijn de verdiensten der Nederlanders omtrent de studie der clasmkt oudheid T Onder Nederlanders wil men ook de zoodanigen begrepen hebben die, ofschoon.in Nederland niet geboren daar echter hunne vorming ontvangen althans gebloeid hebben. V. Welke grondsoorten zijn er in de provincie Zeeland, die kunnen geacht worden geschikt te zijn lot grondstoffen (inatière première) voor Fabrijken De termijn voor de inzending van de antwoorden op alle de boven gemelde vragen met uitzondering echter van die op de Botanische vraag betrekkelijk het eerste district der provincie Zeeland, hij welke de tijd reeds hoven werd aangegeven is gesteld tot aan 1 October 1846, onder uitloving der gouden medaille, hij voldoende beantwoor ding zoowel der hij herhaling als der voor het eerst uijgcschrevene prijsvragen. De schrijvers die naar den prijs dingen worden verzocht hunne namen niet hij de antwoorden te stellen maar die met eene spreuk te onderschrijven en er hij te voegen een verzegeld briefjedezelfde spreuk ten opschrift hebbende waarin hunne namen en woonplaatsen gemeld zijn.voorts hunne verhandelingen in goed leesbaar schrift in de nederduitsehe taal of ook in de latijnsche fransche of hoogduitsche met romeinsclie letters (naardien het met hoogduitsche karakters en onduidelijk geschrevene niet in aanmerking gebragt wordt) vracht vrij en met eene andere hand dan de hunne geschreven te zenden aan den Secretaris des Genootschaps J. BonsiusTheol. Doet. en Predikant hij de Ned. Herv. Gemeente te Middelburg. Hel zal aan een ieder zonder eenige uitzondering vrijstaan op alle de voorgestelde vragen naar den prijs te dingen zelfs aan de Directeuren en Leden van dit Genootschap; doch ten aanzien van de beide laatstgemclden onder deze voorwaarde, dat zij niets op hunne verhandelingeu en biljetten zullen plaatsen waaruit blijken kan dat zij in de eene of andere betrekking tot dit Genootschap behooren. Niemand wiens verhandeling bekroond wordtzal vrijheid hebben om dezelve hetzij geheel hetzij ten deele afzonderlijk te doen drukken of in eenig ander werk uit te geven zonder voorafgaande kennis geving aan en bewilliging van deze Maatschappij. Het Genootschap behoudt aan zich het regt, om naar goedvinden tot nut van het algemeen gebruik te maken van al de toegezondena antwooiden en dezelve ofschoon daaraan de prijs niet toegewezen wordtgeheel of ten deele onder deszelfs verhandelingen te doen drukken, met hijvoeging der zinspreuken door de schrijvers gebruikt of met uitdrukking van hunne namen indien zij daartoe verzocht wordende dezelve gelieven bekend te maken. Ook zal het Genootschap gaarne ontvangen alle zoodanige stukken welke aan hetzelve, door wien het ook zijn moge, worden toege zonden behelzende eenige nieuwe uitvindingen of verbeteringen van oude waarnemingen over onderscheidene takken van wetensciiap en wat meer tot derzelver opheldering en uitbreidiug zou kunnen strekken. Het Genootschap herinnert den huilen deze provincie wonende Leden hunne verpligting oin ten minste alle C jaren eene verhande ling in te zenden en verzoekt tevens ieder Directeur en Lid om ter zijnpr nagedachtenis, hetzij in zijn leven, hetzij hij zijnen dood, eenige medaille eenigerhande zeldzaamheid of eenig belangrijk voor werp ter aanvulling en versiering van het kabinetof ook eenig hooggeschat boekwerk voor de Bibliotheek ten geschenke te geven wordende zoodanige aanbiedingen of erfinakingen met een erkentelijk gevoel hoogelijk gewaardeerd als proeven van belangstellende wel willendheid. (In deze algemeene vergadering is onder meerdere, tot gewoon lid benoemd, de heer H. Goemans Med. en art. obst. Doet. en Lid der Sted. Commissie van Geneeskundig toezigt te Zierikzee.) Getrouwd C. van DIJK Onderwijzer Neuzen en den 24 Mei 1845. P. A. SCHRAM. Algemeene kennisgeving. Bij den ondergeteekende zijn voor de 196'1' Koninklijke Ned. Loterij te bekomen Beele en Gedeelten van LOTEN in Koop en Huur; Prijs-Courant. De Trekking der Eerste Klasse begint op Maandag den 23 Junij 1845. Zierikzee, den 27 Mei 1845. J. OCHTMAN. De ondergeteekende berigt dat zijn WINKEL bestaande in Lakens Duffels Broekstoffen Baaijen Flanellen Vestestoffen en andere Manufacturen is geopend in eene der Locaien van het Gebouw, genaamd CATSBURGalwaar ook tevens het vak van KLEEDERMAKEN in het groot wordt uitgeoefend als mede Uitrustingen voor Oost- en West-indiën voorhanden zijn. Terwijl met de aanstaande Brouwershavensche Ilermis (schoon het Gebouw nog niet geheel voltooid is,) eene ZAAL tot ontvangst van het Publiek zal zijn iugerigl en zoo veel ter veraangenaming zal worden bijgedragen als doenlijk is. Hij beveelt zich lot dat einde in de gunst van allen die hem met hun vertrouwen gelieven te vefeeren. Brouwershaven, den 26 Mei 1845. L. HARTONG, J.r UIT DE RAND TE KOOP, een WOONHUIS met daarbij zijnde kapitale Schuren, MeslputplaatsBoomgaard en Moesgrond gelegen in de Hooge Molenstraat te Zierikzeewaarbij tevens te Pachten is, zes a acht bunders KOORN- en WESLAND; kunnende een gedeelte der koopsom ais eerste hypotheek op het te verkoopene gevestigd blijven. Te bevragen bij D. van der Vliet, Do Fluitist J. (1. YLEDDER gewezen Rweekeling van het Instituut voor Blinden te Amsterdam, zal de eer hebben heden (Dingsdag) avond te geven SOIREE MUS1CALE ten huize van den Heer A. P. de Looze aanvang ten 71/, ure. te zierikzee bij be wed. a. de vos en zoon stads drukkers.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1845 | | pagina 2