ZIERIKZEESCHE
Vrijdag
A.° 1840.
COÜBAIT.
den 27 November»
NIEUWSTIJDINGEN.
L®
v.
DUITSCHLAND.
FRANKFORTden 22 November. De op nieuw oorlogzuchtig lui
dende beriglen uit Parijs hebben hier over het algemeen weinig invloed.
Men vleit zich steeds, dat de vrede bewaard zal worden, en dat de
verdere onderhandelingen over de oostersche zaak tot eene gewenschte
beslechting van het bestaande geschil zullen leiden.
Intusschen worden de militaire toebereidselen in de meeste duitsche
statenvoornamelijk in Beijerenvoortgezet. Dezelve moeten echter
beschouwd worden als het natuurlijke en noodzakelijke gevolg van de
in Frankrijk zelf aangevangene en voorlgezette krijgstoerustingen.
Voor het overige heerscht thans onder de duitsche bevolking, be
paaldelijk ook onder de jonge lieden eene allezins oorlogzuchtige stem
ming tegen Frankrijk; en met grond kan beweerd worden, dat dit
rijk ook bij de liberale partijen in Duilschland zijnen invloed, ten min
ste voor het tegenwoordige, verloren heeft.
Te Glogauin Pruissen is een der kasernen van de artillerie
in den avond van den 11 dezer, met al wat zich daarin bevond,
eene prooi der vlammen geworden.
Uit Pavia wordt gemeld, dat de Pó enFicino, in de eerste da
gen dezer maand, door den aanhoudenden regen sterk gezwollen zijn,
waardoor in de voorsteden van Pavia en elders groote schade is aan-
gerigt.
Uit Weenen meldt men van den 15 dezer: De algemeene aan
dacht is hier gevestigd op een zeldzaamin geheimenis gehuld misdrijf,
een meisjesroof, die herhaalde malen des avonds in de voorsteden
plaats heeft, zonder dat men tot nog toe de daders, en het doel heeft
kunnen ontdekken. Volgens eene kennisgeving moeten 16 meisjes op
die wijze verdwenen zijn, zelfs zou dit getal onlangs nog vermeerderd
wezen. De policie wendt allen ijver aan, en versterkte patrouilles
doorkruisen des nachts de straten. Men zegt dat aan die ongeluk
kige slagtoffers de mond met een plakpleister wordt gestopt en zij in
wagens ontvoerd worden.
Men had te Weenen ook ongunstige berigten nopens de gezond
heid van den paus ontvangen. In regtstreeksche tijdingen uit Rome,
van den 9 dezer, wordt echter verzekerd, dat zijn toestand zich ver
beterd heeft, en dat hij reeds onderscheidene personen ontvangen heeft.
De Franlcforter Ober Postambts Zeitung melde onlangs het vol
gende: Te Moskau leeft tegenwoordig de weduwe van een koopman
in leder, die den ouderdom van honderd en zeven en vijftig jaren be
reikt heeft. Op den ouderdom van honderd en drie en twintig jaren
is zij voor de vijfde maal gehuwdzij beweert dien hoogen ouderdom
te danken te hebben aan hare geregelde levenswijs; zij is nog in het
bezit van alle bare verstandelijke vermogens, en hoopt, met Gods hulp,
haar twee honderdste jaar te bereiken. Hare zinspreuk isde natuur
is de beste leermeesteres. Zij had dan ook nooit een gevaarlijke ziekte
gehad.
GROOT-BRITTANNIEN.
LONDEN, den 22 November. H. M. de koningin is gisteren mid
dag ten 2 ure bevallen van eene prinses, en bevond zich welvarende.
Men merkt met genoegen, dat de hertog van Wellingtondie
omtrent drie maanden te Walmer, aan de zeekust, heeft doorgebragt
na zijne terugkomst in deze hoofdstad eene uitstekende gezondheid ge
niet en een heter uitzigt heeft dan sedert verscheiden jaren.
Bij besluiten van de admiraliteit zijn de gepensioneerden in Green-
wich-hospitaal en de overige gepensioneerdenniet in hetzelve wo
nende, tot de actieve dienst opgeroepen, in zoo verre zij daartoe nog
geschikt zijn. Onder de 17,000 buiten en de 2729 in Greenwich-
hospitaal verblijf houdende gepensioneerdenrekent men nog 2000
personen tot de actieve dienst in staat.
Aan de uitrusting der in dienst gestelde oorlogsvaartuigen wordt
steeds ijverig gearbeid en bij voortduring worden groote hoeveelhe
den kanonkogels en andere oorlogsbehoeften naar de Middellandsche-
Zee verzonden.
De stad Glasgow levert, niet minder dan Liverpool, een ver-
■wonderenswaardig voorbeeld op van den snellen bloei der britsche
handelsteden. In het jaar 1801 telde Glasgow 83,769 inwoners; bij
de jongste volkstelling bleek, dat de stad eene bevolking had van
271,656 inwoners.
De iersche stoompakket City of Bristol is 11. woensdag nacht,
lusschen Bristol en Waterford, totaal verongelukt, terwijl van zes en
dertig menschen, welke zich daarop bevonden, slechts één het leven
beeft behouden door zijne tegenwoordigheid van geest, om zich vast
te klemmen aan een varken, dat naar het strand zwom. Bijna twee
honderd van dezelfde dierenwelke een gedeelte der lading uitmaak
ten, zijn insgelijks verdronken.
FRANKR1J K.
PABUS, den 23 November. H. M. de koningin-moeder yan Spanje
is gisteren alhier aangekomen, en is door HH» MM. en de verdere
leden van het koninklijk gezin te Fontainebleau met de grootste on
derscheiding ontvangen.
In het antwoord des konings op het adres van antwoord op de
troonrede, in den avond van'den 19 den koning overgereikt, merkt
men de volgende zinsneden op:
Ik ben zeer getroffen over de gevoelenswelke gij mij zoo even
uitdrukten het is mij zeer aangenaam er een' waarborg in te vin
den van die volmaakte overeenstemming der staatsmagtenwelke alleen
het welzijn van den staat kan verzekeren. Ik hoop dat, door in deze
billijke en belangelooze staatkunde te volharden, welke Frankrijk tot
eer strekt, en waardoor de bezorgdheid binnen- en buitenslands
bedaard wordtwij de weldaden van den vrede zullen behouden en
die smartelijke noodzakelijkheid afwenden, voor welke, gij zegt het
met zoo veel grond, noch Frankrijk, noch ik, nimmer'zouden terug
deinzen wanneer de belangen van het vaderlandgt' deszetfs waardig-
beid ons daartoe den pligt oplegden."
Onder de redevoeringenhij de discussien over dit adres gehouden,
heeft die van den minister van buitenlandsche zaken den heer Gui-
zotvooral de aandacht tot zich getrokken. Hij zeide daarin hoofd
zakelijk dat de gevoelens van het tegenwoordig kabinet over de oos
tersche kwestie reeds in de troonrede zijn omschreven. Het ziet in
het traktaat van den 15 Julij noch eene politieke coalitie tegen Frank
rijk noch eene voorbereiding tot verdeeling van bet turksche rijk
maar alleen de tusschenkomst van vier mogendheden, op aanvraag van
den sultan, om diens betrekkingen tusschen hem en zijnen vassal, den
pacha van Egypte, te regelen.
Nogtans zouden de mogendheden door de omstandigheden er toe
gedreven kunnen worden om verder te gaan dan zij zelve hadden ge
meend. Van daar de noodzakelijkheid der wapeningen, door de fran-
sche regering verordend; wapeningen van voorzorg, bestemd om do
veiligheid van Frankrijk en de handhaving van zijnen rang te waar
borgen maar ook de eenige tot biertoe noodige wapeningen want
de regering hoopt dal de mogelijke gevaren zich niet zullen verwezen
lijken en dat de vrede eervol bewaard zal kunnen blijvendaaraan
gelooft, daartoe arbeidt zij.
Na een historisch overzigt der bekende onderhandelingen te hebben
gegeven toonde de heer Guizot het onredelijke aan van den ei.sch
om Frankrijk, nadat het reeds zooveel voor den egyptiscben pacha ge
daan had, om zijnentwille in een algemeener. oorlog te wikkelen, als
gold het de belangen van eigen provinciën ja het volksbestaan.
Daarop heeft hij het denkbeeld ontwikkelddat de vier mogendheden,
door het traktaat zonder Frankrijk te tcekenendat land niet hebben
beleedigd maar alleen strijdig met de vormen der beleefdheid gehan
deld door het niet vooraf te verwittigen dat zij tot die teekening
zouden overgaan. Hierover mag Frankrijk zich voorzeker beklagen,
maar mag het, de minister durfde het gerust aan diegenen vragen
welke het gevoeligst voor de nationale eer zijn, eene reden tot oor
logsverklaring heeten?
Eindelijk heeft de minister de dwaling wederlegddat Frankrijk
gedurende de tien laafste jarenzonder invloed in Europa gebleven
was, en heeft dien invloed, inzonderheid op de zaken vart Spanje,
Zwitserland en Relgie, aangetoond.
Het onderscheid der politiek van het afgetreden en tegenwoordig
kabinet is, blijkens de redenering van den minister Giiizothierjri
gelegen dat de heer Thiers eene valsche stelling innam door zich
binnenslands als een kampvechter voor den oorlog voor te doen
middelerwijl hij buitenslands voor het behoud van den vfede werkte;
terwijl de nieuwe ministers slechts éénc politiek willen volgen, die van
den vrede namelijk, zoo lang die vrede met de eer en waardigheid des
lands bestaanbaar zal zijn.
Men leest in den Moniteur Parisieh
«Wij meenen te kunnen verzekeren, dat de regering eene nieuwe
nota van lord Pa/merston heeft ontvangen welke bevredigender is
dan die, welke de dagteekening van den 2 November draagt. Indien
wij wel onderrigt zijn zon het engelsch ministerie er do verzekering
in' gevendat Grool-Brittannien steeds geneigd is, om zijne pogingen
met die van Frankrijk te verecnigenten einde van den' sultan de
intrekking le erlangen van het tegen Mehcmcd-AH genomen bestuit
van afzetting. Er is reden te gelooven, dat dé tijdingen, welke on
verwijld uit het Oosten verwacht worden, van groot belang zullen
wezen.
Sommige onzer oppositiebladen' willen het echter doen voorkomen,
als of de nota, waarvan het half officiële blad spreekt, en waarvan
reeds voor eenige dagen is gewag gemaaktgeenszins zoo vredelievend
is. Integendeel 'zeggen opgenoemde bladen, dat die tweede nota in
nog veel scherpere bewoordingen vervat is dan de eerste.
Dezer dagen zijn de noodige aanbestedingen gedaan voor de af
zonderlijke forlén van CharentonNoisy en Rosnizoo van aarden
als metsel-werken.
De wetten ter tegemoetkoming dér slagtoffers van de overstroo-
mingen in hel zuiden en ter herstelling der gemeenschap, zijn door
de pairs eenstemmig aangenomen.
Gisteren namiddag heeft een zeer zware storm over deze hoofd
stad gewoed. De regen viel met stroomen nederen allerwege vlo
gen stukken van daken en vensters. De Seine is ook zeer gerezen.
Van de zuidelijke departementen heeft men mede wederom treurigo
berigten ontvangen. Uit Lyon Nimes enz. is door den telegraaf be-
rigtdat de Rhone en Saéne op nieuw aanmerkelijk gewassen zijn.
Onderscheidene straten waren overstroomden op vele plaatsen was
de gemeenschap afgesneden.
Uit Zwitserland ontvangt men insgelijks zeer treurige berigten no
pens in verschillende gedeelten plaats gehad hebbende overstroomingen.
Hier en daar hadden dezelve ontzaggelijke schade aangerigt. Op ééne
plaats, te Cormagem, moeten daarbij niet minder dan 190 menschel»
zijn omgekomen.
Men meldt uit Beyruthden 28 October, dat de admiraal Stop
ford met twee schepennamelijk een fregat en eene stoombootal-