Zeetijdingen. yldvertenfiën. Bij dio slad ligt cene vlakte die besproeid wordt door drie rivieren en welke vlakte beroemd is door een' veldslag, door de Europeërs veld slag van Alkazar genoemd doch aan weiken de inboorlingen den naam geven van veldslag der drie koningen-omdat er drie vorsten bleven. Muleij Mohammed in 1578 uil hoofde zijner wreedheden onttroond zijnde door Muleij Abd-el-Melek of Muleij Moluc. zijn' oom die tevens voorgaf dat Muleij Mohammed wederregtelijk zijn' vader opgevolgd was, omdat de wet der sherifs bepaalde dat des keizers broeders hoven zijne eigen kinderen als erfgenamen van den troon moesten worden beschouwd Muleij Mohammed trachtte zich legen zijn oom Muleij Moluc teweer te stellen maar deze laatste een dapper vorst en uitmuntend veldheer zijnde sloeg zijn' neef in drie achtereenvolgende gevechten en joeg hem bet land uit. De onttroonde vorst wendde zich toen tot Sehastiaan koning van Portugal die met geestdrift de gelegenheid aanvatte, om den krijgsroem deelachtig te worden door zijne voorvaderen op de kusten van Afrika ingeoogst eene begeerte die te sterker sprak door de ridderlijke en gods dienstige rigting welke aan zijne opvoeding was gegeven door zijn' gouverneur, don Alexis de Menèzes en zijn' leermeester don Louis de Camara. Tevens had Muleij Mohammed aan koning Sehastiaan medege deeld dat bij eene groota menigte aanhangers in zijn rijk had die slechts op zijne aankomst aan het hoofd van eenige krijgsmagl wachtten om zich voor hom Ie verklaren terwijl Moluc daarenboven aangetast was door eene doodelijke ziekte, bcloovende hem daarenboven zoo hij door Sebastiaan's medewerking op den troon werd hersteld, hem als opperheer le erkennen. Sehastiaan werd zoodanig ingenomen met liet denkbeeld van. een' veldlogt naar Marodeo dal hij doof bleef voor den raad zijner beste staatsdienaren, die zooveel mogelijk poogden hem daarvan af to houden. Die vorst vertrok dan in 1578 van Lissabpn toog naar Cadix en van daar tegen hel einde van Junij naar Tanper. Mij voordo slechts een deel van zijne troepen met-zich het overige gedeelte ontscheepte zich te Arzilla. Het geheele leger telde 15,000 man die sleebis zeer weinig geschut hij zich hadden en sloeg zich op 2 uren afstands van dia slad neder. Muleij Moluc, die van de onderneming herigt had gekre gen wachtte hem aan het hoofd zijner krijgsmagt af, onder de muren van Alkazar. Hel rnarocoaansche ieger bedroeg 40,000 ruiters, die, zooals gewoonlijk hij de oostersche volken hel geval is, tot de meest uitgelezen krijgsknechten behoorden. Bij deze ruiters had hij slechts 10,000 man geregelde infanterie, benevens eene menigte ongeregelde sol daten op welke hij echter geen vertrouwen stelde en 35 stukken ge schut. De legers ontmoetten elkander op den 4 Augustus 1578. De Maroccanen deden met die ongeregelde infanterie herhaalde kleine aanvallen op het portugrscbe leger doch hadden zij in liet geheim bevel ontvangen om te deinzen zoodra de Portugezen zich teweér stelden door welk middel Muleij Moluc hoopte hen te verlokken lot het verlaten der retranclrementen, waardoor Sehastiaan zich had gedekt. Sehastiaan, dia dapper was zonder voorziglig te zijn ziende dat do Maroccanen dagelijks weken zoodra het tol een gevecht kwam dacht hen hij den eersten' aanval le verslaan verliet zijne verschansingen en trok tegen Moluc op als naar eene zekere overwinning. Om Sehastiaan nog meer in slaap te wiegen veinsde Molucop het zien van zijn naderen terug te trekken en liet den portugoschen vorst zelfs voorstagen tol den vrede aanbieden als of hij innerlijk vrees liatl gevoeld voor een' beslissende veldslag. Dit weifelen en wijken bemoedigde Sehastiaan die zich zeker waande den steeds wijkenden vijand te slaan als hij dien maar tot slaan brengen of achterhalen kop.. Hij vervolgde daarom Moluc met drift. Naauwelijks echter had deze laatste hel portugesche leger ver genoeg van de kust en de vloot afgetrokken of hij hield stand en be reidde zich len strijd waartoe hij zijn leger in balvemaa'hswijzc slagorde stelde hopende het portugesche leger alzoo le kunnen omsingelen. Door zijne ziekte belethet leger in persoon aan te voerenstelde hij zijn' broeder Hamel aan het hoofd der troepen en zeide hem dat zoo hij de lafheid had van te wijken hij hem met eigen handen zou verworgen. Aan zijn leger zeide hij dat men moest overwinnen of sneuvelen en ofschoon hij zelf zoo ziek en zwak was dat hij meende te sterven ver zuimde hij nogtans niets wat hij kon bijdragen om zich de overwinning te verzekeren terwijl hij in hel geven der hevelen zooveel mogelijk alle gevolgen vooraf berekende. De officieren kregen hel bevel om ingeval hij stierf of sneuvelde, zijn dood voor de overigen geheim te houden ten einde 's krijgsmans moed niet ter neder te staan en dat zij als ware hij in het leven in zijne nabijheid moesten blijven of de vertooning moesten maken als of zij zijne bevelen kwamen vragen. Na het nemen van al deze voorzorgen liet hij zich door de gelederen dragen in den draagzetel waarin hij uitgestrekt lag bij welke gelegenheid hij de sol daten aanmoedigde en hun zeide, hunnen pligt goed te volbrengen. Eindelijk liet hij den aanval doen. De portugesche infanterie bragt de maroccaanschc welhaast tot wijken. Een der portugesche krijgs hoofden joeg zelf een korps ruiterij terug tot aan bet centrum van het maroccaanschc leger, waar Moluc zich bevond. Déze over hunne vlugt in woede ontstoken sprong schoon bijna zieltogend uil zijn draagzetel en wilde hen in persoon weder ten aanval voeren doch hij viel na die overspanning in zwijm en zijne legerhoofden droegen hem weder naar zijnen draagzetel. Kort daarna kwam hij een oogenblik tot zichzelvcn cn maakte van dat oogenblik gebruik om de hem omringende personen door het leggen van den vinger op zijnen mond stille aan te bevelen terstond daarop gaf hij den geesf. Zijn dood bleef geheim, liet portugesche leger verloor zijn tot hiertoe behouden voordeel, doordien de maroccaanscho ruiterij een'grooten balven cirkel gevormd hebbende, de uiteinden bij bet naderen zamentrok en hel portugesche leger aldus eindelijk geheel insloot en met woede op Sehastiaan's leger aanviel. Des laatsteu ruiterij deinsde nu en bragt de infanterie geheel in verwarring. Op dit oogenblik stormden de Ma roccanen met het zwaard in dc vuist op de Porlugezc.n in en rigUen eene vreesselijke singling onder hen aan. Velen smeekten te vergeefs om lijfsbehoud; anderen zochten hunne redding in do vlugt dat even vergeefs was omdat het maroccaanscho leger hen volmaakt hield inge sloten zoodat hun overal dood en verderf aangrijnsden. Al wat in deze slagting (want dat was het meer dan een gevecht) niet omkwam werd gevangen en tot slaaf gemaakt. Onder de gesneuvelden behoorden ook de koning Sehastiaan die, naar men zegt, het sneuvelen van zijn leger en zoo vele portugesche grooten niet wilde overleven dewijl hij zich als de oorzaak van hunnen dood beschouwde. Muleij Mohammed trachtte te ontvlugten, maar verdronk in de rivier Ouad-el-Maghreo. In dit gevecht kwamen dus drie vorsten op verschillende wijzen om en wel een door ziekte, de tweede door de wapens en de derde door het water en orn deze reden noemen de inboorlingen dat gevecht nog heden den shit der drie koningen. MIDDELBURG den 11 September. Den 3 dezer zijn door hét instructie-vaartuig van het bclgisclie loodswezen gevoerd door schipper A. Ocket9 westknpelsche dijkwerkers die zich op een zinksluk: bevonden dat hij Domburg lot dekking van een stuk afgeweken grond moest dienen en dat door den stroom on oostenwind naar zee afge dreven was van eênen hen aangrimmenden dood gered en behouden aan wal gehragt na dat zij den geheelen nacht op dat wrakke vlot, zonder spijs of drank en in den vreesselijksten angst hadden doorge» bragt. Men kan zich den toestand en bet dankgevoel der geredden verheelden toen hen door het vaartuig opgenomen aldaar de noo- dige verkwikking werd toegediend en toen zij kort daarna het ver laten zinksluk door de branding zagen vaneen scheuren en uit hun gezigl verdwijnen. Het gedrag van den schipper Ocltet en zijne man schap verdient loffelijk vermelding en erkentenis. BROUWERSHAVEN den 12 September. Binnengekomen An- neginakapt. W. W. l'otjer, van Slokholm naar Dordrecht, en Eduardkapt. M. Harkema van Batavia naar Rotterdam, Er is nog een inkomend schip in het gezigt denkelijk Jeunnetle, kapt. S. Halfweg van Batavia naar Rotterdam. DERLANDSCHE LOTERIJ. klasse, Zeventiende Lijst. N." 4382 f 100Ö' 5165 - 1006 Achttiende Lijst. «9744 f 1500 22593 - 1000 16656 - 1000 Negentiende Lijst. Geene. Twintigste LAjst. 18172 15,000 21900 - 1000 Een en twintigste Lijst. 19341 100.000 1022 prem. - 2000 3034 2000 Twee en twintigste Lijst. 3233 1000 19 35'" KONINKLIJKE NE vijfde Negende Lijst. N.' 18379 Tiende Lijst. Geene. Elfde Lijst. 15975 Twaalfde Lijst. Geene. Dertiende Lijst. 22798 Veertiende Lijst 4602 Vijftiende Lijst. 14969 Zestiende Lijst. 3991 20489 10217 prem. f 1000 f 1000 f 1000 f 1000 f 1600 f 1000 - 1000 - 1250 PRIJZEN der EFFECTEN te AMSTERADM Woensdag den 11 September 1844. Nederlanden Rusland, Spanje Oostenrijk 2'/s pC. Werk. Schuld 5 Ainort. Syndikaat 4'/i pC. Nieuwe 3 pC.s Leening Harulol-Maatschappij 4'/s Oosl-Indiën 5 Hoge en Comp. 5 Negot, 1834 hij Ardoin 5 Bij Goll. cn Comp. 5 Negot. Molalick 5 gebleven. 623/ic pCz 99"/» 99'/» 75 '7, 146% 101 Vb 108'//, 20"/» 109"/» a Heden beviel zeer voorspoedig van een' Zoon NV.A vaïï £»f,r SlAAS Echtgenoot van Nieüwrrkerk N. LABRUN. den Tl September 1844. Heden overfeed na cene ziekte van weinige dagen mijn geliefde Echtgenoot, PIETEft GAANDERSE in den ouderdom van ruim 45 jaren. Noordrouwë J. M. GAKEER. d'cn 11 September IS'ii. De ondergeteeken Ie na ruim 14 jaren het beroep van Loge- mcnlhoudef alhier in het Huis n.° 18 uitgeoefend te hebben brengt aan zijne geëerde begunstigers lor kennis dat hij zijne Affaire thans heeft moeien verplaatsen naar het Huis n." 5, belovende aan allen zonder onderscheid eenö prompte bediening tevens dank zeggendevoor de genoteue gunst die hij tot he,den in zijn vorig Lokaal mogl ondervinden vertrouwende van zeer velen met genoegen bezocht te zijn geweest. Scharendijkeden 10 September 1844. P. REZUUEN. De Notaris 51.' J. ERMERIN'S zal ton verzoeke van de Erfgenamen van wijlen JAN de WAAI.) en D1NA de VRÉDF, op Vrijdag den 27 September 1844, 's namiddags ten 2 ure, in de Herberg le Dreischorpresenteren le verkoopen 1." Vier bunders 43 roeden 50 ellen KOORNLAND gelegen onder de'Genieënte Dreischor, sectie A, n." 139, en sectie C n.°' 436 437 en 443. 2." Zeven bunders 33 roeden 10 elfen WEILAND gelegen onder de Gemeente van Kerkwertesectie E n.°' 13, 15 en 101 en sectie H, n.™ 102-106; en 3.° Een twintigste Portie in de NIEUWE MEESTOOF. In onderscheidene' perceelen hij de plakhiljelten omschreven. Nadere inforinaliën le Irekoinen ten Kantore van voornoemden Notaris. BOEKHANDEL van P. C. IIESDRIKSE te BROUWERSHAVEN. Met pr.° October aanstaande zal in bovengenoemden Boekhandel worden geopend Eene geheel nieuw opgerigle LEESBIBLIOTHEEK waarvan de voorwaarden en het eerste gedeelte dor Catalogus binnen weinige dagen gratis te hekomen zal zijri. Deze Bibliotheek zal van tijd tot tijd met de meest gezochte Werken vermeerderd worden ten minste indien eene-genoegzame deelneming daartoe gelegenheid geeft waartoe hij zich ook beleSfjeH k aanbeveelt. te zieiukzee, bij de wed. a, de vos en zoon stads drukkers.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1844 | | pagina 2