ZIERIKZEESCHE
COURANT.
Vrijdag
A.° 1842,
den 4 November
BESTUREN EN ADMINISTRATIEN.
NIEUWSTIJDINGEN,
88.
BEKENDMAKING.
De COMMISSIE uit den Raad der Stad Zierilczee, belast met de
"werkzaamheden voortvloeijende uit de Amortisatie der gevestigde
schulden ten laste deze Stad, brengt bij deze ter kennis Van de be
langhebbende houders van Stedelijke Obligationdat op heden heeft
plaats gehad de achttiende jaarlijksche uitloting en dat in dezelve de
navolgende Obligation zijn uilgeïoot, als:
1.' N.° 50 gr. /-1575,82V, ligt. 8 Februarij 1C50rent, a 2 pc.1
2.° 7 - 600,00 23 Maart 1792, 4
3." 26 - 600,00 22 September 1788, 4
4." 83 - 50,00 12 April 1804, 5
5." 8 - 600,00 25 Maart 1791, 4
6.* 20 - 50,00 12 April 1804, 5
7." 20 - 600,00 22 September 17884
8." 201 - 50,00 12 April 1804, 5
9." 157 »- 50,00 12 April 1804, »5
10.° 1 - 694,40 19 Mei 1804, 4'/t
11.° 14 - 500,00 24 October 1767, 2
12." 59 - 600,00 17 April 1794, »4
13.° 30 »- 600,00 17 April 1794, 3
zullende bet laatst uitgetrokken nummer niet verder kunnen uitbetaald
worden dan de fondsen zulks zullen toelaten.
Wordende de houders der uitgelootte Obligatiën uitgenoodigdom
hunne Obligatiën over te brengen ten kantore van Jonkheer K. W.
de JONGE, als Lid der Commissie van Amortisatie, te rekenen
van den 20 December aanslaande tot den 30 September des volgen
den jaarsten einde op dezelve aflossing te ontvangen tegen de
navolgende coursenals
die van 2 percent tegen 26s/3 percent,
3 40
4 53'/s
A'/j 56a/j
5 66''/j
met bijbetaling der interessen op dezelvein dit loopende jaar ver
schenen of anders stellig te komen verklaren dat zij geene aflossing
tegen den hierboven bepaalden cours begeeren aan te nemenzul
lende bij gebreke van dien geene interessen meer woTden betaald.
Zierilczee, den 26 October 1842,
De Commissie voornoemd
DE CRANE, vt..
Ter ordonnantie van dezelve
De Secretaris
H. A. VAN IJSSELST E IJ N,
NATIONALE MILITIE.
INSPECTIE van VERLOFGANGERS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE,
brengen door deze ter kennis van de daarbij belanghebbendendat
de gewone drie-maandelijlcsche Inspectie over de Verlofgangers der
Nationale Militie zal plaats hebben op Dingsdag den 8 November aan
staandedes voormiddags 10 ure voor het Raadhuis dezer Stad en
dat de gemelde Verlofgangers op de Inspectie zullen bebooren te ver
schijnen gekleed in de uniform en voorzien van de verdere kleeding
en equipementstukken die bij het vertrek van het korps zijn medege
nomen benevens het attest H. H. door bet Plaatselijk Bestuur hun
ner Gemeente uitgereiktvan welke Inspectie verschoond zijn zoo
danige Miliciens die zich met een tijdelijk verlof in hunne haardsteden
bevinden die met hunne korpsen hebben afgerekend en eindelijk
dezulkendie nog niet gekleed of gewapend zijn.
Zierilczee, den 31 October 1842.
Burgemeester er. Wethouders voornoemd,
DE C R A N E vt.,
Ter ordonnantie van dezelven
De Stads Secretaris
W. J. P. KR OEF.
BRANDSCHOUWING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE
verwittigen het publiek dat door heeren Brandmeesleren te dezer
Stede op Maandag den 7 November aanstaandeeen algemeene rond
gang zal geschieden ten einde zich te overtuigen dat al de brand-
bluschmiddelen bij de Ingezetenen overeenkomstig het Reglement
aan te houdenin goede orde aanwezig zijn weshalve de Ingezetenen
worden uitgenoodigd om al derzelver bepaalde brandbluschmiddelen
ten dage der Inspectie scbouwbaar voorbanden te hebben en be
hoorlijk tentoon te stellen.
Zierilczeeden 31 October 1842.
Rurgemeester en Wethouders voornoemd
DE CRANE vt.
Ter ordonnantie van dezelven
De Stads Secretaris
W. J. P. KROEF.
VERPACHTING
VAN EENIGE STADS EIGENDOMMEN EN GEREGTIGDHEDEN.
RURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEÊ
zijn voornemens op Zalurdag den 17 December eerstkomendedes voor
middags ten elf ure, op het Raadhuis aldaar, in het openbaar, aan
de hoogstbiedenden te verpachtengedurende een tijdvak van zeven
achtereenvolgende jaren aanVaiigehde met het einde der thans loo
pende pacht, de navolgende eigendommen en Tegtenaankomende do
Stad Zierilczee, te weten:
1.° Eenige perceelen KOORN- en WEILANDEN.
2." De GRAS-ETTÏNGEN en MAAIJ1NGEN op Stads Gronden.
3.° De GRAS-ETTING aan den Weslhavéndijkbenevens het ge~
Iruik van HUIS en SCÉUUR aan het Weslhavenhoofd.
4.° De JAGT in. het Poortambacht.
5.° De V1SSCIIERIJEN aldaar; en
6.° STADS-BEER.
Achtervolgens de voorwaarden daartoe door den Stedelijken Raad
vastgesteld, welke dagelijks, van heden af, ter Secretarie voor do
dingden ter lezing liggen.
Zierikzee, den 2 November 1842.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE CRANE, vt.
Ter ordonnantie van dezelven,
De Stads Secretaris
W. J. P. KROEF,
BELGIE.
BRUSSEL den 30 October. Ten aanzien van den hoofdinhoud
Van het traktaathetwelk dezer dagen met Nederland is tot stand
gebragt vermeldt een onzer Zoogenaamde regeringsbladen eenige bij
zonderheden waaruit blijktdat met betrekking tot de grensschei
ding in Luxemburg het betwiste punt van Martelange grootendeels
aan Belgie zoude verblijven benevens de daardoor aangelegde groote
Weg naar de fransche grenzen en dat slechts een gering gedeelte
dezer gemeente aan Duitsch Luxemburg zoude overgaan.
Met betrekking tot de som van 5 millioen guldens, welke als het
aandeel van Belgie in de renten der nederlandscbe openbare schuld
zijn-verklaard zoude zijn bepaald, dat een bedrag van 400,000
zoude worden aangemerkt als eene altijddurende rente ten behoeve
van Nederland voor de aan Belgie toegekende handelsvoordeelen dat
een bedrag van f 600,000 renten zoude worden overgebragt op het
grootboek van Brussel voor de gelden van die instellingen als bet
vee-fonds en anderen welke na 1830 in Nederland waren gebleven
en dat het overige almede op het grootboek van Brussel zal worden
overgebragt behoudens bet vermogen van Belgie om binnen een
bepaalden tijdeen bedrag van 2 millioenen te kapitaliseren. Tot
regt versland van een en ander zal men echter nog nadere eii meer
bepaalde opgaven dienen af te wachten.
Ook met de brusselsche maatschappijwelke in 1830 als rijks
kassier aanzienlijke kapitalen onder zich bad gelijk ook zeer belang
rijke domeinen waarover in 1849 zoude moeten worden gerekend
is, volgens deze opgaven, eene bepaalde schikking tot stand gebragt,
met welke het bestuur van Belgie reeds dadelijk in het bezit zouda
kunnen geraken van het bosch van Soignieshetwelk nog eene opper
vlakte van 5000 bunders beslaat.
Ten aanzien van de vaart langs de Maas 6n van Antwerpen
langs de nederlandsche binnenwateren naar den Duitschen Bijn zijn
biilijke en voor Belgie aannemelijke bepalingen gemaakt en almede in
het verdrag ingelascht. Voorts moet hét verdrag ook de voorwaarden
bevatten van den afstand van de eigendommen van UIL MM. den
koning der Nederlanden en den graaf van Nassau in Belgie.
NEDERLANDEN.
'sGRAVENHAGE den 2 November. Eergisteren heeft eene depu
tatie der staten-generaal zamengesleld uit leden der beide kamers,
op de gebruikelijke wijze, Z. M. den koning bet adres der staten-
generaal in antwoord op de aanspraakwaarmede boogstdezelve du
tegenwoordige zitting der kamers heeft geopendovergebragt. Dit
adres luidt als volgt
SIKE
.Met belangstellende deelneming hebben de staten-gënerdal de kennisgeving der
eclitvefbindténis ontvangen door (Jwer Majesteits beminde dochter met den erf-gtoó't-
hertog vctn Sakacn-JVeimdr-Éisenach gesloten. Hartelijk wenschen wij, dat die
vereeniging het geluk der geliefde vorstin moge bëvorderen, en wij vertrouwen dat
zij, eenmaal op den groothertogelijken troon geplaatst ook dan den vaderlandschèü
grond niet zal vergeten.
«Nederland heeft steeds behoefte aan rust en aan vrede. Met genoegen hebben
wij alzoo van Uwe Majesteit vernomen, dat de betrekkingen tusschen Nederland ën
de vreemde mogendheden zich door vriendschappelijke verstandhouding en welwil
lende belangstelling kenmerken.
«Het was ons hoogst aangenaam, van Uwe Majesteit de verzekering te ontvangen,
dat de gevolmagtigden van Nederland en van Belgie omtrent de grondslagen dei
schikking zijn overeengekomendie de algeheele tenuitvoerlegging van het ionden-
Sche traktaat ten gevolge zal hebben.
«Na de langdurige onderhandelingen, tusschen de beide rijken gevoerd, wenscheri
wij dat Uwe Majesteit ons spoedig het gesloten traktaat zal kunnen mededeelen; eö
daar zoowel Nederland als Belgie bij betrekkingen van goede nabuurschap het hoog
ste belang hebben, houden wij ons overtuigd, dat hetzelve, ter goeder trouw uit
gevoerd hiertoe zal kunnen leiden en het handelsverkeer der beide volken bevor
deren.
e Wij vernieuwen den wenschdat de zoo noodige regeling der geldelijke aangele
genheden ter zake van het groothertogdom Luxemburgspoedig ten einde zal wor*
den gebragt.
«Aan de zeemagt van den staat was Nederland zijne Opkomst en grootheid ver
schuldigd, en ofschoon de geldmiddelen des rijks bezwaarlijk eenige vermeerdering
van uitgaven gedoogen zullen wij nögtans nimmer vergetendat eene behoorlijk
ingerigte zeemagt voor de verdediging des lands en önzèr koloniënalsmede voor
de^ bescherming van onzen handel onontbeerlijk is. Dit gewigtig onderwerp aan de
belangstellende zorg van Uwe Majesteit aanbevelende, höpen wij dat een doelmatig
gebruik der toegestane middelen zaï medewerken tot de verbetering onzer active
zeemagt*