N.o 27.
ZIERIKZEESCHE
A.° 1840.
COURANT.
Vrijdag
den 3 April
NIEUWSTIJDINGEN.
DUITSCHLAND.
FRANKFORT, den 28 Maart. In de omstreken van Coblentz is
dezer dagen eene bende zoogenaamde Zigeuners opgeligt en naar haar
vaderland terug gevoerd. Er had zich namelijk sedert eenige weken
zoodanige bende 25 personen sterk aan den Moezel vertoond. Zij
onderscheiden zich door zwart hoofdhaar en oogen verbrande gezigten
en slordigheid van kleederen. Zij hadden, onder anderenallerlei
gereedschap bij zich, om hun beroep van waarzeggerij uit te oefenen,
gelijk zij daarvan op hunne toglen ook reeds gebruik hebben gemaakt.
De bende is wegens bedelarijen omdat zij geene behoorlijke redenen
van hurt verblijf konden opgeven uit het land vervoerd. Het blijkt
intusschen dat het gerucht ongegrond is als of de verschijning dezer
bende in verband zou staan met de menigvuldige branden welke in
den laatsten tijd aan den Moezel hebben plaats gehad. De weg
welken zij genomen hebbenspreekt dit geheel tegen. Evenzeer is
het ongegrond datalthans wat de omstreken van Coblentz betreft
zich in den laatsten tijd meerder dergelijke benden zouden vertoond
De nieuwe regent van Servie de jeugdige vorst Michaelis
den 13 dezer in de hoofdstad Belgrado aangekomen en met luister
ontvangen. Een paar hohderd Soldaten welke door het vootloopige
bewind bijeengebragt waren om den nieüwen vorsthij deszelfs
aankomst, te verrassen met een nieuw korps geregelde troepen zijn
voor de aankomst van den vorstheimelijkmet hunne geheele
uitrusting en wapenen uit de stad huiswaarts gekeerd.
Uit Egypte had men berigt dat het plan der vermenging van
de turksche en egyptische vloten te eenenmale mislukt was, en dat
Mehemed-Alt de ontwapening der eerste ijverig voortzette terwijl de
daardoor beschikbaar geworden kanonnen naar St. Jean d'Aere worden
gezondenhetwelk zich reeds in geduchten staat Van verdediging
bevindt, niet alleen met het doel, om een aanval van buiten af
te wenden maar tevens om de muitzieke bevolking van Syrië in toom
te houden. Ook in Egypte zelve zouden zich sporen van groot
misnoegen vertonnen.
De Leipsiger Allgcmeine Zeitang Schrijft Uit Weenendat een
Voorstel van de staatskanselarij aldaar zou uitgegaan zijnom in den
loop van den aanstaanden zomer in Duilschland een congres te hou
den ten einde oVer de zaken van het Oosten te beraadslagendoof
de overige mogendheden gunstig aangenomen isen zal hetzelve te
Toplitz plaats hebben. Z. M. de koning van Pruissen begeeft zich alle
jaren derwaarts, en dit jaar zullen, naar men wil, ook HH. MM. de
keizers van Oostenrijk en Rusland die badplaats bezoeken.
De landverhuizersdie onlangs door Mainz trokkenmaken
als het ware de voorhoede uit van een nog grooter aantal hunner
landgenooten welke in de lente of den zomer dezes jaars Volgen
zullen. Vooral levert de streek van Worms haar tribuut aan de
nieuwe wereld voor den arbeid geschikte en gedeeltelijk ook ver
mogende Rijnlanders meestal uit den stand der landbouwers Land-
wirthe) vertrekken van daar minder uit drukkend gevoel van nood
dan wel gedreven door den levendigen wensch om zich in de Noord-
Amerikaansche vrijstaten een Veel gelukkiger lot te verschaffen
waarop zij des te meer mogen hopen als zij bemiddelder zijn.
GROOT-BRITTANNIEN.
LONDENden 28 Maart. Op eene vraag van den heer Colguhoun
gisteren in het huis der gemeenten gedaan, «of de inkomende regten
op Java thans geregeld waren overeenkomstig het tusschen dit rijk en
Nederland bestaande traktaaten of dezerzijds eenige stappen waren
gedaan ten aanzien Van het hieuwe nederlandsche etablissement (Baros)
op Sumatra?" heeft de minister Palmerston geantwoord «dat er de
zerzijds geen grond bestaat tot tusschenkomst met de autoriteiten op
Java, evenmin als om te veronderstellen, dat de handelingen der ne
derlandsche overheden nadeelig Voor den britschen hahdel zouden zijn
dat alzoo de britsche onderdanen het regt zouden hebben om met
het nieuwe etablissement op dezelfde wijze handel te drijven als dit
met de reeds gevestigde etablissementen plaats heeft."
In hierontvangene brieven uit Konstantinopel van 4 Maart, wordt
gemeld, dat een perzisch leger, hetwelk, schijnbaar om in Caramanie
een opstand te bedwingenbijeengebragt en in beweging gesteld was,
eensklaps naar de zijde van Bagdad is getrokkenen alzoo eene dade
lijk vijandige houding tegen Turkije heeft aangenomen. Men meende
dat door deze gebeurtenis (welke in de bedoelde brieven als stellig ge
meld wordtmaar waarvan tot dus ver van elders niets bekend is)
de aangelegenheden van het Oosten ligtelijk in groote mate nog meer
verwikkeld konden worden.
Men schrijft uit Ierlanddat de maatschappij van matigheid al
daar ongeloofelijke vorderingen maakt. De processie van theedrinkers
heeft, op St. Patricksdag te Dublin uit 20,000 personen bestaan,
te voren voor het grootste gedeelte overgegeven dronkaards, maar nu
sedert twaalf maanden ordelijke en welgekleede lieden die de belan
gen hunner huisgezinnen met de meeste zorg ter harte nemen, Men
noemt het eene zedelijke revolutie.
F R A N K R IJ K.
PARIJS, den 28 Maart. Men heeft hier berigt dat de heer de Sercey
die als gezant naar Perzie vertrokken was, te Ispahan aangekomen en
in allerijl naar Teheran gereisd is.
In Livorno wilde mén berigt hebben van een ernstig misverstand,
hetwelk tusschen de engeische en napolitaarlsche regeringen was ont
staan, wegens den alleenhandel van de zwavel. Men sprak ook van
een ernstig verschil tusschen Napels en den beij van Tunis.
Den 29. Men leest in den Monitcur Parisien
«Bij het bewind waren sedert eenige dagen lijdingen ontvangen
nopens eene zoogenaamde oorlogsverklaring deS keizers van Marocco
aan Frankrijk. Deze tijdingen echter, welke slechts te Mahon doof
een' Scheepskapitein zijn verspreidwaren te twijfelachtig dan dat
het bewind dezelve aan het publiek bekend maakte. Depêchesden 1
Van Tanger en den 15 van Malaga vertrokkenmaken er volstrekt
geene melding van. Men heeft dus alle reden te gelooven dat
dezelve ongegrond zijn."
Uit Toulon wordt gemeld dat de kroonprins aldaar den 5
April verwacht wordt. Alles moest tegen dien tijd voor de groote
expeditie in gereedheid zijn. De hertog van Orléans zou vergezeld
zijn van den prins de Joinville en den hertog d'Aumale. Er werden
te Toulort vele toebereidselen gemaakt tot eene luisterrijke ontvangst
der prinsen.
Den 24 duurde de brand in de kolenmijn van Cömmentfy nog
met dezelfde hevigheid voort. Dien dag dacht men het water van
den stroom van la Grange daarin te kunnen leiden doch men ver
keerde steeds in het Onzekere of dit middel tot blussching wel voldoende
zijn zou. De brand bepaalt zich niet tot de bloot liggende kolen
maar strekt zich Ook tot die uit welke nog door lagen rots en
aarde bedekt zijn.
Men meldt bij herhaling, dat er ernstige oneenigheden zijn ge
rezen tusschen Napels en Engelanddat de britsche gezant zich drei
gementen zoude hebben veroorloofd en dat de koning van Napels
daarop dadelijk bevel had gegeven, om de kustbatterijen te wapenen.
Eene driedubbele misdaad heeft, den 2 der vorige maand, in de
gemeente Cervignot, kanton Quarvie, eene algèmeene verslagenheid
te weeg gebragt.
Marie Claude Houdaille, zoött Van, in genoemd kanton wonende,
brave daglooners, was, na eenige maanden afwezigheid, en wel na
zijne vrijstelling van de militie, weder in het ouderlijke huis terug
gekeerd. Tusschen hem en zekef meisje, in den omtrek woonachtig,
waren reeds vroeger zoodanige liefdes-betrekkingen aangeknoopt, dat
er nu aan zijn huwelijk niets meer dan de ouderlijke toestemming en
de huwelijks-voorwaarden ontbraken. Den 20 ging Houdaille met zijnen
vader naar hel huis Z'jner aanstaande echtgenootwaar de bestaande
zwarigheden wegens het uitzet in overweging werden genomen. De
vader van den jongeling gaf, volgens zijn vermogen, op, wat hij zijn
zoon als huwelijksgift kon afstaanschoon deze beweerdedat dit on
eindig minder was dan zijn vader vroeger had beloofdzoodat er een
hevige twist tusschen vader en zoon plaats vonden wel zoodanig
dat de zoon zijnen vader de grootste verwijten deed. Beiden verlie
ten eindelijk de woning van den aanstaanden schoonvader, den weg
naar Cervignot inslaande.
Te huis gekomenverhaalde vader Houdaille aan zijne Vrouwwat
er was voorgevallen, terwijl de zoon, na dit verhaal, de hevigste bo-
leBdigingen tegen hem begon te uiten, hem, onder anderen, van
gierigheid beschuldigende en dat hij zijn gegeven woord niet had ge
houden. Vader Houdaille beantwoordde al die beleedigingen met kracht
van Woorden. En hierop greep Marie Claude een mes, dat digt bij
hem ophingen liep daarmede op zijn' vader los. Zijne schoonzus
ter voorkwam, nog in tijds, den moörddadigen aanslag, maar ont
ving niettemin eene diepe wonde in den huik. Vader Houdaille, door
Schrik ontsteldtrachtte de deur te bereiken orn den hem bedreigen-
den moord te ontkomenzijne vrouwten einde haren man tijd tot
ontvlugten te verschaffen, hield, in dit noodlottig oogenblikharen
zoon bjj zijne kleederen vast. De tot de hevigste woede opgewonden
zoon maakt van het moordend staal gebruik, om zijne moeder eene
doodelijke wonde in de horst toe te brengen, Zij valt levenloos voor
hem neder. Het ontaarde kind trapt zijne vermoorde moeder op het
hart; ijlt de huisdeur uit; grijpt zijnen niet genoegzaam verwijder
den vader aanen wil hem in weerwil van zijn bidden en smee-
ken om levensbehoudmet hel eigen mes doorstootenwaarmede hij
zijne brave moeder het leven had benomen. In denzelfden oogen
blik en op het gekerm der slagtoffefskomt de oudste Zoon van Hou
daille aangevlogen met eene hooivorken brengt den vader- en möe-
dermoorder een slag op het hoofd, schoon de ontmenschte jongeling
nog een tweede poging aanwendt, om zijnen reeds half ontzielden
vader den doodelijken slag toe te brengen. Het gelukte den ouderen
broeder zijnen ontaarden jongeren broeder op de vlugt te jagen,
en vervolgens zijnen half dooden Vader naaf de ouderlijke woning
te vervoerenwaaf hij zijne vermoorde moeder en zijne doodelijk
verwonde Zuster zag liggen, Nog naauwelijks is de behulpzame zoon
van zijne ontsteltenis terug gekomennog naauwelijks heeft hij zijn'
vader op het béd getildof Marie Claude komt met een bijl in de
hand de ouderlijke' woning binnen stuivenluidkeels schreeuwende
«Geld, geld!" Dé van schrik schier verstijfde broeder vliegt hem te
gemoet, tracht hem de in zijne handen opgeheven bijl te ontweldigen,
maar valt weldra dood voor de voeten Van den vader-, moeder- en
broedermoorder.
NEDERLANDEN.
's GRAVENHAGE den 1 April, Uit eene statistieke opgave blijkt
dat Nederland op den 1 Januarij 1839 zonder Limburgtelde
2,615,029 zielen. In 1838 zijn in dit rijk geboren 101,312 kinderen,