ZIERIKZEESCHE COURANT. 1V.° 40. DINGSDAG A.° 1845. 20 MEI. Nieuwstijdingen. NEDERLANDEN. 's GRAVENHAGE den 17 Mei. HH. KK. HH. de prins en de prinses Frederik der Nederlanden en hoogstderzelver kinderen de prinses Louisa en prins Willem, zijn gisteren namiddag, van Amsterdam in deze residentie teruggekeerd. Naar men verneemt zal Z. M. de koning reeds morgen (zondag) avond weder de hoofdstad verlaten, terwijl het vertrek van H. M. de koningin en van de overige leden van het koninklijk gezin op maandag schijnt bepaald te zijn. Gedurende het verblijf van het hof te Amsterdam worden door hetzelve vele inrigtingen en publieke vermakelijkheden bezocht alwaar overal de doorluchtige gasten met de levendigste geestdrift begroet worden. Heden morgen heeft H. K. H. de kroonprinses langs de spoorweg een toglje naar Utrecht gedaan. Bij koninklijk besluit van den 16 April 1845, zijn de heeren J. de Jong en j. H. van Haleren, As., benoemd geworden, re- spectivelijk tot genees- heel- en vroedmeester en tot hoofd-onder- wijzer bij de inrigting van kolonisatie in Suriname. De tweede kamer der staten-generaal zal aanstaanden dingsdag hare werkzaamheden hervallen. De beraadslagingen over de voor stellen tot herziening der grondwet worden eerlang te gemoet gezien. GEMENGDE BINNEN- EN BUITENLANDSCHE BERIGTEN. De beriglen uit Algerie, van de eerste dagen dezer maand Mei, spreken van de verschijning van ontzettend groole zwermen sprink hanen. In 30 jaren waren zij zoo noordelijk in Afrika niet gezien en men vreest dat vernieling der veldvruchten en gebrek de gevolgen van hun bezoek zullen wezen. Uil hoofde van den afgeloopen strengen en langdurigen winter en den daaruit ontslaneu nood voor de mindere volksklasse heeft liet Z. M. den koning van Wurlembcrg behaagd bij een dezer dagen genomen besluit aan al degenen die zich var, den i Januarij tot den 31 Maart 1845 hebben schuldig gemaakt aan diefstal van hout uit de bnsschen van den staat volkomen kwijtschelding van de daarop gestelde straffen te verleenen. De erven van den hoofdman van Baumann hebben hunne schuldvordering van 33,900 rthr. banco tegen de zweedsche kroon herkomstig van het jaar 1082 bij de regt- bank aldaar mogen zien erkennen ten gevolge waarvan de kroon veroor deeld is om hun aan kapitaal en renten de som van 200,000 rthr. banco uit te betalen. Van Posen wordt geschreven dat den 4 Mei meer dan honderd Joden mannen vrouwen en kinderen meest poosissionistcn als landverhuizers, naar Amerika op reis zijn gegaan deze land veria ting zou in den loop der week nog door anderen gevolgd worden. Naar men verneemt, heeft de heer C. D. Vaillant, gepensioneerd majoor van de genie concessie aangevraagd voor het tot stand brengen eener onder neming, ten einde Amsterdam, door middel van eene onderaardsche beek van genoegzaam en zuiver welwateruil de duinen nabij Haarlem te voorzien. Den 8 dezer hijiben te Berlijn omstreeks 500 leden der joodsche gemeente de eerste algemeene vergadering tot eene met den tijd overeenkomstige hervorming van het Jodendom gebonden. De aan te leggen spoorweg van Kampen op Zwolle werd den 11 dezer reeds liifgebakenden de werkzaamheden zullen ten spoedigste een aanvang nemen. De mormons of zoogenaamde heiligen in Noord-Atnerika doen nog ailijd van zich spreken. Zij zijn bezig in hunne heilige stad Nauvo ecnen tempel te bouwen doch ten gevolge eener hij hen zoo zij zeggen, ontvangen openbaring, is het werk aan hel eigenlijk gebouw gestaakt en zijn zij begonnen rondom hetzelve eenen muur, 14 voet hoog en 6 voet dik van hecht metselwerk op te trekken. Honderden van handen zijn met vurigen ijver aan dit werk bezig. Het getal der sloombooten welke op pinkster-zondag den Theems hebben bevaren wordt op ongeveer honderd en dat der personen welke zich daarvan bediend hebben op tusschen 40- en 50,000 geschat. Men verneemt dat de heer C. Kirsch, vermaard luchtreiziger die te 's Hage is aange komen voornemens is om bij gunstig weder op aanstaanden maandag des namiddags (usschen 12 en één ure, op de hofstede het Kleine Loo bij Borsboomachter het paleis in het Haagsche Bosch eene luchtreis te ondernemen in een ballon van buitengewone grootte. De koning van Beijeren beeft, bij een dezer dagen genomen besluit, met amplialie van het deswege op den 28 Augustus 1844 uitgevaardigde bevel, al de niet Katholijke soldaten van het beijersche leger ontheven van de verpligting om bij omgangen met de heilige hostie, de knie te huigen. De. run derpest kan thans in Bohemen als geëindigd beschouwd worden. Men verneemtdat onderscheidene personen te 'sHage bekeurd zijn geworden wegens het verrigten van openbaren arbeid op den zondag. De Leid- sche Courant houdt in dat verre weg de meeste welgestelde en wélge zinde ingezetenen dier stad zich verheugen, dat de kermis aldaar ten einde loopt. Dezelve schijnt toch alleen te dienen om aan het schuim der bevolking aar. eene zedelooze en diep gezonkene armenklasse die groolendeels zonder de liefdadigheid der medeburgers des winters ver hongeren zou gelegenheid te geven om onder het gegil van schaamle- looze straatdeunen de stad des nachts te doortrekken tol dat het dag licht weder aanbreekt. Naar men verneemt, hebben de heeren D. A. Schrellen Comp.te Leiden dezer dagen de belangrijke levering aan genomen van 10,000 ijzeren kribben ten dienste van bet leger voor de som van f 123,000. Daar de gestreepte dennerups zich weder in de bosschen vertoond heeft," wordt als middel ter verdelging opgegeven, de stammen der dennen met een zwaren ijzeren hamer met een langen steel eenige hevige slagen toe te brengen, waardoor de rupsen van den boom vallen en aldus kunnen opgeraapt en vernietigd worden. Ook kan men om de stammen een ring van leer strijken ter breedte van een palm om bet weder opkruipen te verhinderen. De rupsen die zich onder de ringen van teer verzamelenkunnen tegen den stam ook gemakkelijk gedood worden. In den. nacht van den 9 op den 10 dezer is er van de diligence van van Gend en Loos, (usschen Botterdam en Amsterdam, verloren een kistje, inhoudende mexicaansche piasters voor eene waarde van 10,000. Beeds in den vroegen morgen van den 10 dezer werd het kistje op den grooten straatweg tusschen 's Hage en Haarlemdoor een' ar beider teruggevondendie zich haastte het bij den pastoor te Hille- gomden eerw. heer A. H. Albert, te brengen. Dit voorval levert een treffend bewijs op, dat er gelukkig ook onder de arbeidzame mindere klasse slrikt eerlijke lieden worden aangetroffen. Het is te hopen, dat deze loffelijke handelwijze van den arbeider, zoowel door de diligence-ondernemers, als door de eigenaars der piasters, op prijs zal worden gesteld en men ware verdiensten behoorlijk zal weten te beloonen. Omtrent het hcrigt onlangs uit Lekkerkerk gemeld aangaande de opgraving van het lijk van wijlen den weleerw. heer d." B. van Willis, ten gevolge eener presumtie van vergiftiging, zijn wij in staat gesteld thans te melden dat hel deswege ingestelde onderzoek ge ëindigd is, en, naar wij vernemen, niet allen niets heeft opgeleverd dat het vermoeden van vergiftiging bevestigt, maar veeleer, dat uit het rapport van de daartoe beëedigde scheikundigen zou gebleken zijn dat er geene de minste sporen van vergiftiging aanwezig zijn. Welke beweegredenen men derhalve heeft mogen hebben om eene zoo ergdenkende presumtie omtrent eene zoo vreesselijke misdaadte koesteren is ons niet bekend zulks is nog met eenen digten sluijer omhuld dien wij vooralsnog niet wagen op te liglen. Uit 's Hertogenbosch wordt het volgende geschreven Naar men van goederhand verzekert, bestaat alhier het plan, om even als in Belgie onder medewerking der regering en van de notabelsle inge zetenen ter gelegenheid van de kermiseen muzijk-wedstrijd te openen tot welks bijwoning al de barmoniegezelschappen van Neder land zullen worden uilgenoodigd en bij welke gelegenheid gouden, zilveren en bronzen gedenkpenningen zullen worden uitgereikt aan hendie de prijzen behalen en die welke van de verst afgelegen plaatsen opkomen. Moge dit plan uitvoering erlangen en medewer king vorkrijgen dit zou hij den meer en meer zich ontwikkelenden lust tot de toonkunst in ons vaderland een feest kunnen doen geboren worden dat men alsdan niet meer zoo als nu op vreemden bodem zal behoeven te gaan zoeken. Wij hebben het van belang geacht zegt de Prov. Gron, Cour. het volgende ingezonden berigt eene plaats te verleenen Delfzijl 10 Mei. Nadat men langen tijd vruchteloos getracht had de pogingen van den hefaamden Appingedammer sluikhandelaar Willem Smith, tot frauduleusen invoer van buitenlandsch.gedisteleerd suiker en andere occijnsgoederen tegen te gaan is het eindelijk aan. de onvermoeide en wakkere ambtenaren van de actieve dienstJ. M. Veltman, B. L. G. F'okkensJ. Enter en J. A. van der Brugh, respectivelijk gevestigd te Delfzijl Spijk en Weiwerd gelukt in den. nacht van 7 op 8 Mei II. omstreeks 1 uur bij het dorp Spijk eene aanhaling te bewerkstelligen van 6 ankers gedisteleerd 14 manden kandij en 499 ponden suiker mitsgaders 2 wagens en 4 paarden waarmede de gezegde goederen werden vervoerd zijnde een en ander, begroot op eene waarde van nagenoeg ƒ900, in den morgen van den 8 ten rijks kantore te Holwierda opgebragt. De bij deze aanhaling voorgevallene omstandigheden en hel bij die gelegenheid betoonde manmoedig gedrag der ambtenaren-bekeurders verdienen eenigzins nader vermeld te worden. Het was den ijverigen en verdienstelijken controleur van 's rijks belastingen te Delfzijl den heer P. IIMaertens, naauwelijks ter oore gekomen dat er aanstalte gemaakt werd om aan de Bierumer pomp tusschen Holwierda en Spijk eene clandestine onllossing te beproeven of z. ed. g. beraamde dadelijk in overleg met den heer Bos, hoofd-commies Ie Appingedam de noodige maatregelen om ware het mogelijk de gedachte goederen voor de administratie te verzekeren. Eene ligchamelijke ongesteldheid belette dien ambtenaar Voor ditmaal zelf aan de expeditie deel te nemen doch hij liet de kust op onderscheidene verdachte punten naar cisch en met kennis van zaken bezetten. Terwijl twee andere afdeelingen van ambtenaren zich op verschil lende plaatsen bevonden ontdekte het smaldeel dat uit de boven genoemde beambten was zamengestehl het gemelde transport door 16 a 18 meerendeels gewapende sluikhandelaars geëscorteerd hij het dorp Spijk. De vordering tot visitatie werd geweigerd en men trachtte zich gewelddadig een' doortogt met de voertuigen te banen. Twee der beanibtpn stelden zich daarop voor de paarden terwijl de beide overigen zich gereed maakten om de wagens te onderzoeken. Dan nu trad de aanvoerder der bende, zóó toch mag men ze noemen, JE. Smith op den commies Veltman toeloste een pistool op zijn persoon en dit missende zette hij hem een ander geladen pistool op de borst dat evenwel niet afging doordien het percussicdopje nat of gescheurd was geworden. Dit is dus alleen de toevallige oor zaak geweest dat deze verdienstelijke ambtenaar zijn leven heeft behouden. Nu ontstond er eene geweldige worsteling tusschen de heide partijen vier tegen achttien. Drie der ambtenaren waren met sabels de vierde met een slok gewapend zij hieuwen onverschrokken

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1845 | | pagina 1