!t.° 23. ZIERIKZEESCHE C7f DINGSDAG A.° 1844. COURANT. 19 MAART. Besturen en Administration Nieuwstijdingen Nederlanden. i/n^ 'P B L I C A T t BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZlÈRÏKZËË. Herzien derzelver afkondiging van den 14 dezer maand waarbij de In- en Opgezetenen aan hunne belangen en verptigtingen zijn Iherinnerd om in de thans geopende GELDLEEN ING of VRIJWIL LIGE BIJDRAGE ten behoeve van 's Rijks Schatkist, algemeen deel té nemen. Hebben gemeend het publiek nogmaals te moeten aansporen om zich den tijd tot inteekening van heden af tot én met den 26 dezer, bij den Heer Agent der Schatkist alhier, ten nutte te maken, opdat een ieder, naar verhouding van zijn vermogen in de leening 'inschrijve en zich alzoo vrijware voor de buitengewone belasting-, waardoor men zich aan vele moeijelijke en onaangename formaliteiten en aan eene meerdere opbrengst van ten minste een vierde zoude zien bloot gesteld. En aangezien alle autoriteiten hierin door woord en daad 'uit Uerbied voor de Wet het voorbeeld geven zullen verklaart de Rege ring dezer Stad cfó In- en Opgezetenen te willen voorgaan in èene ruime deelneming tot navolging waarvan een ieder alzoo wordt OpgeWekt. ■Z'ferikxèèclen 18 Maart 1844. Burgemeester en Wethouders Voornoemd DE CRANE tl. Ter ordonnantie De Stads Secretaris W. J. P. KROEF. De COMMISSIE voor de ONDERLINGE WAARBÖRG-VER- ËENIGING vèn ARBEIDERS en WERKLIEDEN brengt bij deze ter kennis der belanghebbenden dat vah 'af Zaturdèg den 23 Maart weder eiken Zaturdag avond tusschen 7 eit 9 ure, dóór dên The saurier van hetzelve Fonds, den Heer Naüta 'Van deü GriJp, zal Worden gevaceerd tot bet ontvangen der wekelijksche inlagen en tioodigt alzoo de Deelnemers in deze Waarborg-Yereeniging en alle Arbeiders en Werklieden uit om alsnu ten spoedigste, immers zoodra kunne werkzaamheden aanvangen, met het inbrengen hunner inlagen ëen begin te maken ten einde Zich voor den volgenden winter eenige bespaarde penningen te bezorgen e'n zich de voordeele'n te Verzekeren aan deze Waarbörg-Vereeniging verbonden. Zierikzeeden 18 Maart 1844. De Commissie voornoemd a. moens VAN bloois. ïer ordonnantie van dezelve, R. C. CAÜ. De DIRECTIE der LÓTERlj van HANDWERKEN en VOOR WERPEN brengt het geëerde publiek dé hartelijkste dankzegging toe voor hunne zoozeer betoonde goedwilligheid in het medewerken Van deze zaak. Volgens besluit van Z. Exc. den heer Staatsraad Gouverneur Van Zeeland, is de zuivere opbrengst bedragende de som van 373 aan het Dorcas-Gezeischap ter hand gesteld welke daardüor bij ver nieuwing in de gelegenheid is geweest hare zoo nuttige werkzaam heden voort te zetten zoodat 60 vrouwen een eerlijke aalmoes hebben kunnen verdienen. Vele moeiten en zorgen zijn aati dit alles ve'rbohdeh eii niets dan belanglooze menschenliefde is de drijfveer van deze handelingen. Wij twijfelen dus niet of alle dé Ingezetenen dezef Stad zullen hunne goedkeuring kunhen hechten aan het doél voor welke de zuivere opbrengst van déze Loterij moét strekken en dezelfde goedwilligheid betooneh Wanneer zij- in den vblgendért winter weder geöpend zal Worden wij bevelen baar dus aan de medewerking van alle Inge zetenen dezer Stad aan. Uit haam der Directie !i. de Jonge goh. VAN BREÜGEt. 's GRaVENHAGE den 16 Maart. Z. M. de'konirig heeft, hij besluit van den 13 bepaald dal elk kantongcregt van het koningrijk uitmaakt een belastings—districtbepaald hij art. 61 der wet van den 6 Maart 1844, en elk district mitsdien bevat dezelfde gempehlen waaruit ieder kanton is Samengesteld, zoo mede, dat de hoofdplaats Van elk kantort teVens is de hoofdplaats van het belastings—district. De Staalè-Coüranl deelt op hooger last, tót nar'igt der be langhebbenden, het volgende stuk mede, Dnderteekend door Z. M. den koning, deh 14 dezer: «Kennis genomen hebbende van de Wenschen eh Vdorzlenlngeti vervat in den uitersten wil van Wijlen önZën hartelijk geliefden eh hoogst gcëerbiedigtlen vader, koning Willerti Breder ik gtaaf van Nassau, en ernstig begeerende die Wenschen en voorzieningen met naauwgezelheid te vervullen, verklaren wij bij déze, lil onze betrek king van hoofd-erfgendamdat wij voor onze tekening overnemen alle de waarborgen, welke wijlen onze heer Vader, in hoogstdeszelfs bezorgdheid voor 's lands welvaartaan verschillende bier te lande gevestigde maatschappijen of ondernemingen heeft verleend en dat wij de ver p I ig t in ge n Welke uit die Waarborgen kunnen voorlvloeijen sliptelijk zullen nakomenzijnde ter bestrijding van de lasten welke daaruit voor ons zbudeh kuhnen öhtstaaheên gedeelte der nalaten schap van wijlen ohzeh heer vader door Ons voör deze bestemming verbonden eh Onder eehe afzónderlijke administratie geplaatstwaar- Van wij hét bestuur hebben toevertrouwd aan den grootmeester van ons huis, baron v'arl Doorn van W'èstcapelh, die bij deze door ons gemagtigd wordt, 'om van deze verklaring een afschrift aan de maat schappijen of ondernemingen Welke hierbij bedoeld zijn af te geven." Meh verneemt dat door den heer staatsraad gouverneur der provincie Zuid-Holland krachtens de daartoe op hem Verstrekte ntag- tiging bij besluit van den 15 dezer maand reeds benoemd zijn de afwisselende leden der ComtniSsiën vah vóorloopig- en eind-onderzoek ingesteld bij art. Ê4 eh 67 der Wet van den 6 Maart II. Staatsblad n.' 14), alsmede derzelver plaatsvervahgers ten einde de regering, des nohdig tot de heffing der buitehgewonO belasting op de bezit tingen onverwijld zou kunhen doen oVergaan. Het gerucht wil hier dat, op êen van de laatste dagen der discussiën over de leening- en belastingwetof althans omstreeks dien tijd, eehe 'commissie uit Amsterdam zich in deze residentie be vonden zou hebben, leb einde zïöh met den konihg te onderhouden, doch dat Z. M. toen raadiaarti geacht heeft haar niet te ontvangen eh dat dit feene der redeheh zijn zou Waarom hoogstdezolve zich nu na de aanneming en promulgate dier wet, naar de hoofdstad begeeft. Evenzeer moet het als niet meer dan een loopehd gerucht aangemerkt wordén hoe men hier verhaalt dat men te Amsterdam bereids voor écnè deelneming van 40 millioenenen te Rotterdam voor eene deelneming van 20 millioench in de vrijwillige geldleening verzekerd zou wezen. Mogl dit ook al Waar zijn, dan nog zou het niemand lot eéne valsrlie geruststelling mogen strekken nat die leening wel ionder zijne medewerking zou worden volleekend naardien de gemelde sommen, Welke dan denkelijk meestal Van groole huizen afkomstig zouden Wezen nog slechts nagenoeg de helft van het gevorderde be reiken. Een der laatste nummers van A'e Tijdgenoot behelst belangrijke Opmerkingen en raadgevingen óm tot deelneming aan de vrijwillige leening óf bijdrage aón te sporen die thans hel onderwerp van alle gesprekken en overleggingen uitmaakt. Na de reeds van onderscheiden kanten ontwikkelde voortjeelén dier deelneming, bóven het afwachten der belasting, te hebben aangetoond, laat dat blad, onder anderen, 'nog dit volgen «Men misleide zichzelven toch niet, door té denkón dat de rege ring, bij èehe gedeeltelijke opbrengst dér belasting, de inschrijvingen zou kunhen aannemen, en de belasting achterwege laten. Zij zou pullis bij geétfie mogelijkheid kunnen doene'n wel óp de volgendo gronden de wet bepaalt zeer uitdrukkelijk en wel om allen twijfel desaangaande weg te nemen (want juist daarom is die uitdrukking in art. 22 er bijgevoegd), dat de belasting zal geheven worden zoo de leening niet voltéekend is. be regering is derhalve niet vrij, om, Wanneer de inschrijving mirtder bedragen de heffing der belasting achterwege te laten maar zelfs de wetgever zou zulks niet kunnen doen daar zij die vrijwillig hebben ingeschreven dit alleen zullen gedaan hebben in de vooronderstelling, dat de wet zal worden op- gevólgd. Aan hen zou derhalve, bij verandering van de Wet, ver gund moeten Worden, hunne vrijwillige inschrijvingen terug te ne men, en zeer waarschijnlijk zouden de niersten zulks doen. Zij zou den toch in dat geval voor anderen betaald hebben. Wij welen wel, dat men zich beroept op vroegere voorbeelden doch wij welen tevens Ook (1st toen de wetsbepalingen veel onbeslemder wareh dan thans, en meerdere ruimte aati de regering overlietenterwijl de leening too vóördèelig Was dat men die Riet als eene belasting kon aanmer ken terwijl nu de leening Ook bij de gunstigste vooronderstellingen met een verlies 'gelijk staat van 1 a I'/', per cent op de bezittingen. Bij het bijna onvermijdelijke van de gedwongene belasting, springt derhalve liet voordeelige van vrijwillig in te schrijven duidelijk in het öog. Huisvaders, Voogden, administrateurs zijn, naar onze innigste Overtuiging, Riet verantwoord jegens hen, wier belangen zij waarne men Wanneer zijdoof nalatigheid in het doen van vrijwillige in schrijvingen zich blootstellen dat zij een derde mterder zullen moeten betalen Indé belasting, die bijna zeker ten uilvo'er zal gelegd worden, daar het geval dat de inschrijving geheel zal vol komen, hoogst on waarschijnlijk is." AMSTERDAM, deh 16 Maart. Gi'Stère'rt avond is Z. M. de koning met eeneh buitengewoner: spoortrein na den laatsten ge wonen trein van s Gravenhage Vertrokken en omstreeks elf ure bij deze stad aangekomen. Aan liet station buiten de Willemspoort, llctWelk mët al de ontstokenè gasvlammen verlicht was wérd Z. M. doör de heeren Serrurièr én Gèrlie'n, president en secretaris van het bestuur der maatschappij, ohtvangen binnen liepoort döor eene vrij talrijke volksmenigte met hartelijk gejuich begroet en aan het paleis door z. ed, achtb; deh lieer burgemeester opgewacht. Ook op den Dam was eehe juichende menigte verzameld, Z. Al. is vergezeld dbor de heeren baron Sifleind vein Gróveslein graaf van Rylandtbaron van der Capelknbaron varl Coehoorn en den kapitein-ter-zeë en adjudant van' Karnebeek. In den loop van den ochtend beeft heden Z. M. ge'hoör verleend aan ettelijke militaire en burgerlijke beambten alsook particulieren,- die verzocht hadden lot hetzelve toegelaten te worden. Ten een ure heeft zich' de s'taf-muzijk der ScbuUè'ri] óp den

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1844 | | pagina 1