N.o 83. Z1ERÏKZEESCHE Din9sda9 A.° 1842. COURANT; den 18 October NIEUWSTIJDINGEN. NEDERLANDEN. 'sGRAVENHAGE den 16 October. Gisteren ochtend vroegtijdig lijn de erf-groothertog en crf-groothertogin van Saksen-Weimar- Eisenach uil ijcze residentie naaf Weimar vertrokken. Zeer aandoenlijk was het afscheid hetwelk boogstdezelve van HH. MM. namen die mede zeer bewogen waren, en HH. ICR. HH. tot op de stoep van het paleis uitgeleide deden. HH. KK. HH. de prinsen broeders van prinses Sophiabenevens 11. K. 11. de prinses van Oranjebevonden zich insgelijks in het paleis om afscheid van derzelver beminde zuster te nemen de drie prinsen hebben de jonggehuwden, die met de innigste zegenwenschon van hunne hooge aanverwanten en het volk van Neder land naar Weitnar trekken uitgeleide gedaan tot Rotterdam. HH. DD. HH. zijn circa kwartier voor elf ure aan 's rijks werf te Rotterdam gearriveerd en van daar met de stoomboot de Ludivig vertrokken. Eerewachten uit deze residentie en van Rotterdam hebben bij die gelegenheid hunne diensten op eene vereerende wijze bewezen. Z. M. de koning heeft aan den heer d.' Wap, als een bewijs van hoogstdeszelfs welgevallen wegens het Gedenkboek der Inhuldiging van Z. M. Willem U de versierselen doen toekomen der ridderorde van de Eikenkroon. Men verzekertdat Z. M. koning Willem Frederikgraaf van Nassauzich in het laatst van deze maand in deze residentie zal arriveren en dat boogstdezelve alsdan zijn vast verblijf alhier zal vestigen. Men verzekert dat in verband met de aanstaande reorganisatie van hot policie-wezen hier te lande aan de slaten-generaal in der zelver aanstaande zitting een ontwerp van wet zal worden voorge dragen ten doel hebbende om de op de staatsbegrooting voor het departement van oorlog toegekende gelden voor het korps inarechaus- sées over te schrijven op bel hoofdstuk van het departement van justitie. Sedert eenige weken behelzen de brusselsche en andere buiten- Iandsche bladen verschillende berigten nopens den stand der onder handelingen tusschen dit land en Belgie. De meeste bewerendat die stand vrij gunstig zoude zijn. Naar de in deze residentie loopendc geruchten zijn de bedoelde onderhandelingen wier tragen loop aan de veelvuldige bijzondere vorderingen en daarop gevolgd onderzoek schijnt toe te schrijven thans tot een gewigtig wendingpunl genaderd. Dezelve moeten lot die hoogte zijn gekomen dat men binnen weinige dagen eene beslissing te gemoet kan zien hetzij door het vaststellen van de grondslagen eener overeenkomst, hetzij door het afbreken van alle verdere onderhandelingen. Onze verdienstelijke landgenoot, de heer D. van der Keilen, stempelsnijder aan 's rijks munt te Utrecht, heeft eenen penning vervaardigd ter gedachtenis van het II. zalurdag gesloten hooge huwelijk. Uit Rotterdam wordt van den 14 dezer gemeld; «Heden mor gen kwartier voor zeven ure werd de heer directeur der marine Ver-Huell op het onverwachtst met een bezoek van Z. M. den koning vereerd die in hoogstdeszelfs eigen persoon zich overtuigen wilde dat alles voor de ophanden zijnde reis van hoogstdeszelfs dochter 11. Ik. 11. de erf-groolhcrtogin van Saksen-Weimar-Eisemch tegen morgen den 15 dezer, in behoorlijke orde zou zijn. Na dit treffend blijk van vaderlijke bezorgdheid voor eene geliefde dochter gegeven te hebben nam Z. M. het op stapel staande stoom schip Mcrupi in al zijne bijzonderheden in oogenschouwen keerde daarop naar do residentie terug." Een door de amsterdamscbe dagbladen verspreid berigtdat het oostenrijksche oorlogsfregat Bellonagekommandeerd door den aartshertog Frederik. komende van Portsmouth en bestemd naar Holland, in den avond van den 11 dezer, bij een' zwaren mist, op de eijcrlandsche gronden vervallen en gestrand zou zijn is bevonden geheel onwaar te zijn. Dit berigt was het eerst medegedeeld door den Zeepost, en uit dat blad door de overige dagbladen overgenomen. De Zeepost heeft deze tijding geplaatstna bet ontvangen van eenen brief uit Texel van wege deszelfs gewonen correspondent aldaar on derteekend doch welke brief nu blijkt van dien correspondent niet afkomstig te zijn. De zaak zal onderzocht worden. GEMENGDE BUITEN- EN BINNENLANDSCHE BERIGTEN. De fransche regering beeft onlangs een octrooi verleend op eene nieuwe wijze om de paarden te beslaan. Wanneer de hoef des paards eenmaal naar deze nieuwe wijze is ingerigtdan behoeft men geen smid meer, dewijl ieder koetsier en rijknecht de ijzers zonder moeite kan afnemen en aanleggen. Uit eene naauwkeurige opneming en weging van de diamanten der fransche kroon is gebleken, dat die juweelen waren ten getale van 61,312, wegende 18,751karaten begroot op eene waarde van 20,900,260 franken. Z. cxc. de minister van binnenlandsche zaken, de hoog welgeboren heer baron Schimmelpennick van der Oije laat voor eigen rekening een nieuw en prachtig orgel in de kerk der Hervormde gemeente te Voorst, bij Zutphen bouwen. In de omstre ken van Berga (Spanje) is door eene bende een advokaat opgeligt en een brief aan zijne familie gezonden, waarbij 800 quadrupets (ongeveer f 33,000 nederlandsch) tot zijn losprijs geëischt wordenbij gebreke waarvan zijn dood wordt gedreigd. Op sommige plaatsen van het Ertzgebergle en Voigtland in het Saksische heerscht een zoodanig ge brek dat men van alle zijden ondersteuning moet inroepen. Men heeft regt, om te verwachtendat de personen welke te Brussel bij de plunderingen van 1831 en 1834 hebben geleden, alsnu eerlang zullen wor den schadeloos gesteld. Prins Michael Slourdzaregent van Moldavië heeft Brussel verlaten om naar Jassy weder te keeren. Die vorst heeft aldaar voor meer dan 400,000 franks aan meubelen tapijten, kanten, lijnwaad enz. besteed. Te Dordrecht zijn den 14 dezer te water ge laten de barkschepen Junogroot circa 460 javalasten en Jeanettegroot cifca 400 lasten beide bestemd voor de vaart op de Oost-Indiën en is daarna de kiel gelegd voor een barkschip, genaamd Machtilda Cornelia, groot circa 300 lasten. Uit Ostende wordt geschreven dat de kabel- jaauwvangst voor zouten-visch dit jaar zeer voordcelig is geweestde zelve wordt op ongeveer 12,000 tonnen begroot. Het mecrendeel is op de hoogte van de Doggersbank gevangen. Mehemed-Ali laat tus schen Suez en Kaïro telegrafen oprigten, ten gebruike van de Engelschen, welke daarop sedert cenigen tijd hebben aangedrongen ter bespoediging van het overzenden der berigten uit Indie. Als eene zeldzaamheid kan men opmerken, dat, in een'tuin in den Hekkenlaan te's Hage, een witte jasmijn boompje voor de tweede maal in knop staatterwijl reeds twee knopjes ontloken zijn en in vollen bloei staan. Het boompje was, na in het voorjaar op de gewone wijs gebloeid te hebbenreeds geheel van bladeren ontbloot. Van lieverlede zijn aan hetzelve nieuwe bladeren gegroeid, en later zijn gelijk boven gemeld is, knopjes aan hetzelve gekomen. Het heeft te Petersburg reeds sterk gesneeuwd en des nachts was de thermometer onder het vriespunt. Uit Amsterdam meldt men van den 11 dezer: «De heeren B. Tide- man, A. Salvador, H. Porlener en E. B. Rubens, als delinive com missarissen belast met de uitvoering van het voor eenigen lijd vermelde ontwerp tot het daarstellen van eene inrigting voor armverzorging en waterzuivering te dezer stede hebben zich in staat bevonden om althans bij wijze van proefneming de zaak in werking te brengen. Een voor het oogmerk gepast lokaal ten behoeve der Christen-armen zal op de Passeerdergrachten een ten behoeve der Israëlitische-armen op de Houtmarkt in gereedheid gebragt worden. Die lokalen zullen beide bestaan uit twee eetzalen en twee slaapvertrekken voor mannen en vrouwen afzonderlijk. Men hoopt tegen 1." December met de inrigting gereed te kunnen zijn. Nog wordt uit Amsterdam het volgende gemeld Slechts weinige dagen zijn er verstreken sedert het provinciaal geregtshof van Noord- Holland alhier wegens moedwillige brandstichting een doodvonnis uitsprakheden ten 2 ure des namiddagsheeft betzelfde bof den persoon van Johann Freirik Chrisliaan Gelauffwinkelier in gemaakte kleedoren laatstelijk gewoond hebbende in de Reestraat alhier ins gelijks schuldig verklaard, aan de misdaad van moedwillige brand stichting te zijnen huizein den nacht van den 29 op den 30 Januarij jl. gepleegd waarbij gemeld perceel geheel is uitgebrand en hem diensvolgons almede tot de straffe des doods verwezen. Bij de behandeling dezer zaakdeden zich de niet onbelangrijke omstan digheden voor, dat reeds vroeger ten huize van den nu veroordeelde destijds op den Heiligen Weg woonachtig een zeer verdachte brand had plaats gegrepen en dal hij reeds vroeger onder niet zeer gunstige omstandigheden iu staat van faillissement was geraakt." In de afgeloopen week is te 'sllage overleden zekere schrijver bij een bankiers-huis aldaar die door vergiftiging een zelfmoord gepleegd heeft. Men verzekertdat het huisgezin van dezen man zeer onor delijk was dat dit tot groote oneenigheid aanleiding gafwelke de vorige week tot zoodanige hoogte waren gerezen dat man en vrouw van elkander zijn gaan wonen hetgeen den man niet schijnt te hebben bevallen althans hij heeft in zijne eenzaamheid een eindo aan zijn loven gemaakt. Hij moet deze verschrikkelijke daad met de grootste koelbloedigheid gepleegd hebben. Toen hij het rottenkruid had ingenomen gaf hij aan hen hij wie hij inwoonde te kennen dat hij binnen zes uren den geest zou geven. Geneeskundige hulp werd aangewend de med. doet. Muller heeft tot het laatste oogen- blik den lijder ijverig bijgestaan doch te vergeefs. De man had waarheid gesproken hij eindigde zijn leven te midden der hevigste folteringen. Moge dit treurig voorbeeld voor echte lieden tot ceno les verstrekken zich het leven niet te verbitteren maar veeleer to trachten elkander hetzelve zoo aangenaam mogelijk te maken. Uit Gorinchem wordt van den 7 dezer het volgende gemeld«In den nacht tusschen den 4 en 5 dezeromstreeks 2 ure is op het buitengoed Schoonzigl, van den heer m.' A. van IloeijJz.lid van de provinciale staten van Zuid-Holland en burgemeester dezer stad die hetzelve met twee dochters en eenige dienstboden bewoont, eeno stoute poging gedaan tot brandstichtinggevolgd door de ontvoering van een kistje of koffertje, bevattende eeno aanzienlijke waarde aan effecten, juweelen en gemunt goud. De dader heeft een stuk rieten matvan de broeibakken in den tuiu genomentegen een der bui tenramen geplaatst en in brand gestokenna vergeefs gepoogd te hebben om het raam, dat van binnen door blinden wel gesloten was, te openen. De glasruiten door de ontbranding van het riet gespron gen zijnde, is de vlam langs de blinden opgeklommen naar de zolde ring en had reeds de vcrw daarvan geschroeid toen het gevaar ontdekt werd door de ontwaakte bewoners. Op het oogenblik dat deze ter blussching toeschoten werd er aan de huisdeur gescheld en die geopend zijnde drong een vreemdeling binnen zeggendedat hijvoorbijgaandehet gevaar had ontdektuit dien hoofde gescheld had en wilde helpen blusschen. Daar hij echter zich zeer scheen ta

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1842 | | pagina 1