N.o 40.
ZIERIRZEEgCIIE
Vrijdag
A.o 1839.
dOUSHT.
den If Jfunij,
BESTUREN ën ABMINISTRATIEN.
Schutterij o
<3Unije£fcbt«0,
NIEUWSTIJDINGEN.
DUITSCHLAND.
GROOT-BRITTANNIEN.
FRANKRIJK.
BURGEMEESTÉR en WETHOUDERS der Stad ZIF.MKZEE
brengen bij deze ter kennis van de daarbij belanghebbenden dat
de Commissie uit het Stedelijk Bestuur, ingevolge Art. i5 der Wet
op de Schutterijen van den ii April 1827 belast met het onder
zoek nopens dé al'ol niét gegrondheid der redenen welke tot vrij
stelling of uitsluiting van de dienst der Schutterij zijn ingebragt
bare èerstc gewone jaarlijksche zitting zal houden ten Fiaadhuize
dezer Stad, op Zaturdag den i5 dezer maand Junij, des middags
12 ure', tot onderzoek van hen aan wie of der redenen waarom
in het voor-gaande jaar, voorwaardelijke vrijstelling is verleend met
uitnoodiging om de schriftelijke bewijzen, tot staving der redenen
van vrijstelling bij de Wet gevorderd, vóör de aan te vangen zitting
Ier Stedelijke Secretarie over te brengen alsmede om in persoon
voor de Commissie te verschijnen op den bepaalden tijd nog na®
der omschreven in het Oproepings-biljet dat aan de woning van de
belanghebbenden zal worden bezorgd terwijl degenen welke na
latig blijven om voor de Commissie te verschijnen beschouwd wor
den als geene redenen tot vrijstelling te hebben, en voor zoo verre
zij niet vallen in de termen van Art. 3 en 4 der Wet, bij de Schut
terij worden ingelijfd, tót dat zij in een volgend jaar hunne recla-
imes zullen hebben doen gelden.
En opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende, zal deze wor
den afgekondigd en in de Stads-Courant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Zierikz'eeden 5 Junij i83g.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE CRANE, vt.
Tet ordonnantie van Dezelven
De Stads Secretaris
W. J. P. KROÉP.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZÏÉRÏKZEE
nijn voornemens op Woensdag den ig dezer maanddes middags,
teil Raadhuize dezer Stad onder nadere approbatie, aan den mirist-
eischendën aan te bestedenhei doen van eenige vernieuwingen en
herstellingen aan den grooten TOllEN alhiermet de leverantie van
1de daartoe benoodigde bouwstoffen waaromtrent acht dagen te voren
bestek en teekening zullen ter inzage liggen op Stads Secretarie
en inlichtingen te bekomen zijn bij den Slads-Architect door wien
op den dag vóór de aanbesteding, de noodige aanwijzingen zullen
gegeven worden.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Zierikzeeden 5 Junij i83g.
Burgemeester en Wethouders voorud.
DE GR A NE vt.
Ter ordonnantie van Dezelven
De Stads Secretaris
W. J. P. KROEF.
FRANKFORT den a Junij. Op het Pinksterfeest is een schip
met 64 personen hetwelk den Donau langs naar Weenen afzakte
bij Greifenstein in eene draaikolk van den Donau«vloed geraakt
fen als het ware onder het bereik van den oevermet al de per-
sonen gezonken.
Uit Rome \Votdt van den 23 gemeld, dat de koning van Na
pels aldaar gewacht werd om er het ophanden feest der heiiigspre-
King in de S*. Pieterskerk bij te wonen, De kerk was daartoe van
binnen geheel versierd; onder anderen met i5,ooo groote Waskaar
sen verlicht. Vele vreemdelingen kwamen te Rome aan óm eene
plegtigbeid bij te wonen die sedert 1807 op die wijze niet meer was
gevierd geworden.
LONDEN den i Junij. De groote nationale onderneming de
Tunnel onder den Teems(waaromtrent men ten onregte voor
eenigen tijd gemeld heeft dat dezelve weder was doorgebroken)
gaat thans uitnemend voortvaarts. Men denkt dat in ruim een
jaar de onderaardsclie gemeenschap voor voetgangers geheel open
zal staan. Het getal bpzoekers is in den laatste» tijd zeer toegenomen.
Het fegt op de vreemde tarwe is thans tot 6 sh. 8 p. per
quarter gevallen genoegzaam alle graan achter slot zal thans ter
markt worden gëbragt. Daar de pachters ten gevolge van de onge
meen hooge prijzen des vorigen jaars, alhier al hunne landen met tarwe
bézaaijen gaat men echter een tijd van uiterst lage prijzen te ge-
moet hetgeen den ondergang van een goed getal pachters moet na
zich slepen.
Op Pinkstermaandag zijn van Londen 75,000 personen pet
stoomboot en 35,6oo langs den spoorweg, naar Greinwich gereisd.
PARIJS den 1 Junij. Het getal personen ter zake van de ge
beurtenissen op den 12 Mei gevangen genomen beloopt wel 4oo.
Slechts een tiende daarvan is weder op vrije voeten gelaten.
De ongeregeldheden te Avignan zijn geëindigd. Vele aanzienlijke
legitimisten aldaar zijn gevlngt, of houden zich schuil.
Ontvangen brieven verzekeren dat de Porie den admiraal
T.oussin heeft afgevraagd, of Frankrijk, zoo de oorlog uit mogt
breken onzijdig blijven zou en dat deze daarop bevestigend heeft
geantwoord mits er geene russisclie interventie plaats greep:
Eindelijk zou de Porte stellig geweigerd hebben den doortogt
der Dardanellen aan een engelsch eskader toe te staan en daarop
geantwoord wezen dat het eskader zich dan dien doortogt zelf
zou weten te banen.
Den 2. De dagbladen behelzen de volgende telegraphische de»
peche aan den voorzitter van den raad minister van buitenland-
sche zaken
Marseille den 1 Junij.
«Men meldt uit Tarsous dat de vijandelijkheden niet begonnen
c warenmaar dal de Turken da egyptische grenzen naderdenen
dat Ibrahim zijne krijgsmagt vereenigde om hen krachtig te ont*
«vangen."
Uit Aleppo wordt voorts in de fransche betiglen gemeld dat
de türksche troepen werkelijk den Eufraat overgetrokken waren
en dat Ibrahim, wiens leger gestadig versterkingen ontving, dezelve
vVilde te gemoet trekken doch dat de sultan op aandrang van
de europesche consulsaan zijnen seraskier tegenbevelen had ge
zonden.
AIzoó wórden de m?er vredelievende berigten welke de óver
Engeland ontvangen tijdingen uit Konstantinopel van den g Met
(zie ons vorig nommer)hadden aangebragt bevestigd. Alle ver-
toogen der ministeriële bladen in Frankrijk en Engeland, en ook'
eene redenering in eene der noord-duitsche bladen komen daarin
overeendat de grootste mogendheden het uiterste zullen doen
om den vrede ook in het Oosten te handhaven.
De algemeene denkwijs (gegrond of ongegrond zal nader moeten
blijken) is, dat die beweging nog niet noodzakelijk een' oorlóg moet
doen uitbarsten. Aan den anderen kant is men het eens dat
indien het tot eene botsing komt, zulks de gewigtigste gevolgen kan
hebben zoowel voor het Oosten alshij terugwerkingop het
Westen. Mogt het tot een' slag komen, dan zal die beslissend zijn
die denzelven verliest, zal zijn rijk hebben verloren, ten ware eene
of meer europesche mogendheden tusschen beide trad hetgeen
juist tot verwikkelingen kan voeren. Geheel Syrië zou tegen Ibra-
hjm opstaan ingeval zijner nederlaag daarentegen zouden alle
Drusenstammen alle Bedouinen Burden en Turkomannen zelfs
een deel van het turkscbe leger voor hem zijn _zoodra hij als
overwinnaar bleef. Niemand kan berekenen wat stouten toeleg
hij dan zou beramen.
De magt van Ibrahim bestaat uit g6,g3o man geregelde en 3o,000
man ongeregelde troepen. Tot de geregelde krijgsmagt behooren 23
regementen infanterie; het regement bestaat uit 4 bataljons en elk
dezer uit 800 man de geheele sterkte dezer infanterie is 73,600
man. De ruiterij kan op 12,000 man geschat worden zijnde i5
regimenten, elk van 6 escadrons. Tot deze geregelde magt behoo-,
ren voorts 3 regementen' artillerie te voet en 1 regement rijdende
artillerie. De ongeregelde troepen zijn Albanezen, Druzeu Can-j
dipten Bedouinen enz.
In het geheel heeft Ibrahim dus ruim 125,000 man onder zijbe
bevelen. Rekent men daar de bezettingen en zieken af dan kaa
hij zeker over ongeveer 80,000 man beschikken met 160 veldn
stukken en 3o,ooo man ongeregelde troepen.
De sterkte des Turksehen legers wordt op 65,000 man met too
veldstukken begroot. Hetzelve is echter gesplitst; een deel van dat
leger slaat aan den Ëufraat, bij Bir een ander deel bij Orfa eo
een derde bij Mabucha. Daarentegen is nog eene achterhoede bij
Koniah geé'chelloneerd.
Het leger van Ibrahim is, daarentegen, op eene kleine opper»
vlakte te zaaien getrokken en kan zich met volle kracht op elk
bedreigd punt werpen. Volgens den meest vermoedelijken Joop
Van zaken moet Ibrühitn de overhand behouden doch toevallen,
kuiperijen en verraad, die in ooslersche oorlogen zulk eene groots
rol spelen-, kunnen ligt «lijk andere uitkomsten te weeg brengén.
'De Mohiteur behelst een rapport van den maarschalk Wallée,
wegens een' aanval door de Kabaïleh op het onlangs veroverd
fort Djigelli gedaan. De vijand was door de fransche grenadiers
en andere linitroepen met de bajonet teruggedreven en vervolgens
door de ruiterij gechargeerd. De Franschen hadden bij dit ge
vecht 4 dooden en ig gekwetsten gehad, terwijl de vijand ruim
60 man buiten gevecht zou gehad hebben eh ongeveer 4 a 5oo man
sterk geweest was.
De maarschalk Vallèe doet voórls verslag van eén ander gevecht
dat aan de zijde van Bougia had plaats gehad. Het garnizoen dier
stad had namelijk bevel gekregen, om de Kabgïlen aan te vallen j