ZIERIKZEESCHE
C O R 1 IV T.
H.o 89.
Dings dag
A.° 1842.
den 17 Mei.
BESTUREN EN ADMINI5TRATIEN.
NIEUWSTIJDINGEN.
AANBESTEDING.
Op Vrijdag den 27 Mei 1842, des voormiddags ten elf ure, zal,
door het Kerkbestuur der Roomsch-Katbolijke Gemeente van Zierik-
xee, als daartoe door de Commissie van Oppertoezigt derzelfde Ge
meente gernagtigd ten overstaanJvan den Heer Hoofd-lngenieur val?
den Waterstaat lin de provincie Zeelandof van den Ingenieur daar
toe van zijnentwege te magtigen, in het Logement van den Heer
J. SWARTS, te Zierikzee, worden aanbesteed:
Het verbeteren van het FRONT en veranderen van de
PORTALEN der Kerkaan genoemde Gemeente toebe-
boorende, met de leveruncie van alle daartoe vereiscbte Mate
rialen en Bouwstoffen.
Het bestekwaarop die aanbesteding zal geschieden zal met de
teekening, ter lezing liggen in het bureau van den welgemelden
Hoofd-lngenieur, te Middelburgen bij den Secretaris van het Kerk
bestuur voornoemd te Zierikzee; terwijl twee dagen vóór dé aanbe
steding de noodige aanwijzing in loco zal gedaan worden.
Het Kerkbestuur voornoemd
C. STOLK, Pastoor.
Ter ordonnantie van hetzelve
De Secretaris
B. W. VERMUNT.
DUITSCHLAND.
FRANKFORTden 10 Mei. Ook in brieven uit dé stad Napels
Van den 27 April wordt nu gemeld dat den vorigen dag van re
geringswege aldaar eene openbare mededeeling aan den handel gedaan
Was, waarbij de kooplieden, renders enz. vermaand werden tot om-
zigtigbeiduit hoofde door Nederland en Belgie welligt vijandelijke
maatregelen tegen den handel der Beide—Sicilië genomen zouden kun
nen wordenter zake Yan een tijdelijk gerezen geschil (betreffende de
Tavolière-Bank). - Er liep. te Napels reeds een gerucht, dat men eer
lang eene nederlandsche vloot voor die stad te wachten had. fin Ne
derland schijnen tot dusver geene toebereidselen tot het afzenden eener
vloot naar Napels gemaakt te worden.)
HAMBURG den 7 Mei (des avonds). De vreesselijke brand duurt
nog steeds voort en heeft zich in eene zuid-oostelijke rigling Verpreid
naar de S.'-Petruswijkwaarvan reeds het geheele oostelijke gedeelte
is afgebranden daaronder de S.'-Pelri- en de S.'-Jacobikerken de
Hamhurgerberg met deszelfs belendingen, het nieuwe beursgebouw,
het Johanneum de zoogenaamde Hinter-dem-hreiten-Giebel de Groote-
Johannisslrasse de Peltzerstrassede beide Backerstrasse benevens
de geheele buurt tot aan den Steintborvan Holzdamm af tot aan
de Steinstrasse. De voornaamste boekdrukkerijen, ten getale van 16,
waaronder ook die der dagbladen zijn mede vernield.
Reeds gedurende de vorige dagen had inenom den brand te stui
ten verscheidene gebouwen omvergehaald met buskruid doen sprin
gen en met kanon platgeschoten maar vermits de hiertoe gebezigde
24ponders niet genoegzaam waren bevonden heeft men in den loop
Van gisteren uit Stade de toezending van 36ponders en artilleristen
verzocht. Intusschen is men voortgegaan met om bet half uur eenige
huizen in de lucht te laten springen. Van alle kanten, tot van Lu-
beck en Bremen zijn bluschmiddelen aangevoerd dóch bij gebrek
aan water in de grachten kan men over het geheel weinig met de
spuiten uitrigten. Om de orde zooveel mogelijk te helpen handhaven,
zijn eenige deensehe en hanoversche troepen in de stad gekomen.
Men is genoodzaakt geweest de gevangenen uit het tuchthuis tos te
laten. Er loopen geruchten dat de brand aan eene bende brand
stichters is toe te schrijven dat deze althans dezelve op nieuw in
verschillende wijken aangestoken heeft. Een persoon is naar men
Verhaaltdoor het gemeen vermoord en zes anderen naar men zegt
spaansche of engelsche matrozen die den brand nog hadden aange
stookt, zijn in hechtenis genomen. Intusschen voedt men thans de
hoop dal de brand bij den Sleinthor zal afsluiten en zich niet verder
naar de voorstad S.'-George zal uilbreiden. De wind is westelijk
en er valt een zware regen. Op alle grasvelden in den omtrek der
stad hebben de ongelukkige inwoners voor zooveel zij gevlugt zijn
zich gelegerd met hetgeen zij hebben kunnen redden. Uit naburige
plaatsen ontvangt men eenige levensmiddelen waaraan zeer groote
behoefte is. De algemeen heerschende ellende en kommer gaan alle
beschrijving te boven.
(In onderscheidene andere herigten te Berlijn, verdere duitsche
steden en ook hier te lande ontvangenkomen nog eenige nadere
bijzonderheden nopens deze schrikkelijke ramp voor. Het getal der
huizen hetwelk zou vernield zijn wordt in sommige beriglen op
2000 of daaromtrent begroot in andere op meer dan 1000. Men
heeft weinig goederen kunnen bergen zoo wegens gebrek aan de
noodige vervoermiddelen als omdat de kanalen en grachten door
den ingevloeiden voorloop en olie, gansehelijk in vuur stonden. Zeker
is hetdat er een aantal menschen bij deze ramp omgekomen is
doch bij de algemeene verwarring, welbe boven alle beschrijving
moet geweest zijn kon het getal niet begroot worden. Men weet
alleen, dat hij het springen van een huis, een oppervuurwerker en
twee artilleristen in de lucht zijn gevlogen. Ook zou een aantal
personen bij het instorten van eene der kerken en van een huis zijn
omgekomen. Het gedrag der overheden wordt in de verschillende
berigten zeer onderscheiden beoordeeld. Bij een besluit van den
senaatvan den 6was de senator Hudhealcker met dictatoriale
magt hekleed. De weinige krijgsbenden waarover de regering had
te beschikken en de uitgeputheid der manschappen door de lang
durige vermoeienissen hadden de overheid genoodzaakt den hijstand
der deensehe en hanoversche troepen in te roepen. De schade is
meV te berekenen. Het rijkste gedeelte der stad is genoegzaam ver
nield. Onschatbare gebouwen en eene menigte van de rijkste win
kels in mode-artikelen byouteriën en galanteriewaren zijn eene
prooi der vlammen geworden. Drie posthuizen het hötel dé Russie,
de stad LondonSlreits hötelde Koning van Engeland en meer
andere van de voornaamste logementen zijn verbrand of heeft men
door kruid in de lucht doen springen ten einde zoo mogelijk de
belendende huizen te redden. Hetzelfde lot heeft het prachtige huis
van den bankier Salomon Heine getroffen. In een herigtte Berlijn
ontvangen leest men onder anderen het navolgende waaruit men
de gesteldheid der stad eenigzins kan opmaken
«De nood groeit met iedere minuut aan. Sedert 48 uren ben ik
niet uit mijne kleederen geweest. De brandspuiten geven geen water
meer daar zij het vruchtelooze Van hunne hemoeijingen zien. Onza
eenige hoop bestaat in het onder den voet halen der naastgelegen
gebouwen.rt En dit werd reeds in den avond van den 6 geschreven.
Vele welgezetene familiën zijn door deze ramp tot den bedelstaf ge-
bragt. Alle handel alle werkzaamheden stonden stil de voornaamste
kantoren waren gesloten. Tot dusverre was de Neustadt gespaard
gebleven. Dat onder zulke omstandigheden de behoeften groot en
dringende zijn behoeft niet gezegd te worden.)
Den 10. Men kan de verblijdende tijding medcdeelen dat men
den vreesselijken brand in den voormiddag van eergisteren eindelijk is
meesler geworden, nadat dezelve zich nog tot de Spitaler- en de Brei-
teslrasse had verspreid en onder anderen ook de Gertrudakerk in dö
asch had gelegd. De S.'-Petrikerk was, even als de Nicolaïkerkge
heel vernield doch het. was gelukt den toren van de Jacobikerk te
behoudenterwijl de brand van daar eene rigting naar en langs da
Paardenmarkt naar de Rozenstraat nam, Het ophouden van den brand
heeft men voornamelijk te danken aan het vallen van eenen lang-
durigen regen in den avond van den 7 en aan het bedaren van den
wind. Voor zooveel men voorloopig heeft kunhen opnemen hebben
een 40ta! spuitgasten en werklieden het leven verloren.
De hulp, die men uit de omliggende en meer verwijderde plaatsen
heeft ontvangenhetzij tot hlussching van den brandof tot hand
having der orde en tot redding en verzorging van de ongelukkige in
woners wordt ten hoogste geroemd. Te Frankfort, onder anderen,
is bereids f 100,000 en te Berlijn 25,000 thalers ter beschikking van
de regering van Hamburg gesteld. Voorts zijn reeds in een aantal
sleden van Duitschland vereenigingen tot het inzamelen van giften
aangekondigd. (Ook Nederland zalhij deze ontzettende rampwaaf
bet hulpbetooning aan noodlijdende medemenschen geldtgewis niet
achterlijk blijven. In onze groote koopstedenAmsterdam en Rotter
dam is reeds de gelegenheid tot het leveren van bijdragen opengesteld.)
FRANKRIJL
PARIJSden 11 Mei. In de vroegere berigten was het getal
der omgekomenen op den spoorweg van Versailles nog veel te gering
opgegeven. Diegenen medegerekend welke aan de gevolgen hunner
wonden overleden zijn bedraagt het stellig 102. Verscheiden reizi
gers die tot dien noodlottigen trein behoord hebben zijn hoewel
weinig of niet verwond door den schrik in hunne verstandelijke
vermogens gekrenkt.
NEDERLANDEN.
's GRAVENHAGE den 15 Mei. Z. exc. de minister Van financiën»-
daartoe door den koning gernagtigd heeft ter kennis van het publiek
gebragtdat allen die genegen mogten zijn hij te dragen tot leniging
van de ramp, welke het naburig Hamburg heeft getroffen, of om da
door hen ingezamelde liefdegiften op eene zekere en onkostbare wijza
aan hunne bestemming over te geven daartoe de gelegenheid zulleti
hebben, door dezelven te storten in handen van de ontvangers der ac-
eijnsen in elke gemeente; welke daarvoor kwitantie zullen afgeven en
de gelden op (Ie gewone wijze kosteloos zullen verantwoorden eri stor
ten zullende het gezamenlijk bedrag dier giften van regeringswege
aan het bestuur der vrije stad Hamburg worden overgemaakt.
In de zitting van de tweede kamer der staten-generaalvaü
eergisteren is ingekomen eene koninklijke boodschap ten geleide Van
een ontwerp van wethoudende wijziging en aanvulling der wet van
1840, nopens het fonds voor den landbouw.
Terwijl wij vroeger berigt gegeven hebben van de aanzienlijke
ondersteuning, die Z. M koning Willem Frederik graat tan Nassau
heeft verleend tot den ophouw van een nieuw kerkgebouw voor de
nederlandsche Israëliten te dezer stede, zoo vernemen wij thans, dat
het Z. M. den koning behaagd heeftmede de aanzienlijke som van
ƒ1000 daartoe te bestemmen. Voorts is uit 's rijks kas eene onder
steuning van f 3000 en uit de provinciale kas eene gelijke som toege
staan. Niet slechtsdat zulks weder een nieuw blijk oplevert vatl
de zucht der overheden hier te lande ter bevordering van stichtingen,
■aan godsdienst en liefdadigheid gewijd maar de Israëlilen hebben te
meer reden om zich in dezen erkentelijk te gevoelen daar bovendien
van 's landswege de voorwaarde, is gesteld, dat het gebouw zal opge'-
rigt worden op eene plaatswaarin het waardiglijk zou uitkomen.