ZIERIKZEESCHE
Vrijdag
den 29 «Fanuarij
NIEUWSTIJDINGEN.
■ar.» 9.
A.o 1841.
O iFWK M T.
DUITSCHLA N.D.
FRANKFORT den 24 Januarij. Uit alle zuidelijke en noord
oostelijke streken van Duitschland ontvangt -men bij voortduring de
bedroevendste berigten nopens de veelvuldige verwoestingen welke
door het overstrooinen der rivieren aangerigt Worden. De schade is
werkelijk onmetelijk groot.
De courant van Freyburg maakt gewag van een voorval, waarin
eene dienstmeid buitengewone blijken van moedligchaamskracbt en
trouw gegeven heeft. Den 2 Januarij verschijnt eenezoo het scheen,
arme vrouw aan de deur van den pastoor van een naburig dorp en
vraagt, voor een ziek kind, om een weinig wijwater. De pastoor
wijst haar naar eenen doctor, maar zij blijft aanhouden, zegt dat haar
kind door de doctors opgegeven is en dat zij bijzonder vertrouwen in
het verzochte hulpmiddel stelt. Medelijdend gaat men om haar te
voldoeneenig wijwater uit de kerk halen. Wijwater te bekomen
was echter haar eigenlijk doel niet, zij poogde berigten omtrent den
toestand van het huis te verkrijgen, want zij was de verspiedster
eener roöverbende. Tegen het vallen van den avond kloppen twee
manspersonen aan de deur en verzoeken den pastoor te mogen spre
ken. Men laat hen binnen, maar de meid, die hun opengedaan heeft,
ziet niet zonder verwondering en met eenige bezorgdheid dat zij zei
ven de huisdeur naauwkeurig sluiten. Bij den pastoor in de kamer
gehragtklaagt oen hunner ziek te zijnde goede pastoor doet bun
wijn voorzetten van welken zij elk twee groote glazen drinken. Daar
na vraagt de ziekeof de pastoor hem niet een' geneesheer weet op
te gevenen toen de 'geestelijke ook hieraan minzaam voldoetver
zoekt hij hem verder den naam van den doctor op een stukje papier
te willen - schrijven benevens een paar woorden tot aanbeveling. De
pastoor gaat naar zijne secretaire maar naauwelijks heeft hij denzel-
ven geopend of een der booswichten rukt hem achterover en brengt
hem eenige zware slagen toe., die oogenblikkelijk den vloer van het
vertrek met bloed overdekken. De meid, die ook in de kamer was,
stond op dat oogenblik naar den kagcbel gekeerd en toen zij zich
omwendt, is de andere roover vlak tegen haar over, grijpt haar aan
en wil haar nevens haren heer op den grond werpen. Zijeen meisje
van buitengewone sterkte, weerstaat, begint met den man te worste
lenen haren meester dood achtende, poogt zij, als het eenige mid
del van zelfbehoud, uit de kamer te geraken, welker deur halfopen
was. Inderdaad sleept zij, al worstelende, haren aanvaller, die haar
niet losliet, de kamerdeur uit. Hier, in den donkeren gang geraakt,
komt zij op een denkbeeld, hetwelk zij als redding-middel aangrijpt.
De eerste gang liep uit in eenen dwarsgang, en aan het eind'van
denzelven was de trap van den kelder, die juist open stond. Zij
blijft met den roover vechten, die met schoppen en vuistslagen over
zijne stoute bestrijdster poogt te zegevieren. Tweemalen vallen zij te
zarnen op den grond maar telkens weet de forsche meid weder op
de been te geraken en daarbij den fielt, nu eens door rukken, dan
weder door stnolen steeds dieper in den gang te krijgentol dat zij
eindelijk, begrijpende op de hoogte der kelderdeur te zijn, hem eenen
laatsten stoot geeft, die hem inderdaad hals over kop de 18 a 20 tre
den van den keldertrap doet aftuimelen, Evenwel, hij heeft haar niet
losgelaten en sleept haar in zijnen val mede. Door den schok ge
kneusd en bedwelmdlaat de roover haar los zij springt op en van
hare kennis der plaats-gelegenheid gebruik makendeontsnapt zij langs
den trap, vliegt het huis uit, ijlt twee vrouwen der roovers die
huiten op schildwacht stonden, voorbij, en naar eene naburige boe-
ren-woning. Hier vindt zij slechts vrouwen te huis, maar deze niet
minder moedig, wapenen zich met mestvorken en snellen naar de
pastorij. De roovers waren gevlucht zonder iets te hebben kunnen ste
len de pastoor had vijf verschrikkelijke wonden maar leefde. Een
man die vervolgens toeschootliet de stormklok trekkenmaar de
nu van alle kanten te hulp komende boeren hebben de booswichten
niet kunnen achterhalen.
Te Napels heeft, in den nacht tusschen den 4 en 5 dezereen
geweldige storm gewoed die niet alleen langs de zeekust groote on
heilen aangerigtmaar zelfs de schepen in de haven aan groot ge
vaar blootgesteld en don ondergang van drie daarvan ten gevolge ge
had heeft. Twee van deze waren napelsche koopvaarders, den vori-
gen dag uit Calahrie aangekomen, het derde was eene fransche brik
van Marseille. Ook de napelsche oorlogschepen hebben veel geleden.
Te Casenza, in Calahrie, zijn des morgens van den 27 December
schokken van aardbeving gevoeld.
GROOT-BRITTANNIEN.
TONDEN, den 22 Januarij. Men verzekert, dat het brilsche
leger met 10,000 man zal worden vermeerderd en ook de marine
.eene niet onaanzienlijke versterking zal bekomen.
De berigten nopens de overstroomingen omstreeks Windsor en
andere gedeelten des rijks luiden bij voortduring zeer ongunstig. De
domeinen van Windsor zijn mijlen ver onder water gezet en een deel
van bel oud terras steekt als een eiland daarboven uit.
De tabellen nopens de verzorgden in het hospitaal voor de
kinderziekte in het afgeloopen jaar in deze hoofdstad bewijzen op
nieuw het weldadige van de vaccine. Er zijn.327 personen in dit
hospitaal verpleegd waarvan 95 overleden zijn van die 95 waren
87 ongevaccineerd.
FRANKRIJK.
PARIJSden 23 Januarij. De beraadslagingen in de kamer der
afgevaardigdenomtrent de versterking van Parijsworden steeds
voortgezet.
Ten gevolge van nieuwe ontdekkingen in do zaak van Darmès
hebben nieuwe arrestatiëu plaats gehad die een groot licht over do
geheime genootschappen en derzelver aanvoerders beloven te zullen
verspreiden daardoor zal bet proces weder voor eenigen tijd worden
uitgesteld,
NEDERLANDEN.
's GRAVENHAGE den 27 Januarij. Het door de Staals-Courant
medegedeelde berigtomtrent den staat der rivieren houdt in dat
onze nederlandsche rivieren thans genoegzaam ontruimd en tot den
staat van hoog open water teruggekeerd zijn. De gevaren die een
ijsgang vergezellen zijn alzoo wederom gelukkig geweken.
Blijkens bekendmaking van den minister van finantiën zijn de
middelprijzen der inlandsche granen van 20 December tot 19 Januarij 11.
geweest als volgt: Tarwe per mud f 7,88 rogge f 5,44; boekweit
f5,251/,; gerst 4,27'/,,; haver f 2,69; ongepelde spelt f 2,96;
diensvolgens zullen gedurende de maand Februarij aanstaande de regten
op den in- en uitvoer per mud bedragen als volgtTarwe en ge
pelde spelt f 1,00rogge 50 c.boekweit 50 c.gerst en mout 50 c.;
haver en ongepelde spelt 75 c.de uitvoer is vrij.
Op den 1 Januarij jl. bestond de nederlandsche zeemagt uit 2
schepen van 84 stukken 6 van 74 2 van 60 1 van 54 12 van
44 5 van 32 11 van 28 (waaronder 3 geraseerde fregatten)1 van
26 2 van 22 1 van 20 12 van 18 5 van 14 1 van 12; 3
van 8 en een instructie-vaartuig van 12 stukken benevens 9
stoombooten 3 transportschepen 10 kanonneerbooten met mor
tieren en geschut 34 groote en 46 kleine gaffel-kanonneerbooten.
Van deze schepen zijn in dienst1 van 54 stukken 4 van 44
3 van 32 6 van 28 1 van 206 van 18 3 van 14 3 van 8
5 stoomschepen 3 transportschepen 7 groote en 16 kleine kanonneer
booten en nog in aanbouw 3 van 74 stukken 1 van 60 2
van 44 1 van 26 1 van 22 3 van 18 1 van 14 en 3 sIoouit-
sc'nepen.
De koloniale marine in de Oost-Indiën bestaat in 1 wachtschip 4
brikken van 18 en 16 stukken; 11 schoeners; 2 ijzeren stoombooten
en 5 roei-kanonneerbooten.
Uit officiële staten blijkt, dat in het jaar 1839, in verschillende
havens van het rijk, zijn ingeklaard 6645 schepen, als; 6179, dia
940,723 tonnen lading en 466 die 29,906 tonnen ballast inhielden
en uitgeklaard 6707 schepen als3984 die 596,046 tonnen lading
en 2723, die 404,649 tonnen ballast bevatteden.
Deze schepen zijn ingeklaard onder de volgende vlaggen als2964
onder de nederlandsche, 1446 engelschc 57 noord-amerikaanscbe,
14! fransche, 78 russiscbe85 zweedsche546 noordsche 209
deensche151 pruissischo 543 hanoversche188 mecklen burger
11 belgische, enz,
En uitgeklaard 2983 onder do nederlandsche1450 engelsche
59 noord-amerikaansche, 148 fransche, 82 russiscbe, 84 zweedsche,
540 noordsche, 223 deensche147 pruissische541 hanoversche, 188
inecklenburger, 25 belgische. enz.
Uit bet Weekblad van het Regt verneemt men dat op aanstaanden
vrijdag, 29. dezer, voor het provinciaal bof van Holland zal te regt
staan zekere Gijsbert van Dijk, beschuldigd van moedwilligen dood
slag. Volgens de akte van beschuldiging zou de beschuldigde, in den
avond van 15 November laatstleden beschonken te huis gekomen zijnde,
zijn eigen kindnog slechts elf maanden oud uit de wieg hebben
genomenen door deszelfs geschreeuw verstoord aan hetzelve een
paar harde slagen gegeven hebben aan de linkerzijde van het hoofd
ten gevolge waarvan bet kind den volgenden avond zou zijn ge
storven.
Volgens de officiële opgave, zijn er gedurende het jaar 1840
binnen Amsterdam geboren 3493 wettige kinderen van bet mannelijk
en 3342 wettige kinderen van liet vrouwelijk geslachtte zamen
6835 echte kinderen, benevens 386 onechte kinderen van bet man
nelijk en 364 van bet vrouwelijk geslachtte zamen 750 onechte
kinderen zoodatmet 347 bij huwelijk erkende kinderen de geboor
ten in bet genoemde jaar aldaar bedragen hebben een getal van 7585.
Uit Groningen meldt men van den 18 dezer In de maand No
vember des vorigen jaars heeft in bet dorp Spijk, het volgende geval
plaats gehad, hetwelk alweder eene bijdrage oplevert, tot welke schro
melijke gevolgen misbruik van sterken drank aanleiding kan geven.
Zekere Hugo Antonie Pets, stoelwinderzonder vaste woonplaats, had
zich eenige dagen opgehouden ten huize van Evert Reimts van der
Laan, schoenmaker teSpijk, van waar hij den 11 vertrok, om zich
naar elders te begeven en vooreerst niet terug te komen. In den na
middag van dien dag kwam hij echter te Spijk terug in eene hooge
mate beschonken zijnde, met het opzettelijk voornemen, zoo het schijnt,
om zich op van der Laan te willen wreken. Na nu eenigen tijd in
eene boerenplaats te hebben vertoefd begeeft hij zich met eenen dik
ken stok gewapend en in eenen hoogst opgewonden staat, onder het
uiten van zware bedreigingen tegen van der Laannaar diens woning.
Deze wordt inmiddels voor Pets gewaarschuwden had naauwelijks
den tijd om zijne deur te sluiten toen Pets er ook reeds was en
met geweld in huis wilde dringen. Dit te vergeefs beproefd heb
bende, verbrijzelt hij met zijnen stok een der glasramen met hout en