ZIËBIKZËËSCHË COURANT. H.° 31. A.° 1842. BESTUREN EN ADMINISTRATIËN. NIEUWSTIJDINGEN. y 7 Dingsdag s2>%/ den 19 April HERIJK DER MATEN EN GEWIGTEN. GEDEPUTEERDE STATEN van ZEELAND, ïn aanmerking nemende, dat, naar aanleiding van de koninklijke besluiten van den s8 September 1819 Staatsblad rc.o 49 en van den 3o Maart 1827, (Staatsblad n° x3,) jaarlijks een herijk van al de nederlandsche maten en gewigten, welke in omloop zijn gebragt en in den handel gebruikt worden, behoort plaats te hebben. Gelet op het reglement op den herijk in deze provincie van den i5 Februarij 1822. Gezien de missive van Zijne Excellentie den minister van binnenlandsche zaken Van den 4 November 184*n.° 96, 2de afdeeling. Besluiten: Art. i. De herijk over bet jaar 1842 van de nederlandsébe maten en gewigten, welker gebruik, in het vorige jaar verpliglend is geweest, en mitsdien van alle ge wigten lengtematen, inhoudsmaten voor drooge waren, vochtmaten voor den handel in het klein en in het groot, mitsgaders van de wisse, 2al in het ïste, 2de en 5de district dezer provincie worden aangevangen met den 2 Mei aanstaande en gesloten op den 1 Augustus daaraanvolgendezullende den aanvang van den herijk ïn het 3de en 4^e district nader bepaald worden. Art. 2. De letter X zal, overeenkomstig bovengemelde aanschrijving voorde ijklettcr gedurende dit jaar gebezigd wordenen op al de geijkt of herijkt wordende ïnaten en gewigten, benevens het bijzondere merk van den arrondissements-ijker worden afgedrukt of ingebrand. Art. 3. De arrondissements ijkers zullen overeenkomstig art. 5 van voorschreven Teglementbehalve in de plaats hunner woningnog tot den herijk vaceren in die gemeenten van derzclver arrondissement als door ons bij resolutie van den 10 April i84o n.° 26, zijn aangewezen, en op de dagen, gedurende welke zij niet in de gemeenten buiten hunne woonplaats vaceren, ten minste gedurende uier uren daags hunne kantoren geopend houden, om aan de ingezetenen gelegenheid te geven tot de verificatie hunner maten en gewigten. Art. 4 Zij zullen van de uren, waatop hunne kantoren zullen geopend zijn mitsgaders van de dagen op welke zij, uit hoofde der vereischte vacatiën in andere gemeenten niet tot den herijk der maten en gewigten te hunne kantoren Zullen va ceren, aan burgemeester en wethouders hunner woonplaats kennis geven, welke daarvan, door publicalid en door insertie 111 de stedelijke of in de binnen derzelver stad meest gelezen wordende courant, aan de belanghebbenden zullen doen kennis dragen. Art. 5. De arrondissements-ijkers zullen burgemeester en wethouders of assessoren der gemeente in welke zij in overeenstemming met het bepaalde in art. 3 tot den herijk zullen vaceren van hunne op handen zijnde komst ten minste acht dagen te voren informeren, en zullen deze gehouden zijn, de burgemeesters en assessoren der andere gemeenten, voor welke gelijktijdig wordt gevaceerd, daarvan kennis te geven, ten einde de ambtenaren, publieke administrationkooplieden, winkeliers en andere belanghebbenden door hen worden verwittigd van de plaats en van den tijd, waarop tot den herijk zal worden gevaceerd, en van hunne verpügting om de bij hen in gebruik zijnde maten en gewigten, mitsgaders de strijkels der halve en kwart mudden te doen herijken; zullende de plaatselijke besturen, behalve de ten dezen vereischte openbare bekendmaking, tevens zooveel mogelijk de belanghebbende inge- zeiencn hunner gemeente -welke *ij weten dat \an maten en gewigten gebruik maken, ten hunnen huize eene waarschuwing of kennisgeving laten doen. Art. 6. De burgemeesters der steden en gemeenten worden uitgenoodigd, om aan den arrondissements ijker voor den aanvang van den herijk of bij deszelfs komst in de gemeente, eene naamlijst te doen geworden van de inwoners hurmèr gemeente, welke uit hoofde van hunne betrekking of hun bedrijf verpligt zijn gebruik te maken van maten en gewigten. Tot het opmaken dezer lijsten zal het register der patentpligtigen worden geraad pleegd en voorts op dezelve ook gebragt worden de ambtenaren en publieke ad- ministratiè'nwelke in derzelver ambtsbetrekkingen'van maten of gewigten tot het constateren van leverancïën of werken, gebruik moeten maken; wordende met be trekking tot de zamenstelljng der bedoelde opgaven, eene bijzóndere n'aauwkeurig- hcid aanbevolen, opdat in dezelve uitsluitend alle erkende ijkpligtigenen geene andere dan de zoodanigenworden opgenomen. Art. 7. De arrondissements-ijkers zullen, betrekkelijk de door dezelve in iedere gemeente, in welke zij hebben gevaceerd, gedane verificatie en herijkeen relaas op maken en daarbij opgeven de ambtenaren publieke administratiën en particulieren, welke in de vorengenoemde lijsten begrepen zijnde, hun niet zijn gebleken aau der» Zei ver verpligt ing betrekkelijk den herijk te hebben voldaan. Afschriften dezer relazen zullen door-de arrondissements ijkers na den afloop van den termijn, gedurende welken de herijk is opengesteld, aan ons worden gezonden. Art. 8. De arrondissements-ijkers zullen ten minste tweemaal in het jaar op on bepaalde tijden, en voorts zoo dikwijls zij zulks noodig achten, vergezeld van den commissaris van policie, of bij onstentenis van zoodanig ambtenaar, van een lid van het plaatselijk bestuur in al de gemeenten van derzelver district visitatiën doen in de opene werkplaatsen, magazijnen en winkels, op de markten vleeschhallen pu blieke wagen en op de molens, en zich daarbij verzekeren, dat in dezelve geene dan de nieuwe inaten en gewigten aanwezig zijn, en dat dezelve behoorlijk zijn her ijkt Zij zullen de oude afgeschafte maten en gewigtenalsmede die welke niet zijn herijkt, in beslag hemen, en met het deswege op te maken proces-verbaal aan den officier bij de arrondissements-regtbank van hun ressort inzenden, van hun verrigte te dezen en van het resultaat hunner bevinding in elke gemeente zullen zij bij derzelver aan ons in te dienen rapporten omstandige opgaven doen. Art. 9. Dien onverminderd zullen de burgemeesters der gerrteenten te platten lande, naar aanleiding van art 62 en 87 van het reglemeniop liet bestuur te platten lande, ten minste vier malen in het jaar gelijke visitatie doenen zorgen dat afschriften Van de daarvan opgemaakte processen-verbaalovereenkomstig laatstgemeld artikel, aan den staatsraad gouverneur worden ingezonden. Én worden burgemeesters en wethouders der steden uitgenoodigd, om de vereischte orders te stellen dat gelijke opneming door den commissaris van policie of het lid van het bestuur, hetwelk met de policie is belastworden gedaan. Art. ïo. Het wordt aan alle op publiek gezag aangestelde of beëedigde land meters, wegers en meters verboden, cenige certificaten, weeg- of meetbrieven af te geven, waarin de maat of het gewigt anders dan in de nieuwe alleen wettige bena mingen is uitgedrukt, en zullen door dezelve geene andere dan de wettige erkende ïnaten en gewigten mogen worden gebezigd. Art. 11. Insgelijks wordt aan de plaatselijke besturen godshuizen of armbesturen èn aan alle ambtenaren en publieke adminislratiën verboden, eenige akten, plans, bestekken of beramingen te doen opmaker., aan te nemen of daarop regard te slaan, in welke de hoeveelheden en afmetingen niet in de nieuwe maten of gewigten zijn opgegeven. Art. 12. Aan alle ambtenaren publieke administratiën en ingezetenen binnen deze provincie, wordt bij deze derzelver vërpligting herinnerd, om de door hen gebezigd •wordende maten en gewigten binnen den in art. 1 bepaalden termijn te doen her ijken. bij gemis van welke formaliteit, de door hen gebezigd wordende of in derzelver opene werkplaatsen, magazijnen of winkels bevonden wordende maten en gewigten in beslag kunnen worden genomen en degenoh die bevonden worden dezelve te hebben ge bruikt of in hunne opene werkplaatsenmagazijnen of winkels voorhanden te hebben, volgens de bepalingen van het koninklijk besluit van dén 3o Maart 1827, (Staatsblad nj° i3 zullen worden'verwezen in eene boete van 10 tot 100. Aan dezelve worden tevens herinnerd de bepalingen van art. i/j van het koninklijk besluit, van den 18 December 1819{Staatsblad ii.° 07volgens welke alleswat met de maten voor drooge waren in dat besluit opgegeven, wordt gemeten, met den strijkel behoorlijk moet wórden afgestreken en dus allen die van zoodanige maten gebruik makenook van strijkels voor dezelve belmoren te zijn voorzien van welke die voor de halve en voorde kwart mudde ook moeten worden geijkt en geverifieerd; wordende de plaatselijke besturen, alsmede de arrondissements-ijkers aangemaand om vóór de na koming dezer verordeningen te waken, en daarop bij hunne visitatiën voor zooveel een ieder aangaat te letten terwijl van de bevinding te dezen in.de bij art. 7 en 9 be doelde processen-verbaal of relazen, speciale melding zal moeten worden gemaakt. - ni'fc. *3 Alle ambtenaren en publieke administratiën worden uitgenoodigdaan de navövpiuK van liet legcuwpcrdig besluit de lend tQ hvgdep j en worden de plaatselijke besturen aangeschreven, om de arrondissements-ijkers in de uitoefening hunner func tion, zooveel mogelijk behulpzaam te zijn. en speciaal op derzelver aanvrage dadelijk den commissaris van policie of daar waar zoodanig ambtenaar niet aanwezig iso£ verhinderd wordt de vereischte assistentie te verleeneneen lid van het plaatselijk be stuur te delegeren, om dezelve bij de door hen voorgenomene visitatiën van winkels en werkplaatsen te vergezellen. Art. 14. Dit besluit zal, door insertie in het Provinciaalbladgebragt worden ter kennis van de districts-commissarissen burgemeesters en wethouders der steden en bur» gemeeaters en wethouders of assessoren der steden en gemeenten te platten lande in het ïste,' cn udc district dezer provincie, mitsgaders van de arrondissements-ijkers tot informatie en narigt; én wijders door de zorg der plaatselijke besturen worden afgekon digd en aangeplakt in al de steden en gemeenten van bovengemelde districten, te welken einde een genoegzaam aantal in plano gedrukte exemplaren van hetzelve aan voornoemde besturen zal worden toegezonden zullende wijders exemplaren van dit besluit worden gezonden aan het provinciaal geregtshof, den procureur-generaal bij hetzelve, endoor diens tusschenkomst aan du ambtenaren van bet openbaar ministerie bij het provinciaal geregtshof, en bij de arrondissements-regtbanken en aan de kanton-regters in deze provincie. Middelburgden 1/b April 1842. Gedeputeerde Staten voornoemd VAN VREDENBURCH. Ter ordonnantie van dezelve VAN DER HEIM. AANBESTEDING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad Z1ERÏKZEE zijn voornemens op Woensdag den 27 dezer maand, des middagstea Raadhuize aldaar, in het openbaar, bij inschrijving en mijning aan den minsteischenden aan te besteden Hel uitroeren van eenige herstellingen en vernieuwingen van Metsel en Timmerwerken aan hel Eebste Sas, met hel onderhoud van dat werk voor den lijd van één jaar, alsmede de herstelling en vernieuwing van het Schaliën-dak op het Raadhuis dezer Stad, met levering van de nieuwe rijnleijen, inbegrip van arbeidsloonen enz. Het bestek en de voorwaarden dezer besteding leggen acht dagen te voren te lezen zoo ter Secretarie als bij den Stads-Architect, bij wien inmiddels alle noodige inlichtingen door de gegadingden kun nen worden verkregen. Zierilczeeden 18 April 1842. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE CRANE, vl., Ter ordonnantie van dezelven De Stads Secretaris W. J. P. KROEF. DUITSCHLAND. FRANKFORT, den 14 April. Het dagblad van Augsburg behelst bet volgende berigt uit Napels dd. 25 Maart«In den laatsten tijd is, ten gevolge van de zaak der tavolière-bankwaarbij eenige holland- sche kapitalisten voor zeer aanzienlijke sommen betrokken zijn, tus- scben de nederlandsche en de napelsche regering eene spanning ont staan, welke van een ernsligen aard schijnt te worden. De holiand- sche actionarissenwelkeeven als de overige belanghebbenden bij deze maatschappijopgeofferd zijn en hun ingelegd kapitaal geheel verloren hebben (het geldt hier eenige millioenen ducatijverlangen schadeloosstelling en hebben zich tot hunne regering gewendten einde bij het bewind alhier, onder welks autorisatie de bedoelde bank in der tijd opgerigt ismet betrekking tot hunne vorderingen gehoor te vinden. Zij verlangendat de zaak door eene derde mogendheid onderzocht en bij uitspraak van scheidsregters beslist zal wordeniets waartoe onze regering, die in het geheel de zaak van zich afwijst, niet schijnt le willen overgaan. Er zal vermoedelijk een proces ont staan welks afloop niet te voorzien is." NEDERLANDEN. 's GRAVENHAGEden 17 April. Z. M. de koning wordt hedén avond tegen 10 ureen H. M. de koningin behevens de verdere le den van het koninklijk geslachtmorgen in den voormiddag, uit Am sterdam in deze residentie terug verwacht. Gedurende het verblijf van het hof te Amsterdam heeft hetzelve al daar vele inrigtingen en publieke Vermakelijkheden bezocht, alwaar overal de doorluchtige gasten mot de levendigste geestdrift begroet eu gehuldigd werden. Z. K. H. de prins van Oranje gaat voort in beterschap, doch is nog pijnlijk. Naar men van Berlijn verneemtis Z. M. de graaf van Nas sau sedert den 7 April door eene ongesteldheid in de borst aange tast geworden en wel zoo ernstig, dat er zelfs bulletins werden uit gegeven. Met leedwezen verneemt men dat de heden ontvangen be- rigten niet gunstig zijn. Naar men verneemtzijn de militaire autoriteiten doöt het de- parlement van oorlog aangeschreven dat meii bij de aanneming van vrijwilligers voor den kolonialen dienst, niet op zeer geringe gebreken zal zien mits zij geacht kunnen wordende physieke geschiktheid tu bezitten om bij het leger te dienen. Men verzekert, dat z. exc. de minister vah justitie, bij de aan vaarding zijner betrekking, eene circulaire aan de regterlijke autori teiten heeft gerigtwaarbij z. exc. van zijne optreding als minister kennis geeft en hen aanspoortsteeds dó bepalingen def Wetten en der grondwet stipt in het oog te houden en na te volgen waarbii z. exc. de bedoelde autoriteiten tevens Voor oogen stéllen 'zou dat de regterlijke magt in dezen grondwettigen staat öp een geheel onaf hankelijk standpunt geplaatst is eri dat zij buiten allen invloed van welke magt ookgesteld is,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1842 | | pagina 1