ZIERKZEESCHE
COURANT.
-\T.° 52.
VRIJDAG
d
A.° 1843.
30 JUNIJ.
Besturen en A dm in is tralie n
Nieuwstijdingen
na
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEÈ
brengen bij deze ter kennis Van een ieder wien zulks zoude mogen
aangaan dat de Raad uit aanmerking der noodzakelijkheid om het
Reglement voor de Vlee'schhal te dezer Stede, gearressteerd den 16
Maart 1818, te beter le handhaven de navolgende atnpliatie öp dat
reglement heeft vastgesteld.
Art. 1. Géén verscb geslagt vleesch van runderen, kalveren of
schapen, zal binnen deze Stad in het openbaar verkocht, gevent of
uitgestald mogen worden dan in de Stads Vleeschhal en in zoodanige
gehouwen of woonhuizen welke met toestemming van heereri Bur
gemeester en Wethouders, daartoe zullen worden ingerigtvoorbe
houdens aan dezelvè om aan de le verleenen goedkeuring zoodanige
bepalingen te hechten als in het belang der policie zullen worden
noodig geacht.
Art. 2. De overtreding van het vorige artikel zal gestraft worden
met eene boete van tien tot vijftig gulden of drie dagen gevangenis
zullende hét daarbij betrokken vleesch kunnen worden aangehouden
tol dc boete zal zijn betaald óf 'geconsigneerd.
Dat de bepalingen in déze publicalië vervatin werking zullen
worden gebragt met den eersten Julij aanstaande.
En opdat niemand hiervan onkundig blijve zal deze worden afge
kondigd en in dezer Stads Courant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Zierikzee, den 12 Junij 1843.
Burgemeester en Wethouders Voornoemd
DE CRANE, vt.
Ter ordonnantie
De Stads Secretaris
W. J. P. K R O EF.
R ATS D WEZEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEÈ.
Overwegende dat de voorzorgen tegen brandgevaar krachtdadig
bebooren te worden gehandhaafd.
Gelet op dé bepalingen van het Reglement op den brand Voor
deze- Stad.
Op het voorstel van het Kollegie van Brand- en BrandspüitmeeStereh.
Hebben goedgevonden:
1." Tot Keurmeesters over het opgeslagen hooi voor dezé Stad en
hét Poortambacht te benoemen
'Nicolaas van den Bout, Johannes Planting en
Bastiaan van der Maas j Johannes Geradts
Ingezetenen dezer Stad aan welke Keurmeesters bij dëzé de zórg
wordt opgedragen om, naar aanleiding van art. 26 van voormeld
Brand-Reglementtegen het broeijen van opgeslagen hooi behoorlijk
té Waken ëh zich omlfent de vereischte rondgangeh tot inspectie bij
de In- en Opgezetenen te Verstaan met en zich te gedragen naaf
de orders van Brandmeesteren.
2.° De In- en Opgezetenen van deze Stad en het Poortambacht
té herinneren aan de voorschriften van meergemeld art. 26, waarhij
bepaald Wordt:
adat een iegelijk dié hooi opslaat of gebruikt, gehouden zijn zal om
een of meer ijzerster lengte van ten minsten twee néderl. ellenof
naar mate der localiteitin de hooiklampen te laten steken die ten
allen tijde voor Brand- en Keurmeesteren toegankelijk zullen moeten
zijn, terwijl niemand zich legen derzelver orders zal mogen verzetten,
op verbeurte eener boete van drie gulden."
Voorts dat het aan niemand zal vrijstaan kruid of vuurwerken te
Verkoopen öf vervaardigen dan na vooraf bekomene toestemming
van dit bestuur en onder verpligting om zich in alles te gedragen
naar de voorschriften daaromtrent gegeven bij de art. 34 en volgende
van voornoemd Brand-Reglement.
En zal deze tot een ieders informatie en narigt worden geplaatst in
de Stads Courantterwijl afschriften zullen worden gezonden aan
ieder der benoemde Keurmeesters mitsgaders aan het Kollegie van
Brand-en Brandspuitmeesters, respectivelijk tot aanstelling en uitvoe
ring, en aan den heer Commissaris van Policie dezer Stad, met last
om de naleving dezer bepalingen te handhaven daartoe uitgenoodigd
de Keurmeesters op derzelver rondgangen te vergezellen en tegen de
overtreders te verbaliseren.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Zierikzee, den 28 Junij 1843.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DK CRANE, C,
Ter ordonnantie
De Stads Secretaris
AV. J. P. KROEP.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE.
Gelezen hebbende het Koninklijk besluit van den 28 April II.,
n." 48, medegedeeld bij het Provinciaalblad van Zeeland, n." 61
betrekkelijk de wedertoelating van den afkoop der aan 's Rijks Do
meinen behoorende erfpachten renten, uitgangen, cijnzen, lij n zen
legschatlen en andere prestatiën.
Brengen bij deze ter kennis van de daarbij belanghebbenden dat
zij alsnu wederom in de gelegenheid gesteld worden om zich door
den afkopp hunner schuld op eene eenvoudige wijze en tegen eenen
maligen prijs te vrijwaren voor de kosten van de overbrenging def
voor de bedoelde prestatiën bestaande hypothecaire inschrijvingen in
de nieuwe registers der hypotheken welke, ten gevolge der wet van
den 4 Julij 1842, Staatsblad n.° 16,) moet geschieden; welke af
koop mitsdien aan de belanghebbenden bijzonder wordt aangeprezen,
als een geschikt middel lot afdoening van schuld tegen eenen matigen
prijs en tot voorkoming van koslen welke andefs, uit krachte van
art. 5 der voormelde wet van den debiteur geheel zullen worden
gevorderd zullende die afkoop plaats hebben ten kantore van den
Agent van het Domein Hypotheekbewaarder of Ontvanger der Re
gistratie, bij hetwelk de prestatiën tegenwoordig betaalbaar zijn.
En zal dezena herhaalde afkondiging en aanplakkingworden
geplaatst in dezer Stads Courant opdat een iegelijk daarvan ken
nis drage.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Zierikzee den 28 Junij 1843.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE CRANE, vt.
Ter ordonnantie
De Stads Secretaris
W. J. P. KROEF.
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE
brengen ter kennis van de daarbij belanghebbenden dat het kohier
van het Patentregt voor het 4a6 kwarta,al van het dienstjaar 184s/s
voor deze Stad op den 23 dezer maand door Zijne Excellentie den
heer Staatsraad Gouverneur dezer Provincie is executoir verklaard en
op heden gesteld wordt in handen van den heer Ontvanger der
Directe Belastingen te dezer Stede ten fine van invorderingwor
dende de belastingschuldigen mitsdien aangezocht om hunne aanslagen
getrouwelijk ingevolge de wet te voldoen.
Gedaan left Raadhuize der Stad Zierikzee, den 28 Junij 1843.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE CRANE, vt.
Ter ordonnantie
De Stads Secretaris
W. J. P. KROEP.
1 f i i. ui t«
BEKENDMAKING.
De A R R ONDISSEMENTS REGTBANK te ZIE
RIKZEE.
Gehoord het requisitoir van den heer Officier van justitie, betrek
kelijk het vaststellen der dagenop welke de zaken gedurende da
Vacantie, Van den 1 Julij tot den 31 Augustus des jaars 1843
zullen moeten gebragt worden.
Gelet op artikel 17 en 18 der wet op de zamenstelling der Reg-
terlijke Magt en het beleid der Justitie.
Heeft goedgevonden te bepalen zooais bepaald wordt bij deze
dat gedurende de Vacantie de Regtbank tot afdoening der spoedver-
eischende burgerlijke en handelszaken mitsgaders der strafzaken
hare tereglzitlingen zal houden telken Vrjjdagdes voormiddags ten
tien ure.
En zal hiervan door aanplakking San het Geregtsgebouw en door
aankondiging in de Zierikzeeschè Courant openlijk kennis wordetv gegeven-
Gedaan ter openbare civile teregtzitting der Regtbank voornoemd
dezen 27 Junij 1843.
De Voorzitter der Arrondissements Regtbank te Zierikzee J
A. J. P. E G T E R
Ter ordonnantie van dezelve,
Gezien door mij Officier De Griffier
van Justitie J. BEEMAN.
J. L. van MAANEN.
De PLAATSELIJKE S C HO O L:C OMM I SSIE dezet
Stad maakt hiermede bekend dat de jaarlijksche PRO
MOTIE en PRIJSUITDEÉL ING aart de Leerlingen op het
Instituut van den Heer W. TOP, Wz. eerstkomenden Zaturdag
den 1 Julij, voormiddags ten U ure, in de Lutherschë Kerk alhier
zal plaats hebben hij welke gelegenheid dóór eenige verdienstelijke
Jongelingen die het Instituut verlaten afscheidsreden zullen ge
houden worden. Zij noodigt hiermede tevens allen die in opvoeding
en onderwijs belang stellen uitom genoemde plcgtigheid wel met
hunne tegenwoordigheid te wiileri vereeren.
Zierikzee, den 27 Junij 1843.
De Plaatselijke Schóol-Commissie voornoemd
AV. J. P. KROEF, President.
P. J. A N D R E M Secretaris.
Het vergelijkend Examen voor D IJ K B A A S van dén
Polder D REI SC HOR wordt onbepaald uitgesteld.
J O H.s G O E M AN S Secretaris.
F R A N K R IJ K.
PARIJS dén 25 Junij. Men heeft heden uit Spanje per telegraaf
de 'belangrijke tijding ontvangen dat de regent Espartero besloten
heeftom in persoon den opstand daar waar dezelve het gevaar
lijkst moet worden geacht te gaan bevechten. Aan het hoofd van