ZIEKHiZEESCHE
COURANT.
N.° 85.
fflingsdag
BESTUREN ën ADMINISTRATIEF.
WAARSCHUWING.
mwËMWMËLmm*
4- Terzake van zoodanige voorwerpen der vijfde en zesde grond
slagen, als na i5 Mei in dienst of gebruik genomen of aange
schaft worden zal de belasting naar gelang van den nog ove
rigen tijd des dienstjaars, zijn verschuldigd met dien verstande
dat geene verwisseling van dienstboden of paarden met andere,
■waarvoor geene hoogere regten verschuldigd zijn op zich zelve
tot het nogmaals aanslaan van deuzelfden belastingschuldige
zal kunnen aanleiding geven.
A.° 1839.
den 22 October.
NIEUWSTIJDINGEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE.
Gezien het dwangbevel, döor den Ontvanger der Directe Belastin
gen alhier opgemaakt tegen de ten achteren zijnde Belastingschul
digen op de Grondbelasting, over de verschenen 9 maanden van
het loopende dienstjaar.
Gelet op het besluit van Zijne Excell. den Heer Staatsraad Gou
verneur dezer Provincie dd. 21 Maart i836, provinciaal blad n.o 33.
Herinneren derzelver In- en Opgezetenen aan de verpligting lot
dadelijke aanzuivering der verscheren Grondbelasting over het loo
pende jaar, waartoe de nalatigen bij deze zeer ernstig worden
aangemaand met waarschuwing tevens dat zij bij langer verzuim
zich zeiven de kosten van vervolging zullen te wijten hebben welke
de executie van gedacht dwangbevel zal na zich slepen.
Zierikzee, den 18 October i83g.
Burgemeester en Wethouders vooirnd.
DE CRANE, vt.
Ter ordonnantie van Dezelven
De Stads Secretaris
W. J. P. KR OEF.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE.
Gezien het besluit van Zijne Excellentie den Heer Staatsraad
Gouverneur dezer Provincie, van den 1 dezer maand, (Prov. blad
n> 96,) houdende aanschrijving tol openbare afkondiging der be
palingen van de artikelen 97 en 4z der wet op de p-rsdnele belas
ting van den 29 Maart -1833 (Staatsblad n.o 4,) betrekkelijk de
belasting naar tijdsgelang en de suppletoire aangifte.
Hebben goedgevonden:
De In- en Öpgezetenen te herinneren aan de bedoelde wetsbepa
lingen luidende als volgt:
Artikel 27.
1. Zoo wanneer eën perceel, hetwelk dp den iS Mei niet in
gebruik was of ook een woonhuis op hetzelfde tijdstip en
kel en op den voet bij de laatste zinsnede van art. 26 a
bepaald door eencn huisbewaarder bewoond zijnde gedu
rende den loop des dienstjaars betrokken in gebruik genomen
óf van mobilair voorzien wordt, zal de belasting, volgens
de vier eerste grondslagen naar de hierboven bepaalde reg-
ten deswege moeten worden voldaan doch slechts naar ge
lang van dat gedeelte des dienstjaars hetwelk op het tijdstip
der in gebruikneming, betrekking of riieuhelering overig blijft.
2. Ingeval de belastingschuldige, welke zoodanig perceel als bij
1 bedoeld aanvaardt, in het dienstjaar bereids wegens een
ónder perceel was aangeslagen, en hij dit tot dien tijd toe door
beril gebruikte perceel verlaat, niet wegvoering van alle roe
rende goederen hoe öok genaamd en zonder achterlating van
huisbewaarder of van andere personen in zijne dienst, zal het
bedrag van den Ie zijnen name op het kohier gebragten aan-
slag voor al de vier bedoelde grondslagen gezamenlijk en in
evenredigheid van het nog te verloopen tijdvak, worden afge
trokken vari dat des, op den voet als boven te doenen aan-
slags zonder dat indien deze aanslag" minder bedraagt dan
de vroegere, er eenige ontheffing zal kunnen worden gevorderd.
3. De uitbreiding, vermeerdering, verwisselingen of aanschaffing
van belastings-voorwerpen der vier eerste grondslagen na i5
Meizal behalve iu de gevallen bij 1 en 2 hierboven ver
meld geen grond geven tot eenen nieuwen of verhoogden aan
slag in den loop des dienstjaars.
5. Het aanwenden tot belastbaar gebrüik van zoodanige voor
werpen van de vijfde en zesde grondslagen als aanvankelijk
tot onbelastbare einden aangelegd of gebezigd waren zal met
aanschaffing worden gelijk gesteld zoo mede Wat aangaat de
paarden derzelver geheel verlies van het tweede viertal hun
ner melktanden in den loop des jaars.
6. Naar gelang de omstandigheden eens belastingschuldige, in
den loop des dienstjaars, met betrekking tot deszelfs voorwer
pen van de vijfde en zesde grondslagen veranderen zulks, dat
volgens de tarieven van art. 17 en 2i de opklimming der be
lasting ten zijnen aanzien toepasselijk zoude worden zalvan
wegens de dienstboden en paarden, aanvankelijk gehouden
die verhooging voor den nog overigen tijd des dienstjaars zijn
verschuldigd.
Deze bepaling is mede van toepassing in betrekking tot de
paarden bij het opkomen van de omstandigheden aan het
einde van 7 van art. zo vermeld.
7. Paarden bij verschillende personen of gezinnen in gebruik,
zullen in geval die gelijktijdig voor een en 't zelfde rijtuig Wor
den gespannen hem die zulks doet, of wel den eigenaar öf
gebruiker des rijtuigs, ter zake vau het grooter aantal paarden
hetwelk door hem alzóo mogt zijn gebezigd, dan waren aange
geven mede aan de opklimming der belasting naar 6 doen
onderwerpen.
8. Hoóger belastbaar gebruik van dienst- en werkboden of
paarden, aanvankelijk minder belastbaar, zal de verpligting
tot eene evenredige verhooging der belasting voor den nog
overigen tijd des dienstjaars ten gevolge hebben.
9. De tijd, waarover de belasting loopt, zal in betrekking tot
al de grondslagen worden berekend bij vierendeelen jaars op
het dienstjaar overschietende zonder dat een vierendeel jaars
zal kunnen worden gesplitsten zullen als vierendeelen jaars
worden beschouwd de tijdvakkenaanvangende met primo
Mei j primo Augustus primo November en primo Februarij.
Art. 42.
De zoodanigen welke door eenige der omstandigheden
voorzien bij art. 27 in den loop des jaars komen te vallen
onder de toepassing van het aldaar bepaalde, zullen alvorens,
en naar gelang van het ontstaan dier omstandigheden en op
de boete bij art. 35 en 39 vastgesteldverpligt zijn tot het
indienen van behoorlijke aangiften deswege, in voege als bij
art. 3o voorgeschreven zullende zij daarvoor een biljet ter
invulling bij den ontvanger kunnen bekomen.
En zullen de vorenstaande wetsbepalingen door openbare af
kondiging en bekendmaking in de Stads-Gourant wordeD gebragt
ter kennis van het publiekten einde een ieder zich dien over.
eénkomstig gedrage.
Zierikzee, den 19 October 1S39.
Burgemeester en Wethouders voörnd.,
DECEANE, vt.
Ter ordonnantie van Dezelven
De Stads Secretaris
W. J- P- KROEF.
Bekendmaking,
Achtervolgens art. 3 van Ziiner Majesteits besluit van den 6 Ja-
nuavij i83i n.° 68, Staatsblad n.° 2,) heeft Zijne Excellentie de
Minister van Financiën, bij resolutie van den 17 October 1839,
bepaald de prijzen hel opgeld daaronder begrepen waarvoor
de Collecteurs, Splitters en Debitanten der Koninklijke Nederland-
sche Loterij de loten en gedeelten van dien voor de derde week
der trekking van de laatste klasse der 178ste loterij zullen mogen
Uitgeven te weten
Geheele
Halve
Vijfde
Tiende
Twintigste
bij Verkoop
loten
f 82,00.
- 4< i°o.
- 16,40.
8,20.
- 4,10.
bij verhuring l
Geheele loten ƒ44»00»
Halve - 22,00.
Vijfde o 8,80.
Tiende 4j4°»
Twintigste - 2,20.
Wordende den belanghebbenden bij deze herinnerd dat bij voor"
noemd artikel van fijner Majesteits besluituitdrukkelijk is vast
gesteld dat de Collecteurs Splitters en Debitanten gehouden zijn
om zich naar die prijsbepaling te regelen en dezelve gedurig ter
inzage voor het publiek beschikbaar te hebbed.
Zierïkzeèden 19 October i83g.
Voor den Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland 6
De Burgemeester der Stad Zierikzee
DE CRAWE.
GROOT-BRITTANNÏEN.
LONDEN, den 16 October. Eenige dagen geleden zijn des
nachts verscheiden glasruiten in de kleedkamer der koningin die
onmiddellijk aan het slaapvertrek grenst ingeworpen. Men is in
bet opsporen van den dader geslaagd welke bleek dezelfde man
te zijn die in Julij laatstleden het paleis wilde binnendringen met
het uitgedrukt voornemen om H. M. Van bet leven te berooven.
Hij bad kortelings de gevangenis verlaten en is op nieuw in hech
tenis gezet.
In navolging van den bekenden Mniburgh, bevindt zich op
dit oogenblik alhier een andere amerikaansche dierentemmer. Eenige
personen dus zegt de Standard, zijn toegelaten geworden om in
deu circus van Asthlcy eene menagerie te bezigtigen waartoe een
prachtige leeuw en léeüwin tijgers, luipaarden en een der leer
zaamste olifanten behooren. Deze dieren zijn eefst onlangs door
den heer Carter uit Amerika alhier aangebragt.
De heer Carter heefteven als ziju voorgangerin de bokken