ZIERHiZEESCHE
COURANT.
bésturen en administratien.
Vrijdag
A.o 1939.
den 8 Maart.
Notificatie.
NIEUWSTIJDINGEN.
NEDERLANDEN.
#T.° 20.
■i
De STAATSRAAD GOUVERNEUR van de Provincie ZEELAND.
Brengt bij deze ter kennis van de belanghebbenden f dat door
bet toupartVmenï der Gpperïioafvea'ertj voor de Noordelijke Provin
ciën met overleg van Hun Ed. Gr. Achtbare de Gedeputeerde Sta
ten is bepaald bet navolgende:
io, dat de Jagt op Ganzen en Eendvogels binnen deze provincie,
op den io Maart aanstaande zal gesloten zijn, terwijl die op
Jfdiersnippen tot den i April daaraanvolgende wordt openge
laten met dien verstande echter dat de laatstewat de
publieke jagt aanbelangt alleenlijk geopend blijft op bet wa
ter langs de stranden en oevi-rs van waterplassen en op lage
moerassige landen en bepaaldelijk is gesloten in en langs bos-
schen, alsmede op bouw- eo weilanden tot het gewone jagt»
veld behoorende.
30, dat gednrende de sluiting bij de voorgaande bedoeld het
rapen of zoeken van eij eren van Eendvogels, anders dan opeigen
of gehuurde gronden, grienden of rietvelden zal terboden zijn.
3». dat de Pissche'rij binnen deze provincie, van den i5 Maart
aanstaande tot en met den 3i Mei daaraanvolgendezal ge
sloten zijn na welk tijdstip dezelve op de gewone wijze weder
zal mogen worden uitgeoefend terwijl de visschers van beroep,
de door hen vóór den aanvang der sluiting gevangen' visch
ïot op den i April aanslaande zullen mogen verkoopen.
Dat van deze sluiting is uitgezonderd de Palihgvisschevij
welke echter gedurende den gesloten vischtijd niet anders dan
met Jalkorven van wisschen of teenen gevlochten en met het
kruisnet zal kunnen uitgeoefend worden vermogende nogtans
die vischtuigen alleen daar te worden gebezigd alwaar het
gebruik derzelve niet volgens de poiicie-regJementen is verboden.
4°. dat een ieder die zich aangaande Het bij de voorgaande
eenige overtreding mogt veroorloven tot de strafFen bij de wet
ten bepaald, zal worden vervolgd.
- Eo zal - ten einde nieorand hiervan onwetendheid voorwende -
deze worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks gewoon
7 is te geschieden mitsgaders in het Provinciaal blad geplaatst.
Middelburgden 4 Maart 1839.
De Staatsraad Gouverneur voornoemd
VAN V REDENBURG a.
'sGRAVENHACE den 4 Maart. In de zitting van de tweede
kamer der State»» Generaal, van heden heeft zijne exc. de minister
van buitenlandsche zaken eene staatkundige mededeeling gedaan.
Zijne exc. verhaalde wat er sinds het laatste verslag, op den 12
D-cember i838 was voorgevallen nopens de beantwoording van
de nota der nederlandsche regering van den 14 Maart jongstleden,
Strekkende om lot de regeling van het nederlandxch-belgisch vraag
stuk le geraken. Op het einde des afgeloopen jaars deed zich de
uitkomst dezer raadplegingen wei eenigzins vermoeden maar waren
zij geenszins gekomen lot die rijpheid T om te veroorloven dat men
in bijzonderheden ten aanzien van het officieus verhandelde kon
treden. De slotsom dier raadplegingen is geweest, d<»! de gevol-
inagtigdco der vijf mogendheden te Londen vereenigd den 23
Januarij aan den nederlandschen gevolmagtigde de stukken hebben
doen toekomen, welke bereids bekend zijn als: i°, een ontwerp
van Iricfaal tusscben den koning der Nederlanden en de vijfgroote
mogendheden en 20 een ander ontwerp van verdrag tusscben Z. M.
den koning der Nederlanden en Z. M. den koning der Belgen met
de daarbij gevoegde papieren, De minister deed opmerken dat
eene vergelijking van bet traclaat der 24 artikelen dezerzijds aan
genomen met het thans voorgesteld wordende onderscheiden be
langrijke afwijkingen behelsde, en dal de vermindering van het
Belgisch aandeel in de schuld het gemis van den achterstand èn
de bppalingen betrekkelijk de Schelde geenszins op eene evenredige
wijze door de bepalingen betreffende het syndicaat werden opgewo
gen. InlusSöhen vermeende de nederlandsche regering te moeten
toegeven. Zij toch had steeds het belang van het Vaderland op
bet oog gehad lette op den ongunstigen staatkundigen toestand van
geheel Europa op de ongestoorde handhaving onzer regten op
de materiele belangen des lands en vermeende dat de drang der
omstandigheden medebragt dat zou worden opgegeven hetgeen niet
meer bereikbaar was. Den 4 Februarij heeft de nederlandsche
regering aan de londensche conferentie hare toetreding bekend ge
maakt. Dienzelfden dag heeft de londensche conferentie haar van
de ontvangst kennis gegeven en verklaard onmiddellijk aan Belgie
kennis van die toetreding te zullen geven.
Intusschen heeft de nederlandsche regering, een blik werpende
op de veelvuldige krijgstoerustingen in Belgie vermeend zich niet
te kunnen onthouden van het nemen van eenige maatregelen van
voorzorg. Die maatregelen waren door de door Belgie aangenomen
oorlogzuchtige houding zeer noodzakelijk geworden, zoozeer dat de
Staten Generaal op bet einde des jaars i838 bij de toen gehou
den beraadslagingen, zelfs de aandacht der regering daarop gevestigd
hebben. Ten einde aïle noodelooze uitgaven voor te komen en
zelfs den schijn van oorlogzuchtige bedoelingea te vermijden be
paalde zich de nederlandsche regering tot het nemen der maatre
gelen welke door de omstandigheden dringend noodzakelijk gemaakt
waren. Middelerwijl gaf de londensche conferentie de' vrees te
kennen dat de nabijheid der beide legerbenden ligt tot eenige bot
singen zou kunnen aanleiding geven die vermeden behoorden te
worden welke wer.sch ook door de nederlandsche regering gedeeld
werd. Hierover werden eenige nota's gewisseld. De londenscho
conferentie drong er op aan dat de troepen van de uiterste gren
zen zouden worden teruggetrokken. Den 11 Februarij gaf de neder
landsche gezant te Londen de heer Dcdelkennis dat aan dit ver
langen der londensche conferentie zou worden voldaan. Den n
Februarij wendde zich de londensche conferentie andermaal tot d«
nederlandsche regering in eene nota waarbij de conferentie ver
klaart eenige inlichtingen van de belgische regering te hebben ont
vangen nopens de versterking der krijgsmagt aan beide zijden waar
toe de belgische regering ten gevolge van gelijksoortige, in Neder
land verordend zou gebragt zijn. De conferentie drong er alsnu
ten sterkste op aan dat de nederlandsche regering de opgeroepen
reserve en verlofgangers ten spoedigste naar hunne haardsteden zou,
doen terugkeeren en bet leger terugbrengen op den voet waarop
bet zich op 1 October jongstleden bevond. Zonder eenig uitstel
verwachtte zij een voldoend antwoord. De nederlandsche regering
beeft zich beijverd op deze nota te antwoorden. Zij heeft geloofd
dit niet beter te kunnen doen dan door eenvoudig de onbetwist
bare daadzaken bloot te leggen. Zij heeft de conferentie doen zien,
dat de buitengewone maatregelen die Nederland in het begin dezes
jaars beeft gemeend te moeten nemen later plaats gehad hebben
dan de krijgstoerustingen in Belgie; dat er bovendien geen questie
van eene oproeping van reserve of van schutterij geweest is dat
er ook geene dubbelzinnigheid bij de regering bestaat ten aanzien
der door haar aan den dag gelegde vredelievende bedoelingen maar
dat zij tot het nemen van eenige maatregelen van voorzorg verpligt
Tvus geworden docr dc «eer ©e*logaiact>li$« houdlog va» Balgla 4
ten gevolge van bet in Belgie op voet van oorlog brengen van schier
alle strijdkrachten en door het steeds naar het noorden des Rijks
doen oprukken der troepen. Zij voegde er bij dat naar mate
van de sterkte der belgische krijgsmagt en naar de in dat land
bestaande versnelde middelen van gemeenschap het nederlandsche
leger geenszins gerekend kon worden in evenredigheid daarmede te
staan terwijl overigens zich alles bepaald bad tot bet weder op
roepen van de manschappen van twee ligtingen der militie die
slechts met onbepaald verlof naar huis waren gezonden.
Ten slotte zeide de minister, dat indien de spoedige publiciteit,
een kenteeken van den tegenwoordigen tijd hetgeen het onmiddel
lijke geval geweest is ten aanzien der belgische onderhandelingen
hem heden mogt beperken in de mededeeling van voor eiken Ne
derlander zoo gewigtige daadzaken, Nederland zich echter over die
publiciteit heeft te verheugen. Immers heeft zij den geschiedschrij
ver in staat gesteld zich een rijpen voorraad van de kostbaarste
bouwstoffen ter zijner nasporing aan te schaffen. Verwijl er toch
vele onderhandelingen oudtijds voor den schrijver van jaarboe
ken verborgen bleven zullen die over de geschillen met Belgie
voor een ieder genaakbaar zijn. Niemand zal ooit wanneer hij de
waarheid zal willen betrachten, in ongelegenheid geraken, om op
te sporen welke de aanleiding is van de uiteenscheuring van het
bloeijend Rijk der Nederlanden; door welke oorzaak deze haar
beslag verkregen beeft aan welke zijde zich regt en billijkheid
bevonden; waar gematigdheid orde en zucht naar redelijke vrijheid
gevonden werden. Gedurende acht jaren betoonde de nederlandsche
regering zich bestand tegen de zwaarste beproevingen volhardde
met beleid en hukte voor het noodlot. De toekomst zal thans uit
maken welk geluk aan beide de volken beschoren is, en of de ruit
van Europa op stevige grondslagen zal gevestigd zijn.
Den 5. Heden morgen is van hier op nieuw een detachement
jagers van gg man naar Noord-Braband vertrokken.
Zaturdag middag heeft de persoon van O. Bosman woonach
tig in de Bagijnenstraat alhier, zich door ophanging van het leven
beroofd. De oorzaak dezer wanhopige daad van den overledene,
die vader van tien kinderen was, en zich altijd, door arbeidzaam
heid en een onberispelijk levensgedrag heeft onderscheiden, is zegt
men te vinden in verregaande familie-onaangenaamheden en las.
terlijfee aantijgingen tegen hem gedaan.
In den nacht van den 3 op den 4 dezer zijn te Bijlmermeer
aan de Gaasp twee woningen in de asch gelegd, van het huisraad
heeft men weinig kunnen bergen en niets was voor brandschade
verzekerd.
Voor weinige dagen is in de nabijheid van Kiel eene pacht-
hoeve afgebrand waarbij de schoonouders van den eigenaar be
nevens drie bedienden bet leven hebben verloren de eigenaar is
wegens verdenkingden brand gesticht te hebben ia verzekerde*
bewaring genomen.
In Napels is het vondelinghuis eene prooi der vlammen ge»
worden waarbij a3 dier ongelukkige kinderen eene der oppaste»