sr°. 87. ZIERHLZEESCHE Dingsdag A°. 1838. COURANT. 30 October BESTUREN EN ADMINISTRATIEN. BEKENDMAKING. de ckase. NIEUWSTIJDINGEN. Frankfort den 23 October. In onderscheidene duitsche landen is den 18 dezer maand als de dag waarop het lot van Europa in den slag van Leipzig beslist isplegtig gevierd. Bij die gele genheid is op den heuvel bij Meusdorf, in de nabijheid van ge noemde stad, op de plek waar de ontmoeting der drie monarchen plaats vond bet gedenkteeken voor den toenmaligen opperbevelheb ber der geallieerde troepen, prins Karelian Schwarzenberg, ingewijd. NEDERLANDEN- Aclitervolgens artikel 3 van Zijner Majesteits besluit van den 6 Januari] i83t n.° 68 (staatsblad n.° a) heeft Zijne Excellentie de beer Minister van Financiën bij resolutie van den a5 dezer lnaand bepaald de prijzen het opgeld daaronder begrepen waar- Voor de Collecteurs Splitters er. Debitanten der Koninklijke Ne- derlandsche Loterij de Loten en gedeelten van dien voord e derde Week der trekking van de laatste klasse der 175ste Loterij zullen mogen uitgeven te weten sir verkooï Gebeele Loten f 82,00. Halve - 4.1 i°o. Vijfde d 16,40. Tiende - 8,20. Twintigste - 4i10- au vÈRiranidG Gebeele Loten 44.00. Halve o - 22,00. Vijfde d 8,80. Tiende - 4)4°- Twintigste - 2,20. Wordende de belanghebbenden bij deze herinnerd dat bij voor noemd artikel van Zijner Majesteits besluit, uitdrukkelijk is vast gesteld dat de Collecteurs, Splitters en Debitanten gehouden zijn, om zich naar die prijsbepaling te regelen en dezelve gedurig ter inzage voor bet publiek beschikbaar te hebben. Zierikzeeden 27 October 1838. Voor den Staatsraad Gouverneur van de prov. Zeeland De Burgemeester der stad Zierikzee, DÜITSCHLAHl). -Uit Bergbêim meldt men van den 23 dezer Een bedroevend ongeluk heeft eergisteren in het naburige Niederambt plaats gehad. Een arme doch brave daglooner verliet des morgens vroeg met zijne vrouw en moeder zijne schamele Woning om de mis te hooren en liet een kind van vier maanden en een vierjarig meisje aan het toezigt van een zesjarig knaapje over. Toen de ouders tiaar huis keerden stond hunne woning in lichte laaije vlam de gebeele op brengst van den oogst werd door den brand verteerd en de twee jongste kinderen kwamen deerlijk in de vlammen om. Het knaapje wist zich nog te redden door met verbrande kleederen uit het raam te springen. Moge dit vreesselijke geval tot waarschuwing ver- Strekken aan de landlieden, die maar al te dikwijls hunne kinderen alleen en zonder opzigt te huis laten. (Köln. Zeit.) Het stadjen Ortrand in het Messenburgsclie is in den nacht Van den 4 dezer door een zwaren brand ten deele vernield ge worden waardoor ongeveer honderd en twintig huisgezinnen van alles beroofd zijn. Volgens bet baddagblad van Baden, hetwelk den 14 dezer, bij het sluiten van het badsaiso n is uitgegeven hebben in dit jaar 19,138 vreemdelingen die badplaats bezocht. In het vorige jaar beliep dat aantal 16,219 en 'n Del jaar 1828 niet meer dan 10,s36. Er wordt te Baden al weder aan nieuwe gebouwen tot bet huisvesten van vreemdelingenvoor het volgende jaar gearbeid. *sGkavénhaoe den 28 October. Het beeft Z. M. behaagd te be slissen dat zoolang de tegenwoordige staat van zaken zal voortdu ren ten gevolge waarvan de miliciens niet op de in vredestijd ge bruikelijke tijdstippen van paspoort kunnen worden voorzien de diensttijd voor miliciens gehouden zal worden aanvang te hebben genomen met den 1 Maart van het jaar waarin een milicien hetzij "in persoon of bij remplacementaan den provincialen komman- dant ter werkelijke inlijving, in mindering van het contingent zijner gemeente, overgegeven is geworden alles met inachtneming van art. ader wet van den 27 April 1820, en Zr. Ms. besluit van den 14 Januari] 1825. Dingsdag nacht ontdekte men brand ten huize van J. Sieke- meyer plaatdrukker in de Warmoesstraat te Amsterdam en wel in het achterste gedeelte waarop veel papier lag. Het huis is van achteren grootendeels uitgebrand en hebben de belendende huizen min of meer schade geleden. Twaalf spuiten hebben gewérkt, waardoor de brand dan ook spoedig is gebluscht. De eigendommen »aD den bewoner waren voor brandschade verzekerd doch hij zelf is deerlijk in bet aangezigt en de handen gebrand. De oorzaak van den brand weet uien niet. 7— Uit Amsterdam schrijft men dat, in het begin der afgeloo- pcce week aldaar ter stede eene jeugdige vrouw en een veertien jarig meisje aangehouden zijn wegens het uitgeven van gesnoeide gróve zilveren muntspecie terwijl later -ook de man der eerstge- melde in hechtenis genomen is. De Leeuwarder Courant deelt een omstandig berigt mede, om trent de schipbreuk van den beurtman der stad Harlingen op Am- sfniï.dam». hetwelk hoofdzakelijk overeenstemt met de van elders me degedeelde berigten doch waarin de volgende zinsneden bijzondere opmerking verdienen aNaauwelijks was de mare van dit ongeluk alhier verspreid, of alles stroomde naar het noorder-bolwerk van waar men de nood seinen en hulpkreten der bedreigde schepelingen niet onduidelijk gewaar kon worden. Al dadelijk ivas men op middelen tot redding bedacht en bemoeiden zich vele menschlievenden om hulp te ver schaffen. Eigenaardig sprak men daartoe den kapitein van de stoom< boot Prins Freder'ik aan om, zoo mogelijk, het scbip in de haven te slepen of de passagiers over te nemen doch deze verklaarde zich niet derwaarts te kunnen begevendaar op hem de verant woordelijkheid voor hel vaartuig rustte. Daarop wendde men zich tot het personeel van den loodsdienst liggende een der loodsvaar- tuigen huiten de sluizen gereed, en verzocht men de loodsen loei) onverwijld alles in het werk te stellen om de in nood zijnde menschen te redden. Deze aanzoeken werden onmiddellijk achter volgd door onderscheidene en belangrijke uillovingen van geld so lide guarantie bovendien geboden voor het eventueel verlies of be schadigen van het loodsvaartuigen alle aandrang en overreding gebe-;gd om de respective loodsen hoofd voor hoofd en gezamen- iijk'jbjser te halen met het bedoelde vaartuig uit de haven te gaan. Terwijl men hen vruchteloos trachtte over te halen bood zich eea aantal menschlievende en moedige varensgezellen uit deze stad, vrijwillig en zonder eenige toezegging op beloouing tot redding aan om indien men hun slechts een geschikt vaartuig konde ge ven alsdan de redding ten minste te beproeven. Doch door een* toevalligen en noodlottigen zamenloop van omstandigheden, konden zij geen geschikt vaartuig meester worden daar velen van oordeel waren, dat er met sloepen niets uit te voeren was, waartoe anders de groenlandscbe sloepen volgaarne werden aangeboden daar ook de loodsen weigerden om hunne hoot tot dat menschlievend einde af te staan; zij gelieten zich eindelijk, als of zij zeiven er op uit wilden zeilen zoodra het weder en tij iets gunstiger en handza mer werden. Inmiddels toonde men de gestadig om hulp roepende schepe lingen door het ontsteken van teertonnen op den dijk dat men hen opgemerkt had dat men door deze verlichting op eene te ver- Wachten 6tranding was voorbereid en hield men door het gedu rig voortgaan daarmede tevens hunne hoop en moed levendig. Zoo was het allengskens middernacht geworden maar nog ging de storm niet liggen, zoodat hét bij hel voornemen der lood sen bleef. Het was toen dat drie engelsche kapiteins welke met hunne schepen in de haven lagen, te weten Daniel CharrosinJames Al lans en Henry Disney, het edel en stoutmoedig besluit namen, om met twee hunner sloepen de eene bemand met driede andere met vier hunner matrozen den gevaarlijken togt naar het gezottT ken schip te ondernemen. Kapitein D. Charrosin bereikte gelukkig zijn deel doch vree- zende dat een te groot aantal der nog op het wrak in leven zijnde passagiers te gelijk op hen zouden aankomen waardosyi de sloep gevaar zou loopen van te zinken en allen alsdan humïWr dood in de golven zouden vinden hielden zij iets af, en wierpen in de nabijheid van het schip hunne dreg uitwaarvoor zij bleven lig gen tot dat de dageraad aanbrak zonder ophouden de ongelukkige schipbreukelingen die tot levensbehoud in wand en mast geklom men waren toeroepende ora moed te houden tot dat men hun bij den naderenden dageraad te hulp zou kunnen komen. Tot ver meerdering der ramp scheurde reeds omstreeks 2 ure het voorwant in stukken en sleepte het die slagtoflers mede, welke aldaar hunne redding gezocht hadden. De andere boot zag zich genoodzaakt, om na veie vruchtelooze pogingen tot ontdekking van het in zwarte duisternis gehulde schip, weder naar de haven terug te keeren. 11 Eindelijk brak het zoo vurtjj'gewenschte daglicht aan, maar barstte ook de storm als met vernieuwde woede, weder los. Des niettemin waagde het thans de manscha p der eerste sloep om te enteren en was zij gelukkig genoeg om drie der schipbreukelin gen te verlossen van het wrak en behouden in de haven te bren gen. Nu wilden de edele vreemdelingen voort daarop eene tweede reis beproeven maar men wist hen te bewegen om daar zij reeds den ganschen nacht rusteloos hadden doorgebragthunne grootste taak aan eenige menschenvrienden over te dragen die nog versch. van krachten zijnde tot voltooijing daarvan te beter in staat wa ren. Deze waagden dus met de twee sloepen eene nieuwe poging, onder aanvoering van onze heldhaftige stadgenoolen isitnon van der Meer en Jacobus Willem Jagerheide bevaren en kloeke zeelieden die zich in den beginne reeds bereid hadden verklaard om den red- denden arm te bieden. Hun mogt het gebeuren om de nog zes le vend aanwezigen en twee lijken van den gezonken bodem aan wal te brengen. De overige passagiers gelijk ook de beurtschipper en kokwaren reeds in den voornacht door de aanhoudende stortzeeën

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1838 | | pagina 1