1 zierikzeesghe Dingsdag courant. den 29 October besturea en amwistratieiv. Mek endmaking. 'euwstijdingen. frankrijk. belgie. nederlanden. - N.o 87. A.o 1839. Achtervolgens art. 3 van Ziiner Majesleits besluit van den 6 Ja- nuarij i83t n.° 68, Staatsblad n.° 2,) beeft Ziine Excellentie de Minister van Financiën, bij resolutie van den 24 October i83g, bepaald de prijzen het opgeld daaronder begreppn waarvoor de Collecteurs Splitters en Deöitanten der Koninklijke Nederland- sche Loterij de loten en gedeelten van dien voor de vierde week der trekking van de laatste klasse der 178ste loterij zullen mogen uitgeven te welen f 90,00. - 45,oo. - 18,00. 9 00. 4,5o. BIJ VERKOOP Gebeele loten Halve Vijfde Tiende Twintigste Wordende den belanghebbenden bij deze herinnerd dat bij voor» tioemd artikel 'van Zijner Majesteits besluit uitdrukkelijk is vast gesteld dat de Collecteurs, Splitters en Debitanten gehouden zijn om zich naar die prijsbepaling te regelen en dezelve gedurig ter inzage voor hel publiek beschikbaar te hebben. Zierikzeedc-n 28 October i83g. De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland, Pij delegatie Van denzelven De Burgemeester der Stad Zierikzee, DE CEANE. RARIJS, den October. Behalve de 16 linieschepen die thans zijn of worden uitgerust, bezit Frankrijk nog slechts 5 liniesche pen, die zouden kunnen worden in dienst gesteld doch 27 van 80 tot <20 stukken, die op stapel staan, en waarvan verscheidene met den eersten zouden kunnen afloopen. De Monitear Parïsien vermeldt dat de koning der Nederlan den het gouvernement der koningin van Spanje erkend heeft en debetrekkingen tusschen de beide landen hersteld zijn. Een uit Pouliguen in Bretagne aan een der fransche dag bladen gerigte brief deelt de volgende bijzonderheden üiede, nopens eene onlangs plaats gehad hebbende gebeurtenis: «De beer de C., een beoefenStor der natuurlijke historie, een Ondernemend jager die aldaar gekomen was om eene verzameling van zeevogels, welke zich op die kusten bevinden bijeen te bren gen was bijna het slagtoffer van zijne pogingen geworden. «De heer de C. begaf zich in eene sloep naar een eilandje, twee mijlen in zee gelegen dat eigenlijk niets anders dan eene rots is onder den naam van Pierre Porce'e bekend. De zeelieden die hem derwaarts hadden overgebragt, vertrokken, met voornemen om hem later van daar terug te halen. Maar des avonds verhief zich een' storm die hem na eenige vergeefsche pogingen noodzaakte in Pouliguen te blijven, zoo dat de heer de C., zonder het minste beschutsel op de kale rots moest vertoeven. »De nacht was donker en koud, de wind buitengewoon hevig, en bij afwisseling viel de regen in stroomen neder. Op de puntige steenen uitgestrekt, zonder eenig deksel zelfs geenen mantel, ril lende van koude en doornat, werd de toestand van den heer de C. al hagchelijker en bagchelijker. Vreessclijbe höoge golven braken tegen de rots, en stroomden over dezelve, zoodat hij verpligt was ©p den buik te gaan liggen en zich aan de steenen vast te houden. Het water rees al hooger en hoogerzoodat de heer de C. zich genoodzaakt zag, pogingen te doen om eenen hooger liggende plaats te bereiken hij klouterde tegen de rots op doch zijn voet gleed uit en hij viel 20 voeten naar beneden in eene met Water gevulde holte in welke de zee met geweld instroomde. «Niet kunnende zwemmen, zou hij ongetwijfeld verdronken zijn, Ware het niet, dat hij door eene baar werd opgenomen en weder ruggelings op de rots geworpen. Reeds zag hij zich op nieuw in deh afgrond gesleurd, doch hij gevoelde zich bij zijne kapot van geitenvel vastgehouden' aan eenen scherpen hoek van de rots in dezen toestand bjeef hij eenige minuten hangende boven den vrees- se.Iijken afgrond zonder gevoel zonder kracht. Gelukkig kreeg bij zijn bewustzijn weder greep eenige rotsplanten en werkte nu met handen en voeten om weder op de rots te komen hetwelk bem gelukte. «Met de grootste vreugde vervulde hem het aanbreken van den dag maar weldra ontwaarde hij dat zoo lang het weder niet bedaarde, men hem niet ter hulp kon komen. Hij kreeg be hoefte aan spijs en drank en herinnerde zich op eene zoo dacht hij veilige plaats eene flesch wijn en een stuk brood nedergélegd te hebben j doch na lang zoeken eindelijk die plek gevonden heb bende, zag hij tot zijne smart, dat de flesch vi»as gebroken en het brood, weggespoeld. Nu zocht hij schelpdieren doch aan dat voed sel niet gewoon stond het hem tegen. Door den nood gedrongen besloot hij nu eene zeeraaf, die hij vroeger geschoten had te pluk ken en het raauroe en bloedige vleesch van dezelve te eten. Niet zonder moeite gelukte hem zulks met eenen vleugel echter leed bij daarna niet meer door den honger. Gelukkig vond hij nog fa eene rotsgroeve twee a drie pinten regenwater. «Tegen den middag werd hij door de equipagie van eene vis- siiliersboot ontdekt die wegens het ruwe weder in St. Nazaire poogde binnen te gerakeri. Zij hielden hem voor eenen schipbreu keling en gaven er de loodsen der rivier kennis van twee hun- Der vertrokken dadelijk, en des avonds ten negen ure kwamen zij te Pierre Percée aan, maar vonden het onmogelijk om den heer de C. aan boord te nemen de branding was nog te hevig. Ook dezen nacht moest bij nog op de rots doorbrengen en zijn lijden was niet minder dan in den sorigen nacht, terwijl zijne afmatting vermeerderde. «Bij het aanbreken van den derden dag, ontwaarde hij de sloep, die hem op het eilandje had gebragt en eerst na drie herhaalde pogingen en eenen zeer gewaagden sprong van zijnen kant geraakte hij in dezelve en kwam geheel uitgeput en in eenen staat van gevoelloosheid, in de haven van Pouliguen aan. pe laatste berigten uil Konstantinopel zijn van den 3 dezer. Zij houden de gewigtige tijding in dat Mehtmed-M pogingen vaa toenadering tot den grootvizier Chosrew pacha gedaan heeft, en niet meer op zijne verwijdering aandringt hetwelk Chosrew zelf aan de gezanten der groote mogendheden medegedeeld zou hebben. Sommigen meenden dat het aan de consuls te Alexandrie gelukt was Mehemed te overreden dal hij van den genoemden eisch af zou zien maar daar deze zulks tot hiertoe te vergeefs beproefd hadden moet eene andere nog onbekende oorzaak voor deze on voorziene verandering bestaan. Bij de engelsche vloot wilde men toebereidselen opmerken die vermoeden deden dat zij zich weldra van de Dardanellen zou ver wijderen terwijl daarentegen de fransche, zelfs gedurende het on gunstige jaargetijde, die stelling niet scheen te zullen te verlaten. Ware dit zoo, dan zou zulks ten bewijze strekken hoe weinig eensgezindheid onder de groote zeemagten heerscht. De admiraal Roussin betoonde zich over zijne terugroeping zeer ontevreden. Uit het leger van Ibrahim-pacha had men tijdingen tot den 2a September volgens welke hij eene voorwaarlsche beweging had ge- maakt en zijne troepen over Orfa en Marasch voortgerukt waren. Te Konstantinopel verheugden zich veten over het gerucht, dat de onderkoning door een zwaren aanval van beroerte getroffen was maar dit heeft zich niet bevestigd. Bij de bestaande mogelijkheid dat de haven van Alexandrie door de europescbe schepen zal worden aangevallen, vindt men in sómmige dagbladen eene uitvoerige beschrijving dier haven waar» uit blijkt dat zij wel op sommige punten door natuur en kunst versterkt is, echter niet zoodanig of zij zou, door eene goed be mande en van genoegzaam geschut voorziene vloot, gemakkelijk te veroveren fcijn. •BRUSSEL den 24 October. Men vindt thans bij wijze vaa advertentie, in de dagbladen aangekondigd, dat op den 1 Maart ,84o het etablissement van Seraing ten openbare verkoop zal wor den aangeboden. De koning is in den avond van den 19 te Wiesbaden aange komen hij wordt tegen den 29 of 3o aanstaande alhier terug verwacht. Eet gouvernement is voornemens om den zoom der spoor wegen met acacia's te beplanten van welke boomsoort hetzelve reeds een groot aantal jonge hoornen aangekocht heeft. De fraaije menagerie van den heer C. van Jken is alhier op 22 wagens langs den spoorweg aangekomen ook de olifant heeft deze nieuwe manier van reizen beproefd en tijdens den overtogt geene de minste vrees aan den dag gelegd hetgeen als bewijs mag worden aangenomen dat het kolossale dier in hoogen graad is ge temd. De bevolking van Luik bedraagt thans bijna 66,000 zielen sedert vijf jaren is zij met 11,000 vermeerderd. Een landbouwer der gemeente Brochem twee uur van Ant werpen gelegen, heeft dezer dagen negen aardappelen ingeoogst welke te zamen 27 pond wegen. Èen derzelve weegt alleen 5 pond» 'sGRAVÉNHAGE den 25 October. In de bijeenkomst van de tweede kamer van heden zijn door z. e. den minister van finan- oiën ingebragt de financiële wetten voor het jaar 1840, en in da eerste plaats de begrooting van de uitgaven vöor het jaar 1840 [en bedrage van f 56,378,600. Op deze bëgrooting is uitgetrokken voor het huis des konings f I,4i5,ooo; voor de hooge staats-collegiën f 534,100 i voor de buitenlandsche zaken f 83i,6oo voor de justitie ƒ1,468,000 voor binnenlandsche zaken 3,222,900voorde hervormde eere- dienst enz. f 1,3gi ,200 voor de r. katholijke eeredienst f 400,000 voor de zeemagt f 5,25o,ooo voor de financiën f 27,570,0005 voor de landmagt f i4,i9i>5óo voor de koloüiën f g4,3oo.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1839 | | pagina 1