ar.o 84. ZIERI&ZEESCHE Vrij dag A.° 1842. COURANT, den 21 October BESTUREN EN ADMINISTRATIEN. NIEUWSTIJDINGEN. BEKEND MA KI N G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE brengen ter kennis van de belanghebbende houders van Stads Effecten dat de Commissie tot amortisatie der Stedelijke gevestigde Schulden op Woensdag den 26 dezer maand, des middags, in eene der zalen van het Raadhuis, zal overgaan tot de jaarlijksehe uitloting van Obligation, welke zullen kunnen afgelost en vernietigd worden volgens het be staande plan met uitnoodiging aan iedercn houder van Effecten op de Stad, om bij die uitloting, des verkiezende, tegenwoordig te zijn. Zierikzeeden 10 October 1842. Burgemeester en Wethouders voornoemd N E L EMANS, L. P. Ter ordonnantie van dezelven De Stads Secretaris W. J. V. KR OEF. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE. Gezien het besluit van Zijne Excellentie den Heer Staatsraad Gou verneur dezer Provincie, van den 3 dezer maand, Provinciaalblad n.° 95,) houdende aanschrijving lot openbare afkondiging der bepa lingen van de artikelen 27 en 42 der wet op de personele belasting van den 29 Maart 1833, {Sluatsblud n." 4,} betrekkelijk de belasting naar tijdsgelang en do suppletoire aangifte. Hebben goedgevonden: De In- en Opgezetenen te herinneren aan de bedoelde wetsbepalin gen luidende als volgt Artikel 27. 1. Zoo wanneer een perceel, hetwelk op den 15 Mei niet in gebruik wasof ook een woonhuisop hetzelfde tijdstip enkel en op dert voet hij de laatste zinsnede van art. 26 2 be paald door ecnen huisbewaarder bewoond zijnde,, gedurende den loop des dienstjaars betrokken in gebruik genomen of Van mobilair voorzien Wordt, zal de belasting, volgens de vier eerste grondslagen naar de hierboven bepaalde regten deswege moe ten worden voldaan doch slechts naar gelang van dat gedeelte des dienstjaarshetwelk op het tijdstip der in gebruikneming betrekking of tneubeleriug overig blijft. 2. Ingeval de belastingschuldige, welke zoodanig perceel als bij 1 bedoeld aanvaardtin het dienstjaar bereids wegens een ander perceel was aangeslagenen bij dit tot dien tijd toe door hem gebruikte perceel verlaat met wegvoering van alle roerende goederen hoe ook genaamden zonder achter lating van huisbewaarder of van andere personen in zijne dienst zal het bedrag van den, te zijnen name op het kohier gebragten aanslag voor al de vier bedoelde grondslagen gezamenlijk en in evenredigheid van het nog te verloopen tijdvakworden afgetrokken van dat des, op den voet als boven te doenen aanslagzonder' datindien deze aanslag minder bedraagt dan de vroegere, er eenige ontheffing zal kunnen tvorden gevorderd. 3. De uitbreidingvermeerdering verwisseling of aanschaf fing van belaslings-voorwerpen der vier eerste grondslagen na 15 Mei, zal behalve in de gevallen bij 1 en 2 hierboven vermeld geen grond geven tot eenen nieuwen of verhoogden aanslag in den loop des dienstjaars. 4. Ter zake van zoodanige voorwerpen der vijfde en zesde grond slagen als na 15 Mei in dienst of gebruik genomen of aange schaft wordenzal de belasting naar gelang van den nog overigen tijd des dienstjaars, zijn verschuldigd, met dien ver stande dat geene verwisseling van dienstboden of paarden met andere, waarvoor geene hoogere regten verschuldigd zijn, op zichzelve tot het nogmaals aanslaan van denzelfdcn belasting schuldige zal kunnen aanleiding geven. 5. Het aanwenden tot belastbaar gebruik van zoodanige voor werpen van de vijfde en zesde grondslageilals aanvankelijk tot onbelastbare einden aangelegd of gebezigd warenzal met aanschaffing worden gelijk gesteldzoomede wat aangaat de paarden derzelver geheel verlies van het tweede viertal hunner melktanden in den loop des jaars. 6. Naar gelang de omstandigheden eens belastingschuldigein den loop des dienstjaars, met betrekking tot deszelfs voorwer pen van de vijfde en zesde grondslagen veranderen zulksdat volgens de tarieven van art. 17 en 21 de opklimming der belasting ten zijnen aanzien toepasselijk zoude worden zal wegens de dienstboden en paarden aanvankelijk gehouden die verhooging voor den nog overigen tijd des dienstjaars zijn ver schuldigd. Deze bepaling is mede van toepassing mc-t betrekking tot de paarden hij het opkomen van de omstandigheden aan het einde van 7 van art. 20 vermeld, 7. Paarden bij verschillende personen of gezinnen in gebruik zullen ingeval die gelijktijdig voor een en 't zelfde rijtuig worden gespannen hem die zulks doet, of wel den eigenaar of gebruiker des rijtuigster zake van het grooter aantal paarden, hetwelk door hem alzoo mogt zijn gebezigd, dan waren aangegeven medo aau de opklimming der belasting naar 6 doen onderwerpen. 8. Hooger belastbaar gebruik van dienst- en werkboden of paar den aanvankelijk minder belastbaar zal de verpligting tot eene evenredige verhooging der belasting voor den nog overigen tijd des dienstjaars ten gevolge hebben. 9. De tijdwaarover de belasting loopt zal in betrekking tot al de grondslagen worden berekend bij vierendeelen-jaars op het dienstjaar overschietende, zonder dat een vierendeel jaars zal kunnen worden gesplitst, en zullen als vierendeelen jaars worden beschouwd de tijdvakken aanvangende met primo Meiprimo Augustusprimo November en primo Februarij. Art. 42, De zoodanigen, welke, door eenige der omstandigheden Voorzien bij aft. 27in den loop des jaars komen te vallen onder de toepassing van het aldaar bepaalde zullen alvorens cn naar gelang van het ontstaan dier omstandigheden en op de boete, bij art. 35 en 39 vastgesteld, verpligt zijn tot het indienen van behoorlijke aangiften deswege in voege als bij art. 30 voorgeschrevenzullende zij daarvoor een biljet ter invulling bij den Ontvanger kunnen bekomen. En zullen de vorenstaande wetsbepalingen door openbare afkondi ging en bekendmaking in de Stads-Courant worden'gebrngt ter kennis van het publiek ten einde een ieder zich dien overeenkomstig gedrage. Zierikzee, den 19 October 1842. Burgemeester er. Wethouders voornoemd, DE CRANE, vt.. Ter ordonnantie van dezelven, De Stads Secretaris W. J. P. KR OEF. BEKENDMAKING. De COMMISSIE ter Üitdeeling van SOEP aan bchoeftigen binnen deze Stad in aanmerking nemende dat het Wintersaizoen üp handen is en de tijd alzoo nadert om een aanvang te maken met de voorbereidende werkzaamheden daaraan verbonden neemt de vrijheid om deze zoo nuttige inrigting aan de medewerking barer Stadgetmoten aan te bevelen, dezelve kennis gevende, dat op Maan dag den 24 dezer de Biljetten van Inschrijving aan de huizen der Ingezetenen rondgebragt en binnen drie dagen daarna zullen worden opgehaald met uitnoodiging om daarop mildelijk te willen inschrijven. De Commissie vertrouwt, dat de Ingezelenen dezer Stad steeds overtuigd van het groote nut, hetwelk deze inrigting teweeg brengt, hunne giften aan dezelve niet zullen onthouden maar integendeel dezelve door eene ruime inschrijving zullen in staat Stellen om de bèrleeling aan hunne verarmde Sladgenöoten gedurende den aan staanden Winterwederom op don gewonen voet te kunnen doen plaats hebben daar het te voorzien is, dat do aanvrage om Soep zeker niet minder dan ten verleden jare zal wezen waaraan alleen door eene ruime inschrijving katr worden voldaan. Zierikzee, den 19 October 1842. De Commissie voornoemd W. i>b JONGE, vt.. Ter ordonnantie van dezelve J. 1 S E B H E E M O E N S. B E L G I E. BUÜSSELden 17 October. De lieer Dujardin is eergisteren morgen van hier naar 'sGravenhage vertrokken. Men meende te weten, dat hij thans met de noodige magt is toegerust om het trak taat te teekeneu tot eindelijke beslechting der firianciëlo schikkingen met Nederland. Het koninklijk bewind heeft zijne sanctie geweigerd aan de wet, waarbij aan de wijnhandelaren teruggave van regten werd verzekerd welke wetuil den böeZem der gedeputeerden ontsproten door den senaat was goedgekeurd. Het is de eerste relzs dat de koning van bet zoogenaamde regt van veto gebruik beeft gemaakt. N E 'J E R L A N D E N. 's GRAVENHAGE den 19 October. Eergisteren heeft Z. M. de koning, met de gebruikelijke plegtigbedcn de gewone zitting van de staten-generaal over 1842-43 geopend. Hoogstdezei.ve hield van den trooii de volgende aanspraak «Edel Mogende Heeren 1 «Bij liet openen der tegenwoordige zilting van de staten-genersal js het eené be* hoefte voor mijn hart, in de eerste plaatste gewagen van de echtverbindtenis. onlangs door mijne beminde eenige dochter met den erf-groothertog van Saksen-TVeimar- Eiscnach gesloten. «Ik. heb alle reden om te vertrouwen, dat deze vereenigingonder Gods zegen, strekken zal tot bevordering var. het geluk van mijn dierbaar kiiul. «Onze' en ook. uwe deelnemende wenschen edel mogende heeren zullen haar en haven echtgenoot vergezellengelijk zij nimmer het vaderland zal vergetenwaar aan zij, waaraan friijri geheel geslacht, zoo innig verbonden is. «Bij hét verder bezoek van onderscheidene gedeelten des rijks, heb ik op nïeuiv met uitstekend genoegen de meest overtuigende bewijzen ontvangen van verknocht heid en liefde. Het streelt mijn gevoel, ook op die wijs te ervaren, dat mijne be minde onderdanen niet Onbewust zijnin welke hooge mate mijrte genegenheid wederkeerig hun toebehoort. «De betrekkingen tussclsen Nederland en de vreemde mogendheden kenmerken zich door vriendschappelijke verstandhouding en welwillende belangstelling. De öndci-liandelingen met Belgietot algeheels ten uitvoerlegging van hetlonden- scbe traktaat, zijn met den ernst eh de belangstelling voortgezet, welke derzeïver gewigt vordert. diet strekt mij tot Voldoening, aan u edel mogenden te kunnen mededeelcn, dat de \Vedef «djdsche geyolmagtigden iu de laatste dagen omtrent de grondslagen een&r

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1842 | | pagina 1