Vkh den vrede, maar vermag hetgeen op een zoo korten afstand
tanker grenzen Voorvalt, Diet onverschillig aanzien. Men beoogt
derhalve geenszins eenigen aanval maar verlangt alleen onze gren-
ÊeD voor eene overrompeling te dekken.
Door Z. M. is een subsidie verleend tot het aanleggen van
'eenen vloedbeuvel, (eene zekere hoogte waarop men zich bij water
vloed kan redden,) t'e Beest, provincie Gelderland, waarvan de
kosten bp f 2700 geraamd vvorden.
Op den 26 dezer maand zal te Neuzen de aanbesteding
plaats hebben, van het bouwen van'twee bomvrije kruidmagazijnen
aldaar.
Een der jeügdige vèderlandsche s'cbilders de heer Meijer,
le Deventer, kweekeling van onzen beroemden Pieneman, beeft
tb ans een schilderstuk onderhanden, voorstellende de schipbreuk van
de stoomboot Willem I op de Lucipara'sen welks uitvoering, voor
200 veel bet reeds is kunnen gezien worden zeer wordt geroemd.
Dit schilderstuk is ter lengte van 5 en ter breedte van 3 ellen.
Naar men zegt zal hetzelve na de voltooijng in deze residentie
worden ten toon gesteld.
In den morgen van den 9 omstreeks vier ure ontstond er
brand in eene bberenwonnig aan den Hoogen Rijndijk een half
iiur van Leyden digt bij «le Meerburgerwateriag toebeboorende
aan den landman Fakkeldijkwelige brand, ondanks de spoedt 0
aangebragte hulp, de woning geheet in dé asch beeft gelegd. De
vrouw, die alleen te buis was, daar de man om zaken zich afwe
zig bevond heeft gelukkig nog hij tijds den brand ontdekt om zich»
zelve te redden de koebeesten en het paard die op stal stonden
los te snijden en in de vrije lucht te brengen zoodat het vee is
gered geworden. De oorzaak van bet onheil is onbekend doch
schijnt in eene schuur ontstaan te zijn.
liet getal der studenten op den 1 November des vorigen
jaars aan de hoogescbool te Utrecht aanwezig, bedroeg 4^3.
Uit Dordrecht schrijft men van den 9 dezer dat den vorigen
dag, aan het veer van Rotterdam op Katendrechthet ongeluk
plaats heeft gehad dat in het overvaren de stuurreep (het roer)
van de met menschenen beesten gevulde pont brak, waardoor, bij
bet stormachtige weder de pont niet meer op de golf gehouden
kon worden water schepte en eindelijk doch gelukkig nabij het
katendrechtsche veer zonk. Van de menschen is gelukkig niemand
omgekomen en de beesten welke toen de pont vol water liep
nog met moeite werden losgesneden zijn allen naar den kant ge
zwommen op twee na die verdronken zijn.
Van den Helder schrijft men den 9 dezer: Gisteren avond
omstr-eiks 9 ure strandde even benoorden Huisduinen liet fransche
stoomschip l'Elbc kapitein Hendrik Petitkomende van Duinker
ken en gedéstibeerd naar Engeland om zijne machines in te nemen.
Van de equipagie bestaande uit negen man zijn zeven door de
reddingsboot der noord» en zuid bollandsche redding-maatschappij,
onder bestuur van den heer H. Prinste Huisduinen, welke da.
deltjk in beweging gebragt was en ondanks den zeer hevigen wind,
het geluk had het vaartuig te bereiken gered terwijl het te be
treuren is dat twee mannen der equipagie welke zich in hunne
«igen scheepssloep vroeger hadden willen redden eene prooi der
golven zijn gevvorderi. Men roemt het beleid en de vaardigheid
der bootelingcn van de reddingsboot welke de uiterste inspanning
hebben moeten in het werk stellen.
Van 'tVlie wordt van den 3 dezer gemeld dat aldaar dien
rtacht op den Horst gestrand en verbrijzeld was een galjas de
tieam onbekend doch den 4 dezer uit aan strand gevonden papie
ren gebleken dat het schip genaamd was Eduard, gevoerd doorkapt.
Hans ISielsen Severin Saabeijemet eene lading granen van Kopen
hagen naar Guernsey de equipagie uit zes man bestaande is daarbij
verdronken ook wareu er reeds 5 lijken komen aandrijven van
de lading zal denkelijk niets geborgen kunnen worden.
In het vorige jaar zijn ter reede van Veere gearriveerd 33
schepen meestal bestemd naar Middelburg.
In de omstreken van Cleve had men reeds voor lang een
of meer wolven ontdekt, zonder dat toen, niettegenstaande de ijverige
jagten dezelve konde vinden. Op vele plaatsen hebben zij veulens
kalveren of ander vee verscheurd. Eenige dagen geleden was er we
der eene groote drijfjagt verordend toen men in het Materbörn-
éche woud eenen grooten wolf op bet spoor kwam en dezen ein
delijk vond, vretende aan eenen hertekop. Nadat den wolf door
eèn schot aan de achlerpooten getroffen wasvïugte hij hoewel
met minder dan gewone snelheid zoo dat een der jagers gelegen
heid had hem onder het schot te krijgen en hem door twee ko
gels uit beide loopen gelost te doen vallen. Dezen wolf is naar
het museum te Leyden gezonden.
Üit nadere berigïen blijkt, dat de vier zoogenaamde hölland-
scbe officieren welke gevankelijk naar Brugge zouden overgebragt
zijn eenvoudig hebben bestaan in twee bollandsche burgers de
een een scheepskapitein en de andere een koopman uit Goes en
twee belgische soldaten waarvan de eerste, na een verhoor te
hebben ondergaan naar de bollandsche grenzen zijn terug gebragt
geworden.
De belgische minister van oorlog heeft de gouverneurs en
militaire bevelhebbers der provinciën doen aanschrijven, dat de
chefs der verschillende legercorpsen last bekomen hebben om
hetzij voor een jaar of voor onbepaalden tijd alle jongelieden toe
ie laten die zich vrijwillig tot de krijgsdienst zullen aanmelden
mits overigens de vereischte hoedanigheden bezittende.
Gedurende het jaar i838 hebben in Belgie 2,1 q3,3i6 reizi*
gers van den spoorweg gebruik gemaakt. De opbrengst heeft be
dragen 3,097,830 fr. In 1837 was het getal reizigers 1,384,576
Cn de opbrengst 1,4*6,982 fr*
Volgens berigten uit China is in Canton een keizerlijk de
creet genomen, waarbij het rooken van opium verboden wordt,
snet bedreiging der volgende straffen tegen de overtreders. Die
zich daaraan voor de eerste maal zal schuldig maken zal in het
gezigl gebrandmerkt worden met de woorden Yer-fei, d. i. rook-
spüsbcéf, voor de tweede maal, krijgt de schuldige 100 stoksla
gen en wordt hij voor drie jaren uit het land gebannen. Die zich
to der dén m ai® aan genoemd misdrgf schuldig maakt s zal ont
hoofd worden*
ZIERIKZEE, den 14 Januarij. Opzigtens het verongelukken van
het engelsch schoonerschip Malvinagevoerd door kapitein John
Huilstoneop den zoogenaamden Banjerd bij het eiland Schouwen
en de gelukkige redding van alle de schipbreukelingen op één na,
is ons verzocht het navolgende te plaatsen:
Op woensdag den 9 Januarij jl. bevond zich Pieter de Hos,
schipper, voerënde de boeijèrschuit Hendrik en "Mariamet zijne
gemelde schuit, waarop ook met hem waren zijn vader Hendrik
de VosCornelis Pioeting en Jan Reijnhoutallen wonende te Zie-
rikzeein de haven van Burghsluis. In den morgen van denzelf
den dag, ongeveer half negen ure gehoord hebbende, dat er een
schip was gestrand op den Banjerd, begaven ziëh gemelde schipper
Pieter de Vos met zijn vader Hendrik de Vos naar eene der hoogste
duinen van het eiland Schouwen ten einde zich te overtuigen of
het aan hen medegedeelde werkelijk zoo ware. Op hetzelve duin,
ongeveer een uur van Burghsluis gelegen, gekomen, ontdekten zij,
met behulp van eenen verrekijker, een schip, zittende op de noord
zijde van den Banjerd maar van welke alleen twee masten zigïbaar
waren en niets dan de masten van hetzelve kunnende ontwaren
keerden zij, vermoedende dat de manschappen van het verongelukte
schip of waren omgekomen of zich met de boot hadden gered
naar Burghsluis terug. Dan niet zoodra vërnemen zij in den mor
gén van dén, volgenden dag van Dirk van de Kloosterdat dezè van
den "Vuurtoren nu onlangs op het eiland Schouwen gestichibe
merkt had dat op het gestrande schip zich nog eenige menschen
bevonden of zij met het ongeluk dezer schipbreukelingen bewo
gen en daardoor bezield om gene gevaren te ontzien en ware
het mögelijlihet leven van hunnen medémensch van èënen gewis-
sen dood te redden besluiten om zich naar het in nood zijnde
schip te begeven, en openbaren dit hun besluit aan ben, die zich
toen te Burghsluis bij hun bevonden ten gevolge waarvan Dirk van
der Estschipper Vessel Vermeide, Jan van der Velde, Cornelis
van de Klooster en Cornelis van dér Est, varensgezellen, en Come-
lis Kommerarbeider, allen wonende te Burghsluis, zich dadelijk
bereid verklaarden dit hun menschlievend doel te helpen onder
schragen. Alle deze, zoowel die van Zierikzee als van Burghsluis j
begaven zich terstond aan boord van schipper Pieter de Vos, en
stevenden naar de plaats des onheils. De zee was beroerd en de
golven hoog ten gevolge der stormen welke dezelve vele dagen te
voren hadden gegeesseid, döch hun besluit was onwrikbaar, want
bet leven van hunnen medemensch was in gevaar. Zij naderden
bet gestrande schip en op ongeveer eene mijl afstands van hetzelve
zien zij j dat een mensch zich van de eene mast naar de andefö
liet glijden nu overtuigd dat er menschenlevens te redden waren
spanden zij alle krachten in om het wrak van nabij te genaken.
Op eenen afstand van ongeveer dertig ellen bij hetzelve gekomen,
wierpen zij het anker uit en ook een trös in de boot welke zij
achter hun vaartuig hadden medegenomen en lieten deze waarin
zich hadden begeven schipper Dirk van der Est met Vessel Vet-
meuledoor de tros te vieren, afzakken naar het gestrande schip,
uit welks want nadat de boot hetzelve bad bereikt vier schip
breukelingen oversprongen en alzoo behouden in bun vaartuig
werden aangebragt dit uu bad plaats des morgens half twaalf ure.
'Wie zal naar waarde afschetsen bet gevoel en de dankbaarheid
van deze geredden die gedurende den tijd van achtentwintig uren
half gekleed zonder voedsel 'of drank eenen gewisseo dood voor
bet aangezigt zich op eenmaal uit de kaken derzelven gered be<*
houden gevoelden en door hunne redders de meest doelmatige
verkwikkingen zagen aangeboden om hunne verstijfde ledematen
te herstéllen en hunnen honger en dorst te stillen. Jammer maar,
dat een der schipbreukelingen, zijnde des kapiteins broeder, welke
den vorigen dag, 's morgens tien ure, door vermoeijenissen uitge
put uit het want gevalleu en zijn leven in de golven verloren heb
bende dit feest der redding niet beeft mogen helpen vieren. Zoo
dra de geredden zich aan boord bevonden van schipper Pieter dé
Vos, werd het anker gëligt en kwamen allen in den avond, ten
vijf ure, te Zierikzee behouden aan.
Streelt het den menschenVriend van tijd tot tijd te mogen verné
men hoe vele ongelukkige schipbreukelingen aan de onvermoeide
pogingen der maatschappijen van reddingboolen het behoud van
bun leven te danken hebben, niet minder zülien in onze achting
hoog staan opgeteekend Pieter de Vos en alle de hief bovengenoemde
personen welke bet gevaar voor hunne eigene levens verachtende
zonder bejag van eenige éigenbaat, zich ten dezen op eene zoo loffe
lijke wijze hebben gekweten. Het bewustzijn van wel te hebben gé-
daan zij hunne edelste en voornaamste belooning.
ZIERIKZEE, den i4 Januarij. Gisteren morgen, omstreeks negen
ure is midden op den Banjerd door eene dikke lucht omhoog
gezeild het nederlandsch kofschip Juffer Heinske kaptS. Kramer
van Londen naar Rotterdam bestemd met ballast. De beman
ningbestaande uit de kapitein stuurman en 3 matrozen hebbeo
heden morgen het schip moeten verlaten ec zijn met levensgevaar,
in de bootnaar het strand gedreven met achterlating vau meest
al hunne goederen. Hetzelve is kort nadat het verlaten was gé-
heel verbrijzeld geworden. De equipagie is reeds hier aangekomen.
ADVE&TENTIEN.
De Notaris M.r J. J. ERMERINSzal, op Dingsdag den
22 Januarij i83g, 's morgens ten 10 uren, op de Buiten
plaats de Haan, onder Noordgouwe presenteren te verkoopens
Een Bunder zevenja rig ES SC H EN en ËLZEN HAKHOUT,
benevens go zware POPULIEREN, staande in den Haaneweg
aldaar.
Terstond te H U U R een HUIS, BROODBAK K ER IJ
en ERVE, in de S.' Domusstraatbinnen deze Stad,
met een P A K H U IS in da Molenstraat aldaar te bevragen bij
G. BAL, Oude Haven.
Ter Stadsdrukkerij van dé Wed. A. de VOS en ZOON.