ZIERIKZEESCHE 30» DINGSDAG 15 APRIL. Nieuwslij ding e n NEDERLANDEN. 's GRAVENHAGE den 12 April, Men verzekert, dat bet ko ninklijke gezin zich tegen den 26 of 27 April aanstaandenaar Am sterdam begeven zal. In de zitting van de tweede kamer der stalen-generaal van heden is ingekomen een ontwerp van wet nopens de domaniale steenkolen, mijnen te Kerkrade. Het heeft Z. M. behaagd, hij besluit van 20 Maart 1845: 1." Het departement van oorlog te magtigen om de miliciens der ligting van 1844, die bij de verschillende korpsen van het leger in reserve zijn geplaatst voor den tijd van drie maanden en wel van 15 Mei lot 15 Augustus dezes jaarsin werkelijke dienst op te roepen ten einde gekleed en in den wapenhandel geoefend te wor den 2." te bepalen a dat de manschappen die door ziekte of andere redenen inogten worden verhinderd op den bestemden tijd bij het korps op te komen of die instruction gestadig bij te wonen mitsgaders zij die daarin achterlijk mogen blijven na het eventueel vertrekken met groot verlof der overige miliciens zoo veel langer in werkelijke dienst zullen worden gehouden als dit noodig zal worden geoordeeld; b dat er op den 1 Augustus e. k. bij onderscheiden korp sen onder al de miliciens uit de reserve in active dienst opgeroepen eene loting zal plaats hebbenwelke zal uitmaken wie hunner ter aanvulling van het een-vierde gedeelle der nationale militie hetwelk hoogstdezelve voorbehouden heeft te zamen te doen blijven dadelijk voor den tijd van een jaar in werkelijke dienst gehouden of wel bij aldien het belang van de dienst zulks noodzakelijk mogt maken later weder onder de wapenen geroepen zal moeten worden. Het Weekblad van het Regt berigtdat bij Z M." besluit van den 29 Maart jl. aan den persoon van H. Weijel kwijtschelding van de doodstraf verleend is, waartoe hij, ter zake van valschheid in geschrifte van koophandelhet gebruik maken van het vervalschte stuk en poging tot moord is veroordeeld terwijl die straf wijders is veranderd in geeseling met de strop om. den hals aan den galg vastgemaakt, het brandmerk en tuchthuisstraf gedurende 20 jaren, welke lijfstraf aan denzelven binnen weinige dagen te Zutphen zal worden ten uitvoer gelegd. In den afgeloopen nacht is alhier onverwachts overleden z. exc. de minister van staat H. Merkus de Koek, luitenant-generaal kan selier der beide Orden en oud-luitenant-gouverneur-generaal vau Neêrlands-Indiënlid van de ridderschap der provincie Noord-Bra- bantl enz. In den aanvang der vorige week waren er vrij oorlogzuchtige geruchten in omloop wegens de houding van Engeland tegenover de noord-amerikaansche republiek. De engelsche ministers hadden eene verklaring in het parlement afgelegd dat Engeland zijne regten op het grondgebied aan de Oregon onbetwistbaar achtte en dat indien de Vereenigde-Staten dit mogten aanranden zij Engeland gereed zouden vinden om hetzelve te handhaven. Die verklaring had eerst een nadeeligen invloed ter beurze doch langzamerhand bekwam men van den eersten schrik. Men rekende op de meerdere bezadigdheid in de Yereenigde-Staten na zulke eene beteekenendc verklaring (die in 90,000 exemplaren van dagbladen met de stoomboot Caledonian uit Londen naar Amerika is overgevoerd). Die vredelievende meening wordt thans versterkt door de londensche herigten van den 9 dezer volgens welke de mexikaansche gezant aan het nieuw bewind van den president Polls, eene allerscherpste verklaring tegen de thans aangenomene inlijving van Texas heeft ingezonden waarop van de zijde van dat bewind zeer kalm is geantwoord met de zucht om oorlog te verhoeden en de zaak door onderhandelingen af te maken. Heeft de heer Polk tegenover Mexiko zulk eene houding aangeno men hoeveel te meer zal bij dit nopens Engeland doen. De Utrechlsche Courant behelst het volgende In Mei e. k. zullen de eerste 30 volkplanters-gezinnen, onder geleide der hh. van den Brandhoff en Cup ijnzich naar Suriname inschepen. De schepen zullen (ten einde de besmetting met de begrippen van slavenhouders en allen ongunstigen zedelijken invloed te voorkomen) zonder Para maribo aan te doen onmiddelijk de rivier Saramacca binnenloopen en naar de plantage Voorzorg stevenen alwaar de rivier diep ge noeg is voor de zwaarst geladen koopvaardijschepen. Daar vinden de aankomelingen hunne woningen gereed hunne akkers gedeeltelijk met bananen bezet, de noodige runderen en trekvee, alsmede pluimge dierte en een weinig huisraadgereedschappen. Daar zij zich echter niet bloot met bananen voeden kunnen en de overgang tot het ge bruik van keerkringsvruchten niet te spoedig moet zijn zal er hun gedurende de eerste maanden door hot koloniaal gouvernement vleesch zout azijn koffij rijstmeel en olie verstrekt worden. Aanvanke lijk zal zich de groote culture vooral tot den tabak bepalen. De conceptreglementen van inwendig bestuur door het koloniaal gou vernement ter hoogere approbatie herwaarts gezonden ademen in het algemeen een' vrijgevigen geest die eene voldoende vrijheid aan de kolonisten laatom zich naar eigen keuze en onbelemmerd te kunnen pntwikkelen. Do kolonisten zijn hij voorkeur uit den landelijken stand genomen doch onder hen zijn lieden die alle voor de eerste nederzetting onontbeerlijke handwerken en ambachten verstaan. Hun zijn toegevoegd 40 jonge lieden van heide kunne waaraan de rege ring vrije overvaart en uitrusting, eene jaarwedde van 150, en. ingeval van huwelijk een uitzet van f 50 toegekend heeft. De plaats der gehuwden zal alsdan telkens door jonge lieden uit het moeder land aangevuld worden. Het kroost, dat reeds bij de geboorte door de tropische zon beschenen wordt zal het best aan die luchtstreek zich gewennen. Bij de keuze der kolonisten is in de eerste plaats op zedelijkheid en gezondheid gelet. De woningen van de directeuren den geneesheer en den onderwijzer worden in het moederland ge timmerd alsmede het kerkgebouw waarin aanvankelijk tevens school gehouden zal worden." Een jongman voorgevende te zijn secretaris van een aanzienlijk heer, heeft in den avond van den 11 dezer, op eene listige en be hendige wijs, den heer P. \V. Krop, horlogiemaker wonende in de Korte Houtstraat, te 's Gravenhage met een assortiment gouden horlogiën in het logement la Yille de Paris aldaar doen komen onder voorgeven dat zijn meester daaruit eene keuze moest doen na een kort gesprek heeft de bedrieger gelegenheid gevonden om zich met de horlogiën te verwijderen het medegenomene bestaat in vier gouden cilinder horlogiën met porseleinen platen en gewerkte kasten twee cilinder anker gouden horlogiën met dito platen en kasten een gouden halsketting met schalmen en een dito vestketting. Men verzekert dat de policie alle pogingen in het werk heeft gesteld om den dader in handen te krijgen en reeds een horlogie en ket ting heeft teruggevonden. Nadat de stoomboot Friso op dingsdag 1 April weder in de vaart was gekomen heeft zij op den volgenden dag hare eerste reis van Harlingen naar Amsterdam gedaan. Na zoo lange stremming van. de vaart, was het wel te verwachten, dat velen van deze eersto gelegenheid om naar Amsterdam over te steken zouden gebruik ma ken, doch geenszins dal het getal zoo groot zou worden. Op het uur dat de boot moest afvaren was zij reeds zoo beladen met pas sagiers en goederen dat de kapitein het veiliger achtte, den steiger te verlaten en in de haven voor anker te gaan liggen vóór dat do diligence van Leeuwarden aankwam. Na 2'/s uur wachtens kwam deze, doch tot aller verbazing met vijftien hijwagens, welke te zamen nog tachtig passagiers aanbragten zoodat het getal personen welke de boot moest overbrengen bijna 400 bedroeg. Voor de bagage en vrachtgoederen was naauwelijks plaats genoeg zoodat het zelfs hoven de raderkaslen stond. Een half uur na het vertrek van de boot kwam zij wegens den lagen waterstand vast te zitten hetwelk een oponthoud van twee uren ten gevolge had. Nadat zij losgeraakt was, wachtten haar nieuwe belemmeringen dewijl ontzettende massa's ijs haar voorhij dreven zoodat de raderen gedurig ijs schepten en de hoot in hare vaart gestuit werd. Met veei moeite en inspanning kwam men dit oponthoud te boven en eindelijk des avonds ten 9 ure te Amsterdam aan. In ons nummer van den 4 dezer maakten wij melding van eene veroordeeling tot eene onleerende straf, door het provinciaal geregts- hof van Noord-Holland aan eenen persoon die anders van onbe sproken gedrag zich echter heeft kunnen verlagen lot het doen eener valsche verklaring onder eede ten behoeve van eenen ander die wegens eene policie-overtreding eene ligte geldboete zou beloopen. Wij schetsten daarbij het treurige van zoo roekeloos de heiligheid van den eed uit het oog te verliezen ondanks de strenge hoewel a)Ie— zins billijke straf, op den meineed bedreigd. Onlangs lazen wij, dat in Belgie een soortgelijk geval zich heeft voorgedaan niet minder treurig don het even bedoelde. Immers het hof van cassatie in dut land kamer van strafzaken heeft, op het laatst der vorige maand de voorziening in cassatie verworpen van eenen grijsaard van 75 jaren die door het hof van assises van Henegouwen was veroordeeld lot 6 jaren gevangenisstraf wegens omkooping van twee getuigen in eene correctionele zaak. Onder de volgende omstandigheden heelt die ongelukkige zich zoozper vergelen: Melchior Devos, landbouwer in den omtrek van Knghien was een algemeen geacht oud man ge durende ruim 2 jaren had hij een deel uitgemaakt van het gemeente bestuur van Basily provincie Henegouwen. Een oogenhlik van oploopcndheid jegens een jong meisje was oorzaak dat hij werd gedagvaard voor de correctionele regtbunk die hem tot eene maand gevangenis veroordeelde Ier zake van gewelddadigheid. Later werd hij aangeklaagd van twee personen te hebben overgehaald van in zijn voordeel voor de regtbank en in dezelfde zaak (e getuigen, diensvol gens schuldig verklaard aan omkooping van getuigen en door het hof van assises van Henegouwen bij arrest van den 18 Januarij II, tot 6 jaren gevangenisstraf veroordeeld echter zonder tepronkslelling (welligt op grond van zijn vroeger onbesproken gedrag en zijno hooga jaren). Uit Antwerpen meldt men van den 10 dezer: De jongste berigten uit onze kolonie van Santo-Thomas zijn verre van gunstig. Sedert Julij 1844 heerschten er kwaadaardige koortsen. Met half December waren er te Santo-Thomas zelf 147 en aan de boorden van do rivier Montagua waar zich een deel der kolonisten tot ontginning der gronden had nedergezet 80 kolonisten aan die koortsen over-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1845 | | pagina 1