flf°. 101. Dingsdag 18 SËecember. van ZFFRIRZFESCIIE "'hoef A°. 1838, COURANT. Uit hoofde van het invallende Kersfeest zal de Dingsdagsche Courant op aanstaande Maandag worden uitgegeven; en wordt tevens verzocht dat alsdan de advertentiën enz., hetwelk ter plaatsing be stemd is, vóór Maandag-middag worden ingezonden. ri11 NIEUWSTIJDINGEN. DUITSCHLAND. Frankfort, den i3 December. Men heeft berigten uit Ancona inhoudende dat de fransche schepen den 3o Nov. in die haven zijn binnengeloopen. Den 3 dezer zouden dezelve met de troepen onder zeil gaan. Uit Bremen meldt men.,, dat, ofschoon aldaar eenige straat jongens door den regter veroordeeld zijn wegens hef inslaan der glasruiten ten huize van den franscbpn inwoner op den 18 Octo ber echter door de fransche regering nog wordt aangedrongen op bet betalen van schadevergoeding door de schuldigen of ander zins uit de gemeente-kas; r eene vordering, welke niet overeen komt met de wetten van Bremen.Vermits de veroordeelde st raat- jongens onvermogen zijn tot het vergoeden der aangerigte schade, hebben eenige ingezetenen eene inteekenings-lijst geopend om alzoo de noodige penningen bijeen te brengen. Reeds meermalen zijn er gevallen bekend gemaakt dat men- schen levende vliegen kieine slangen of' kikvorschen uitgebraakt hadden j nooit echter hebben voor zoo veel men zich herinnert de gëneesheeren die zoodanige voorvallen ter kennis van het pu bliek bragten of andere geloofwaardige personen dit uitbraken zeiven waargenomen. Men kan het den geneesheeren dus niet ten kwade duiden als 2ij tot nog toe de waarheid van dergelijke ver schijnselen in twijfel trekken. Te Zullichau (in Pruissen) heeft thans 'echter eene vrouw na jarenslang lijden hetwelk op eenen dronk Water, die de zieke in de duisternis nam en waarbij zij iets haar 2eer weerzinnigs (gelijk zij zich uitdrukt f iets langs glibberigs) bij bet inslikken gevoelde gevolgd was drie levende en twee doode kikvorschen vier daarvan in het bijzijn haar geneesheers opgege ven. De behandelende geneesheer zal ons zeker in een medisch tijdschrift een naa uw keurig en uitvoerig verslag van dit hoogst b'é^ langrijk geval mededeëlpn, BerlN.) Bij de felle koude, welke in de laatste dagen van November plotseling, inviel en zelfs 10 ja 12 graden Reaumur bereikte, zijn twee handeldrijvende mannen in verschillende oorden van het Erzgebergte bevroren. Wij maken biervan inzonderheid melding, omdat de heide ongelukkigen juist door het drinken van sterken drank waardoor zij zich tegen de koude beveiligen wilden spoe diger verstijfd en dienvolgens doodgevroren zijn. Mogten deze nieuwe voorbeelden eenigzins bijdragen om den noodlotligen waan tegen te gaan dat overvloedig gebruik van sterken drank bet Iigchaam lan- geren tijd warm houdt. GROOT-BRIT T ANNIE N. Londen, den 14 December. Van Rio Plata is hier de tijding Ontvangen dat den franschen admiraal aldaar deu oorlog aan Buenos Avres bad verklaard en dat de vijandelijkheden reeds een' aanvang hadden genomen. Hetzelve vond echter weinig geloof. De franschman Rousselledie beschuldigd was den aanval met pistolen op den zoogenaamde» hertog van Normandiè' in zijnen tuin, bij den a\önd gedaan te hebben is op vrije voeten gesteld bij gebrek van genoegzame bewijzen. Ter wederlegging van de opgaven die dezer dagen in Engeland gedaan zijn omtrent dén ohgunstigen staat der engelsche zeemagt in vergelijking met dien van andere staten werd door het tijdschrift, betwelk aan de zaken der marine is toegewijd gemeld dat van de 5i linieschepen, welke de fransche zeemagt bezil slechts 11 in werkelijke dienst en 22 in staat van aanbouw zijn dat van de 60 fransche fregatten, slechts 16 in diensten 24 in aanbouw zijn; dat daarentegen van de 89 linieschepen, die Engeland bezit, 21 in dienst zijn i3 gereed om in dienst gesteld te worden en 20 io goeden staat zich bevinden j terwijl 17 moeteo hersteld worden én de overige aangebouwd of hersteld worden; dat van de 109 en gelsche fregatten 26 in dienst 6 gereed voor de dieost eu 3y in goedéo staat zijn. F R A N K R IJ K. Parijs, den 12 December. Heden vindt men in een ministerieel blad eene verdediging der fransche ministers tégen de beschuldiging dat zij eene laakbare onverschilligheid getoond hebben ten aanzien der belangen van België, of dat, zoo zij al in de conferentie dien nieuwen staat hebben willen beschermen, hunne pogingen met geen gunstigen uitslag bekroond zijn geworden. Zonder zich, even als andere bladen, te willen vermetenvan op grond van de dubbelzinnige particuliere correspondenten van dag tot dag onderrigt te zijn van alles wat bij eene 200 langdurige conferentie over eene zoo groote menigte belangen en zoo gewigtige vraagpunten voorvalt verzekert de schrijver van dit artikel wel te Weten dat- men zicb zeer bedrogen heeft toen men verklaardedat alles: geëjndigd was en dat: het vonnis der conferentie aan Belgie Was beteekend geworden, even als toen men in twijfel trok of Frank- T r rijk België in de laatste tijden te Londen zou ondersteund hebben, en of zulks met eenig gevolg 2ou geschied zijn. Hij verklaart dat de zaak van België te Londen door Frankrijk voet voor voet met ijver, volharding en vrucht, verdedigd is geworden, en dat deze bescherming die aan dat land reeds zoo nuttig geweest is zal voortduren; dat het aan Frankrijk te danken is, dat het tractaat der 2zf artikelen dat alleen het bestaan van den Belgischen staat heeft gevestigd aan eene herziening geheel ten voordeele der ibelangen van België onderworpen is geworden en dat het eind vonnis reeds sedert langen tijd uitgesproken zou geweest zijn bad niet bet framche ministerie met hardnekkigheid hel terrein betwist en onophoudelijk gestreden om voor België' zoo zachte voorwaar den te bedingen als de tractaten gedoogden. De schrijver beklaagt zich dat staatslieden van de tegenwoordige ministers zouden eischen wat zij zeiven nooit gewild en nooit ge daan hebben en om de eigen redenen die de ministers daartoe bewegen nooit hebben kunnen willen of kunnen doen. «Het oogenblik is nog niet gekomen (dus eindigt dit betoog) waarop al de bijzonderheden van deze onderhandelingen bekend kunnen worden. Maar wij herhalen hetin het gedrag van de fransche regering betrekkelijk de belgiscbe zaak en in den uitslag van hare pogingen is niets dat haar geen eer aandoetniets dat niet overeenkomt met de waardigheid met de verpligtingen met de belangen van Frankrijk niets waarvoor Belgie haar niet dank baar moet wezen niets dat niet aan de publieke opinie voldoen moet en de eerste om dit openlijk te verklaren zouden zeker die zelfde mannen zijn, welke over deze of dergelijke questien op de zelfde wijze de eer verpligtingen en belangen van het land begre pen hebben met de behoeften van den toestand van Europa en de gevolgen van het stelsel van getrouwheid aan de aangegane verbind- tenissen welk stelsel hoezeer men daar ook tegen geschreeuwd moge hebben, steeds gediend heeft tot grondslag van de buitenland- scbe politiek van be! JuJij gouvernement eu daaraan in Europa en in de gansche wereld de hooge achting en het uitgestrekt aan zien verworven heeft welke het geniet." Dit hoogst merkwaardig artikel heeft veler aandacht tot zich ge trokken en is aan sommigen zeer onstaatkundig toegeschenen om- dal daaruit zonneklaar blijkt, dat de fransche ministers bij de on derhandelingen niet al verkregen hebben wat zij wilden en hun ge drag eene verdediging behoeft. Men verhaalt dat het gevraagde uit stel voor de bezetting van Limburg door Pruissen wel beloofd maar geenszins toegestaan is hetwelk in de taai der diplomatie niét vol maakt hetzelfde beteekent. NEDERLANDEN. 's GrAvenhage den i3 December. Gisteren is bij de tweede kamer der Staten Generaal de navolgende koninklijke boodschap, met bet daaibij behoorende ontwerp van wet en eene memorie van toelich ting ingekomen Edel Mogende Hf.eren «De bedijking en droogmaking van het Haarlemmermeer, even zeer door de noodzakelijkheid geboden wordende als de uitvoering van dat werk kan geacht worden ten nutte van den binnenland- schen handel de nijverheid en den landbouw te zullen strekken; zoo is het ontwerp van wet omtrent eene geldleening voor de kosten dier bedijking en droogmaking vervaardigd hetwelk vergezeld van eene memorie van toelichtinghiernevens aan U Edel Mogeoden wordt aangeboden enz." Het ontwerp vanwet luidt aldus;: Wij WILLEM enz. Alzoo wij in overweging hebben genorfren, dat. de bedijking en droogmaking van bet Haarlemmermeer noodzakelijk is tot afwending van de gevaren, welke hei bestaan van dezen in uitgebreidheid aan merkelijk toegenomen en steeds toenemenden waterplas reeds heb ben veroorzaakt en gestadig al meer en meer veroorzaken; terwijl de uitvoering van dat werk ook bevorderlijk zal zijn tot uitbreiding van den binnenlandschen handel, de nijverheid en den landbouw, dat bet alzoo raadzaam is eerlang tot de bedijking en d.roogma? king te doen Overgaan, en dat eene geldleening, met speciaal ver band van de opbrengst der droog te maken landen en onder waar borg van het Rijk daartoe het voorname middel kan opleveren. Zoo is het euz. Art. i. Ter bestrijding van de kosten der bedijking en droogma king van het Haarlemmermeer zal er, op de bijdrage tot die kosten door de staten van Holland reeds toegekend op zoodanige bijdrage als daa,rdoè door de belanghebbende districten mogt wor den verleend en voorts van de opbrengst van den verkoopprijs der drooggemaakte lauden derzelver inkomsten en alle verdere op brengsten met die onderneming in verband staande eene geldlee ning worden geopend ten bedrage van acht millioen guldens tegen eène rente van vijf ten honderd in het jaar. Art. 2. De aflossing dezer geldleening zal aanvangen met het jaar, volgende op dat, in he tv iU de droogmaking zal zijn vol-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1838 | | pagina 1