A.dvertenti'èn>
Irars in éénen begroef onder zijne puinboopen 8 of volgens eene
andere opgave 11 arbeiders, welke dood onder het puin werden
Weggehaald. Eene groote menigte mensehen had zich op de plaats
■des ongeluks verzameld en deed luide hunne afkeuring hooven over
de nalatigheid der architecten en der overheid, en verwenschte de
Woekerzucht der speculanten, Welke, ten koste der arme werklieden,
Siunpe huizen niet snel en niet hoog genoeg kunnen opbouwen.
Slechts met moeite gelukte het in de snel opgeroepen burgerwacht,
de vergramde menigte te verwijderenen de straten af te zetten.
De stemming des volks is door dit nieuwe ongeluk aan verbittering
Zeer toegenomen en al de behoedzaamheid van het bestuur is er
tnóodig, om eene soortgelijke demonstratie der arme en arbeidende
klasse legen de rijken te voorkomen als te Luheck op nieuw heeft
plaats gehad. De huizen worden met zand in plaats Van met kalk
gebouwd en het schijnt als of bet bloed der werklieden niet ver
schoond wordonmaar tot mecent moet dienen.
Uit Altona meldt men van den 20 Julij het volgende «Donderdag
zien 6 dezer zag men ten 5 ure des morgens een treurigen optogt
de stad doortrekken het was zekere Joachim Hendrik Rhamke, dien
men ter strafplaats leidde als door het hoog geregtshof van het
hertogdom van Holstein ter zake van de dubbele misdaad van moord
en van brandstichting tot het rad veroordeeld doch welke straf,
overeenkomstig een sedert meer dan eene halve eeuw aangenomen
gebruik in die van onthoofding met de bijl veranderd was geworden.
De strafvoltrekking moest plaats hebben in de stad van Pinnenherg
waar hij zijne misdaden had begaan en die anderhalve mijl van
Altona gelegen is.
De stoet tot op een geweerschot van Pinnenherg genaderd Zijnde
Zag men een in het zwart gekleeden man te paard die met een
witten dook wuivend in vollen ren kwam aangereden. De sloèt
vertraagde zijnen gang en weldra hoorde men de ruiler uit ai de
magt zijner longen roepen «Hall! niet verder! op !asl deS konings!
er is schorsing
Aan de barrière van Pinnenherg bereikte de ruiter den stoet en
flati den griffier, die belast was, om het hof bij de strafvoltrekking
te vertegenwoordigen overhandigde hij een papier, waarop, met
's konings onderteekening bekrachtigd gelezen werd De strafvol
trekking aan Rhamke zal lol nader order Horden geschorst."
De griffier was niet zonder eenigen twijfel aan de echtheid van het
geschrift en wat dien twijfel hij hem nog versterkte was het ont
breken van de contra-leekening van den minister "an justitie en van
alle bij zoodanige omstandigheden gebruikelijk formulier maar
wijl hel hier liet leven van een mensch betrof, zoo aarzelde hij even
wel niet den last van schorsing op te volgen en hij bragt den
veroordeelde naar de gevangenis van Altona terug.
liet aan den griffier ter hand gestelde stuk bleek later volkomen
echt en deugdelijk te zijn iiet was geheel eigenhandig door den
koning geschreven en zie hier hoe de zaak zich had toegedragen.
Overeenkomstig de criminele wetgeving in het hertogdom ïiolstein
moet ieder doodvonnis nadat het ten volle executoir geworden is
dat is Ie zeggen nadat hel rekwest om gratie door den koning van
de hand gewezen is niet last dat het regt zijn loop moet hebben
op nieuw aan den veroordeelde worden aangezegd, op een der open
bare pleinen van de plaats waar de misdaad bedreveti is. Toen nu
op het plein voor het stadshuis van Pinnenherg, voorlezing van zijn
doodvonnis aan Rhamke werd gedaan wilde het toeval dat een ge
wezen schoolmakker van hem, de geneesheer Pieler de Iiobkevan
de wateren van Karlsbad in Bohemen terugkeefend in eencn post-
chais de plaats kwam doorgereden. Onderrigt van wat er plaats
greep, besloot hij het leven te redden aan Rhdmlte, den gewezen
vriend zijner jeugd dien hij later als geneesheer had verpleegd en
met wiens familie hij naauwe vriendschapsbetrekkingen onderhield.
De heer Kobke had steeds de innige overtuiging gevoerd dat Rhamke
niet volkomen hij zijne zinnen was. De koning deed juist op dien
tijd een reisje in het graafschap van Sleeswijk en was op het oogen-
biik te Hussum. De heer Iiobke snelt er heen j vraagt en bekomt
een gehoor bij den koning wien hij breedvoerig de redenen ont
wikkelt die het er hem voor doen houden dat Rhamke met krank
zinnigheid bezocht is en verder betoogtdat deze atzoo meer be
klagenswaardig dan misdadig is. Hij bepleitte de zaak van zijn
gewezen vriend zoo warm en zoo gelukkig, dat de koning het bewuste
bevel tot schorsing schreefen zoo men gezien heeft was het hoog
tijd dat hetzelve ontvangen werd.
Nu werd er door den minister van justitie aan het hoog geregtshof
van Holstein aangeschreven een nieuw onderzoek naar den staat van
het verstandelijk vermogen van den veroordeelde in te stellen. Drie
hoogleeraren aan de universiteit van Kiel werden hiertoe gecommit
teerd. Het rapport was, dat er geene teekenen van krankzinnigheid
bij Rhamke te ontdekken waren.
De minister van justitie deed alzoo de voordragt aan den koning
.om het regt zijn loop te doen hebben maar Z. M. in overweging
nemende, dat de schorsing van de straf noch regtstreeks, noch zijde
lings door Rhamke zeiven was uitgelokt geworden maar dat hij
reeds eenmaal den doodangst groolendeels hebbende doorgestaan hem
andermaal daarmede te pijnigen eene verzwaring van straf zou zijn
die hij niet had verdiend beeft de doodstraf in die van levenslange
gevangenis in een tuchthuis veranderd.
Men meldt uit Batavia van den 1 April jl. het volgendeVolgens
berigt van den adsistent-resident van Sumanap zijn in den nacht
van den 7 Februarij jl. aan de zuidzijde van het eiland Gilie Gen-
tingtwee rotsen uit zee opgekomen, welke, volgens ingewonnen
beriglen met hoog water een voet rijnlandsch boven de zee uit
steken men zegt dat deze rotsen voor het eerst zijn gezien nadat
eene buitengewone deining van de zee was bespeurdwelke wordt
toegeschreven aan eene zeebeving.
Ongeveer ten 71/?. ure van den avond van den 5 MaartWerd in
de omstreken van Weltevreden eene verlichte kolom of streep gezien
tn~rte rigting van w. z. w. west; aanvankelijk schreef men dezelve
toe aan eenen bevigen brand toen het verschijnsel echter regelmatig
nederdaalde, kwam men op het denkbeeld van eene météore in onzen
dampkring zeivende beneveldheid der lucht liet niet toe dit ver
schijnsel, zelfs niet met eene 42 duims teleskoopte onderscheiden.
Van het boord van Z.' M.a fregat Rotterdam, liggende te Onrust,
is hetzelfde verschijnsel den 4, 5 en 10 dezer, telkenmale op het
zelfde tijdstip en in dezelfde bovengemelde rigtingopgemerktde
laatste maal hooger boven den horizon.
Ook van het boord van Z.' M.' fregat Palembangliggende ter
reede van Batavia is hetzelve den 5 dezer en nog eenmaal eenigé
dagen later gezieft.
ln de residentie Bantam Werd hetzelfde verschijnsel den 5 opge
merkteven als op andere plaatsen van Java en bepaaldelijk iu dó
Residentie Baglen.
De groote ui'tges'tfe'kt'heid over welke hetzelve gezien is geworden
gevoegd bij deszelfs herhaling doet het denkbeeld van eene méléorè
vervallen en gêeft aanleiding tot de onderstelling van de verschijning
eener komeetwelke echter in geenê der voorhanden® sterrekundigè
werken aangeteekend geworden is.
Brieven Van Baroster westkust Van Sumatra deelen het Vol
gende mede:
«Nadat zich om lU/s ure in den nacht van den 5 op den 6
Jaouarij eene zware aardbeving had doen gevoelen zoodat de oudste
menschen zich niet herinneren er eene gelijke te hebben bijgewoond
en de grond op Verscheidene plaatsen vaneen gebarsten wasdeed
zich ongeveer te 127s ure in denzelfden nacht een geluid hooren als
of een sterke wind uit het z. w. kwam Opzetten. Kort daarop
scheen het als of de masten der in dé rivier liggende praauwen
braken en toen elk beangst naar builen vluchtte bespeurde men
dat de zee met eehe gtoole golf opgeloopen Was. Ïerwijl men zich
spoedde om het binnenland te bereiken keerde de Zee weder even
eens plotseling terug en hoorde men het praauwvolk om hulp roepon.
Niemand verloor daarbij het leVen doCh vele lieden zijn in armoede
gedompeld door de verbrijzeling dér praauwen van welke 3 op 1922
voeten van hun ligplaats binnenlands ingeworpen Zijn nadat zij allo
hunne ankers verloren hadden. JJe schokken der aardbeving duurden
op den 11 Jahu'arij Hog steeds Voort en Verkeerde de bevolking in de
grootste ongerustheid. Ook op zee moet de beroering zich hevig
hebben doen gevóelen daar Volgens bérigten twee atjinesche praau
wen op den 4 Van troemon vertrokken meer dan 2 mijlen door
den golfslag waren weggeworpen."
GOES den 17 Augustus. Na eene', gedurende dezen zomer
buitengewone hilté van .3 dagen barstte er gisteren namiddag om
streeks 5 urehoven onze stad een vreesselijk onweder los. Dé
donderslagen waren zoo geweldig» dat de' oudste lieden zich niet
herinneren immer de zoodanige gehoord te hebben zoodat men in
angst verkeerde.
Het weder deed echter hier geene schademaar in de nahijgelegene
Wilhelminapolder zijn door hetzelve twee menschen getroffendie
zich op hel veld bevonden en we! heiden doodelijk. Men heeft zelfs
geen teeken van leven meer in heft bespeurd.
De een hier in Goes woonachtig Was een man van 40 jaren de
ander een jongeling van 18 jaren uit Kattendijke. De eersle heeft
uiterlijk geene teekenen van letsel maar van den anderen waren
bijna al de kleederen afgeschroeid. Zij bevonden zich in gezelschap
van nog twee anderen die wel legen den grond zijn geslagen doch
overigens géén hinder bekomen hebben; Zij begaven zich van het
veld ter ontwijking van het weder naar dé naasthij gelegene hof
stede. De eerstgenoemde had reeds zijne vrouw en heide kinderen
van hét veld vooruit gezonden.
Ook sloeg hetzelve ongeveer lef zelfdér tijde in de schuur van de
Weduwe J. Slabbékoornte Biezelingen die daardoor in een oogon-
blik in brand geraakte en met het zich daarin bevindende graan
hooi en gereedschappen eene prooi der vlammen is geworden terwijl
het daaraan gelegene woonhuis geheel is uitgebrand, waaruit gelukkig
de meubelen zijn gered door de spoedige hulp der spuiten van Iva-
pelle en Kloetinge zijn de belendende gehouwen bewaard gebleven
doch zij waren niet genoegzaam om het smeulende graan te blusscben
waaruit telkens dé vlam op nieuw opsloeg; hoogst welkom was daarom
de hulp van de ingezetenen uit den Wilhelminapolder dié met hunne
spuit reeds ten 7 ure hij den brand aankwamen en was men alzoo
in staat den brand geheel meester te worden dewijl anders bij den
minsten wind het geheele dorp groot gevaar zoude geloopen hebben
vernield te worden. Mogt hunnein dergelijke omstandigheden
steeds beloohde ijver, anderen met meerdere hluschmiddelen voorzien
ten voorbeeld zijn. Het huis en de sohiiur zijn zoo men verneemt
ten kantore van den heer dé Jorlgé te Amsterdam verzekerd voor f 5000;
^eetijdingent
BROUWERSHAVEN den 21 Augustus. Binnengekomen het
kofschip Annakapt. C. C. Lindeboom, van Bergen, de schooner-
Schepen Reijnard, kapt. F. Frentvan Swansea beide naar Dordrecht»
en Laura en Ellen, kapt. R. Daires van Cardiff naar Rotterdam!
ai 11 1 Z =a' 1 C=S 8— i
Hedeft beviel voorspoedig van eene Dochter G, J.JERAS»
geliefde Echtgenoot van
Midoelrurg
den 19 Augustus 1843. T. P. ROEST.
E enige kennisgeving.
De Notaris M.' J. J. ERMER1NS zai ten verzoeke vaö
den Heer J; van der HAVE qq. op Dingsdag den 12
September 1843, 's namiddags ten 3 ure, in na te melden Herberg
te Ouwerkerk presenteren te verkoopen
1.° 52 Roeden 80 Ellen KOORNLAND gelegen in de Vier-
Bannen van Düivelandonder de Gemeente Ouwerkerkka-
dsstcr sectie K 66
2." Een WOONHUIS, SCHUUR en ERVE, staande en gelegen
in den Ring van het- Dorp Ouwerkerk, zijnde de Herberg,
letter A n.° 17 kadaster sectie D n.° 172.
3.' Een WOONHUIS SCHUUR en ERVE staande en gelegen
in de Zuidstraat aldaar, letter A, n.° 33 sectie D, n;° 235.
4.° Een HUIS SCHUUR en ERVE, staande en gelegen in de
Zuidstraat aldaar, letter A, n.° 20, sectie D, n.° 1Ö9
en 5." Eefi TUIN, groot 7 Roeden 30 Ellen» gelegen aan den
Straatweg bij Ouwetkerk, sectie D n." 62.
Nadere informatiën hij den Verkooper en ten Kantore van voor
noemden Notaris te bekomen.
te zierikzeb bij de wed. a. db vüs en zoon, stads drukkers.