ZIERIKZEESCHE JDingsdag den 14 Jfulij, NIEUWSTIJDINGEN. JH.o 56. A.o 1840. COURANT. DÜITSCHLAND. FRANKFORT den 8 Julij. In b'erigten uit Italië wordt bij her haling melding gemaakt van het uitrusten eener'napelsche scbe'epsmagt maar de juiste reden van den maatregel schijnt niet bekend te zijn. De napelsche en engelscb'e regeringen onder tusschenkomst van de fransche onderhandelen nu over de schadeloosstelling welke voor de britsche onderdanen verlangd wordt, uit hoofde van de opheffing van het 'zwavèl-monopol'ie. Uit Bourges ontvangt men te Rome voortdurend 'treurige berig- ten omtrent den toestand der spaansche koninklijke familie (don Carlos). Hare geldelijke verlegenheid neemt dagelijks toé; zij moet niet alleen hare juWeelèn, maar ook al het ontbeerlijke verkocht hebben, en don Carlos zou zeifs bevolen hébben het zilverwerk, hetwelk nog te Salzburg was, tot geld tc maken. Intusschcn moet hij Van het sar- dinische hof eenigen onderstand hebben ontvangen. De bcrigten uit Alcxandrie van dén 20 Junij houden in dat dien dag 3000 man turkscbe land-troepen 2000 'man nationale garden van Cairo, een regement linie-troepen en een aantal Albanezen, te zamen omstreeks 10 a 12,000 man van daar naar Syrië onder zeil waren gegaan. Het zéggen was dat deze krijgsmagt was afgezonden uit hoofde van de in Syrië uitgebrokene woelingen maar sommigen hneendendat dé expeditie in verband stónd met de op nieuw dóór Meheméd-Ali geopende, onderhandelingen met de porte althans met don staat van zaken in K'onstantinopel. Men sprak namelijk te. Alexan dre van de mogelijkheid dat Ibrahim-haike met het gros zijns le gers uit Syrië naar den kant van Konstantinopel zou moeten oprukken; GROOT-BRITtANNIEN. LONDEN, "deh 8 Julij., De groö'te thans voltooide spoorweg van hier naar York, is den 30 Junij geopend; de afstand der beide ste den welke 217 mijlen bedraagtzal in minder dan lil uren woéden afgelegd. De arbeid aan den Tunnelonder de Thpems, is, gedurende het laatste vierendeel jaarsveelal gestaakt gewordenomdat de .gang 'de overzijde zoo ver was genaderddat het onraadzaam ja zelfs onvei lig werd geoordeeldde uitgraving vport te zetten ypor dat de aan den oever staande gehouwen waren afgebroken, Do Tunhel-kompag- nie is reeds lang Wegens den koop dief gebouwen in onderhandeling, cn daar do meeste alreeds zijn aangekochtzal de slooping spoedig oenen aanvang nemen. Zoodra dit is. geschied Zal men eenen gang hijar beneden voor de voetgangers maken en in denzelven cenen wen teltrap stellen. F R A tf K R IJ K. PARUS, den 8 Julij. Rij de regering zijn twèe telegrafische dé pêches ontvangendie de vroegere herigten nopeïis den ondergang der carlistische factie in Spanje volkomen bevestigen. De eprstevan den C Julij, luidt aldus; «Rerga is in handen der Christinos. Carlo vervolgt de mujtelingén; 100 hunner zijn dezeri morgen over Osseja in Frankrijk gékomén. Cabrera, aan het hoofd van 4000 man, is iri het gezigt; hij zal vermoedelijk heden nacht over dé fransche grenzen komen." Een tweede telegrafisch berigtgedagteekend van den avond van dien dag, meldt, dat Cabrera met 5000 man op fransch grondgebied is aangekomen, en dat hij zelf gearresteerd is geworden. Nader verneemt meri dat, Cabrera niet met 5000 maar met 8000 man, en dus met. een. gehéel legér, op fransch grondgebied is aange komen, deze omstandigheid is iii alle gévallen de genadeslag voor de absolutistische partij in Spanje. Gisteren is het fregat la Itelle Poule rhet de korvet la Fèvorile van Toulon naar S.' Heiend onder zeil gegaan, De hertog en hertogin van Nèitiours welke zich naar Londeii begeven worden in de eerste maanden niet iri Frankrijk terug verwacht. Zij zullen eerst 14 dagen te Rrussel doorbrengen zich vervolgend naar Engeland inschepen en zich daartta ovér de Neder landen naar Berlijn begeven. Men verzekert dat zij verschillende duitsche hoven zutièn bezoekén. Het bewind heeft depèchés vari dén niaarSchalk Valée, uit het kamp van Mouzaia ontvangen in welke deze bevelhebber verzekert den 4 julij in bet kamp van Bliilah te züilén aankomen en alsdan meer omstandig berigt te zullen inzenden teri aanzien zijner krijgs- verrigtingen tegen de stammen wélke zich aan Abd-el~Kader hadden onderworpen. Meri heeft in der tijd gemeld dat eéh gröbt aantal vero&rdeelde tnilitairen te Algiers op nieuw gewapend waren geworden om een convooi zieken te begeleiden. Déze dienst is van hen gevorderd ge worden zonder dat zij kwijtschelding van straf hadden erlangd en men schrijft thans dat de inwoners niet zonder aandoening deze gevangenen hebben zien tcrugkeeren welkena do van hen gevergde dienst te hebben volbragthunne wapenen weder hebben moeten af leggen om even als te voren aan de kruiwagens te worden vast geklonken. Niemand hunner heeft zich daartegen verzet ofschoon sommige zigtbaar getroffen waren toen zij hun geweer weder moesten afgeven. Men hoopte uit dien hoofde, dat hun de bewezeno dienst en bet bij uitstek goed gedrag, 't wejk zij hadden gehouden, voor hot vervolg allezins zoude worden toegerekend. Ook heeft men bijzondere brieven uit Algiers ontvangen, Zij ver melden niets wegens de krijgsverrigtingen van den maarschalk Valée, dan het provianderen van Medeah en Milianadat men reeds door den telegraafi Wist. Volgetis de bedoelde brieven gingen de Arabieren voort mét in de vlakten, nabij Algiers, al het hooi in brand testeken. Die vlakten werden echter door vrij aanzienlijke kolonnes Franscken doorkruist die bezendingén levensmiddelen cn andere behoeften naar Belida of Mouzaia bragten en van daar de zieken en gekwetsten van de legcr-afdeeling van den maarschalk hebben afgehaald. Niet minder dan 11,00 zoodanige zieken en gekwetsten moeten te Algiers aangekomen zijn. Men klaagt steedsdat de fransche krijgsbenden in de handen van den maarschalk Valée als versmelten, Eené onlangs te Algiers aangekomene Versterking uit Frankrijkvan 000 man, is aldaar zeer welkom geweest. De bezetting der stad was zöo zwak dat men eène der poorten gesloten heeft 'gehouden ómdat mén geenè soldaten gérioeg missen k'on, om aldaar de wacht te houden. Een geestelijke uit den omtrek van Parijs wandelde Op eeneil avond langs, den oever van de Seinetóen een jongeling, wiens ge heel uiterlijk eene diepe smart verriedhém langzaam voorbij ging. De grijsaard volgde hem Ongemerkt, tot op eene afgelegene plaats. Daar knielde de jongeling neder en haalde eene pistool, die hij onder zijne kleederen verborgen had, te voorschijn, spande de haan, eri wilde .ze juist op zijne borst zettentoen de pastoor hem daarin verhinderdeen op een' waardigendoch welwillenden toonbeval óp te staan. De brave geestelijke verzocht de reden Van zijn verdriet te mogen weten, en ried hem, om niet aait Gods góedheid cn de ntenscheiijke .deugd te wanhopen. Na eenigen tijd te hebben gea'ar- zeldzeide de jongeling eindelijk, dat hij smoorlijk verliefd was op óeh meisje zonder vermogen; dat zijn vader hem geweigerd had haar te mogen tijóuwen; dat hij, ten gevolge daarvan, zijnen handel had verwaarloosd, en dus niet, nu hel einde der maarid naderde, aan zijne ver'pligtirigen kón voldoen. Dit laatste vooral had hem het be sluit doen nemen tot het uiterste OVer te góan, daar het uitzigtj onteefd eri verlaten zijn leven te moeten doorbrengen, hém ondra gelijk was. Met aandoening luisterde de geestelijke tiaar zijn een voudig en treffend 'verhaal. Hij bragt den jongeling tiaar zijne tVoning én liet hem zijn woord gevendat hij dezelve niet vóór de terugkomst van den geestelijke zou verlaten. Omstreeks middernacht .bevond dó goede pastoor zich voor de yvoning des vaders vari zijnen bescherme ling, eri .met die eenvoudigheid, die hartelijke goedheid, welke zoo veel kracht geven aan de woorden vari eenên grijsaard, die eené ge wijde betrekking vervult verwierf bij vari den vader weldra voor den zoon de toestemming tot het huwelijk rnet het voorwerp zijner liefde, cn het.noódige geld om zijne zaken te herstellen. Des morgens ten 2 ure keerde de geestelijke in zijne woning terug, en liet den jon geling gaan, mét deze woord,en: «.Gij ziet, dat men nimmer 'aan Godê goedheid noch aan de dèugd dei1 'mknsckèn moet wanhopen." Te Routers ontstondeenigen tijd geledendeé nachts plotse ling brand in het logement le Ihic de Lorraine, welke reeds, bij de ontdekking, zoo hevig was, dat allé de bewoners Van het gebouw hetzelve bijna ongekleed moesten, ontvlugteu. Eene jonge moeder, aart den éérsten dtang dés gevaars toegevende, snelde, met haren zuige ling aan de borst, voort, doch naauwelijks had zij d'è open lucht bereikt, öf zij herinnerdezichfiat zij nog ceil ander kind van drie jaren had achtergelaten. Haar zuigeling 'op den grohd te leggen eri terstond iii het.gebouw terug té snellen, was liet w'erk van een o'ögen- blik. Allen, fiie dit zagen, achtten de liefderijke moeder gewis ver foren en stonden als versteend over hare vermetelheidniemand durfde Kaar ter hulp snellen, maar dé Almagt waakte over haar' lot. Na eenige oogehblikken keerde zij terughare haren waren verbrand haar gelaat armen én voeten geblakerd en hare kleedéren rookten. Zij Weende van vreugde, terwijl zij het aan cenen zékeren 'dood Ont rukte kind met kussen als bedekteen naauwelijks had zij met hét- zélve fieri drempel vair het brandende gebouw overschreden, tóen het mét vreesselijk gekraak achter tiaar instortte. Den 9. Cabrera wordt heden alhier verwacht; hij zal vervolgens naar een dér departementen van het hoorden vervoerd worden waait men hem provisioneel in eene vesting zal opgesloten houden. Aan gaande Jlalmas'eda zal dezelfde maatregel worden, genomen. Intusschcn is men eenigzins Verlegen met het groot getal overgekomen, vlugtelingerials een geschikt middel,om van deze lieden nut te trek ken cn hen van verdere woelingen te weerhouden heeft men reeds voorgesteld hen,aan werken van.openbaar nut te doen arbeiden. Een berigt van den maarschalk Valéeuit het kamp van Biidah Vdn den 2 door den telegraaf oyergehragtluidt als voigtHet expeditie-korps is zoo even te Biidah teruggekomen. Medeah en Mi liana zijn tot dan eersten November verzorgd. De vijand heeft zich geenszins tegen den togt der cdnvoóijen verzet.. Volgens het zeggen der deserteurs weigeren de stammen om met Abd-el-Kader op te trekken cn hij schijnt beduchtom zijne geregelde krijgsmagt te zeer bloot te stellen. De stapa van Mouzaia die zich het vijan- digst tegen ons gedragen bad, is, bij den, terugkeer van Medeah, door onze troepen zwaar getuchtigd: Al do kudden zijn opgeligt Veel Kabijléi: zijri om hals gfebragtde huizen zijn verbrand verscheidene priestersvrouwen eri kinderen zijn haar Biidah ge voerd. Het léger zal nu eerlang zijne bewegingen hebben volbragt en in zijne vorige Stelling op de vlakte terugkomen." Uit dé provincie van Constantino Wordt thans gemeld dat van de IJzeren Poort af aan tot aan de grenzen Van bet gebied van Tunis écne algeheelé oridéfwerping aart liet gézag van Frankrijk wordt waar-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1840 | | pagina 1