Zeetijdingen.
JÊdvertent iën.
alle belasting ontheven. Het is ons onbekend of deze nuttige maat
regel in Belgie wel naar zijne waarde zal worden geschat zoo als
zulks behoorde te zijn maar dit is zeker dat Frankrijk dien beschouwt
als eene der verbeteringen die het meest ter navolgingwaardig ge
keurd worden. Bij de kamer der gedeputeerden beeft men bet gouver
nement uitgenoodigd na te volgen wat men in Belgie nu heeft gedaan.
Er is op de kust van Engeland eene soort van lieden die van
eene nuttige instelling eene soort van geesel maken voor de handels-
marine het zijn loodsen die, wanneer zij een schip in hunne wateren
ontmoeten met alle geweld hunne diensten aan dezelve opdringen
al hebben zij ze niet noodig. Daar do engelsche wel hun bet derde
der waarde teekent van bel schip dat gered is, willen zij de sche
pen tegen wil en dank redden. Twee voorbeelden van onlangs plaats
gehad hebbende voorvallen van dien aard hebben een nieuw bewijs
opgeleverd van de hebzucht dier nieuwe soort van zeeroovers.
De schipper van het loggerschip Equator, van Fecamp, den 29
Maart van Sunderland vertrokken en naar Nantes bestemd was door
een engelsch schip aangezeildwaardoor het aan deszelfs tuigage
schade had hekomen. Hel was echter aan hetzelve gelukt de tuigage
te herstellen en het had geene hulp noodig toen op den 2 April
eene engelsche hoot met 15 man aan boord hetzelve naderde, die
hunne baatzuchtige diensten wilden doen aannemen. Na eenen twist
van ruim een uur kon de Equator eerst van die redders vrij raken.
Eene soortgelijke poging vindt men vermeld in het rapport van
den loods Dorivaleigenaar van hel schip Ia Grande Familievan
Havrehetwelk nabij Plymouth geankerd is. Het werd door ver
scheiden mannen overvallen die het roer van het schip wilden be-
magtigen bewerende dat het in eene slechte positie was. De fransche
zeeliedenzich daarentegen willende verzetten vielen de Engelschen
op den loods Dorival aan om hem te mishandelen. Gelukkig echter
zond het wachtschip der douanen eene boot af, om van de zaak
kennis te nemen bij het naderen daarvan lieten de indringers los en
maakten zich uit de voetenklagten zijn deswege bij den franschen
consul ingediend.
PROVINCIAAL GERËGTSHOF van NOORD-HOLLAND.
Voorzitter M.' Pnovó Kluit.
In de laatste weken van het afgeloopen jaar was in het logement
hel Wapen van Elberfeld te Amsterdam gelogeerd een heer zich
noemende Joban Carl Gorgas, uit Berlijn. Den voorlaatsten nacht
des jaars ten 1 ure ongeveer te huis komende schelde gezegde heer
herhaaldelijk vruchteloos aan met ongeduld dien ten gevolge tegen
de deur duwende opende deze zich van zelve terwijl het bleek dat
het koordjo waarmede de trekker aan den ondersten tuimelaar vast
gehecht behoorde te zijn doorgesneden was daar de knecht die
gewoon was de gasten bij hun inkomen van eenen blaker te voorzien,
zich niet voordeed gaf de heer G. den logementhouder van zijne
bevinding kennis deze na opgestaan te zijn zocht te vergeefs zijnen
bediende W. II. wien dezen nacht de taak was opgelegd de logeer
gasten op te wachten. Nadat de deur der kamer van den heer Gorgas
met eenen looper geopend was bespeurde men al dadelijk dat een
sleutel stak in de bovensto lade der secretaire waarin de kostbaarste
bezilting van den heer Gorgas geborgen was. Nadat met eenige moeite
de valsche sleutel uit dezelve ladebevorens behoorlijk gesloten
gehaald wasbespeurde de heer Gorgas alras dat hij bestolen was
ongeveer hot volgende werd door hem vermist circa 250 stuks
pruissische tresorscheinen elk van 5 thalers omstreeks 1800 aan
goud in verschillende muntspeciën een gouden snuifdoos ter waarde
van 250; een geel gelakte muzijkdoos een schildpaddendoosje met
speelwerk, waaruit een gouden colibrietje te voorschijn sprong, ter
waarde van 300 onderscheidene oorringen en spelden waarvan
eene ter waarde van 1600; alsook een pakje, waarin zeer be
langrijke familie-papieren voor den eigenaar van groot geldelijk
belangverder nog ongeveer 60 tresorscheinen elk h 50 thalers
eindelijk een blaauw lakensche mantel en een paar pistolen. Dó
verdenking moest van zelve op den afwezige bediende den beschul
digde in deze vallen de bestolene en de logementhouder trachtten
dan ook onmiddelijk hem op die plaatsen op te sporen waar hij
zich doorgaans ophield. Toen men hem echter nergens aantrof, besloot
de logementhouder de poorten der stad rond te rijden. Van eenen
korporaal der nacbtwachts vergezeldkwant men het eerst aan do
Willemspoortwaar men te 6 ure in den morgen vernam dat een
in eenen mantel gewikkelden Duitscher veel spoed makende4 uren
vroeger in eene vigilante dezelve poortin de rigting naar Haarlem
was uitgereden.
De heer J. B. H. de logementhouderbesloot van den korpo
raal der nacbtwachts vergezeld den vlugtcling onmiddelijk na te
zetten telkens extra rijtuig nemende en den sleper die den vlug
teling naar Haarlem gebragt had en hem dus kende, medenemende,
snelde men den vlugteling van post lot post achterna. Te Haarlem,
's Gravenhage Rotterdam en aan den Moerdijk zijnen doortogt ver
nemende trof men hem eindelijk te Breda even na zijne aankomst
aan. In den Gouden Leeuw aldaar overvallen had hij bereids extra
rijtuig naar Antwerpen besteld en hield zich op het oogenblik
waarop men hem overviel juist bezig met het bespelen van eene der
muzijkdoozen ten genoege van den waard en de zijnen terwijl hij
een der ontvreemde gouden spelden op de borst droeg. Mantel
pistolen en "pakjes de waardens enz. inhoudende lagen in dc kamer.
Gegrepen en aan de justitie overgeleverd werd al hetgeen hij bij zich
had in beslag genomen, in een pakket gedaan, in behoorlijken staat
naar Amsterdam verzonden en aldaar sedert ontvangen.
Bij later bewerkstelligd onderzoek werd echter bet pakket met de
opgegevene belangrijke familiebescheiden en de 60 tresorscheinen van
50 thalers en ongeveer 1430 aan goud vermist de zorgvuldigste
pogingen tot opsporing van een en ander werden echter met geenen
gewensehten uitslag bekroond. De beschuldigde zijne misdaad niet
kunnende ontkennen, bekende alles, maar hield zijne onschuld aan
het verduistereu der zoo even gemelde voorwerpen staande. Zijne
scbuldpligtigheid daaraan werd echter vermoed daar men giste dat
de beschuldigde den diefstal in den laten avond gepleegd en zich
ongeveer te middernacht verwijderd hebbende voor zijn vertrek ten
2 urede gelegenheid gehad had een en ander te Amsterdam te
verbergen. De beschuldigde was wijders van een hem niet toebe-
hoorend paspoort door een reiziger vroeger in het Wapen van Elber
feld gelogeerd hebbende achtergelaten, voorzien, waarvan hij zich
derhalve voorbedachtelïjk scheen meester gemaakt en derhalve de
misdaad reeds voor lang beraamd te hebben. Het hof heeft onlangs
.na den advokaat m.r IF. J. Cannenburg gehoord te hebben den
22jarigen beschuldigde te dezer zake schuldig verklaard en tot een
7jarig confinement en geeseling verwezen.
MIDDELBURG, den 17 April. Heden is door het provinciaal
geregtshof alhier uitspraak gedaan in de zaak ten laste van Johan
Philip Waltherhouder van het speelhuis de Spiegel te Vlissingen
en van zijne huishoudster Lambertine Dupontwelke zaak op den
11 en 12 der loopende maand, met gesiolene deuren is behandeld.
Het hof heeft bij een zeer breedvoerig gemotiveerd arrestde be
schuldigde Lambertine Dupont schuldig verklaard aan de misdaad van
feitelijkheid legen dc eerbaarheid van twee löjarige meisjes met geweld
dadigheid uitgevoerd of ondernomen en haar te dier zake Veroordeeld
tol een half uur tepronkstelling op oen schavot, en een confinement
van 6 jaren in een tuchthuis voorts den beschuldigde Johan Philip
Walther verklaard niet schuldig aan medepligtigheid aan die misdaad
en hem daarvan vrijgesproken doch hem verklaard schuldig aan het
wanbedrijf van vergrijp tegen de zedendoor zijn werk te maken
om de ongebondenheid of onzedelijkheidof do verleiding van jonge
lieden heneden den ouderdom van 21 jaren op tc wekken te bevor
deren en behulpzaam te zijn, en te dier zake Veroordeeld tot eene
correctionele gevangenisstraf van 2 jaren mitsgaders in eene geldboete
van f 250met ontzegging aan denzelven van allo voogdij of cu
ratele, of alle deelneming in de raadpleging van naastbestaanden
voor den tijd van 5 jaren. Al verder is door het hof uitgemaakt
dat in dezen niet is gepleegd de misdaad van zonder hevel der ge
stelde magten en buiten dc gevallen waarin de wet het vatten van
beklaagden beveelt, 2 personen te hebben vastgehouden gedetineerd
of in bewaring gesteld (gesequestreerd)en zijn de beide beschuldigden
mitsdien ontslagen van alle reglsvervolging te dier zaketerwijl
Johan Philip Walther ook nog is schuldig verklaard aan de polieie-
overtreding, van als houder van het publiek huis de Spiegel te Vlis
singen, verzuimd te hebben eene der ten zijnen huize gehuisveste
publieke vrouwen schriftelijk aan het kantoor van policie kenbaar te
maken en deswege is veroordeeld in eene geldboete van 5zijnde
Lambertine Dupont van dezealsmedeeven als Johan Philip Wal
ther van de overtreding van zonder schriftelijke kennisgeving aan het
kantoor van policie, in den staat van hun huis en van eene der tot
hetzelve behoorende personen verandering te hebben gemaaktvrijge
sproken en eindelijk de beide veroordeelden, ieder voor de helft,
verwezen in de kosten der procedures.
Z1ERIKZEE den 22 April. Naar men verneemt, is het plan tot
het daarslellen van een dok bij Brouwershavendoor het gouver
nement van de hand gewezen.
ZIERIKZEEden 20 April. Heden is van deze recde naar zee
gezeild; het barkschip het Zeepaard, kapt. J. Giltjes, Lz. van
Middelburg naar Batavia.
Getrouwd';
C. L. KLOEK
Rrnesse en
den 18 April 1845. D. be BRUIJNE.
Allen die iets te vorderen hebben van of verschuldigd zijn
aan de Nalatenschap van den Heer CHRISTIAAN van der
VLIET worden verzocht daarvan opgave te doen vóór den 15 Mei
eerstkomende aan den ondergeteekende
Zierikzee19 April 1845.P. L1JBAART.
Door overhaast vertrek naar Oost-Indien niet in de gelegen-
heid zijnde om bij zijne veelvuldige Vrienden en Kennissen
hier te Lande, in Persoon eenen Afscheidsgroet te brengen, neemt
ondergeteekende dezen weg te baat, om hun, wier vriendschap en
welwillendheid zijn verblijf alhier zoo zeer veraangenaamd hebben
zijnen welmeenenden dank te betuigen en hun allen alles goeds toe
te wenschen terwijl hij zich voortdurend in hun vriendschappelijk
aandenken aanbeveelt. J. K. KAM Jz.
Aan boord van het Schip Batavia Predikant voor Oosl-Indiert,
kapt. Pronk ter reede van üellevoetsluis
18 April 1845.
De Notaris M.' J. J. ERMERINS zal ten verzoeke van
de Erfgenamen van wijlen W. PAARLING op Drngsdag
den 29 April 1845 's morgens ten 10 ure in de Korte S.'-Jans-
straat te Zierikzee, presenteren te verkoopenEen aanzienlijke
partij SM1DS-GEREEDSCHAPPEN waaronder een Draaibank met
vlugtwielschijven en bijlels om alle Metalen te draaijen 30 houten
en ijzeren Drukramen iot het gieten van Metalen voor Meesloven
Molens enz. benevens 5 daartoe behoorende ijzeren Persen 2
Schroef bloksnijders 3 zware ijzeren Ezefseen Boormachine enz.;
alsmede eenige MEUBILAIRE GOEDEREN, bestaande in Stoelen,
Tafels Bed Koper Tin Glas en Aardewerk en hetgeen verder
zal worden geveild.
Na hekomen Bcgterlijke autorisatie, zullen de Voogden
over de Kinderen van wijlen P1ETER van G1LSTop
Woensdag den 7 Mei aanstaande des middags ten 2 urein het
Dorpshuis te Bruinisse, publiek presenteren te verkoopen:
Een WOONHUIS en ERF te Bruinisse kadaster sectie C n.° 102.
UITTREKSEL.
Bij Vonnis van de Arrondissements-Regtbank te Zierikzee, in dato
den acht en twintigsten Januarij achttien honderd vijf en veertig,
bij verstek gewezen in debet aldaar bij den Ontvanger K. W. dk
Jonge geregistreerd mitsgaders overeenkomstig de voorschriften der
wet beteekend, is het huwelijk tusschen CORNELIA JACOMIJNA
BAKKER, Particuliere, wonende ie Zierikzee, Huisvrouw van CENT
van SCHELVEN, als Eiscberesse, en denzelven haren Man CENT
van SCHELVEN van beroep Broodhakkers-Knecht thans wonende
te Brouwershaven, als gedaagde, verklaart te zijn ontbonden, en
daarbij tevens de Scheiding van Goederen uitgesproken.
Zierikzee, den 10 Maart 1845.
11. A. van 1.ISSELSTE1JN Procureur.
te zierikzee bij de wed. a. de vos en zoon stads drukkers.