ff.o 20.
ZIEMKZEESCHE
Dingsdag
A* 1840.
6 O II RAN T.
den 10 Maart.
BESTUREN EN ADMINISTRATIEN.
NATION ALE MILITIE.
NIEUWSTIJDINGEN,
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en AVETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE,
brengen door deze ter kennis van de daarbij belanghebbenden-, dat de
Militie-Raad in deze Provincie, deszelfs zittingen houden zal in de
Abdij te Middelburg, voor bet 4("5dt en O11' Kanton, op de volgende
dagente weten
Tweede zitting op Vrijdag den 27 dezer maand des morgens ten
10- ure, ter beoordeeling der ingediende reclames van alle in dit jaar
geloot hebbende personen welke vermeenen regt op vrijstelling te
hebben.
Derde zitting, op Maandag den 13 April daaraanvolgende, mede
des morgens ten 10 uretot liet beoordeelen en goedkeuren der
Plaatsvervangers alsmede tot regeling van hetgeen betrekking Treeft
tot de Nummerverwisseiing en eindelijk dat de belanghebbenden zich
niet moeten verlaten op het ontvangen van een oproepingsbil jettot
verschijning voor den Militie-Raad op den bepaalden tijd aangezien het
Voorgeven van géene oproeping te hebben ontvangennimmer als ver
schooning voor de ontijdige of niet verschijning kan worden aan
gevoerd,
Zierikzeeden 9 Maart 1840.
Burgemeester en AVethoudet's voornoemd,
DE CRANE, vt.
Ter ordonnantie van Dezclven
De Stads Secretaris
AV. J. P. KRO E F.
DUIT SC HL AND.
FRANKFORT den 5 Maart. Van de turksche grenzen wordt
onder dagtcekening van 21 Februarij geschreven
Uit Konstantinopel berigt men'dat de porte aan de vertegen
woordigers der groote mogendheden verklaard heeft, dat zij aan den
tegenwoordigen voor haar zoo nadeéligen staat van zaken die haar
tot zulke groote opofferingen noodzaakte, een einde zou maken, door
zich geheel in de armen van Rusland té werpen en de hulp in te roe
pen, die deze mogendheid haar, ingevolge de gesloten verdragen, ver-
pligt is te verleenen. Een der berigtgövers merkt aan dat deze ver
klaring ongetwijfeld alleen door Engeland aan den reis-effendi zou
ingegeven zijn, om door het schrikbeeld eener russische tusschenkomst
de zwarigheden, Welke Frankrijk maakt, uit don weg te ruimen
en die mogendheid te bewegenom zich met de voorstellen van En
geland, tot beslechting der oostersche geschilpunten, te vefeenigen
pn daardoor grooter mocijelijkheden te voorkomen."
Uit Rusland schrijft men datterwijl aldaar meer en meer
schaarschte van brandhout begint bespeurd te worden, aan den ande
ren kant meer en meer turf-veenen en steenkolen in dat rijk ontdekt
worden. Tot dus ver had men die ontdekkingen weinig geachtmee-
nendedat de verbazend groote bbsschen nooitzelfs niet bij de meest
zorgelooze behandeling, uitgeput konden worden; maar van dit denk
beeld is men in de laatste jarenterwijl zich het gebrek van hout
reeds vertoonde, teruggekomen; althans men heeft de noodzakelijkheid
ingezien, om betere maatregelen omtrent de houtteelt in te voeren en
het graven van turf en steenkolen te bevorderen. Inzonderheid moet
de minister van financiën graaf Cankrin, hierop zijne aandacht ge
vestigd hebben. Op zijnen last zijn zorgvuldige nasporingen gedaan
welke het -bewijs hebben opgeleverd dat Rusland rijke veenen bezit
en reeds wordt van die brandstof in de Streken, die bet meest gebrek
aan hout hebbenmet het beste gevolg gebruik gemaakt. Bepaalde
lijk wordt in een groot deel van europecsch Rusland die brandstof in
menigte gevonden, Eerst onlangs zijn uitgestrekte veenen in de gou
vernementen Tula en Rjasanen ook langs de rivieren Donez en Don
ontdekt; bij deze stroomen worden ook steenkolen-mijnen gevonden.
De grootste steenkolen-mijn is bij de stad Bachmut, in het gouverne
ment Jekaterinoslaw. Onlangs zijn ook in de provincie der Donsche-
kozakken zoodanige mijnen ontdekt.
Uit Alexandrie meldt men van den 6 dezerDe voorstellen
door de vier mogendheden aan den pacha gedaan om geheel Syrië
aan Turkije terug te geven zijn ontvangen geworden gelijk te
verwachten was. Mehemed-Ali wil liever in de wapenen sterven
dan zulke voorwaarden aannemen. De krijgstoerustingen worden dus
met den meesten ijver voortgezet.
De latere berigtengisteren uit Bombay ontvangenbehelzen
hadere omstandigheden betrekkelijk de verovering van Kelat door de
engelsche troepen. Zij schoten de poort van Kelat in doch ont
moetten in de plaats zelve eenen wanhopigen tegenstand. De bevel
hebber van Kelatalsmede vijf andere hoofden der omliggende landen,
en 5 a 600 zijner aanhangers sneuvelden. De Engelschen, die slechts
1200 man sterk warenverloren aan dooden en gekwetsten 137
man naardien zij geene ruiterij haddenontkwamen er veel vij
anden. _Er werd een aanzienlijke buit gemaakt. Gbisni en Kelat
werden in Afghanisten als onneembare vestingen beschouwd.
GrROOT-BRITTANNIEN.
LONDEN den 4 Maart. In het hoogerhuis heeft lord Lyndhursl
de aandacht gevestigd op do groote nadeelen door engelsche handelaars
geleden, ten gevolge van het monopolie van den zwavelhandcldat
zich do napelsche regering geheel strijdig met de bestaande tractaten,
aangematigd beeft. De eerste minister Melbourne verzekerde dat door
het engelsch gouvernement ernstige vertoogen dienaangaande aan ge-,
noemde regering zijn gemaakten dat deze beloofd heeft aan dat
misbruik perk te zullen stellen. Lord Lyndhwst besloot deze woor
denwisseling met te zeggen dat zes engelsche linieschepen binnen veer
tien dagen een einde aan de geheele zaak zouden kunnen maken.
Maandag avond heeft alhier in Paternoster-Row een zware
brand gewoed waardoor de uitgebreide lettergieterij der heeren Johnson,
en de belendende drukkerij der heeren Manning en Masonbijna
geheel in de aseh zijn gelegd en ook eenige naburige huizen grooto
schade hebben geleden.
FRANKRIJK.
PARIJS den 3 Maart. Gisteren en beden zijn van regeringswege
onderscheidene teiegraphiscbe depêches nopens Spanje bekend gemaakt.
Dezelve doelen de officiële tijding mede, dat Segura zich overgegeven
beeft: 274 krijgsgevangenen, zes stukken geschut, krijgsvoorraad en
eene groote hoeveelheid levensmiddelen zijn in handen van Espartero
gevallen. Voorts melden de depêches, dat te Madrid den 27 de staat
van beleg voortduurde. De rust was echter geheel hersteld.
Men verzekert, dat, behalve opgemelde depêches, er bij de regering
nog eene andere zou ontvangen zijnvolgens welke Espartero, op het
berigt der onlusten te Madrid, naar die hoofdstad was opgerukt na
een sterk detachement te Segura achtergelaten te hebben.
In een rapport van den luitenant-generaal Gueheneuc, door den
maarschalk Valce aan den minister van oorlog toegezondenvindt men
het volgend artikel van een hoogst merkwaardig wapenfeitdat in de
provincie Oran heeft plaats gehad
«Mostaganem en Mazagran zijn tusschen den 2 en den 6 Februarij
verschillende malen aangevallenen twaalf honderd man, waarvan een
dorde voetvolkonder de orders van Mustapha Ben-Tamyhebben te
Vergeefs voorbeeldelooze pogingen gedaan om meester te worden van
de reduit van Mazagran. Het ongenoegzame van onze middelen van.
"verdediging niet hebbende toegelaten om bet lage gedeelte der stadje
bezettenzoo konden twee ii drie honderd infanteristen zich gemakKe-
lijk daarin nestelen en de huizen van schietgaten voorzien, waaruit zij
een levendig snaphaanvuur tegen de reduit rigttenterwijl de ruiterij
aanvallen deed Van den kant der vlakte, en twee stukken geschut, van
eene hoogte van vijf a zes honderd ellende muren beschoten. In
die hagchelijke omstandigheid en slechts 1 een stuk of twee in batterij
hebbendemoesten de verdedigers van Mazagran ten getale van slechts
123 man vier dagen lang de hevigste aanvallen uitstaan. De vijand
was op liet punt om binnen de plaats door te dringen in een storm,
diezoo als de kapitein Lclikrede bevelhebber van de dappere 123
jagers van Afrika, Welke liet eenig garnizoen uitmaakten, in zijn rap
port zegtniet langer dan een uur duurdedochdank zij hunne
'standvastige onverschrokkenheidwerd de vijand terug gedreven zoo
niet de bajonet als met het werpen van grenaten en zelfs van steenen.
De luitenant-kolonel Dubüraildie in Mostaganem het bevel
voerde en door een hoop van zeven a acht honderd ruiters van Maza
gran verwijderd werd gehouden-, verzuimde niets om zoo veel moge
lijk 's vijands magt te vcrdeelen ten einde iets te kunnen toebrengen
ten voordeete van dien post, over welks lot hij zich te regt ongerust
maakte. Hij deed derhalve verschillende uitvallen, die, met beleid en
tnoed uitgevoerd liet doei bereikten, dat die opper-officier zich daar
van had voorgesteld.
Den Cdes morgensbeproefden de Arabierenten getale van twee
duizendeen taatsten aanvaldie geen beter gevolg had dan de vorigen".
Eindelijk, overtuigd van de onmogelijkheid hunner pogingen, en ontmoe
digd door hunne aanmerkelijke verliezen hamen zij den aftogt aan
zonder te luisteren naar de stem der opperhoofdendie den aanval
wilden voortzetten of ten minste Mazagran blokkeren. Twee en tach
tig volksstammen door Mustapha Ben-Tamy opgeruid hadden bun
aandeel krijgsvolk gezondenom bij deze expeditie te dienen. Do
dappersten onder hen hadden zich doen inschrijven om storm te loo-
penen hun was, ingeval van overwinning, eene beduidende som
gelds ter belooning van hunnen moed toegezegd.
Het verlies der Arabiefen wordt op 5 li 600 begroot, waaronder
zich Ook eenige aanzienlijke oversten moeten bevinden. Dit groot ver
lies wordt daaraan toegeschrevendat de franSche infanterie bij hare
uitvallen uit Alostaganem dikwerf in de gelegenheid geweest is batail—
Ionsvuur te maken'; dat de artillerie zeer juist geschoten en de aanval
lers op den afstand van een pistoolschot met schroot ontvangen heeft
alsmede dat het brave garnizoen van Mazagran bijna met de tromp op
de borst heeft gevuurd op de dolzinnige Arabieren, welke zooveel on
verschrokkenheid toonden dat drie vaandelsdie zij op veertig passen
Voor de reduit geplant hadden gestadig door verdedigers omringd wa
ren en meer dan eens door ben de aarden zakken bij het kanon van
de bezetting werden omver geworpen. AVij hebben slechts 42 man
dooden en gekwetsten en te Mazagran niet meer dan 3 dooden en
16 gekwetsten. Dit verschil tusschen bun en ons verlies is te dan
ken aan onze betere defensie en het slecht schieten der Arabieren."
Na den 7 hebben de Arabieren zich niet meer in getale in de om
streken van Orart vertoond. In de provincie Algiers heeft zich de