ZEETIJDINGEN, ADVERTENTIEN. getrofl'en 105 gebouwen derzelve, waaronder bet raadliuiszijn door de vlammen welke een stormwind met ontzettende snelheid voortjoeg, in de asch gelegd geworden. ij it Arnhem meldt men dat de zooge naamde opligters van ellewaren (onlangs gemeld) in vrijheid zijn gesteld. Hij onderzoek is gebleken, dat die lieden zeer ter goeder trouw hadden gehandeld en dal alleen de angst van eenen stok dooven winkelier bij wie zij op drie weken krediet gekocht hadden geheel de winkelierstand aldaar in opschudding gebragt heeft, toen die lieden den volgenden dag van daar vertrokken waren om aan den spoorweg le werken. Wij vernemen nader, dat de zes zusters uit bet gesticht van op- Voeding te Roozendaaldie zich met den eerw. heer van Roosmalen naar Curapao hebben ingescheeptden 4 dezer uit het Nieuwe Diep zijn uitgezeild. Zij begeven zich derwaarts, om, volgens het aldaar algemeen geuit verlangen in eenc bestaande behoefte le voorzien namelijkom daar eene algemeene school voor meisjes te openen. Zij hebben zich ook eenigzins bekend gemaakt met de behandeling der doofstommenom ook deze ongelukkigen aldaar te kunnen te hulp komen. Dezer dagen is te Arnhem ten gevolge van het beweren van den koo per dat zekere slagbare. os (welke door den verkooper zwaarder werd geschat) slechts 725 halve ncderlandsche ponden zoude wegen een zon derlinge koop en verkoop daaromtrent gesloten geworden. De eigenaar en verkooper van den bedoelden os namelijk heeft aan den kooper de door hem geschatte ponden vlcesch met het plukvet, welke van dat dier zouden komen om niet gegeven doch daarbij voor ieder overig pond vleesch eenen dukaat bedongen. Dientengevolge is de bedoelde os ge- slagt geworden en heeft dezelve 805 halve nederlandsche ponden gewo gen zoodat de kooper voor den bedoelden os, welke de verkooper zeer zeker voor f 140 a 150 zoude hebben verkocht, ruim f 400 zal moeten betalen. De zusier van den, in de hevigste revolutie-dagen der vorige eeuw, zoo beruchte Maratis dezer dagen op den zolder eener woning in de straat Barillerie te Parijs, hoog bejaard en wel in 83jorigen ouder dom in de diepste armoede overleden; bij haar sterfbed bevond zich slechts één erfgenaam een kruidenier en de portierster van bet huis. Deze vrouw, wier slerkgeleekende trekken aan de beeldtenis van haren broeder deden denken had lang haar levensonderhoud gevonden inet de vervaardiging van horlogie-wijzersin welken arbeid zij uitmuntte. Ouderdom en gebreken hadden haar tot volslagen armoede gebragt. Dezer dagen wordt wederom onder het publiek te Parijs veel gespro ken van een romanesk en schandalig regtsgeding, en te meer nog, ver mits de fransche dagbladen anders zoo gretig dergelijke zaken opne mende in dit geval een volkomen stilzwijgen bewaren hetwelk men algemeen aan de pencuniëele interventie van een' der betrokkene personen toeschrijft. De zoon van den graaf Noé', pair van Frankrijk, is gehuwd met eene engelsche vrouw Louisa Helena Burke, die sints eenigen lijd een' minnenkande! met zekeren heer Lebaudyofficier in het 4de lansicrs- regement, onderhoudt. Op de aanklagte van den echleman werd'de luitenant Lebaudy op de citadel te Rijssel in arrest gestold, waar dezer dagen mevrouw A'oe, alskadet verkleed hem bezoeken kwam. Deze hei melijke verkeering gaf aanleiding tot een tweegevecht tusschen den baron Noden Lebaudywaarbij eerstgemelde gewond werd. Op het aanzoek des echtemans werd de zaak voor de regthank Van Rijssel gebragt, en door dezelve een vonnis uitgesprokenkrachtens hetwelk de vrouw we gens echtbreuk tot 18 maanden gevangenis veroordeeld werd. De of ficier werd door eenen krijgsraad 6 maanden provooststraf toegekend. Te Marseille heeft dezer dagen een brand gewoed, die in den nacht ontstaan den geheelen dag door heeft geduurd en vooral verschrikkelijk is geweest door de persoonlijke ongelukken die de gevolgen daarvan zijn geweest. Het tooneel der verwoesting was een kuiperijnabij het gebouw van de regthank van koophandel gelegen. Een ldjarig meisje is in haren angst uit eene tweede verdieping gesprongen en in deerlijken toestand op de straat nedergekomenhaar broeder werpt de moeder uit hetzelfde raam en stort zich insgelijks van hoven neer. De vader vlugt met zijne oudste dochtur op het dak en van daar hoort men hen om liulp roepen, maar de plaatselijke gelegenheid maakt het uiterst moerjelijk hun die toe te brengen. Eindelijk gelukt liet hun een touw toe te slin geren waaraan de vader het meisje bindtom haar aldus af te laten maar het touw breekt en het meisje bezeert zich zoo ergdat men voor haar behoud beducht is. De vader, in het einde den sprong gewaagd hebbendeis op eeneri mesthoop nedergekomen en heeft zich een arm en een been gebroken. Het geheele gezinbestaande uit vader moeder, twee zonen en twee dochters, is op alle mogelijke wijze verminkt, en in eenen slaat, die weinig hoop overlaat. In do nabijheid van Tönsberg (Noorwegen) had den 28 September II. een zeldzaam verschijnsel plaats, namelijk eene instorting van grond, waarbij 60 morgen lands, met graan en aardappelen bedekt, benevens twee woningen en schuren in eene diepte van 30 of 40 voet verzonk. Alles stortte in eene rivier, die onder den grond liep, en die daardoor zoo opzwol, dat hij een' molen omrukte, zonder dat daarbij eenig menschenleven verloren ging. Uit de zwavelluchtwelke men daarbij bemerkte, besloot men, dat er eene aardbeving plaats had. Op het berigt van den bevelhebber der linie aan de oevers der Zwarte-Zee, heeft Z. M. de keizer van Rusland aan den geestelijke des forts Tenginskdie gedurende de aanvallen en de blokkadewelke de bergvolken van den 9 tot den 18 April dezes jaars tegen het fort bewerkstelligden zich steeds met het crucifix in de hand op de wal len bevond en de soldaten door zijn eigen voorbeeld tot do vervulling hunner pligten aanspoorde, wegens zijne opoffering en heldenmoed veroorloofd een gouden kruis aan het S.' Joris-band te dragen. Hoe weinig benijdenswaardig de toestand van de 12jarige koningin van Spanje, Isabella II, in weerwil van al het schitterende van haar verheven rang, tegenwoordig moet zijn, kan onder anderen eenigzins uit het volgende, uit Madrid overgezonden verhaal, worden afgeleid: «Daags voor het voltrekken van het doodvonnis van Diego Leon, begaven zich twee zijner bloedverwanten de gravin van Altamira en de marquizin van Zambrano, naar de jonge koningin om haar te smceken het pardon van den regent voor den veroordeelden generaal te verwerven. Om het hart der jeugdige vorstin des te sterker te roe ren hadden zij twee nichtjes van den generaal met zich genomen dochtertjes van eenen anderen brigadierdon Diego Leanneef van den veroordeeldedieniet minder dan dezen om zijnen heldenmoed geroemd vier jaren geleden het leven op het slagveld gelaten had. Die arme meisjes stonden, even als de dochtertjes van derzelver oom, hulpelooze weesjes te worden, want, na het sneuvelen van hunnen vader, hadden zij geenen anderen steun gehad dan hunnen oom. «Bij het smecken en weenen van deze doorluchtige vrouwen en onschuldige kindertjes, voegde zich het smeeken en weenen van al do omslanders, onder welke de hellebaardiers-officierdie het paleis in den' nacht van den 7 op den 8 verdedigd had, niet de minst drin gende was. De koningin van aandoening overstelpt wist niet wat te antwoorden. Eene van hare staatsdames voegt haar toe: «Me vrouw, zoo de doorluchtige moeder van H. M. hier tegenwoordig ware, zou zij niet gedoogen dat zoo vele aanzienlijke personen zoo lang geknield bleven liggen zonder de genadedie zij smeeken te verwerven." Waarop de jonge deerniswaardige vorstin al snikkende ten antwoord gaf: «O mijn God! ik verlang niet meerder dan gij allen, dat de arme generaal starve, wat moet ik doen?" «Aan den regent schrijven was het weder-anlwoorden dadelijk nam zij eene pen op oin zulks te doen, maar de hardvochtige weduwe Mina, hare gouvernante verzette zich hiertegen en merkte op dat de voogd van H. M. vooraf zijne toestemming hiertoe moest geven. De heer Arguelles verscheen maar weigerde zijne toestemming lot een stap, diezeide hijden regent zoude belemmeren in de vrije uitoefe ning van het prerogatief, hetwelk gedurende de minderjarigheid der koningin geheel bij hem berustte. «Eene der staatsdames, over deze tegenkanting verontwaardigd, ontznc zich niet Arguelles met de meest verregaande minachting te be- handelon en ontving hierover, bij het verlaten van het vertrek, de luide toejuiching van al de hellebaardiers, die daarvan getuigen wa ren geweest. De ongelukkige koningin, ziende dat zij bij geene mo gelijkheid de vergunning kön verkrijgen om den briefdien zij zoo innig wenschte te verleenen te schrijven, barstte op nieuw uit in tranen en verklaarde haren gewonen toer met het rijtuig niet te zul len doen voor men haar zou hebben laten schrijven. Om haar tot bedaren te brengenverhond Arguelles zich den brief le vervangen door een persoonlijk bezoekhetwelk hij hij den voorzitter van den raad zoude doen om dezen hekend te maken met de wenschen van zijne doorluchtige pupillen ten behoeve van den veroordeelde. Eerst na deze belofte plegtig ontvangen te hebben, bewilligde Isabella erin uit rijden te gaan. «Het lijdt geen twijfel of Arguelles zal zijn woord gehouden heb ben en dat alzoo het smeeken van de koningin van het legervan de nntonale garde, van de bevolking, ten gunste van Diego Leon, aan den regent hekend gemaakt geworden is. Van alle zijden is hij alzoo gedrongen geworden gebruik te maken van het hij hem berus tend koninklijk prerogatief, en voor al dat smeeken is Espartero doof gebleven. Diege Leun, die op het veld van eer steeds nog kwistiger met zijn bloed is geweestdan de overwinnaar van Bergara met de schatten van den staat; Diego Leon, wien acht paarden, in den strijd, onder het lijf zijn doodgeschoten geworden; Diego Leon, die Espar- lero tweemaal het leven had gered, is op den kooibloedigen last van vlezen gefusilleerd." MIDDELBURG, den 12 November. Eergisteren had J. Baard, be hulpzaam in het verriglen van meetkundige' opnemingen het ongeluk van een paalhoofd aan den zeedijk te Weslkapelle te vallen en in de golven zijnen dood te vinden nalatende eene weduwe en 5 zeer jeug dige kinderen. Uit Vlissingen schrijft men dat die stad aan Z. M. den koning zal verzoeken, dat 's rijks schepen, welke uit zee komen, aldaar voorlaan mogen hinnenloopen hetzij om buiten dienst gesteld of ge repareerd en op nieuw uitgerust te worden waardoor meerdere wel vaart en bedrijvigheid in die havenstad zal ontstaan. Z1ER1KZEE den 13 November. Heden is alhier van de werf de Goede Intentie, toebehoorende aan den hoer J. Strickaertmet het beste gevolg te water gelaten het extra goed gebouwd en gekoperd fregatschip genaamd Zeeland, groot 450 lasten, bestemd voor de vaart op de Oost-Indien zullende varen onder administratie van den heer W. Kaars Sypesleyn te Krommenieen gevoerd worden door kapt. J. Noord. ZIERIKZEEden 16 November. Volgens heden ingekomen herig— ten zijn langs hel strand hij Scharendijke (Schouwen) eene sloep een roer van een groot schip eenige balen katoen en vaatjes harst aan gedreven. BROUWERSHAVEN, den 15 November. Binnengekomen: het kofschip ^Regardkapt. L. Taylor, van Huil naar Rotterdam; en zijn binnendoor naar Rotterdam opgesleepthet barkschip Cornells IVer- yard Eduardkapt. D. II. Kramer, en het fregatschip Emanuel, kapt. S. G. Molenaar. Uit zee teruggekomen het onlangs uitgezeilde fransche fregatschip Edwidge, kapt. T. Blanchet. Te haamstede verloste den 12 November 1841 gelukkig van eene welgeschapene DOCH TER, N E EL T J E van der MADE, Echtgenoot van den Rijks-Ontvanger KL E INM A N. Heden beviel voorspoedig van een' welgeschapen ZOON, cornelia martinaderucke, geliefde Echtgenoot van zlerikzee, l. van den en de, Rz. den 14 November 1841. DEPOT. Zijnde KONINGS- en GEMBER-BIE- REN van de Heeren BACKER DIRKS te Bergen- op-Zoom en verkrijgbaar gesteld a Eabrieks-Prijs bij II. M O N t E Meelstraatwijk B n.° 69. Vermist: Een zwartbont VA ARS JE. Adres bij den Veld- wachter van Kerkicerve. te zierikzee bij de wed. a. de vos en zoon, stadsdrukkers,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1841 | | pagina 2