ZIERIKZEESCHE COURANT, W.° 85. A.» 1840. den 23 October. BESTUREN EN ABMÏNISTRATIEN. NIEUWSTIJDINGEN, (",'ïx-p/ Vrijdag <tü* NATIONALE MILITIE, jBEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS del Stad ZIE EI KZ E E, Provincie Zeeland, brengen door deze ter kennis van de daarbij be langhebbenden dat de gewone drie-maandelijksche Inspectie over de verlofgangers- deï> Nationale''Militie zal plaats hebben op Woensdag den 28 de ser maand, des voormiddags 10 ure, voorliet Raadhuis dezer Stad waarvan echter zijn uitgezonderd de manschappen welke van geene kieedihgstukken en wapenen zijn voorzien deze behoeven zoo lang zij in die positie blijven verkéeren niet op de Inspectie te verschijnen. Zwrikzce, den 19 October 1840. Burgemeester eri Wethouders voornoemd NELEMANS, WethouderL. P., Ter ordonnantie van Dezclven, De Stads Secretaris W. J. P. KR OEF. INSPECTIE 01' DE VLOEDPLANKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE. Gezien art. 40 van bet Reglement van Póliciê, in Verband tot de art. 8 en 9 van dat op de Vloêdplanken voor deze Stad. Hebben goedgevonden te bepalen Dat op Ding'sdag den 27 dezer maand eene algomeene Inspectie zal ge schieden op de Vloedplanken, zoo van de'Stad als der Ingezetenen. Wordende een ieder bij deze aan zijne verpligtïng herinnerd, om de Vloedplanken alsdan gereed en in orde gesteld te houden, op straf van de bepaalde bdete door de balatlgén te verbeuren. En opdat niemand hiervan onwetend zij, zal deze in de Stads-Courant worden geplaatst en omgeroepen'terwijl zulks aan den Beer Commissa ris van Policie, tot handhaving zal worden medegedeeld. Gedhan ten Raadliüizö dér'Stad Zienkzèe, den 22 October 1840. Burgemeester en Wethouders voornoemd N E L E M AKS, "Wethouder, L. P. Ter ordonnantie van Dezelven J De Stads Secretaris W. J. P. KR OEF. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE Blaken bekend Dat de kohieren voor de belasting op liet. Perlötiééilitt. A> n.° én 1, van deze Stad over het loopende dienstjaar, op den IC dezer maand floor Zijne Exc. den Heere Staatsraad Gouvefneur dezer Provincie zijn executoir verklaard eri op heden gesteld worden in banden van dëli heer Ontvanger der Difectc Belastingen alhier, ten fine van invordering, wor dende tie belastingschuldigen aangezocht om hunne aanslagen, ingevolge de Wet, te voldoen. Zierikz'eêdén 22 October 1840. Burgemeester ën Wethouders voornoemd NEL.EMANS, Wethouder L. P., Ter ordonnantie van Dezelven, De Stads Secretaris W. J. 1'. KR OEF. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE. Gezien het besluit van Zijne Excellentie den Heer Staatsraad Gouver neur dezer Provincie, Van don 1 dezer maand, Prov.-blad no. 100.) houdende aanschrijving tot openbare afkondiging der bepalingen van dé artikelen 27 eri 42 der wet op de personele belasting van den 29 Maart 1833, (Staatsblad no. 4,) betrekkelijk de belasting naar tijdsgelang en de suppletoire aangifte. Hebben goedgevonden: De ln- en Opgezetenën te herinneren aan de bedoelde wetsbepalingen, luidende als volgt: Artikel 27. 1. Zoo wanneer eeti perceel, hetwelk óp dëh 15 Mei niet in ge bruik was, of ook een woonhuis, op hetzelfde tijdstip enkel en op den voet bij de laatste zinsnede van aft. 26 2 bepaald dóoreenen huisbewaarder bewoond zijnde, gedurende den loop des dienstjaars betrokken, in gebruik genomen of van mobilair voorzien wordt; zal de belasting, volgens de vier eerste grondslagen, naar de hier boven bepaalde regtendeswege moeten worden voldadiidoch slechls naar gelang van dat gedeelte des dienstjaars, hetwelk op het tijdstip der in gebruiknemingbetr'ekkihg óf meubelering overig blijft. 2. Ingeval de belastingschuldige welke zoodanig .-perceel als bij 1 bedoeld, aanvaardt, inliet dienstjaar bereids wegens een ander perceel was aangeslagen en hij dit tot dien tijd toe door hem ge bruikte perceel verlaat, met wegvoering van alle roerende goederen, boe ook geliaamd en zonder achterlating Van huisbewaarder of van andere personen in zijne dienstzal het bedrag van dente zijnen name op bet kohier gebraglen aanslagvoor al de vier bedoelde grondslagen gezamenlijken in evenredigheid van liet nog te ver- loopen tijdvak, worden afgetrokken van dat des, op den voet als boven te doerien aanslagszonder dat, indien deze aanslag minder bedraagt dan de vroegerebr eenige ontheffing zal kunnen worden gevorderd. 3; De uitbreiding, vermeerdering, verwisselingen of aanschaffing van belastings-voorwerpeh der vier eerste grondslagen na 15 Mei, zal behalve in de gevallenbij 1 en 2 hierboven vermeld geen grond geven lot oenen nieuwen of verhoogden aanslag in den loop des dienstjaars. 4. Ter zake van zoodanige voorwerpen der vijfde en zesde grondsla gen als na 15 Mei in dienst of gebruik genomen of aangeschaft worden zal de belastingnaar gelang van den nog overigen tijd des dienstjaars, zijn verschuldigd, met dien verstande dat gecne verwis seling van dienstboden óf paarden met anderewaarvoor geene hoogere regt'en verschuldigd zijnop zich zelve tot het nogmaals aanslaan van denzelfden belastingschuldige zal kunnen aanleiding geven. 5. Hel aanwenden tot belastbaar gebruik van zoodanige voorwerpen van de vijfde en zesde grondslagenals aanvankelijk tot onbelastbare einden aangelegd of gebezigd warenzal met aanschaffing worden gelijk gesteld zoo mede wat aangaat de paarden derzelver geheel verlies van het tweede viertal hunner melktanden in den loop des jaars. 6. Naargelang der omstandigheden eens belastingschuldigein den loop des dienstjaars', met betrekking tot deszelfs voorwerpen van de vijfde en zesde grondslagen veranderen zulks dat volgens de tarieven van art. 17 en 21 de opklimming der belasting ten zijnen aanzien toepasselijk zouden worden zalvan wegens de dienstboden en paarden, aanvankelijk gehouden, dié verbooging voor den nog overigen tijd des dienstjaars zijn verschuldigd. Deze bepaling is mede van toepassing in betrekking tot de paarden, bij hét opkomen van de omstandigheden j aan het einde van §7 van aft. 20 vermeld. TL Paarden bij verschillende personen of gezinnen in gebruik, zul len ingeval die gelijktijdig voor een en 't zelfde rijtuig worden ge spannen hem, die zulks doet, of wel den eigenaar of gebruiker des rijluigs ter zake van bet grooter aantal paarden hetwelk door hem alzoo mogt zijn gebezigddan waren aangegevenméde aan de- opklimming der belasting naaf 6 doen onderwerpen. 8.' ïlbóger "belastbaar gebruik ran diensi-'en werkboden of paarden, aanvankelijk rriindëf belastbaar, zal de verpligtïng tot eene evenredige verhooging der belasting voor deii nog overigen lijd des dienstjaars ten gevolge hebben: 9. De tijd waarovéf de belasting loopt zal in betrekking tot al de grondslagenworden berekend bij viérendeelen jaars op het dienst jaar overschietendezonder dat een vierendeel jaars zal kunnen Worden gesplitsten zullen als vierendeelen jaars worden beschouwd de tijdvakken aanvangende met primo Mei; primo Augustus, primo November en primo Februarij. Art. 42. De zoodanigen Welke door eénige der omstandigheden voorzien bij art. 27, in den loop des jaars, komen te vallen onder de toe passing van het aldaar bepaalde zullen alvorens en naar gelang van bilt ontstaan dier omstandigheden, en op de boete, bij art. 35 en 39 vastgesteld, verpligt zijn tot het indienen vaii behoorlijke aangiften deswege, in voege als bij art. 30 voorgeschreven, zullende zij daarvoor een biljet ter invulling bij den ontvanger kunnen bekomen. En zullen de vorenstaande wetsbepalingen door openbare afkondiging en bekendmaking in de Stads-Courarit wórden gebragt ter kennis van het publiek ten einde een ieder zich dien overeenkomstig gedrage, Zierikzceden 22 October 1840. Burgemeester en Wethouders Voornoemd N E L EMANS, Wethouder L. P. Ter ordonnantie van Dezelven, De Stads Secretaris W. J. P. KROE F. FRANKRIJK: PARIJS dén 17 October. De kamer der pairs heèft 'zich heden verecnigd en zich ingevolge koninklijk besluitweder tot geregtshof geconstitueerd om in de zaak van den aanslag op het leven des konings vonnis te spreken. De zitting is tot maandag geadjourneerd, naardien geen voldoend getal lederi tot Voortzetting der werkzaamheden tegenwoordig was. l)e tijding nopens do komst van de spaansche koninginnen op ons grondgebied bevestigd zich nog niet, maar vindt evénwel steeds geloof, daar men aan het paleis Elysée-Bourbon groote toebereidselen maakt, zoo men zegt, tot aanstaande woning der koningin-regentes. Den 18. Het onderzoek nopens den moordaanslag tegen den koning wordt ijverig voortgezet. Het is noodzakelijk geweest, Darmes deSzelfs wijsvinger en twee leden van den ringvinger af te zetten; Hij bekent steeds zijne mis daad, met leedgevoel dat hij gemist heeft. Hij heeft aan de wacht, onder anderen, gezegd: Hóe ongelukkig I ilc ben anders zoo zeker van mijn mik, ik heb nóóit een haas op vijftig passen gemist!"

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1840 | | pagina 1