N.o 3. ZIERIRZEESCHE Vrijdag A.° 1841. COURANT, den 8 Januarij. NIEUWSTIJDINGEN. «SB» DUITSCHLAND. FRANKFORT, den 2 Januarij. Het saizoen voor de rijnkaden is voorzeker over het algemeen genomen reeds lang voorbij en even wel bevinden er zich nog te Mannheim enkele liefhebbers die in weerwil van de strenge koude, nog dagelijks hun rijnbad willen Hemen. To hunnen gerijve is er op het ijsvlak van den Rijn een badhuisje gebouwd binnen welks omtrek een opengehouden bijt hun de .gelegenheid geeft tot het zoo verfrisschende vermaak Men twijfelt evenwel of hun voorbeeld vele navolgers zal vinden. Uit Berlijn wordt geschreven dat het antwoord van hot fransche kabinet op de mededeelingen der verbondene mogendheden, betreffende de krijgstoerustingen in Frankrijk over het algemeen zoo voldoende is uitgevallen als menden moegelijken toestand der genoemde re gering in aanmerking nemende, kon verwachten; maar dat niet te min de toestand, waarin Duitschland zich thans tegenover Frankrijk bevindt, bij voortduring waakzaamheid en voorzorgen voor mogelijke gebeurtenissen vcreischt. Het schijnt, dat men in Duitschland bedacht meent te moeten zijn op cene aftreding van het tegenwoordige fransche ministerie. Door H. M. de keizerin van Rusland is aan de stad Berlijn als hare geboorteplaats eene gift van 40,000 pruissische daalders geschonken tot daarstelling van een gesticht van barmhartigheid waarin aan de noodlijdenden verpleging en arbeid verschaft zullen worden. Ter herinnering aan den koninklijken vader der edele dona trice zal het gesticht den naam voeren vanFrederik Willems gesticht voor arbeidzamcn. Volgens brieven uit Wecnen van den 26 December werden de krijgstoerustingen bij het oostenrijksche leger steeds voortgezet maar was er nog geen bepaald bevel tot eenige beweging onder de troepen gegeven. De rcgementcn die bestemd waren om des ge vorderd in liet voorjaar naar den kant van den Rijn te trekken waren echteraangewezen geworden. Aan de verdere wapening van het leger met percussie-geweren werd ijverig gewerkt. Men verzekerde dat aan het oostenrijksche smaldeel pp de Syrische kust hevel was gezonden om in eene der havens_vao de Adriatische- Zee deszelfs winter-kwartieren te nemen. De Wiener Zcitung behelst eene vernieuwing van het verbod tegen alle hazardspelen en maakt opmerkzaam op een artikel van het straf wetboek waarbij aan elk die zoodanig spel speelt of aan dengeen ■die er zijn huis toe leent, eene geldboete van 900 gulden wordt opgelegd. Ken brief uit Konstantinopel van den 9 Decemberdoor het dagblad van Augsburg medegedeeld behelst de volgende bedenkingen omtrent het nietig verklaren van de door den kommandeur Napier met Mehemed-Ali geslotene overeenkomst: »De met Napier geslotene overeenkomst is nietig. Het uitdrukke lijke protest van de porte tegen dezelve en derzclver verwerping door den admiraal Slopford zeiven heeft het fijn uilgedachte plan des bassa's geheel verijdeld. Zonder zich te binden, wist Mehemed-Ali voordeel te trekken uit zijnen bedenkelijken toestand en zelfs uit de dreigende tegenwoordigheid der engelsche vloot voor Alexandrie. De goede Napier nam de ontruiming van Syrië en het overvoeren der Egyptische troepen np engelsche schepen als eene inwilliging van den bassa opmaar dit zou het cenigc middel zijnom Ibrahim en de syrisch-egyptische armée van den ondergang te redden en dezelve met behulp der geallieerde mogendheden, behouden naar Egypte terug te brengen. Ieder ziet, maar alleen Napier zag het niet, dat daar door het egyptische vraagstuk eene geheel andere gedaante zou heb ben bekomendeels door het redden eencr armée van 20,000 man en eener overgroote hoeveelheid oorlogsbehoeften die Mehemed-Ali zeer te stade zou zijn gekomen alsmede door eene aanmerkelijke ver meerdering der middelen van tegenstandwaarover hij in Egypte nog kan beschikken deels ook door bet winnen van tijdhetwelk nieuwe kansengunstiger voor hem en voor Frankrijks inzigtenmogelijk gemaakt zou hebben. Want, zoo als thans de zaken staan, is de toestand van Egypte hopeloos. «Ongerekend het ophanden zijnde verlies der zoogenaamde Syrische armée, die eenen gelijktijdigen aanval van drie kanten te wachten heeft, - namelijk van Ze/;eria-bassawelke reeds op den grooten weg van Da mascus onophoudelijk voorwaarts rukt, van de onder Selim en Jochmus vereenigdc turksche krijgsmagt, en van beschir el Cassim, die ruim 10,000 bergbewoners onder zijne bevelen heeft, - hebben zich in de omstreken van Jeruzalem omslreeks 20,000 Syriërs vereenigddie van Slopford aanvoerders bekomenom door de woestijn naar Syrië op Cairo zelf aan te rukken. «Hier gelooft men dat Stopford de Syriërs in hunnen oorlog- zuchligen ijver niet zal ondersteunen. Had Napier zijn pligt ver vuld dan zou de onvoorwaardelijke onderwerping van Mehemed- Ali reeds geschied zijn, of zijn rijk zou geëindigd wezen. Het grooto oponthoudhetwelk door de jongste gebeurtenissen in Alexan drie veroorzaakt iskan in geen geval zonder wezenlijk verhinde rende gevolgen blijven. Napier zal welligtuit hoofde van zijne onbegrijpelijke ondoordachte handelwijze zijne tegenwoordige be trekking verliezen en alzoo de vereenigde eskaders van eenen mag- tigen arm beroofd worden die gewoon was door welberadendbeid en door niet te betwisten bekwaamheid overal de overwinning te verzekeren." GROOT-BRITTAN N IE N. LONDEN den 31 December. In Junij aanstaande zal erblijkens eene door II. M. reeds benoemde commissie bestaande uit de keeren T. ff. Lister E. Philips en T. Vardoneene nieuwe telling der bevolking van Groot-Brittannien plaats hebben. i. Te Dublin heeft op jl. vrijdag,. (Kersdag,) in een der Roomsch- itatholijke kapellen een vreesselijk óngoïuk plaats gehad". "Op dien dag werd eene vroeg-mis in eene kapel in Francisstreetgevierd Waarbij de toevloed der geloovigen zoo overgroot was dat men het er niet kon uithouden. Eensklaps breekt het getimmerte van eene der door de gemeente bezette galerij-banken. Daarbij kraken de plan ken en balken derwijze geweldig dat eenige vrouwen door haar ge schrei «het dak stort in!" algemeen verwarring en schrik ver spreiden. Nu wil een ieder ter deur uit vlugten en in één ommezien liggen honderden menschen over op boven en onder elkander tot eenen verwarden mengelklomp opgestapeld. Meer dan 100 personen zijn meer of minder zwaar, velen doodclijk gekwetst. Twee vrouwen ën een kind zijn allervreesselijkst gekneusd en verminkt uit den hoop gehaald. Van de overige gekwetsten zijn spoedig daarop vier overleden. De alhier uit Lissabon ontvangen berigten loopen tot den 23 December. Toen werden de maatregelen tot afwering van een ge- vrnosden inval der Spanjaarden nog ijverig voortgezet. Men vermoedde dat deze bijaldien de bestaande hoop op minnelijke schikkingdoor tusscbenkomst van Engeland mogt verijdeld worden hunnen aanval naar den kant van Braganzan doen en de provinciën Tralosmontes en Minho overmeesteren zouden om die in bezit te houden tot zoo lang aan de eischen van het spaausch regentschap voldaan zou wezen. De geestdrift om zich tegen de Spanjaarden te verzetten werd het moest bij de oude aanhangers der Miguelïtische partij opgemerkt, sommigen van wier hoofden met name de graven de Éarbacena Ponte en St. Laurenco den minister van oorlog verzocht hadden in dienst gesteld te worden. Naardien hij het leger groot gebrek aan paarden heersckte had de regering een kontrakt tot levering van 2000 stuks gesloten. Men berekende dal ingeval van nood eene magt van 11 oor logsvaartuigen binnen den tijd van li dagen in staat zou kunnen zijn zee te bouwen. Ofschoon zich daaronder slechts 1 linieschip en 2 fregatten bevinden zou deze vloot het echter nog ver van de spnansche winnen, welke, naar men te Lissabon zeidein alles uit 1 fregat en 1 gewapende stoomboot beslaat. F R A N K R IJ K. PARUS den 2 Januarij. Eergisteren namiddag heeft de koning door de leden zijner familie omringd de gelukwenschingen van den aartsbisschop en de overige geestelijkheid van Parijs ontvangen. Later is de staatsraad aan Z. M. voorgesteld en door den koning op de aanspraak van don grootzegelbewaarder den heer Martin du Nord het volgend antwoord gegeven «Gij hebt, op eene wijze die mij zeer getroffen heeftde Weldaden geschetstons in het ai'gelonpen jaar door de Voorzienigheid ge schonken. Wij hebben de wolken zien verdwijnen welke ongerust heid verwekt hadden. De bijstand, dien ik van de natie ondervonden hch heeft mij die groote taak ligter gemaakten het maakt mij ge lukkig te zien dat Frankrijk de weldaad van den vrede voortdurend genietnevens de voordeelen eener wetgeving die zijne rust en zijne vrijheden gelijktijdig waarborgt. «Ik stel de pogingen van den staatsraad, om mijne regering te doen beminnen, op prijs. Vergeten wijniet dat het ware middel, om dit wcnscholijk doet te bereiken, daarin gelegen is, dat al de staatsmag- len de kracht en den moed hebben om al hare pligten in al hunne uitgestrektheid te vervullen. Gij geeft daarvan het voorbeeld, en ik dank u daarvoor, »lk draag er roem op, het stoffelijk overschot van keizer Napoleon, aan Frankrijk te hebben kunnen hergeven. Gij weet hoezeer het mij ter harte gaat, alles te vereeren wat tot den roem van Frankrijk heeft hijgedragen en altijd te toonen dat niets daarvan mij vreemd is." Ook het korps diplomatiqeu is bij Z. M. ten gehoore toegelaten. Na zijne erkentenis te hebben betuigd wegens de bescherming welko Z. M. steeds ondervindt, heeft do oostenrijksche ambassadeur, dio het woord voerde verklaard zich gelukkig te achten te kunnen gelooven dat de wijsheid der kabinetten den staat van orde en vrede zal weten te handhaven en dat Europa alzoo den weg van vooruitgangdie hetzelve geopend is zal kunnen vervolgen. Do koning heeft onder anderen geantwoord: «dat men den prijs kent dien hij stelt op het behoud van de staatkundige rustwelke Europa geniet en op do handhaving van den algemeenen vrede dat dio vrede niet alleen in het belang van Frankrijk maar van al de staten wordt gevorderd en dat niets zijnen ijver om met al do verdere souYereinentot het bewaren van deze grooto weldaad mede te werkenzal doen verflaauwen." Aan de pairs heeft de koning zijne levendige hoop betuigd dat Frankrijk zonder zijne eer of waardigheid te zien verkorten, door het behoud van den vrede hot menschdom voor eene reeks van rampen zal kunnen behoeden die een algemeene oorlog gewisselijk zou hebben te weeg gebragt. Men verneemt, dat de maarschalk Valèc, in het opperbestuur van Afrika, door den generaal Bugeaud vervangen zal worden. Over Malta heeft men de tijding bekomen dat de turksche regering in den beginne zeer is ingenomen geweest met de overeen komst die door den kommandeur Napier met den onder-koning van

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1841 | | pagina 1