ZIEMRZEESCHE
COÜRANT.
/O Dingsdag
den 27 December»
BESTUREN EN ABMIM3TRATIEN.
NIEUWSTIJDINGEN.
N.o 103»
A.o 1842.
De Prijs dezer Courant is in de drie maanden f 2. De
Advertentiën worden berekend legen 25 cents de regel. De
Abonnementen voor de Courant worden voor niet minder dan
drie maanden aangenomenen de betaling geschiedt comptanl
of bij het einde van ieder vierendeel jaars dit niet geschie
dende zal hel aangemerkt worden als geëindigd zijnde. - Voorts
wordt bij deze verzocht, dat de inzending der Advertentiën,
Nieuwstijdingen enz. daags vóór de uitgave geschiedt, indien
men dezelve in het eerst uit te geven N.° teil hebben geplaatst.
BEWAARSCHOOL voor KINDEREN van ARMEN en
ONVERMOGENDEN te ZIERIKZEE Wijk B n.° 424.
Aan de belanghebbenden wordt berigtdat de aan het hoofd dezes
genoemde School op den 3 Januarij 1853 zal geopend worden
terwijl tevens allen, die Kinderen van 2 tot G jaren, in de eerste
plaats van door de Armenkassen bedeeld wordendeen vervolgens
van minvermogende Ouders derwaarts willen zenden uitgenoodigd
worden om zich daartoe vóóraf bij een der Leden van de Directie
aan Ie melden met opgaaf van den naam en ouderdom en van de
woonplaats der Kinderen. Tot de toelating wordt vereischt bewijs
dat de Kinderen gevaccineerd zijn of de natuurlijke kinderziekte
gehad hebben. Het Schoolgeld voor ieder Kind bij voorschot te
betalen is bepaald op 30 cents per maand. De Leden der Directie
zijn behalve de ondergeteekendc de Heeren M.' M. J. SCHUUR-
B E Q U E B O E IJ D.' J. I'. E R M E R I N S en G. C.
DROOGLEEVER FORTUIJN.
Zierikzeeden 22 December 1842.
Namens de Directie
P. J. ANDREjE, Secretaris.
F R A N K R IJ K.
PARIJS den 20 December. De jongste berigten uit Barcelona
loopen lot den 15. Steeds ging men aldaar voort met het bloedver
gieten en met bet nemen van allerlei maatregelen van afpersing.
Ésparlero heeft de stad eene aanzienlijke oorlogsbelasting opgelegd
en naar men verzekerde de aldaar zich bevindende hoogesehool en
de school voor apothekers opgeheven. Ook is een groot aantal amb
tenaren afgezet. Men wilde intusscben weten dat de staal van beleg
den 18 zou opgeheven worden. Ésparlero had zich steeds nog niet
te Barcelona vertoond schoon sommigen verzekerden dat hij aldaar
vermomd geweest was ten einde in persoon over het uitwerksel van
het bombardement te oordeelen.
Intusschen beginnen zich hier en daar sporen van opstand >n de
provinciën te vertoonen. Te Seville hebben 2 bataljons nationale
gardes de wapenen opgevat en de wegzending van bet garnizoen
verlangd. De martiale wet echter afgekondigd zijnde is alles tot de
orde teruggekeerd. Ook in andere plaatsen is de rust meer of min
gestoord geworden terwijl vele benden het land doorkruisen. Hier
aan wordt het toegeschreven, dat de regent nog niet naar de hoofd
stad terugkeert.
De spaansche dagbladen varen steeds hevig uit tegen Ésparleroen
vooral tegen van Halen. El Heraldo noemt dezen laatste een even
gvoote lafaard als hij bloedgierig isen vergelijkt Espartero bij Nero.
Nero, zegt hij, bezong in geestvervoering den brand van Rome. Es
partero heeft de burgers niet willen aanhooren die van hem lank
moedigheid kwamen afsmeeken.
El Corresponsal Van den 12 laat zich aldus hooren
Zag men ooit afschuwelijker bloedraad dan die van van Halen
uit elk woord gudst het bloed. De doodstraf is aan de orde van
den dag. De woeste gouverneur van Calomarde op het oogenblik
toen eene armée van insurgenten dreigde het schier-eiland te over
weldigen toen het vuur van den opstand in Andalusie smeulde,
heeft nimmer een zoo bloeddorstig dekreet uitgevaardigd. Er is echter
hierbij ééne opmerkelijke omstandigheid aan te voeren dezelfde veld
heer die zich niet heeft weten te verdedigen wien eene armée van
160,000 man aan welker spits hij stond heeft zien vluglen en
die lafhartig alles verliet rekent thans den militairen het tot misdaad
aan dat zij in de stad zijn gebleven hij veroordeelt ter dood allen
die uit zwakheid of uit andere oorzaken zich lot de junta hebben
aangesloten. Zwaait in dit land de geregtigheid haren staf, als der
gelijke strenge straffen bevolen worden door een man die in dit
oogenblik voor eene'n krijgsraad behoorde teregt te staan
Partikuliere brievon van latere dagteekening dan het rapport
van den admiraal Dupetit-Thouarsmelden dat de inbezitneming
der overige Marquisen-Eilanden ijverig en steeds met volkomen in
stemming der inboorlingen werd voortgezet. De etablissementen
waarvan het rapport sprak namen eene ijverige ontwikkeling ka
zernen en magazijnen werden opgerigter werden 3000 gebakken
steenen per dag gefabriceerd men had zelfs eenen oven opgerigt
waarin men tot 5000 stuks in eens kan hakken men maakte kalk
en men had door aanvoer uit Chili de kudden welke de admiraal
uit voorzigligheid er geplaatst had aanmerkelijk vermeerderd. Men
moet derhalve dezen helangwekkenden Archipel als bepaaldelijk aan
Frankrijk toebehoorende beschouwen. Deze stelling welke zoo nut
tig kan worden voor onzen handel in die zeeën en voor onze wal-
vischvaarders wier bedrijf zich bijna geheel bepaalt tot de Stille
Zuid-Zee en zelfs misschien in het vervolg eens voor onzen staat
kundigen invloed zullen wij mitsdien to danken hebben aan een
ministerie hetwelk men zoo dwaselijk beschuldigt van Frankrijk bij
alle gelegenheden tegenover den vreemdeling te vernederen ja zelfs
op het eigen oogenblik wanneer daadzaken d44r zijn om alle de
clamation zoowel te beantwoordenhetwelk men beschuldigtde
belangen onzer marine en de eer onzer vlag te verraden.
En zijn zeer gunstige berigten uit Algiers tot der. 10 ontvangen.
De Arabieren onderwerpen zich op alle punten; de wegen zijn veilig,
terwijl overal dorpen en gehuchten verrijzen. Een brief verzekert
zelfs, ofschoon dit allezins bevestiging verdient, dat Abd-el-Kader
zijn verlangen zou te kennen gegeven hebben om zich te onderwerpen,
alleen eenig kommandement wcnschende te behouden. De gouverneur
zou geantwoord hebben dat zijne bevelen luiden om tot geen prijs
met hem te onderhandelen doch dat indien hij zich onderwierp
eene jaarwedde zou worden verleendwelke hij zou kunnen verteren
waar hij wilde.
NEDERLANDEN.
's GRAVENHAGE den 24 December. Van wege den minister
van financiën is hekend gemaaktdat de middelprijzen der inlandsche
granen voor het geheele rijk over het tijdvak van den 20 November
tot en met den 19 December 1842, per mud zijn geweest: tarwe
ƒ8,83, rogge ƒ6,99, boekweit ƒ6,05, gerst 4,67, haver ƒ2,871/,
en ongepelde spelt 3,27en dat de regten op den in- en uitvoer
voor de maand Januarij eerstkomende zijn gesteld per mud als volgt;
tarwe en gepelde spelt 50 c. en vrij rogge 15 c. en 30 c.boek
weit 15 c. en 30 c. gerst en mout 25 c. en vrijhaver 75 c. en
vrij en ongepelde spelt 50 c. en vrij.
In de zitting van de tweede kamer der staten-generaal van
jl. dingsdag is onder anderen ontvangen eene koninklijke boodschap
houdende kennisgeving dat Z. M. den minister van financiën heeft
gemagtigd de begrootingswetten over 1844 en 1845 aan de kamer
aan te bieden.
Diensvolgens legt z. exc. namens Z. M. over
1.° Elf ontwerpen van wet, makende te zamen uit bet bedrag der
begrooting van uitgaven over 1844 en 1845. Dit bedrag is geraamd
over 1844 op ƒ70,251,486 en over 1845 op 70,157.450.
De hoofdstukken zijn: I. Huis des konings; II. Ilooge kollegiën
van staat III. Buitenlandscbe zaken IY. Justitie Y. Binnenlandsche
zaken YI. Hervormde en andere eerediensten VII. Roomsch-Katho-
lijke eeredienstVIII. Marine IX.a Nationale schuld en IX.b Depar
tement van financiën X. Oorlog en XI. Koloniën. Bij eene verge
lijking der begrooting van 1843 met de thans voorgedragene van
1844 en 1845 deed z. exc. opmerken dat de begrooting over 1844
opleverde eene vermindering van 865,454 en die over 1845 van
959,391.
Bij de toelichting der boven aangetoonde vermindering deed z. exc,
opmerken 1." Huis des konings; dat hierop geene verandering had
plaats gehad.
2.° Hooge staatskollegiëndat hierop eene vermindering van ruim
20,000 over 1844 en ruim ƒ21,000 over 1845 plaats heeft gehad.
3." Builenlandsche zaken, eene vermindering van ƒ25,970.
4." Justitie, eene vermeerdering van 7999 over 1844 en ƒ8629
over 1845, en zulks door den staat van sommige gevangenissen,
waarvoor eenige verhooging is gevorderd.
5.° Binnenlandsche zaken, verminderd met ƒ279,500 over 1844,
en 282,867 over 1845, en zulks ingevolge de mindere kosten voor
den waterstaat en andere werken.
6.° Hervormde eeredienst enz. Êenigzins verhoogdten gevolge
van den opbouw van kerken herstel van pastoriën vermeerdering
van traktement van de leeraren enz.
7.° Roomsch-Kalholijke eeredienstgeen noemenswaardig verschil.
8." Marine verminderd met ruim 3000ten gevolge van ver
eenvoudiging hij de maritime etablissementen.
9.° Nationale schuld verhoogd over 1844 met ƒ121,855, en over
1845 met 83,775. De kosten van het departement van financiën
(waarvan nu een afzonderlijk hoofdstuk is voorgedragen) zeer aan
zienlijk verminderd ten gevolge van de hesparingen op onderscheidene
takken van bestuur ouder dat departement ressorterende.
10." Oorlog, verminderd met 572,000. Z. exc. geeft de verze
kering dat voor dit departement het uitzigt op verdere vermindering
in de toekomst bleef gespaard.
11.° Koloniën vermeerderd met 6200.
Ten gevolge van dit alles deed z. exc. opmerken dat de voorge
stelde begrootingswetten in aanmerking genomen ook de verhooging
voor de nationale schuld voor ieder der twee jareneene verminde
ring van ruim 1 millioen bedroeg.
Overgaande tot de wet op do middelen tot dekking der uitgaven
bleek uit 's ministers rede hoofdzakelijk:
Dat het hoofddoel was de beslaande belastingen te behouden met
eenige wijzigingen. Daartoe strekte
1.° Een ontwerp van wet op de grondbelasting. Z. exc. deed op
merken dat dit ontwerp ten doel had eene verdeeling der belasting
over de gebouwde en ongebouwde eigendommen op de grondslagen
van het kadaster.
2.° Een ontwerp op de personele belastingwaarvan in den regel
het doel isde minvermogende klasse te verligten en eenige voor
werpen van weelde te bezwaren.
3.° Een ontwerp op de patenten waarvan mede de strekking is