S.O 70. ZIERIKZEESCHR c Dingsdag A.° 1840« COURANT. den 1 September BESTUREN EN ADMINISTRATIEN, w. j. p. eroef. aankondiging. NIEUWSTIJDINGEN. duitschlanb. groöt-brlftannlen. f r a n k r ij k. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER én WETHOUDERS der Stad ZLERLKZÈE brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden dat het kohier voor de belasting op het Personeel lilt. A, n.' 5, dienstjaar l84%i Van deze Stad np den 21 dezer maand door Zijne Excell. den Heer Staatsraad Gouverneur dezer Provincie is executoir Verklaard en op heden gestéld wordt in handen van den Heer Ontvahger der Directe Belastingen alhierteh fine van invordering wordende alle daarop Voorkomende belastingschuldigen mitsdien aangezocht orh hunne aan slagen ingevolge de Wetgetrouwelijk te voldoen. Zierikzee den 28 Augustus 1840. Burgemeester en Wethouders Voorn.d, DE CRANE, vt. Ter ordonnantie van Dezelven De Stads Secretaris GEDEPUTEERDE STATEN van ZEELAND. Brengen door' déze ter kennis van de belanghebbendendat Zijné Majesteit bij besluit van den 6 dezer maandn.° 78Öene ampliatie heeft vastgesteld op het bestaande Reglement voor de Provinciale School tot aankweeking van Heelmeesters en Vroedvrouwen in dit Gewest ten gevolge van Welke Voortaan niemand als Leerling voor de Heel-, Verlos-of Artsenijmengkunde bij die School zal Worden in geschreven., dan de zoodanigen die, bij een daartoe af te leggen examen-, Voldoende blijken zullen hebben gegeven a. Van bekwaamheid in het lezen en schrijveneii voor zooveel de Leerlingen in de Heelkunde betreft, van geschikthéid om hunne gedachten in schrift geregeld te kunnen uitdrukken; en b. Van ervarenheid in de 'eerste gronden der Latijnsche taalWaar door verstaan Wordt, de kennis der onderscheidene tdaldeeleh, dé Vorming der verbuigingen en vervoegingende frappen van vergelij king en dé onderscheiding der naamwoorden en geslachtenen zulks Onverminderd de óverige vereisöhteü vvelke bij art. 12 Vart hét Re glement van den 6 Januarij 1828, n.s 176, zijn omschreVert, té Weten: den Vollen ouderdom van zestien jarêtteen gezond en voof de uitoefening van het beroep geschikt ligcbaamsgesteï, en eBn on besproken gedrag-, zijnde bij dé gemelde ampliatie wijders bepaald, dat aan de jongeliedenwelke zich aan de genoemde Sc-boól op dé Heel-, Verios- en Artsenijmengkunde willen toeleggen, ten langsten gedurende twee jarenen tegen betaling van f 20 voor ieder half jaar, geschikte gelegenheid zal worden gegeven om zich in de Latijn sche taal te oefenen, zonder daartoë vöoraf eerie der Latijnsche scho len In de Rrovincie te moetën bezoeken; dat de zoodanigen die zulks Verlangen, mits de overige veréischten bezittende, aan de Geneeskun dige Schóól Vó'orloopig zullen worden toegelatenzoodra zij den ouder dom van vijftien jafeh Zullen hebben bereikt, om vervolgens als Leér- lingén dér School tê Worden ingeschreven, en aan het Heel-, Verlos- en Artsenijmengkundig onderwijs deel te némenwanneer zij den ouderdom van zestien jaren Vervuld hebben, en het veteischle examërt in de Latijnsche taal zullen hebben afgelegd. Terwijl de zoodanigen, dié bereids als Leerlingen voor de Heel-en Verloskunde bij dë Geneeskun dige Schooi zijn ingeschreven, alvorens van hunne ervarenheid in de Eerste gronden der Latijnsche taal te hebben doen blijkenverpligt zullen zijn aart het Verder onderwijs in die taal bij voortduring deel te nemen, zöo lang zij niet tot dë praëtische léssen in de Heel- ert Verloskurtde zijn toegelatenZoo als eene gelijke verpligting op de Leerlingen in de Artsenijmengkunde rust, zdö latig zij de lessen, daar toe betrekkelijk, hiet gedurende twéé volle jaten hebben bijgewoond; dat nogtans de Leerlingen, welke tot de practische lessen in de Heel- én Verloskunde toegelaten zijnöf gedurende de tirée. volle jarert als Leerlingen in de Artsenijmengkunde de lesSett hebben bijgewoond Welke tot de bijwoning van het onderwijs in dé Latijnsche taal zullen Wordert toegelatenmaar zich des verkiezende daarVan zuilen kunnen Verschoonen; welke Verschooning door alle Leerlingen Van de Genees kundige School bij de Commissie van Besluiir over dezelve zal kun nen Worden verkregen door hét afleggen van een examen, ten blijke dat zij zoodanige ervarenheid irt de Latijnsche taal bezittenals voor de Heel- en Artsenijmengkundigen ingevolge art. lS van het Reglement van den 16 Januarij 1823, n.° 176, wordt gevorderd: Middelburg, den 21 Augustus 1840. Gedeputeerde Staten voorn.d, VAN VREDENBURCH, Ter ordonnantie van Dezelve, VAN VISVLIET, L. G. FRANKFORT, den 25 Augustus. Een geacht duitsch deelt den inhoud mede van een memorandum, hetwelk, bij het "slui ten van het traktaat Van den 15 Julij, omtrent de ooslerscbe zaak, van wege het britsche ministerie van buitenlandsche zaken aan den franschen gezant te Londen is toegezonden. In dit belangrijke staats stuk, hetwelk eenig licht verspreidt over de groote staatkundige vraag van den dag, Wordt in de eerste plaats aangemerkt, dat de fransche regering gedurende den géheelen loop Van de onderhandelingen, welke in den herfst van het Verledenè jaar begonnen zijn, bij herhaling de duidelijkste bewijzen heeft ontvangen van het groote geWigt, hetwelk d;e vier mogendheden er aan hechtenOrti 'met de fransche regering tot e,en gemeenschappelijk besluit te ko'm'ert omtrent de tot bevrediging Van de Levant noodige maatregelen; dat dè vier mogendheden met het diepste leedwezen gezien hebben dat hare pogingen daartoe vruch teloos bleven; ën dat Frankrijk gemeend heeft geen deel te moetett nemen aan èen ontworpen vergelijk tusschen den sültan én Mehemed- Ali, ofschooh hetzelve berustte op grondslagen, die de - fransche gezant zelf, in bet laatst des vorigen jaars te Londén Voorgesteld had; dat, terWijl Frankrijk zijde medewerking afhankelijk maakté van voorwaarden,, welke, de vier mogendheden onbestaanbaar aChtteden met het behoud der onafhankelijkheid ert integriteit van het Ottömanischa rijk, en ook met de rust van Europa in het Vèrvolg, de vier mo gendheden, in dezen stand van zaken, slechts dé keus hadden, oirt of af te zien van de beslechting waartoé zij zich verbonden hadden en, bare o'nmagt openbarendeden éuropéschen vrede aan steeds toene mende gevaren bloot te stéllenof omzonder Frankrijks mede werking Voort te gaandat zij Overtuigd van de dringende nood zakelijkheid eener spoedige beslissing, zich verpligt hebben gerekend, om dit laatste te Verkiezen, en daarom met den sultan eené over eenkomst hebben gesloten welke teh doei heeftom de in de Levant bestaande verwikkelingen op eene bevredigende wijze te beslechten. Daarna leest mén in het bedoelde staatsstuk het volgende: «Ter- Wijl de Vier hoven deze overeenkomst onderteekendenkonden zij niet anders dan de levendigste smart gevoelen, dat Zij zich in éëne wezen lijk europesche zaak tijdelijk van Frankrijk afgescheiden bevonden. Maar dit leedwezen wordt Verminderd door dé herhaalde verklaringen, welkè de fransche regering haar gedaan heeftdat zij tegen de 'schikkin gen, welke de vier mogéndheden Mehemed-Ali wenschen te doen aanne men, niets in te brengen heeft, indien Mehemed-Ali daarin bewilligt dat, in geen geval, Frankrijk zich zal verzetten tegen de maatregelen Welke de bier hoven in overeenstemming met den sultan noodig mogten achten, om de bewilliging van den bassa van Egypte te verwerven, én dat de eenigè beWeégredenwelké Frankrijk weerhoudt van zich bij deze gslegértheid aaii de overige mogendheden aan te sluiten be staat in omstandigheden van Verscheiden aard, welke het de fransche regering onmogelijk makendeel te nemen aan dwang-rnaatregelen tegen Mehemed-Ali." Ten slotte Wordt verklaarddat de vier mogendheden derhalve dè gegronde hoop koesteren dat hare voor dit geval plaats hebbende af scheiding van Frankrijk slechts van korten duur zal wezen, en de op legt vriendschappelijke betrekkingen, welke zij zoo levendig wenschen met Frankrijk te onderhouden; op geene wijze zal verstoren; dat Zij voorts dringend zich tot dè fransche regering wendenom tët» minste derzelver zedelijke ondersteuning té erlangenindien zij dan al niet op materiële medewerking mogen hopen en dat de fransche regering, indien zij, door horen magtigen invloed te AleXandrie Mehemed-Ali mogt kurtnëh héwegCnom de voorwaarden die den- zelven döor de porte voorgeslagen zullert worden, aan te riemen eene nieuwe aanspraak op de dankbaarheid en de achting van alle vrien- deh deS vredes zou jiekomen. Uit AlexShdrie heeft men tijdingeh tot dén 6 dezer. Men wachtte et dagelijks eene blokkade van de zijde der Engeischen. De pacha ging vöort met de kusten te lateii versterken. De fransche consul bad zijne landslieden hijeen geroepen en hiin dë meest mogelijke voor- zigtighéid In handelszaken aangeradendaar waarschijnlijk Spoedig beslissende stappen tot besléchtihg van het oostersche vraagstuk zouden Worden gddaart. LÖNDÈN den 25 Augustus. Volgens de dagbladenzouden dè ratificalien va.ii hét jongste traktaat der mogendheden door de keizers van Oostenrijk en Rusland en den koning van Pruissert alhier ont vangen zijn en wachtte de uitwisseling alléeh op de ratificatie Yah den Sultan Welke binnen tien dagen té gemoet Werd gezien. Tëvëns Wil men bbrigt hébben dat graaf Orlojf, dé onderhandelaar wegéns het traktaat van Unkiar-Skelessitot opperbevelhebber dér legèrmagt bénoémd waswelke tharis ih het zuiden van Rusland Wordt Verzameld. PARUS, den 28 Augustus. De jongste tijdingen uit Ronstanti- nopel en Alexandrié beginnen vetert hier weder eenigzins te bekom meren alzoo men meent dat het traktaat vart den 15 Julij wel zou kunnen uitgevoerd worden oer de bemiddeling van koning Leopold tot eenigén goeden uitslag zou lièbbén gevoerd. Lord Granville, de britsche gezant bij dit hof, bevindt zich mei zijne familie riög altijd te Havre en schijnt aldaar nog eenigen tijd te zullen vertoeven daar hij een huiten nabij die stad voor eene maand gehuurd heeft. Men meent, dat dit verblijf te Havre, hetwelk in deze géwigtige omstandigheden zeer opmerkelijk is, geschiedt, ómdat lórd Grarlville in gee'ne andere verklaringen met den heer Thiers wi! treden met wien hij gelijk men wéét reeds in eenen hevigen twist geraakt was. De schepelingen van de' engelsche stoomboot welke I,odewijk Bonaparte heeft ontscheept, zijn, óp last Vaii de commissie der pair», ontslagen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1840 | | pagina 1