ZEETIJDINGEN. hebben ongemeen weinig geestdrift betoond en de illuminatie was zeer armoedig. Thans ziet te Brussel het programma voor de September feesten hellicht. Baarbij zullen paarden-wedrennen muzikale wedstrijd, prijsuitdeelingen schietpartijen met den karabijn en boog, illuminatiën enz.plaats hebben. Den 10 dezer is er een hevige brand geweest in de pannen- en pottenbakkerij de Nijverheid onder Hazerswoudetoe- behooreivde aan den lieer S. Geysheelc Molenaar. Dezer dagen is in Frankrijk, in den ouderdom van ruim '100 jaren overleden de graaf de Champignyeen der krijgsmakkers van Lafayettein den amerikaanschen bevrijdingsoorlog. Z. M. de koning van Pruissen beeft voor 1841 weder 10,000 daalders toegestaan tot voortzetting van den dombouw te Keulen. Te Parijs zal eene tweede atlesiaansche put worden ge bouwd. De groote engelsche stoomboot British Queen is onlangs te Antwerpen aangekomen, en aldaar met luide toejuiching begroet. Wel dra zal dus nu de stoomvaart tusschen die stad en New-York aanvangen. De bekende ingenieur Dietzin 'sHage, beeft dezer dagen eene boot uitgevondenwelke hij 4uiso noemten die zeer nuttig voor de zeedienst zoude zijn, daar men met dezelve één uur in 10 of 12 minuten kan afleggenDe machine wordt door eene nieuwe kracht in beweging gebragt, waarmede men gemakkelijk naar alle kanten het vaartuig kan wenden. De boot is klein en kan slechts een gering getal manschappen bevatten; door derzclver nieuwe wijze Van bouwing, kan dezelve nooit zinken. De uitvinder biedt zijn geheim voor eene som van 2500 p. st. (30,000 gukl.) aan elke mogendheid aan. 1 De beer Wagneruitvinder der aanwending van liet elec.tro-magne- tismus als beweegkrachtis van liet landgoed des prinsen von Fursten- berg te Frankfort weder aangekomen. De locomotief, welke bij naar het syslema zijner uitvinding beeft vervaardigdzal binnen weinige dagen iiigelijks daar arriveren en eenen proeftogt op den Taunus- spoorweg doen waarbij prins von Metternich zal tegenwoordig zijn die deze uitvinding ijverig in bescherming neemt. (De Amslerdamsche Stads-Courantdit berigt mededeelendevoegt erbij: «De ware uit vinder van dit stelsel is geweest professor Jacohi te Petersburg, en bovendien zijn er reeds in 1836, en, onder anderen den 6 April van dat jaar in de maatschappij Felix Meritis. te Amsterdam door wij len den hoogleeraar Stralinghvan Groningen, zoo belangrijke als voldoende proefnemingen gedaan met zoodanig een clectro-manetisck wagentje, dat in alles 6 ponden woog en een verinogen bezat om nog 4 ponden gewigts bovendien met zich te slepen en zich met ver wonderlijke snelheid daarmede te bewegen.) Den 2 dezer is te Marseille eene stoomboot, die de vlag van den bey van Tunis en vier stukken geschut voerde, aangekomen. Dat schip beeft den ridder Baffo met zijn gevolg naar Frankrijk overge- bragt. Deze ridder Baffo is een Italiaan van afkomst, doch in zijne jeugd te Tunis Muzelman geworden. Zijne bekwaamheid been, hem de betrekking van minister van den bey van Tunis doen verwerven, welke betrekking bij reeds bij den vader van den thans negerenden Vorst heeft vervuld. De beschaafde vormen, waardoor zich de lune- siaansche regering in de laatste jaren beeft onderscheidenen de ver draagzaamheid die in Tunis jegens de Christenen heersohtwordt vooral ook aan zijnen invloed toegeschreven. Nog zeer onlangs is te Sfax met veel plegtigheid en onder groote toevloedook van Muzel mannen en JodenPene Roomsche kerk ingewijdvoor welker op bouw de ridder Itaffo zelf eene aanzienlijke bijdrage had verstrekt. Waarschijnlijk komt deze staatsman thans in Frankrijk, om daar over de belangen van zijn aangenomen vaderland te onderhandelen. Men leest in de peterburgsche bladen: «Bij eene zeventigjarige, ge heel alleen wonende burgervrouw kwam in December des vorigen jaars op een' nacht haar zoon aan die van het regement Was weg- geloopen in de hoop van in bet ouderlijke buis een toevlugtsoord te vinden maar de vrouw bij welke liet gevoel van pligl sterker werkte dan de moederliefde, gaf de policie dadelijk kennis en de vlugteling werd gegrepen. Z. M. de keizer heeft de burgervrouw eene zilveren medalje met het opschrift«voor ijver" en 50 roebels zilver geschonken. In het Canton Register vindt men een berigt wegens de toerustingen der Chinezen om de Engelscben uit te roeijen. Men beeft monster kanonnen gegoten op de wijze der Belgen a la Vaixhans)ten einde de engelscbe schepen met één schot in den grond te boren en geheele detachementen tegelijk te dooden. Men heeft die monster-stukken aan strand bij de hoofdstad Peking en op andere plaatsen gesteld in de boop, dat de Barbaren (de Engelschen) bij het zien alleen van schrik zullen verstijven. Volgens dat dagblad waren bij de proef nemingen reeds eenige van die meesterstukken gesprongen en verschei dene chipi'sche kanonniers gedood. Bij de aanvallen der opstandelingen op Sumatra in Februarrj jl. Werd onze bezetting te Goegoe Malingtang belegerd en verpligt zich in het re- duit te vestigen. Dezelve bestond uit den luitenant Ranzer, den betaal meester Eeppel, 10 europesche onder-officieren en manschappen en 35 inlandscbe soldaten met bunne vrouwen en kinderen Omsingeld door de Maleijers waren zij steeds blootgesteld aan het vuur waardoor reeds spoedig 3 europesche en 3 inlandsche soldaten werden gekwetst, terwijl een gestadig vuur moest onderhouden worden om het naderen der opstan delingen te beletten. Een klein varken aan iemand der bezetting toe- behoorende was het eenige voedselterwijl het hun des avonds gelukte een weinig water uit het naastgelegen padieveld te halen. Dén 25 Fe- bruarij werd een afwisselend vuur onderhoudendoeh spoedig werd bemerkt dat de bezetting door de ingravingen en'verhakkingen des vijands geheel was ingesloten. Het vuur der bezetting hield gestadig aanen ziende dat de oproerlingen hen steeds digter insloten deed de luitenant Banzer eenige granaten vullen en plaatste dezelve op de borstwering met het oogmerk om die bij eenen aanval met de hand af te stooten. Inder daad kwam de vijand des namiddags met woest geschreeuw uit zijne schuilhoeken te voorschijn, met het voornemen om het reduit aan te vallen. Door den luitenant Banzer, den betaalmeester Eeppel en 10 europesche soldaten werd thans eenpariglijk besloten om, indien het den vijand mogt gelukken het reduit te overmeesteren den brand in het kruid te steken ten einde zich met den overwinnaar in de lucht te doen springen. Tot op 25 passen genaderd werden nogtans de aanvallers door het geweervuur maar vooral door de granaten in bedwang gehou den. Omstreeks 3 ure des namiddags keerden zij langzamerhand naar hunne schuilhoeken terughunne gesneuvelden en gekwetsten mede voerende. Van de bezetting waren weder twee inlandsche fuseliers gekwetst geworden. Het vuren bleef van beide zijden aanhouden ter wijl de bezetting veel te lijden had van het slingeren der steenen waar door verscheidene vrouwen getroffen werden. Intusschen deed zich de honger al sterker en sterker gevoelenzijnde er geen voedsel dan eenige allang-allangwortels en gras. In den avond gelukte het den luitenant Banzer door een detachement eenige wilde aardvruchten te doen opsporen doch ook deze waren op verre na niet toereikende om zoo vele menschen te verzadigen. Een hevige regen maakte den 26 Februarij hij gemis van beschutting de ongelukkige bezetting doornat terwijl hierdoor vele geweren die door het aanhoudend vuren reeds veel hadden geleden, onbruikbaar werden. Wanneer men hierbij voegt, dat de manschappen door ver moeidheid afgemat en door honger geheel verzwakt waren terwijl een aantal gekwetsten buiten gevecht waren, kan men bevroeden in welk eenen bopeloozen toestand men verkeerde. In deze gesteldheid ver zocht de bezetting, dat men zich door eenen aftogt zoude zoeken te redden, waarvan de luitenant Banzer haar echter deed afzien, in de hoop op een spoedig ontzet. Gedurende den nacht hadden de muite lingen doorgeVverkten waren het reduit zeer digt genaderd. Hun vu ren en slingeren Werd tot den avond volgehouden en te zeven ure be proefden zij andermaal eenen aanval. Beeds was een hunner op de horstwering gesprongen, doeh het gelukte den onzen door eene laat ste inspanning hunner krachten hen of te slaan. Vooral bragt het afwerpen van granaten ditmaal veel toe tot hunne verdediging. De onmogelijkheid erkennendeom het thans zelfs tegen eenen lig- ten aanval nil te houdenraadpleegde de moedige Banzer met zijnen kameraadEeppel. Deze raadde aan 'den wensch der bezetting gehoor te geven en zoo mogelijk des nachts het reduit heimelijk te verlaten. Den zwaar ge kwetsten sergeant-geweermaker J. G. Schellig, den europeschen fuse lier F. Maerien ch den inlander Sosrnilo, die niet zoüden kunnen vol gen werd dit voornemen medegedeeld. Deze braven beloofden zoodra hunne makkers zouden zijn afgetrokken en de opstandelingen in het reduit zouden zijn doorgedrongen, het vroeger genomen besluit, om den brand in het kruidmagazijn té stekente zullen volvoeren. De aanzoeken om het reduit te verlateh hielden niet op. Het was nu elf uren des nachts. Nog kon de onversaagde Banzer daartoe niet hesluiten. Doch toen hem werd berigt, dat weder een inlahdsche ser geant met acht inlanders hem hadden begeven, en dat, bijaldien hij niet wilde komen tot het besluit om af te trekken, alle inlandsche militairen hem zouden verlaten, daar deze zeiden, zich wel te willet» doodvechten maar niet doodhongeren gelastte hij allenom zich vai» drie pakjes patronen en vuursteenen te voorzien vernagelde in stilte de stukken en verliet het reduit met één officier acht europesche én negentien inlandsche onder-ollicieren en manschappen zoo gezonde als gewondebehalve de vrouwen en kinderen. Naauwetijkê waren zij buiten het reduit öf, uit vrees van te worden ontdekt vlugtte elk regts of links zoodat de luitenant Banzer met den luitenant Eep pel twee europesche sergeanten en één europesche korporaalbene vens een europeschen kanonnier vereenigd bleven. Na een uur door de struiken te zijn heengekropenkon de brave Eeppel, die pas zwaar ziek was geweestniet verder voort; (hij viel magteloos neder, en moest aan zijn lot worden overgelatenwaartoe hij zelf het verzoek deed. Omtrent één en een half uur hadden de vlugtelingen geloopen toen zij eene hevige ontploffing hoorden, waaruit zij opmaakten, dat de achtergelaten braven hun lot 'hadden verzekerd, door zich met het kruidmagazijn in de lucht te laten springen. ZIERIKZEE den 14 September. Gisteren namiddag is onder de gemeente Kerkwerve eene stulp afgebrand bewoond wordende door D. Vertoom. Naar men zegt is dezelve ontstaan door hroeiiine van het hooi. ZIERIKZEË den 13 September. Den 23 Mei is ter feede van Batavia gearriveerd het barkschip Marie Julie, kapt. F. J, Marker, van deze stad. 184"' KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE LOTERIJ. vierde klasse. Achtste Lijst. Zevende Lijst. N.° 1467 f 1500 N.' 1233 170 571 24583 12941 ƒ10,000 - 2500 - 1500 - 1000 prem. - 2500 ADVE&TENTIËN. KLOEK, Echtgenoot van J. A. MÜL O CK HOU- WEE, verloste heden van een' ZOON. Zierikzee, den 10 September 1841. De Notaris C. J. Van dér HALEN, residerende te Brouwershaven zal ten verzoeke Van zijnen principaal op Dingsdag den 21 September 1841, des morgens ten 10 ure, te Dreischorpubliek veilen en verkoopen Een aanzienlijke partij HÜIS-MEÜBÈLEN, bestaande in C H I F F O N IR E COMMODE, SPIEGELS, TAFELS, STOELEN, BEDDEN met toebehooren BUREAU, KASTEN, KOPER, IJZER- enAAR- D E WE RK, BOEKEN en hetgeen verder zal worden geveild. De ondergeteekende berigt hij dezedat hij niet voor den 20 dezer naar Zierikzee zal komen. J. A. HESS, Geoctroijeerd Gezigt- en Oogheelkundige të Middelburg. te zierikzee bij de wed. a. de vos en zoon, stadsdrukkers,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1841 | | pagina 2