SI," SI* BUITENGEWONE A." 1840. ZIERIKZEESCHE Zaturdag COURANT. den 10 October. Z1EK1KZEE den 10 October. De plegtigè afstand der regering van Z. Mr koning WILLEM I aan Z. M koning WILLEM II. heeft den 7 dezer op het Loo plaats gehad, en zijn daarbij uitgevaardigd: 1.° Eene proclamatie van Z. M. kóning WILLEM I, luidende aldus: «Wij WILLEM enz. «Doordrongen van eerbiedige dankbaarheid voorde hulp, bemoedi ging en bijstandwaaraan de Almagtige Opperbestuurder der Volken het ons, in de hooge betrekkingen waartoe hij ons geroepen heeft, nim mer heeft laten ontbrekenmogen wij met genoegen terugzien op den tijdkring van bijna zeven-en-twintig jaren, gedurende welken wij het hoogst gezag in ons vaderland en ons groot-hertogdom Luxemburg ge voerd en naar ons vermogen getracht hebben het geluk en welzijn van onze beminde onderdanen en het heil van het landwaaraan onze vade ren door zoo naauwe banden verbonden zijn geweest, en ook wij zoo in nig verknocht zijn, overeenkomstig de regelen en voorschriften der grond wet te bevorderen. «Menigvuldige zegeningen van den Allerhoogste hebben onze regering gekenmerktzelfs onder den druk van de staatkundige gebeurtenissen der laatste jaren, waarin wij den nadeeligen invloed welken groote en on ophoudelijke zorgen en verdriet op ons hebben uitgeoefendin al zijne uitgestrektheid hebben ondervonden. «Die zorgen en rnoeijelijkheden van hel hoog bestuur blijven zwaar op ons wegen. Wij gevoelen ze dagelijks meer en meer bij het klimmen on zer jaren en bij het besef der op ons liggende verpligting, om voortaan in de behandeling der zaken van het koningrijk, eenige andere regelen te volgen dan die, welke vóór de veranderingen en bijvoegingen, onder- daags in de grondwet gobragt, door haar Waren vastgesteld en voorge schreven. «Door onze publicatie van den 4 September II.hebben wij aan die veranderingen en bijvoegingen volle beslag gegeven, en alzoo is het begin harer werking op handen. Dat tijdstip hebben wij na ernstige overdenking, het geschiktste ge acht om gevolg te geven aan het sedert lange bij ons bestaan hebbende voornemen om de overige levensdagen welke God ons gunnen zal in rnst en bevrijd van de zorgen der regering door te brengen onder dank bare herinnering aan al het goededat zijne liefde en wijsheid ons heb ben geschonken. «Eene vaste, krachtige, mannelijke band, jeugdiger leeftijd, be vrijd van den druk van geklommen jaren en niet weifelende door vroe gere berinneringen worden voorlaan tot bet bestuur van het koningrijk en tot bevordering van deszelfs geluk en welzijn vereisebt, en, bij ons volle gevoel en overtuiging dat de last der regering ons voortaan ge heel zoude ter nederdrukkenen ons buiten staat stellen om den nog overigen tijd van ons leven aan de goede en wakkere behartiging der be langen van onze beminde onderdanen toe te wijden, hebben wij, na rijp beraad uit eigene geheel vrije wille, besloten, onze lange regering op den dag van heden onherroepelijk te eindigen en ons koninklijk groot- hertoglijk en hertoglijk gezag over te dragen op onzen beminden zoon den prins van Oranjedie de wettige opvolger is onzer koninklijke groot- hertoglijke en hertoglijke kroonen. «Wij danken onze beminde onderdanen voor de menigvuldige blijken van vertrouwen en verknochtheid, welke wij, gedurende onze regering, van hen in de ruimste mate hebben mogen ondervinden en overtuigen ons, dat zij met liefde eti eerbied hunnen nieuwen koning zuilen ont vangen, aan wicn het vaderland reeds zoo veel verpligl is, en die, met een diep bewogen hartdoch met manneiijken moedonder het nederig opzien tot de hulp en bijstand van God Almagtigde nederlandsebe luxemburgsche en limfaurgsche kroonenop den dag van heden uit onze handen heeft aanvaardom door hem en zijne wettige opvolgers bezeten te worden ten gevolge der plegtige acte van onzen vrijwilligen afstand en overdragt, welke in de archieven van het koningrijk en van het groot hertogdom door onze zorg wordt overgebragt, om aldaar te worden weg gelegd en bewaard. «Ten slotte lasten en bevelen wij. dat onze tegenwoordige procla matie met welke wij onze regering eindigen zal worden afgekondigd in eene plegtige openbare teregtzitting van den hoogen raad der Nederlanden, van de provinciale geregtshoven van de criminele regtbank te Amsterdam en van de arrondissements-regthanken mitsgaders van de puije der raad huizen van de hoofdplaatsen der provinciën en der arrondissementen alwaar zij bovendien zal worden aangeplakt ter plaatse, alwaar zulks aldaar gebruikelijk is, en eindelijk, dat zij in het Staatsblad zal worden geplaatst." 2.° Eene proclamatie van Z. M. koning WILLEM II, aldus luidende «Wij WILLEM IIbij de gratie Godskoning der Nederlandenprins van Oranje-Nassaugroothertog van Luxemburgens. ens. ens. «Geliefde landgenooten en onderdanen van alle rangen en standen! «Door de koninklijke proclamatie van mijnen hoogstgeëerbiedigden en hartelijk geliefden vader, is u de gewigtige en treffende gebeurtenis he kend geworden, dat onzer aller vader en koning, gedrukt door de zorgen van eene zeven-en-twintigjarige regering, bestendig toegewijd aan het welzijn van het getrouwe nederlandsche volk en door veel zegen maar ook door veel verdriet voor het hoofd van den staat gekenmerktzich, bij het klimmen zijner jaren bewogen heeft gevonden die zware taak op he den aan mij over te dragen. «Diep gevoelt gij allen met mij het groot verlies, dat het vaderland door dezen afstand lijdt, en hoe moeijelijk het voor mij zijnen opvolger, we zen zal, in de plaats te treden van eenen koning, die met zoo veel wijs heid gedurende lange jaren, voor het geluk en welzijn van Nederland heeft gezorgd. «Doordrongen van het gewigt der pligten thans op mij rustende aan vaarde ik de regering met het vaste voornemen, om, onder den Goddelij- ken zegen niets onbeproefd te laten dat strekken moet tot het geluk van het nederlandsche volk en den luister van het koningrijk, en zal de grond wet, dat plegtanker van Neêrlands vrijheid en volksgeluk, op de nieuwe haan welke ik intrede, steeds mijne gids en geleidster zijn, gelijk ik dit met pksgtigen cede staven zalbij mijne grondwettige hu'diging in de hoofdstad. «Tot bereiking echter van het groote doel, waarnaar ik streef; lot bevordering van hei! en voorspoed voor land en volkbehoef ik het ver trouwen de liefde en de trouw mijner onderdanen. Mogen zij mij die gevoelens in dezelfde mate toedragen, als aan mijnen hoogst geëerbiedig- den en hartelijk geliefden vader van her, is te beurt gevallen zoo zullen wij koning en volk, sterk door eendragt, en steunende op den hijstand van den Allerhoogstende toekomst rustig ingaan! «Deze zijn, geliefde landgenooten en onderdanen, mijne wenschen vpornefhens en verwachtingen in dit voor ons allen zoo plegtigengewigtig oogenblik. Mijne daden zullen met de hulp van God, mijne woorden bevestigenen gelijk het mij heeft mogen gebeuren voor de onafhanke lijkheid van Nederland met het zwaard te strijden zoo zal ik ook nu aan. hetzelve geheel mijn leven en alle mijne krachten toewijden. «Lasten en bevelen dat de tegenwoordige proclamatie zal worden af gekondigd in eene plegtige openbare teregtzitting van den hoogen raad der Nederlanden van de provinciale geregtshoven van de criminele regt bank te Amsterdam, en van de arrondissements-regthanken, mitsgaders van de puije der raadhuizen van de hoofdplaatsen der provinciën en der arrondissementen, alwaar zij bovendien zal worden aangeplakt, ter plaat sen waar zulks aldaar gebruikelijk is, en eindelijk dat zij in het Staats blad zal worden geplaatst." 3.° Eene publicatie van Z. M. koning WILLEM IIvan den navol genden inhoud Wij WILLEM II enz. «Aan allen die deze zullen zien of hooren lezen salut! «Alle openbare burgerlijke boogere en lagere ambtenaren gelijk medo alle officieren van het leger, van de vloot en van de schutterij van wel ken rang zij ook mogen zijn, worden bij deze in hunne tegenwoordige be trekkingen bevestigd. «En zal deze worden afgekondigd in eene plegtige openbare teregtzit- ting van den hoogen raad der Nederlanden, van de provinciale geregts hoven van de criminele regtbank te Amsterdamen van de arrondisse ments-regthanken mitsgaders yan de puije der raadhuizen van de hoofd plaatsen der provinciën, en der arrondissementen, alwaar zij bovendien zal worden aangeplakt, ter plaatse waar zulks aldaar gebruikelijk is, en eindelijk zal deze in bet Staatsblad worden geplaatst." De laatste proclamatie en publicatie zijn even als de eerste procla matie door den heer ran Doorn mede onderteekend. 's GBAVENHAGEden 8 October. Heden nacht ten een ure is Z. M. koning WILLEM 11 in deze residentie aangekomen. Ton 6 ure dezen morgen legde de divisie-generaalsde provinciale kom- inandant, ook fungerende als gouverneur der residentie, en verdere hoofdofficieren den eed van trouw op het paleis in handen van Z. M. af. Tegen dien tijd verzamelden zich de twee bataillons schutterij, de af- deeling grenadiers, het l'le hataillon jagers, eenige artillerie te voet, en de gisteren alhier met den staf binnengerukte twee escadrons lansiers, jn de Maliebaan, alwaar op denzelfden tijd uit Leiden aankwamen het aldaar garnizoen houdende bataillon der IE0 afd. infanterie en het rege- ment curassiers n.° 3. Aan deze verzamelde troepen, aan wier hoofd Z. K. II. de erfprinsnu prins van Oranje, en Z. K. II. prins Alexander zich bevonden en waarhij zich een groot aantal in deze residentie zijnde officieren had gevoegd werd nadat dezelve zich in quarró geformeerd hadden, ten overstaan van den provincialen kommandant cn l'ungercnden gouverneur der residentie, baron Snouckaert van Schauburgdoor den luitenant-generaal Schuurman, directeur-generaal van oorlog, met hel dere slem, de bovengenoemde proclamatiën voorgelezen. Terstond hierna werd de eed van de schutterij en de troepen afgenomen, welke, onder het slaan der trommen en het aanheffen der muzijk, een luid gejuich aanhieven. Ten 7 ure verscheen Z. M. koning WILLEM IIgevolgd door zijne adjudanten en begeleid door de aanwezige generaals en verdere hoofd officierente paard in de Maliebaan, en reed langs degelederen der schut terij en der troepen door welke, gelijk ook door de ontelbare menigte, hoogstdezelve met gejuich en het geroep van: Leve de Koning! Hoesee'. herhaalde malen begroet werd. Vervolgens defileerden de schutterij eu de troepeneerst in gewonedaarna in versnelde pas (de kavalerie in ge- strekten draf), voorbij Z. M., die door ieder korps, dat voorbij boogst- denzelvcu trok, op nieuw met levendige geestdrift begroet werd. Tegen 9 ure verliet Z. M.onder het gejuich der menigte de Maliebaanen in den loop van den morgen keerden de afdeeling infanterie en het regement curassiers naar Leiden terug. Ten 10 ure werd op het ministerie van oorlog de eed afgenomen van de officieren, die hij dat departement ambten bekleedenen ook van al de hier met verlof of om andere redenen zich tijdelijk in deze residentie bevindende officieren. Te gelijker tijd werd door het gebulder van het geschut den volke de troonsbeklimming des konings aangekondigd. te zierikzee bij »r wed. a. de vos en zoon stadsduwkers,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1840 | | pagina 1