ZIERIKZEESCHE
COURANT.
Oingsdag
A°. 1839.
(Jew 5 Februari}.
BESTUREN en AMINISTRATIEN.
NI EU W S TIJ DIN G E N.
groot-brittannien.
NEDERLANDEN.
■WW
ITo. 11.
Tegen ovprgove der Strooken zijn verkrijgbaar nieuwe
Stellen KOUPO NS bij de Obligation laste de Pol
ders SCHOUfVEN, BURGH en W ESTLAND.
LONDEN den 3o Januarij. De Times meent dat bet zeCr waar
schijnlijk Ï3 dat Engeland zich verbonden beeft de Schelde te
blokkeren ingeval het noodig mogt zijn de Belgen tot reden te
brengen. Dat zelfde blad deelt een' brief uit Parijs inede waarin
gemeld wordt dat het belgische bewind wel degelijk aan Frankrijk
de bezetting van de zuidelijke grenssteden beeft aangeboden doch
dat de fransche regering dat aanbod om gewigtige redeneo heeft
wan de band gewezen.
Alhier ontvangen brieven uit Konstantinopel tot den 7 de®
fter bevestigen, dat de engeUche gezant aan bet perzische bof alle
gemeenschap met den shah afgehroken en zich naar de turksche
grenzen bpgeven heeft. Echter wist men toen nog van geen offici
eel hevelschrift waarbij de verkoop van eogelscbe fabrijkgoederen
te Tabriz en Teheran verboden zou zijn.
Te Philippoli hield eene vreesselijke gebeurtenis de algemeene
aandacht bezig. De gouverneur dier stad had namelijk last gege
ven, den griekschen architect, met zijn geheel gezin, om bet le
ven te brengen daarna om zijn misdrijf te bedekken bet huis
in brand doen steken en een der zonen van den ongelukkige»)
die de handen der moordenaars ontkomen was door vreesselijke
pijnigingen tot de bekentenis willen dwingen dat hij bet was die
zijnen vader en familie had omgebragt. Gelukkig voor den jonge*
ïing k\\iam toen deze naar het schavot zou zijn gesleept een
courier uit Konstantinopel aan met het berigt dat de gouverneur
van zijnen post ontzet en tol ballingschan naar Klein-Azië was ver
oordeeld geworden. De sultan was verwittigd dat de architect
Was omgekochtom voor bet opbouwen van zeker paleis het dub.
bet der benoodigde som te vragen ten einde de trouwelooze land
voogd ziebzeiven daardoor zou kunnen verrijken en dat bij bet
slagtoffer zijner hebzucht uit den weg had geruimd toen bij zich
door dezen verraden achtte.
's GPiAYENÜAGE, den t Februarij. Men meent hier dat onze
regering de jongste voorstellen der londeitsche conferentie, io de
cegevene omstandigheden, niet zal afwijzen, doch men stelt het
tevens geenszins als zeker dat die voorstellen van den belgisphen
kant zullen worden aangenomen. De deswegens bestaande onzeker-
ln
ge pa a
pt de veronderstelde mogelijkheid van dadelijk vij-
tv
andige ondernemingen der Belgen heeft dan ook ten gevolge dat
men dezerzijds op eiken loop der zaak bedacht is en veelvuldige
voorzorgen neemt om voorbereid te wezen tegen alle mogelijke
gebeurtenissen, en des gevorderd afdoende maatregelen van tegen
weer ten spoedigste te doen werken. Mogten de Belgen hunne
krijgstoerustingen uitbreiden tot het in dienst stellen van den eersten
ban hunner burgerwacht, Waartoe thans voorbereidende werkzaam
heden moetèn plaats hebben, dan verwacht men, dat ook onze
regering geen oogenblik zal dralen met het wederoproepen der
schutterijen en met het herstellen onzer positie van verdediging
op den voet van de jaren 1831 tot 1833.
Men beeft over Brussel ontvangen den inhoud van bet laatste be»
sluit der conferentie, en de door baar aan de nederlandscbe en belgi
sche regeringen medegedeelde besluiten, ontwerpen en nota's. In een
dier stukken geven de gevolmagtigden van Oostenrijk en Pruissen, als
bekleed met de volmagt en belast met bet waarnemen der belangen van
bet duitsche bondgenootschap, in de onderhandelingen betrekkelijk
de hollandsch belgische aangelegenhedenaan de gevolmagtigden van
Frankrijk, Groot-Brittanje en Rusland hun leedwezen te kennen, dat
217, in de openbare akten, die bij de opening der wetgevende kamers te
Brussel zijn in het licht gekomen, eene taal hebben ontwaard, Waarbij
luide het voornemen wordt aan den dag gelegd, om de teruggave te wei
geren, zoowel van bet grondgebied, hetwelk, ten gevolge van bet trak
taat der 24 artikelen, aan bet groothertogdom Luxemburg, als van dat
gedeelte der provincie Limburg, dat, op denzelfden grond, aan den ko
ning der Nederlanden moet behooren, hetzij als groothertog, hetzij om
met Holland te worden vereenigd. De gevolmagtigden zien te meer, in
bet openbaren dier gezindheden, eene inbreuk op de regten des duit-
schen bondgenootschaps, daar zulks geschiedt van eene zijde, welke
slechts voorloopig in bet bezit wordt geduldt van voorschreven grond
gebied, en die alzoo op eigen gezag dit daadwerkelijk bezit wil verande
ren in een blijvend regt, iets betgeen, in het onderhavige geval, eene
overweldiging kenmerkt. De regten van bet duitsche bondgenootschap
ten aanzien van Luxemburg, op een gedeelte van Limburg overgedragen
zijnde, zoo verklaren de gevolmagtigden, dat, zonder de besluiten der
bondsvergadering vooruit te loopen, zij het aan bet duitsche bondge
nootschap overlaten, om, ten gevolge der jongste uittartingen (provo
cations) der Belgen, gebruik te maken van deszeifs regten, en die de bel
gische regering verpligt is te eerbiedigen.
Hierop volgt het voorstel der conferentie, tot wijziging van bet ha
kende traktaat der 24 artikelen. Daarin wordt, onder anderen, voorge
steld: dat de beschikkingen nopens de vrije scheepvaart zullen toegepast
worden op de bevaarbare stroomen en rivieren, welke het belgische en
hollandsche gebied van een scheiden of gelijkelijk beiden doorloopen;
üjat'voor bctgccn hijsender de vaar? op do Schelde en op hf re mondin
gen betreft, is overeengekomen, dat het loods- en bakenwezeri, gelijk
ook de bevaring van het vaarwater der Schelde, stroomafwaarts van
Antwerpen, aan een gemeenschappelijk toezigt zullen worden onder
worpen, en dat dit gemeenschappelijk toezigt zal worden uitgeoefend
door tot dien einde van beider zijde benoemde commissarissen; gema
tigde loodsregten zullen in gemeen overleg worden vastgesteld; en deze
regten zullen voor de schepen van al de natiën dezelfde zijn dat middew
lerwijl, en in afwachting tot die regten zullen vastgesteld zijn, ergeeue
hoogere loodsregten zullen kunnen geheven Worden, dan die, welke
krachtens het tarief van 1829, voorde monden van de Maas, van uit
volle 7,ee tot Hellevoet en van Hellevoet tot Rotterdam, naar evenredig-
beid der afstanden, zijn vastgesteld geworden; dat door het gouverne*
ment der Nederlanden op de scheepvaart der Schelde en der Schelde-
monden een eenig regt van f 1,5o per ton zal worden geheven; te welen:
ƒ1, <2 van de schepen, uit volle zee komende en de Westerschelde op
varende, om zich over de Schelde of over het kanaal van Terneuze in
Belgie te begeven, en van 38 cents per ton van de schepen, die uit Belgie
komende, over de Schelde of over het kanaal van Terneuze de Wester
schelde zullen afvaren, om zich in volle zee te begeven. En, opdat de
gezegde schepen aan geenerlei onderzoek, vertraging of stremming op
de hollandsche reeden zullen kunnen onderworpen worden, hetzij de
Schelde opvarende uit volle zee, hetzij de Schelde afvarende, om zich
in volle zee te begeven, is overeengekomen, dat de heffing van het voor
noemde regt zal geschieden door de nederlandsche agenten te Antwer
pen en te Terneuze. Dat de schepen, van Antwerpen naar Terneuze
en vice versa stevenende, of op den stroom zeiven hunne kustvaart of
visscherij bedrijvende, aan geenerlei regt zullen zijn onderworpen; dat
de arm der Schelde, Ooster Schelde genaamd, aangezien dezelve, iri
den tegenwoordigen staat der plaatselijke gelegenheden niet tot de
scheepvaart uit volle zee naar Antwerpen en naar Terneuze, en vice
versa, dient, maar gebezigd wordt voor de scheepvaart tusschen Antwer
pen en den Rijn, over zijnen geheelen loop niet zal kunnen belast wor
den met regten of tolregt, hooger dan die, welke krachtens detariven
van Mentz van den 3i Maart 1831op de scheepvaart van Gorcum naar
volle zee, in evenredigheid der afstanden, geheven worden; dat er ins
gelijks overeengekomen is, dat de vaart op de intermediaire wateren tus
schen de Schelde en den Rijn, om van Antwerpen in den Rijn te komen
en vice versa, wederzijds zal vrij blijven, en alleen zal onderworpen zijn
aan gematigde tollen, die voor den handel der belde landen dezelfden
zullen zijn.
Van beider zijden zullen zich, binnen bet verloop eener maand, te
Antwerpen commissarissen vereenigen, zoowel om bet definitief en per
manent bedrag der gezegde tollen vast te stellen, als om opzigtens een
algemeen reglement overeen te komen voor de voltrekking der beschik
kingen van het tegenwoordig artikel en daarin te vervatten de uitoefening
van het regt tot de vischvangst en tot den visscherijliandel overdege-
heele uitgestrektheid der Schelde, op den voet eener volkomene reci
prociteit en gelijkheid ter gunste der onderdanen van beide de landen
dat middelerwijl, en tot zoo lang bet gezegde reglement vastgesteld zij,,
de vaart op de Maas en op hare mondingen vrij zal blijven voor den han
del der beide landen, die te dien opzigte voorloopig de tariven zullen
aannemen van de, den 3i Maart 1831 te Mentz onderteekende conventie
voorde vrije vaart op den Rijn, evenzeer als de overige beschikkingen
dier conventie voor zoo verre dezelve op de gezegde rivier kunnen wor
den toegepast; dat te beginnen met den 1 Januarij 1839 Belgie ten gevolge
van de verdeeling der openbare schuld van het koningrijk der Nederlan
den, belast zal blijven meteenésora van 5 millioen guldens nederl. aan
jaarlijksche renten, waarvan de kapitalen van het debet van het groot
boek te Amsterdam of van het debet der algemeene schatkist van het ko
ningrijk der Nederlanden, op het debet van het grootboek van Belgie
zullen worden overgeschreven; dal de getransforeerde kapitalen en de
ten gevolge van het voorgaande ingeschreven renten öp het debet van
bet belgische grootboek ten beloope der gezamenlijke som van vijf mil
lioen guldens nederl. aan jaarlijksche rente, zullen beschouwd worden
als een deel uit te maken der nationale belgische schuld; en dat Belgie
zich verbindt, om noch voor bet tegenwoordige uoch voor bet vervolg
eenig onderscheid te maken tusschen dit gedeelte zijner openbare schuld
voortspruitende uit zijne Vereeniging met Holland, en alle andere reeds
bestaande of nog te creëren nationale belgische schuld; dat de betaling
der evengenoemde jaarlijksche rente van vijf millioen nederlandsch, ge
regeld elk half jaar, in contant geld, zonder eenige korting, van welken
aard ook, noch voor het tegenwoordige noch voor het vervolg, betzij ie
Brussel betzij te Antwerpen zal plaats hebben; dat door decreatie
der gezegde som van vijf millioen guldens nederl. jaarlijksche rente
Belgie tegenover Holland zal ontheven wezen van alle verpligting, voort
spruitende uit de verdeeling der openbare schulden van bet koningrijk
der Nederlanden; dat commissarissen Van Weerszijden benoemd, binnen
veertien dagen' tijds in de stad Utrecht zullen te zamen komen, ten einde
over te gaan tot de overschrijving der kapitalen en renten, die, door de
verdeeling der openbare schulden van het koningrijk der Nederlanden,