N.o 36,
ZIËR1RZEESC1IE
Vrijdag
A.° 1839.
COURANT.
den 3 Mei.
BESTUREN en ADMINISTRATIEN.
Si ekendmaking
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE.
Ontvangen hebbemle het besluit van Z. E. den Heere Staatsraad
Gouverneur dezer Provincie, van den i5 dezer maand, (Provin
ciaal blad n.o 3o) betrekkelijk de beschrijving van het Patentregt
voor bet loopende dienstjaar.
Brengen door deze ter kennis van alle daarbij? belanghebbende
Ingezetenen dezer Stad en territoir dat bij welgemeld besluit het
volgende is bepaald
t. Ten aanzien der Patentpligtigen in de i5 eerste tabellen
der wet van den 21 Mei 1819, waaronder krachtens art. 12 der
Wet van den 16 Junij 1882 nu ook zijn begrepen de Paarden-
postmeesters
a. Dat de verklaringen ter verkrijging van Patent voor deze Pa
tentpligtigen binnen de provincie zullen worden uitgegeven
van den 6 Mei 1839 tot en met den i/j. dier maand.
bDat die verklaringen behoorlijk ingevuld, zullen moeten zijn
ingezameld en ingediend in de steden Middelburg, Vlis singen
Goes en Zierikzee op den 26 Mei en in de overige steden en
gemeenten op den 21 Mei aanstaande.
c. Dat de registers van gemelde Patentpligtigen gesloten en daarna
geene verklaringen meer zullen worden aangenomen in de
stad Middelburg op den t5 Junij in de steden Vlissingen
Goes en Zierikzee op den 8 Junij en in de verdere steden en
gemeenten op den 1 dier maand.
2. Ten aanzien der patenipligtige Schippers eigenaars en
directie voerende van binnenschepen schuiten en vaartuigen ver
meld in de 16e tabel der wet van den 6 April 1823, waaronder
krachtens het reeds aangehaalde art. 12 der wet van den 16 Junij
ï832, aisnu ook zullen begrepen worden diegeen welke bestendig
in hunne vaartuigen woneu en geene buiternivieren of wateren
bevaren.
a. Dat, mede te rekenen van den 6 Mei aanstaande, tot den 18
derzelve maand zij zich voor het Patent van het dienstjaar
i83p zullen behooren aan t« geven bij het bestuur der plaats
waar zij zich zuilen bevinden onder overlegging van een bil
jet hetwelk daartoe bi] die besturen verkrijgbaar gesteld is
terwijl ingevolge de hiervoren aangehaalde wet door dn aisnu
aan het Patentregt onderworpene Schippers, naau wkeurige op
gave zal moeten worden gedaan of zij in het vorige jaar geen
andere huisvesting hebben gehad, dan aan boord hunner sche
pen en met die schepen geene buitenrivieren de Zuiderzee
noch de Zeeüvvsche Stroomen bevaren of in het voorgaande
jaar bevaren hebben.
Ter kennisse te brengen van de kramers dat zij zullen gehou
den zijn om bij het doen hunner aanvrage om Patent op te ge-
Ven de wijze op welke zij bun beroep uitoefenen naar aanlei
ding der onderscheidingen bij 1 der 7e tabel gevoegd bij de wet
van den 16 Junij i83a, (Staatsblad n.o 3o alsmede de gezamen
lijke inkoopswaarde der door ben te koop aangeboden wordende
goederen zullende dien onverminderd door de Patentpligtigen bij
b en c van 1 der evengenoemde tabel vermeld ter gelegenheid
en ten gelijken einde als boven opgave moeten geschieden van den
tijd der during wat eerstgenoemden betreftbun's verblijfs in de
Gemeente en wat laatstgenoemden aangaatvan dien der te bou-
dene verkooping terwijl zoo zij de wijze van verkoop veranderen,
de waarde hunner waren vermeerderen or den duur des verblijfs
of der te houdene verkooping verlengen daarvan op den voet van
art. 19 der wet van den 21 Mei 1819, en op de boeten bij art.
37 bepaald aangifte zullen doen in de gemeente alwaar zij zich
Bevinden en zoodanig aanvullings-regt voldoenals van hen bij
werkelijk toegenomene belastbaarheid, zouden kunnen worden ge
vorderd.
Wijders zullen de bedoelde Kramersbenevens de Debitanlen
van Loterijbriefjeskrachtens Zijner Majesteits besluit van den 17
October 1820 (Staatsblad n.o 22) op de boete bij 1 en 2 van
art. 32 der wet van den 21 Mei 1819 bepaald, verpügt zijn steeds
hun gezegeld Patent met zich te voeren.
Mede ter kennisse te brengen van de schipperseigenaars en di
rectie voerende van binnenschepen schuiten en vaartuigen hiervo
ren bedoeld
a. Dat het Patentregt door hen zal moeten worden voldaan ten
kantore van den ontvanger ter plaatse van de aangifte, en wel
in eensvoor zoo ver die plaats niet isof die van hun vast
verblijf, of de vaste legplaats van het vaartuig, of wel einde
lijk die alwaar het bedrijf wordt uitgeoefend doch anders bij
twaalfde gedeelten.
b. Dat nogtans van de laatste wijze van betaling bij twaalfde ge-
deelten ook door de eigenaars schippers of directie voerende
welke zich niet in hunne vaste woon- leg- of verblijfplaatsen
bevinden zal kunnen worden gebruik gemaakt, mits zij zich
gedragen naar het voorschrift van i5 der 16de tabel van de
wet van den 6 April 1823, door zich in den loop der maand
Mei voorzien van een bewijs van aangifte hetwelk echter
niet langer dan die maand van kracht zal zijn naar hunne
vaste woon-, leg- of verblijfplaats te begeven of wel dat be
wijs van aangifte derwaarts op te zenden om aldaar te wor
den gepatenteerd in welk geval de betalingen bij den ontvan
ger dier plaats zullen moeten geschieden.
cDat door al de Patentpligtigen van de i6^e tabel vóór den 8
Junij eerstkomende, gebeele of gedeeltelijke betaling, invoege
voorschreven zal moeten zijn geschied en ook de Patenten
op vertoon der kwitantiën van de ontvangers, vóór dien lijd
bij de Plaatselijke Besturen door hen zullen moeten worden
afgehaald aangezien van dien dag af de recherche op de niet
gepatenteerde schippers een aanvang zal nemen.
En opdat niemand hiervan onwetendheid zoude kunnen voorwen
den zal deze worden afgekondigd en aangeplakt ter plaatse waar
zulks gewoon is te geschieden.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Zierikzee, den 27 April 1839.
Burgemeester en Wethouders voornd. s
DE CRANE, vt.
Ter ordonnantie van Dezelven
De Stads Secretaris
W. J. p. KROEF.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE.
Gezien het Besluit van Z. Exc. den Heer Staatsraad Gouverneur
dezer Provincie van den i5 dezer maand, Provinciaaiblad n.o 29.
Gelet op de bepaling van art. 3o 2 der wet van den 29 Maart
i833 (Staatsblad n.o(), vaststellende de belasting op het Personeel.
Verwittigen bij deze derzelver In- en Opgezetenen dat met het
primitief beschrijvingswerk voor de belasting op het Personeel voor
bet dienstjaar i83g, een aanvang zal worden gemaakt O., Maandag
den 6 Mei aanslaande, en zullen de aan de Ingezetenen uit te rei
ken besehrijvingsbilletten deri 80 dag na derzelver uitgifte van wega
den Ontvanger der Directe Belastingen, opvolgelijk worden opgehaald.
Vertier, iiat tot tegenschatters van de zijde der belastingschuldigen
binnen deze Stad en bet Poortambacht ziin benoemd, de Heeren:
.4. van der Felde, Cz., j Pvan der Linden,
L. Koolei M. Phaff,
ten einde in geval van herziening, acbtervolgens bet bepaalde bij
art. 32 2 der genoemde wet te dienen.
En zal deze worden afgekondigd, mitsgaders in de Stads-Courant
geplaatst.
Zierikzee, den 27 April i83g.
Burgemeester en Wethouders voornd.,
DE C P. A N E vl.
Ter ordonnantie van Dezelven,
De Stads Secretaris
W. J. P. KROEF.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE.
Gezien een Besluit van Z. Exc. den Heer Staatsraad Gouverneur
dezer Provincie van den 22 April jl. Provklad u.° 37) met op
gave der namen en standplaatsen van de bevoegd erkende Hengst»
houders in deze Provincie, voor den jare 1839.
Brengen door deze ter kennis van de daarbij belanghebbende
landlieden en veehouders den inhoud van voormelde opgave voor
zooveel het 2de District aangaatte weten
N^A AM.
STANDPLAATS.
AANMERKINGEN.
Jozias Klompe,
Drcischor.
Bartel de Glopper,
Ellemeet.
Willem van Hoeven,
Sir Jansland,
Cornells de Wilde Dz.,
St. Maartensdijk.
Déze heeft twee hengsten.
Anthonij Soetens,
Tholen.
wordt de pr.van fab toegekend;
Zierikzee, den 1 Mei i83g.
Burgemeester en Wethouders voornd.
DE CRANE, vt.
Ter ordonnantie van Dezelven
De Stads Secretaris.
W. j. p. KROEF.
De OPPER STRANDVONDER beoosten de Schelde
zal, als daartoe behoorlijk geautoriseerd ten overstaan van
eenen bevoegden Ambtenaar in het openbaar verkoopen
Een partij PLANKEN, BAL KEN, IJ ZERWERK,
één KABEL, TOUWWERK, ZEILEN enz. leg
gende te Zierikzee
Een CHALOUP, te Burghsluis
Eenïge PLANKTJES, BALKTJES en IJZER.;
WERK, te Renesse
alles afkomstig van het kofschip IJnske.