ZIEEIRZEESCHE COUR "A W T* VRIJDAG Besturen en Administration, 25 APR2L. b. Dat die verklaringen behoorlijk ingevuld zullen moeten zijn in gezameld en ingediend in de steden Middelburg VlissingenGees en 'Herikzee op den 23 Mei en in de overige steden en gemeenten op den 20 bevorens. b. Dat nogtans van dc laatste wijze van betaling bij twaalfde gedeel ten, ook door de eigenaarsschippers of directie-voerenden welke zich niet in hunne vaste woon- leg-, of verblijfplaatsen bevinden zal kunnen worden gebruik gemaakt, mits zij zicb gedragen naar het voorschrift van 15 der 16d° tabel van de wet van den 6 April 1823 door Zich in den loop der maand Meivoorzien van ceii bfe- wijs van aangifte hetwelk echter niet langer dan gedurende die maand van kracht Zal zijn naar hunne vaste woon'-, leg- of ver blijfplaats te begeven of wel dat bewijs van aangifte derwaarts op te zenden om aldaar te worden gepatenteerd in welk geval de beta lingen bij den Ontvanger dier plaats zullen moeten geschieden. Nieuwstijdingen, Jf»3 SS» A - A.® 1845, j BEKENÜMA KING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE. Ontvangen hebbende het besluit van Z. E. den heer Staatsraad Gou verneur dezer Provincie, van den 17 dezer maand, Provinciaalblad n.° 46 betrekkelijk de beschrijving van het Patenlregt voor het dienst jaar 1845/è. R/engen door dezo ter kennis van alle daarbij belanghebbende Inge- is bepaald f 1. Ten aanzien der paténtpligtigén in de 15 eerste tabellen der wet van den 21 Mei 1 SI9waaronder krachtens art. 12 der wet van den 16 Junij 1832, ook zijn begrepen de Paardenposimeesters x>. Dat de verklaringen ter verkrijging van patentvoor deze patént pligtigén binnen de Provincie zullen worden uitgegeven van den 5 Mei 1845 tot en met den 12 dier maand. c. Dat de registers van gemelde paténtpligtigén gesloten en daarna geene verklaringen meer zullen worden aangenomen in de stad Middelburg op den 14 Junij, in de steden Vlissingen, Goes en Zierikzeeop den 7 Junij en in de verdere steden en gemeenten op den 4 dier maand. 2. Ten aanzien der patentpligtige schippers eigenaars en directie voerenden van binnenschepenschuilen en vaartuigen vermeld in do 16d° tabel der wet van den 6 April 1823 waaronder krachtens het reeds aangehaalde art. 12 der wet van den 6 Junij 1832 ook zullen begrepen worden diegenen welke bestendig in hunne vaartuigen wonen en geene buiten-rivieren of wateren bevaren. a. Dat zij te rekenen van den 5 Mei aanstaande tot den 17 derzelveV maand, zich voor hel patenlregt van het dienstjaar 18ss/40 zullen beboören aan te geven bij het bestuurder plaats waar zij zich zullen bevinden, onder overlegging van een biljet, hetwelk daartoe bij die besturen verkrijgbaar gesteld is; terwijl ingevolge de hiervoren aangehaalde wetdoor de aan het patentregt bnderwofpene schip pers naautvkeurige opgave zal moeten worden gedaan of zij in het vorige jaar geene andere huisvesting hebben gehad dan aan boord hunner SGUepen en mei die scheper. gceuc buiten rivieren de Zuider-Zee, noch dc zeeuwsche stroomen bevaren, of in bet Voorgaande jaar bevaren hebben. 3. Ten aanzien van de kramersdat zij zullen gehouden zijn Wanneer zij zich aangeven in eene geméente waar zij niet wonéil eene Verklaring over te leggen van het gemeentebestuur hunner woonplaats ten bewijze dat zij inlanders zijn en dat zij hij gebreke van zoodanige Verklaring, als vreemdelingen zullen moeten worden beschouwd en be handeld wijders met opvolging van de resolutie van Zijne Excellentie dón Minister van Financiën dd. 27 Maart 1845, n.° 40. Wijders zullen de kramers en reizende kooplieden henevens de delii- tanten van loterijbriefjeskrachtons Zijner Majösteit's besluit van den 17 October 1820 Staatsblad n.' 22) op de boete' bij 1 en 2 van art. 32 der wet van den 21 Mei 1819 bepaald verpligt zijn steeds huü gezegeld patent met zich te voeren. 4. Eindelijk met betrekking tot de schippers eigenaars en directie voerenden van binnenschepen schuiten eri vaartuigen hiervoren bedoeld a. Dat het patentregt door hen zal moeten worden voldaan ten kantore van den Ontvanger ter plaatse van de aangifte en wol in éénsvoor zoo ver die plaats niet is, of die van hun vast verblijf, of de vaste legplaats van het vaartuigof wel eindelijk die alwaar het bedrijf wordt uitgeoefend doch anders bij twaalfde gedeelten. En opdat niemand biervan onwetendheid zoude kunnen voorwendén teal deze worden afgekondigd en aangeplakt ter plaatso waar zulks ge woon is te geschieden. Gedaan ten Raadbuize der Stad Zierikzee den 23 April 1845. Burgemeester eu Wethouders voornoemd j DE CRANE, vt.> Ter ordonnantie De Stads Secretaris W. J. P. KROEF. PUBLICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE. Gezien het besluit van Zijne Excellentie den beer Staatsraad Gou verneur dezer Provincie, van den 14 April jongstleden, {Provinei- aalblad n.° 44.) Brengen bij deze ter kennis van de Ingezetenen dezer Stad dat met bet primitief besehrijvingswerk voor de Personele Belasting t over het dienstjaar 184s/, een aanvang zal worden gemaakt op Maandag den 5 Mei aanstaande, en de b-.rijvings—biljetten met den achtsten dag daarna door of van wegc den Ontvanger dar Di-^ recte Belastingen zullen worden opgehaald met aanmaning oin dn., voorzegde biljetten naauwkeurig in te vullen, ton einde zicb voor schaden en onaangenaamheden te boeden alsmede aan de zoodanigenf welke bij de beschrijving geen biljet mogten"ontvangen om zicb ten spoedigste om zoodanig biljet bij den Ontvanger voornoemd aan ld meldenten einde hetzelve vóór den 31 Me; ten kantore van den- zeiven volgens art. 30, 4, der wet vat den 29 Maart 1833/ g'M7 t Z i'iijswtJ »e Jt- -,":U v i'1 matie dat tot Tcgenschatlers voor deze Gemeente, om aan de zijde der belastingschuldigen te dienen bij continuatie zijn benoemd do heeren A. van der VeEDE, Cz. p. van her llnden On L. KoOEE 1 A. pliaff. Gedaan to Zierikzee, den 23 April 1845. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE CRANE vt. Ter ordonnantie, De Stads Secretaris W. J. P. KROEF. De CENTRALE DIRECTIE van SCHOUWENBURGH eil WESTLAND Gezien Zijner Majesteit's besluit van den 17 Januari] 1845 n.° 81 waarhij deze Directie geautoriseerd wordt tot het doen eener Geld- leêning van f 80,000, tegen den interest van 4'/, ten honderd, tot dekking der daarstelling eener verbeterde afleiding van het land- water in den Polder van Schouwen, volgens bet plan daarbij vastgesteld Gelet s dat van Onderscheidene zijden liet aanbod is gedaan om tegen eene mindere rente inschrijvingen voor déze goldlcening te doen en de Directie alzoo van oordeel is, dat de bepaling eener hoogore, bét aanbod tot eene mindere rente geenszins uitsluit j Overwegende, dat alzoo aan de inschrijvingen tot de minste renté de voorkeur behoort gegeven te worden als strekkende in bet belang van Ingelanden Zoo is het, dat door deze aan elk en een iegelijk wordt bekend gemaakt dat van heden af tot den 7 Mei aanslaandedat plan van geldleeningj x toé Ij-'jitore van. ,den Penningineester en Secretaris van deze Watu'- riit; ter inzage zal leggen, zoomede dat K:t, - inschrijvingen in itiQ geltlleehing van den 4 tot en met den 7 Mei aanstaande zuileii Worden aangenomen. Te Zierikzee -, den 25 April 1845. De Centrale Directie voornoemd TROMP, vt. Ter ordonnantie van dezelve, DE JONGE. NEDERLAND F. PT. 's GRaVENHAGE den 22 April. Bij Zijner Majesteils besluit van den 19 dezer, zijn benoemd: tot president van den hoogen raad der Nederlanden m.' W. R. Donker Curtius van Tienhovenin plaats van m.' A. W. Philipsèoverleden en tot vice-president van derizelven hoogen raad m.' op den Hooffin plaats van m.' W. B. Donker Curtius van Tienhoveri, benoemd tot jiresident. Rij koninklijk besluit van den 21 dezer is, op het daartoo bij herhaling door hein gedaan verzoek aan den lieer B. J. Elias een eervol ontslag verleend als gouverneur-generaal der nederlandschtj west-indischo bezittingen. Bij hetzelfde besluit is toi gouverneur van Suriname benoemd do baron R. F. van Radersthans gezaghebber van Curasao en onder- hoorigbeden. Men verzekert dat eene van 's rijks stoombooten eerstdaags naar Rouaan zal vertrekken om het kolossale standbeeld te paard van Willem Ivoor Z. M. den koning te Parijs vervaardigd en gegoten, naar bet vaderland over te brengen. Den 23. Bij koninklijk besluit van den 22 dozer is de majoor R. II. Esservan het bataljon jagers n.° 27, dienstdoende in do West-lndiën benoemd tot gezaghebber van Curasao en onderhoorig- hedeh. Blijkens eene opgaaf iri de SiatcD-Cbwranihébben 's rijks mid delen in de eerste drie maanden van 1845 opgebragtf 11,762,604,20, en in hetzelfde tijdvak in 1844, f 12,695,674,28. Men meldt uit Amsterdam. «Thans künnert wij bet genoegen hebben mei zekerheid aan te kohdigetidat do komst van het hof op maandag aanstaanden is Vastgesteld en dat Hunne Majesteiten door geheel höogstdorziflver gezin vergezeld zullen worden. GEMENGDE BUITEN- EN B1NNENLANDSGHË B'ERïGTEN. Ofschoon geene nadere hotsingen en vijandelijkheden tusschen de par tijen in Zwitserland plaats hebben heerscht daar bij voortduring eeno zeer sterke gisting. tn liet jaar 1844 heeft het aantal der duitscbo landverhuizers 43,661 bedingen. Van die lieden zijn 1774 over Ham burg 19,863 over Bremen 2403 over Holland 2961 ovef Antwerpen en 16,660 over Havremeefendeels naar de Vefècnigdë-Staten Van

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1845 | | pagina 1